De boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt
Ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend
Buitenbeentje in een streng orthodox joods gezin, Naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde
Eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar
Vader, meneer Apfelschnitt, voert ze even geestige
Als diepzinnige gesprekken, terwijl haar vader zelf
Wanhopig op zoek is naar de koffers die hij lang
Geleden, in de oorlog, heeft begraven. Gegevens van de Auteur CARL FRIEDMAN
Geboren: 1952
Debuut: Tralievader (1991, autobiografische roman) Genres: Poëzie, roman, novelle
Bijzonderheid: Zegt nooit de ambitie te hebben gehad om schrijfster te worden. Dumpte zelfs een aantal jaren geleden een groot deel van haar werk in de container van een Chinees restaurant. Recent werk: De grauwe minnaar (1996, verhalen). Eigen samenvatting De hoofdpersoon ook de ik vorm in het boek heet Chaja, ze kijkt terug in haar leven in de periode toen ze 20 jaar was. Chaja is opgegroeid in de Joodse wijk, het zogenaamde ‘Jodenkwartier’ achter het Centraal Station in Antwerpen. Ze studeert Filosofie, en ze woont op zich zelf, omdat ze vindt dat iemand die zich bezighoudt met filosofie, moet weten wat een teruggetrokken bestaan inhoudt. Om de kosten te kunnen dekken heeft ze 2 bijbaantjes, ’s morgens werkt ze in een bloemisterij waar ze rauwkransen maakt en ook nog in een restaurant waar ze borden afwast. Dat werk bevalt haar niet, dus is ze een andere baan gaan zoeken. Via een advertentie van oppassen komt ze bij de familie Kalman terecht als oppaster. Ze moet op de 5 kinderen passen. Ze moet op Avrom en Dov, tweelingszusjes van vijf maanden Tzivja en Esja en op Simcha. Simcha is vier jaar oud en is nog niet zinderlijk, hij is een erg lief en speciaal jongetje. Zijn broertjes pesten hem omdat hij anders is dan hun, zijn vader Meneer Kalman doet daar net zo erg in mee. Chaja heeft niet zo een hechte band met haar familie, zoals normaal gesproken het zou moeten. Haar ouders die beiden Joods zijn, leven met de herinneringen van de WO2. Met haar moeder kan ze niet goed praten, omdat zij de oorlogsherinneringen wilt weg stoppen. Dat doet ze door, oppervlakkige dingen in haar leven te doen zoals haar eigen gebakken cake enz. Haar vader is juist op zoek naar het verleden, hij is op zoek naar twee koffers die hij tijdens de WO2 heeft begraven. Chaja voert geestige en diepzinnige gesprekken met Meneer Apfelschnitt, hij is een vriend van haar ouders. Waaneer ze begint te werken merkt ze gauw dat de familie een streng orthodox joods gezin is. Ze wandelt dagelijks met Simcha en zijn zusjes naar het park, waar Simcha verandert. Hij verandert in een gelukkige jongetje die veel praat, terwijl hij normaal erg stil is. Hij bewondert de eendjes in de vijver erg, en is daarom erg blij als hij bij ze is. Hun veranderen hem, het is zelfs zo dat hij ook graag een eendje wilt zijn. Het is daarom hij vaak ‘kwak kwak kwak’ zegt. Chaja is gefascineerd door Simcha en probeert daarom hem te begrijpen, zijn eigen wereld begrijpen waarin hij leeft. Dat is de reden waardoor zij de bijbel gaat lezen en zich meer gaat verdiepen in het Joden dom. Zij zelf is ook Jood gelovig maar niet orthodox, ze heeft zo veel vragen over de bestaan van God, en allemaal vragen die niemand kan beantwoorden. In de flat waar de familie woont is er een conciërge, die een jodenhater is. Telkens als Chaja met de kinderwagen bezig is komt hij mopperend langs valt haar lastig. De ene dag sluit hij hun buiten, de andere scheld hij hun oud. Chaja heeft het moeilijk, ze heeft zo veel vragen en is nog met haar studie bezig, maat de enige ding die in haar hoofd voorbij komt als ze bezig is met studeren is Simcha. Ze vindt hem heel erg speciaal. Na een tijd is de band tussen hun heel erg gegroeid, en Simcha voelt zich goed bij Chaja. Mevrouw Kalman merkt dat haar zoon is verandert door Chaja en is haar dankbaar. Maar Meneer Kalman is niet erg tevreden over Chaja, hij vindt haar niet orthodox kleding en leven niet goed. Hij scheld haar uit voor ‘Gomer’ dat was de vrouw van de profeet Hosea. Ze was een tempelprostituée, die deelnam aan heidense vruchtbaarheidsriten ter ere van Baäl. Op zekere dag kreeg Hosea er genoeg van en joeg haar het huis uit. Gomer staat model voor alle kinderen Israëls die zich schuldig maken aan afgoderij en ontucht:verraders die God zal verstoten, zoals een man zijn overspelige vrouw verstoot. Dat is het moraal van het boek Hosea. Het kon haar in feiten niets schelen dat hij haar zo noemde, ze maakte zich alleen zorgen dat Simcha het zou horen, dat zou haar wel pijn doen. De familie Kalman woont dicht bij de ouders van haar, en op aanraden van Meneer Apfelschnitt gaat ze af en toe bij hun langs. Op een middag besluit ze om naar de Schelde te gaan en daar schrijft ze een “brief” aan Einstein. Daarin zegt ze hem dat ze niets van de wetenschap begrijpt en zeker niet van het bestaan van God. Ze uit haar mening over alle wetenschappers die niet meer weten dan zij. Maar een antwoord krijgt ze niet. Verder komt ze nog in een discussie, met haar medestudente Sophie. Sophie praat over Joden alsof ze niets waard zijn en dat betekent het einde van hun contact. Als ze op een dag terug komt van de wandeling met de kinderen komt ze do conciërge tegen, hij krijgt een woede uitbarsting. In die uitbarsting probeert hij Simcha pijn te doen, door zijn handjes tussen de lift deur te stoppen. Uit snelle reactie probeert Chaja het tegen te houden en trekt de conciërge weg. De gevolg van dat is, dat zijn jas scheurt. Daar is de conciërge niet erg blij mee, en eist daarom dat ze hem geld geeft. Hij is zo boos dat hij zelfs de deur van de flat blokkeert, om zijn geld te krijgen voor de kapotte jas. Dat gaat zij niet doen dus, besluit ze om via het raam en regenpijp naar beneden te gaan en weggaan. Van mevrouw Kalman mag ze een week niet meer komen. Volgens haar kunnen ze dan allebei even afkoelen. Chaja zit dagenlang thuis en verveelt zich erg, ze mist Simcha. Op aanraden van meneer Apfelschnitt gaat ze weer op bezoek bij haar ouders. Juist op dat moment wordt haar vader thuisgebracht door de politie. Hij was aan het graven op particuliere grond en dat is natuurlijk verboden. Zijn koffers heeft hij nog steeds niet gevonden en hij moet de politieagenten beloven dat hij niet opnieuw gaat graven. Op dat moment is het voor hem net alsof de rest van zijn leven zich nutteloos voor hem uitstrekt: hij heeft geen doel meer om achterna te jagen. Wanneer Chaja weer naar Simcha mag en ze zichzelf helemaal heeft opgetut, komt meneer Apfelschnitt bij haar langs om haar vertellen dat Simcha overleden is. Hij is verdronken in de eendenvijver. Chaja is geschokt en gaat naar de familie Kalman om hun te condoleren. Dat wordt niet op prijs gesteld. Meneer Kalman geeft haar de schuld van het overlijden van zijn zoon en stelt haar voor om te vertrekken. Mevrouw Kalman gaat echter tegen haar man in door bij Chaja een rituele inscheuring in haar jasje te maken, een teken van rouw. Ook zegent zij Chaja. Chaja vraagt zich af of ze werkelijk schuldig is aan de dood van de kleine Simcha. Ze beseft dat haar enige schuld zou kunnen zijn dat ze van hem gehouden heeft. Chaja is maandenlang verdrietig. Ze weet nu helemaal niet meer waar het leven, de Bijbel en God op slaan en besluit daarom te stoppen met haar studie filosofie. Antwoorden zal ze immers toch niet vinden. Ze gaat verder met Natuurkunde, waar haar vader erg blij mee is. En daarom besluit hij voortaan de huur van haar kamer te betalen.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden