Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Odessa Star door Herman Koch

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Odessa Star
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 6536 woorden
  • 24 maart 2007
  • 131 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
131 keer beoordeeld

Boekcover Odessa Star
Shadow
Odessa Star door Herman Koch
Shadow
Titel: Odessa Star Auteur: Herman Koch Uitgeverij: Augustus Plaats van uitgave: Amsterdam Jaar van uitgave: 2003 Aantal bladzijden: 204 Samenvatting: Fred Moorman leidt een saai en suf leven. Zijn tienerzoon vind hem een loser, zijn werk stelt niks voor en hij woont in een gammel bovenhuis in Amsterdam-Zuid dat ruikt naar oude kameel en hondenpoep omdat hij zijn stinkende bejaarde benedenbuurvrouw maar niet het bejaardenhuis in krijgt. Ja, Fred Moorman is een kneus. Dan ontmoet hij zijn oude schoolvriend Max G. Max heeft alles; een toffe auto, een gladde zonnebril, prachtige vrouwen en een woest kijkende bodyguard. Fred wil niets liever dan in contact blijven met Max. Hij wil bij hem zijn, vrienden met hem zijn, ook maar íets van de coolheid van Max G. met zich meedragen. Fred doet er alles aan om Max overal te ontmoeten en na een tijdje lijkt het er ook op dat Max en Fred een soort van maten geworden zijn. Dat Max een echte zware jongen blijkt als hij hun oude docent Frans neerknalt doet hem eigenlijk niks. Fred krijgt alleen maar meer ontzag. Dan gaat Fred samen met zijn gezin op vakantie naar Menorca. Fred vind het er vele malen minder leuk dan afgelopen keer omdat er naast zijn gezin alleen maar bejaarde, ontbijtbuffetplunderende Belgen ingecheckt zijn. Als ze na twee weken thuiskomen is de benedenbuurvrouw verdwenen. Fred vermoedt dat Max iets met haar verdwijning te maken heeft. Toch is hij hem vooral dankbaar; éindelijk heeft hij nu het hele huis voor zichzelf. Over de verdwijning van de benedenbuurvrouw is al weer een flinke tijd heengegaan als Max G. plotseling op visite komt met een interessant voorstel. Een buurtgenoot van Fred is Quizmaster bij Miljonair van de Week, een soort weekend miljonairs. Max vertelt Fred over een deal met de Quizmaster: als Fred meedoet zullen alle juiste antwoorden hem worden voorgezegd en verdelen ze de hoofdprijs, tien miljoen, over een ‘eerlijk’ percentage. Fred besluit mee te werken, al denkt hij overigens de tips van de Quizmaster niet eens nodig te hebben omdat hij zelf over een enorme feitenkennis beschikt. Tijdens het spel begint Fred echter te twijfelen aan de eerlijkheid van Max: hij voelt zich in het ootje genomen als hij merkt dat alle vragen iets te maken hebben met de geschiedenis van de twee ‘maten’. Met de vragen is blijkbaar ook gerommeld en dat vind Fred erg riskant. Wat als hem nog meer niet is verteld? Hij besluit te stoppen halverwege het spel, dit tot enorme razernij van Max G. Fred denkt dat zijn laatste uur geslagen heeft als Max Fred samen met zijn compagnon Richard H. komt opzoeken en meeneemt naar een afgelegen plek. Echter in plaats van Fred knalt Max op het laatste moment toch Richard neer. Hij had verkeerd gehandeld in meerdere situaties en bovendien bleek hij het te doen met Max’ vrouw. Als Fred naderhand met Max in een cafeetje biertjes zit te drinken wordt ook Max vermoord als Fred op de Wc zit. Zeer waarschijnlijk is dit gedaan door zijn eigen vrouw. (Geen bron: Samenvatting zelf geschreven.) Eerste persoonlijke reactie Algemene persoonlijke reactie volgt later in het verslag. Nadat ik het boek uithad heb ik direct een pen en een papiertje gepakt en het volgende stuk geschreven: Voor het eerst sinds een lange tijd ik niet echt een speciaal gevoel nadat ik een boek heb dichtgeklapt. Ik voel me wel een beetje onbevredigd. Toen ik nog bezig was in het boek, verheugde ik me elke keer weer om verder te gaan met lezen omdat het verhaal op een heerlijke luchtige manier is geschreven. Overigens ook omdat ik steeds het gevoel had dat de climax bíjna kwam. Maar die climax kwam maar niet. Hij is nog steeds niet langsgeweest nu ik het boek heb dichtgeslagen.
Thema Verhaallaag: Een keurige burgerman komt in contact met een oud-klasgenoot die in het criminele circuit terecht is gekomen en afrekeningen regelt. (Bron: kleine kaartje dat altijd aan de binnenkant van de voorkaft zit vastgeplakt en waarop in een zin het boek samengevat staat.) (Is dat inderdaad de verhaallaag van de literaire tekst?) Betekenislaag: het wanhopige kleur willen geven aan je leven en het verlangen naar aanzien in een wereld waarin intimidatie, macht en geweld de boventoon voeren. (Is dit inderdaad een betekenislaag?) Motieven Literair motief: Criminaliteit is het algemene thema van het boek, het is waar het hele verhaal eigenlijk om draait. Een ander algemeen thema van Odessa Star vind ik eigenlijk ook wel ‘het wanhopige verlangen naar status.’ Dat is alleen niet iets wat je in één woord vatten kunt, dus of je het werkelijk een literair motief mag noemen weet ik niet. Ergernis zou ik ook wel een algemeen thema willen noemen. Het hoofdkarakter ergert zich mateloos aan verschillende dingen die hem overkomen. Hij ergert zich aan z’n puzzelleggende schoonbroer die geen aandacht besteedt aan zijn kinderen, aan het korte haar van z’n schoonzus, hij ergert zich aan het feit dat de benedenbuurvrouw haar hond in de achtertuin laat schijten, aan het feit dat hij in een hotel terecht komt waar alleen maar belgen logeren… Eigenlijk is het enige waar Fred zich niet aan ergert, de man waar hij o zo tegen op kijkt: zijn ‘held’ Max G. En dat linkt eigenlijk ook weer naar de thematiek van de tekst: ‘het wanhopige verlangen naar status, naar cool zijn’. Fred ergert zich aan bijvoorbeeld zijn saaie schoonbroer omdat dát de dingen zijn die bevestigen hoe burgerlijk hij is en waar alleen híj als kneuszijnde mee te maken heeft. Een ‘geslaagd’ persoon als Max G kampt uiteraard niet met dat soort probleempjes. Die honderden dingen waar hij zich zo aan ergert zijn de dingen waarvan hij aan het pogen is ze uit zijn leven te schrappen, omdat als al die dingen weg zouden zijn, hij weer een stapje dichter is bij zijn gelijkenis tot Max , tot het hebben van een cool leven. Verhaalmotief: Een onderdeel dat steeds terugkomt in de tekst is het draaien van het liedje: “Stuck in the middle with you” van Steelers Wheel, de soundtrack van de film “Reservoir dogs.” Ik heb de songtekst van het liedje even opgezocht en inderdaad: de tekst is best van toepassing op het boek. Hij komt uit een film waarin het ook draait om criminaliteit en waarin, wat toevallig, de compagnons elkaar eigenlijk ook niet goed kennen. In de songtekst staan overigens ook een paar zinnen in die erg van toepassing zijn op Max G, de coole crimineel in Odessa Star. Wat grappig is, is dat Fred het liedje “Stuck in the middle with you” voor het eerst sinds lange tijd hoort als hij in de auto zit bij Max. Het liedje is eigenlijk van toepassing op Máx, want zoals ik het interpreteer is het gezongen vanuit een coole persoon die allerlei sukkels om zich heen heeft en naar wie de vrienden kruipend toe komen. Sinds die ene keer dat Fred het liedje hoorde bij max in de Mercedes draait hij het liedje ook onophoudelijk in z’n eigen wagen. Het lijkt wel alsof hij wil dat het liedje ook op hém van toepassing is. Voor mij nog een bevestiging dat de schrijver ons duidelijk probeert te maken hóe graag Fred wel niet op hetzelfde niveau als Max zou willen staan. Stuck in the middle witth you, Steelers Wheel. Well I don't know why I came here tonight, I got the feeling that something ain't right, I'm so scared in case I fall off my chair, And I'm wondering how I'll get down the stairs, Clowns to the left of me, Jokers to the right, here I am, Stuck in the middle with you. Yes I'm stuck in the middle with you, And I'm wondering what it is I should do, It's so hard to keep this smile from my face, Losing control, yeah, I'm all over the place, Clowns to the left of me, Jokers to the right, Here I am, stuck in the middle with you. Well you started out with nothing, And you're proud that you're a self made man, And your friends, they all come crawlin, Slap you on the back and say, Please.... Please..... Trying to make some sense of it all, But I can see that it makes no sense at all, Is it cool to go to sleep on the floor, 'Cause I don't think that I can take anymore
Clowns to the left of me, Jokers to the right, Here I am, stuck in the middle with you. Well you started out with nothing, And you're proud that you're a self made man, And your friends, they all come crawlin, Slap you on the back and say, Please.... Please..... Well I don't know why I came here tonight, I got the feeling that something ain't right, I'm so scared in case I fall off my chair, And I'm wondering how I'll get down the stairs, Clowns to the left of me, Jokers to the right, here I am, Stuck in the middle with you, Yes I'm stuck in the middle with you, Stuck in the middle with you. Wat ook veel terugkomt in het boek is de nadrukkelijke benoeming van de merknamen van auto’s waarin gereden wordt. Max heeft een lichtgrijze Mercedes cabriolet, zelf rijdt Fred eerst in een rode Opel, daarna in een paarse Renault twingo en uiteindelijk in een zwarte Jeep Cherokee. Opnieuw bevestigingen van status en het bewustzijn ervan. “Het autootje dat ik bij een verhuurbedrijf op de Middenweg had gehuurd was een paarse Renault Twingo. Zowel de kleur paars als de Twingo zelf waren volstrekt ondenkbaar in de nieuwe fase van mijn leven die, daar was ik van overtuigd, op het punt van aanvang stond; maar omdat het allemaal van zeer tijdelijke aard was, reed ik bijna de hele weg met een niet van mijn gezicht te branden grijns naar Wijk aan Zee. De Twingo had een klein schuifdakje; met mijn nieuwe zonnebril op mijn neus zong ik luidkeels mee met Stuck in the Middle with you.” Personages: De twee belangrijkste personnages zijn:
Fred Moorman: De hoofdpersoon van het boek. Fred moorman is een nerd, een wandelende encyclopedie in het midden van zijn midlifecrisis. Hij wil niets liever dan het roer omgooien en een spannend en cool leven gaan leiden. Verder ergert Fred zich onophoudelijk aan het minste of gerinste: “ In de hele voetgangerspassage hing een weeë geur van zoete bonen in tomatensaus en eieren, en nu ik beter om me heen keek, zag ik dat inderdaad alle terrastefeltjes bezet werden door lelijke, bleke Engelse gezinnen die zich hier, op meer dan tweeduizend kilometer afstand van hun geboortegrond, te goed deden aan hetzelfde smerige voedsel als waarmee zij thuis op dagelijkse basis hun kransslagaderen lieten dichtslibben. Statistisch gezien zou ruim de helft van de hier verzamelde schransers binnen nu en vijf jaar een hartaanval of beroerte overlijden: het Verenigd Koningkrijk was nog altijd het verstopte kransslagaderland nr. 1 van de wereld, en te oordelen naar het eetgedrag van zijn onderdanen in den vreemde zouden zij deze koppositie in de komende honderd jaar wel niet meer afstaan. Ondertussen zat dit eiland wel met hun volkomen overbodige aanwezigheid opgescheept. Ik liep door tot aan het einde van de voetgangerspassage, waar in de verte een blauwe streep van de zee, met kleine witte golfjes, te zien was. Hier, op een plek waar de passage zich tot een soort plein verbreedde, was een zogenaamde ‘ambachtelijke’ markt ingericht waar diverse ‘lokale’ snuisterijen te koop werden aangeboden. Ik vroeg me af wat erger was: de in de stank van tomatensaus badende plastic opblaaskrokodillententoonstelling die ik achter me had gelaten, of deze ‘ambachtelijke’ verschrikking van handgevlochten draagtassen en portefeuilles met leren koordjes als sluiting in plaats van een rits, die onder het mom van ‘eerlijk’ en ‘authentiek’ zo mogelijk nog grotere rotzooi aan de man probeerde te brengen.’ Max G.: De volledige achternaam van Max wordt in het hele boek niet genoemd. Max is een ex-klasgenoot van Fred en als ze elkaar na vele jaren weer plotseling tegenkomen op een filmpremiere maakt hij een enorme indruk op Fred. Max is betrokken bij allerlei duistere zaakjes die plaatsvinden op een boot genaamd ‘Odessa Star.’ Hieronder staat een citaat waarin Max en ‘wat van z’n vrienden’ binnenkomen op de verjaardag van Fred en wat voorn indruk ze maakten op de rest van het gezelschap: “Aanvankelijk had de binnenkomst van Richard H. gevolgd door de langbenige Galja en Max G. tot een enigszins verkrampt zwijgen onder de aanwezigen gasten geleid. Om te zeggen dat de nieuwkomers uit de toon vielen was zacht uitgedrukt. Afgezien van Richard H’s lengte en kapsel (kaal) zat het hem denk ik vooral in de kleding. De leden van mijn huidige vriendenkring deden hun best er zo gewoon mogelijk uit te zien – met tourneedata van popgroepen bedrukte t-shirts, fantasieloze overhemden, spijkerbroeken, sportschoenen..- terwijl max en richtard er in hun dure maar casual gedragen zwarte overhemden en met hun aan verscrhoomde polsbanden multifunctionele duikers- of bergbeklimmershorloges geen moeite mee leken te hebben hun kennelijke rijkdom aan iedereen te tonen. Waar de leden van mijn huidige vriendekring hun best deden niet te laten zien wat ze in werkelijkheid waren, vonden Max G. en Richard H. het geen punt de hoogte van hun inkomen van hun kleding af te laten stralen, ook al hadden ze waarschijnlijk liever niet dat je ze over de herkomst van dat inkomen doorzaagde. “ Ook komen in het boek nog voor: Richard H.: Bodyguard/maat van Max G. Mevrouw De Bilde: Stinkende benedenbuurvrouw van Fred die halverwege het boek plotseling verdwenen is. Christine Moorman: Vrouw van Fred
Erick Menken: Corrupte Quizmaster van Miljonair van de Week (Rijdt in Blauwe Landrover) David Moorman: Zoon van Fred
Silvia G.: Vrouw en moordenares van Max. Perspectief: Het verhaal is geschreven vanuit een ik-perspectief. Je neemt als lezer de verhaalgebeurtenissen, ruimtebeschrijvingen en personagebeschrijvingen waar door de ogen van de hoofdpersonage in het verhaal: Fred Moorman. Doordat je door de ogen van het hoofdkarakter kijkt is het verhaal en de informatie die je krijgt subjectief: je leert als lezer alleen de gedachten, gevoelens en de waarnemingen kennen van de hoofdpersoon. Dit maakte dat ik in eerste instantie helemaal niet besefte wat voor een hopeloze wannabe Fred eigenlijk was. Door het gekozen perspectief kan je je namelijk heel makkelijk met de hoofdpersoon identificeren en ga je heel makkelijk mee met zijn gedachtengangen. Pas toen ik m’n ogen sloot, m’n eigen gedachtes weer terugkreeg en eens goed ging nadenken over het verhaal, besefte ik pas werkelijk wat voor een persoon Fred was. Ik vind het best leuk dat Koch dit perspectief gekozen heeft. Als hij had gekozen voor het ‘alwetende perspectief’, dan had alles er té dik bovenop gelegen, had je veel te snel een conclusie getrokken over de hoofdpersoon en was ook heel snel de lol er vanaf geweest. Door dit perspectief word alles in eerste instantie nog een beetje in het midden gelaten en krijg je pas halverwege het verhaal een goed beeld van de situatie. Tijd en structuur: Het verhaal bestaat uit vier delen. Aan het begin van elk deel is er telkens een tijdssprong gemaakt. In het eerste deel van het verhaal wordt je het een en ander verteld over geschiedenis Max en Fred: over hoe ze elkaar hebben leren kennen en hoe ze elkaar na een lange tijd elkaar weer tegenkomen. Deze informatie wordt je in eerste instantie gewoon verteld vanuit een persoon die het verleden voor zichzelf aan het herhalen is, maar er fliepen toch ook wat Flashbacks tussendoor. Aan het begin van het tweede deel wordt de rest van het verhaal je als één grote flashback verteld. Omdat de flashback het hele boek duurt heb je dit helemaal niet in de gaten, ik heb het ook pas kunnen concluderen nadat ik wat terug ging lezen en de volgende zin aan het begin van een van de eerste hoofdstukken zag staan: ‘Ik weet niet waarom het juist de kat is waar ik het eerst aan moet denken nu Max er niet meer is…’ Aan het einde van het boek word beschreven hoe Max word vermoord. Het kan dus niet anders dan dat het een Flashback geweest is. Tijdens de grote flashback is het verhaal gewoon chronologisch verteld en zoals ik al zei heb je niet in de gaten dat je in een flashback aan het lezen bent. Het verhaal speelt zich in het ‘nu’ af en de vertelde tijd bestrijkt ongeveer een jaar. Er zijn geen verschillende verhaallijnen en dat geeft het verhaal naar mijn mening veel meer kracht dan wanneer Fred z’n bladzijdes nog met een andere persoon had moeten delen. Immers: ook dan had je veel te snel een beeld gekregen van wat voor een persoon Fred werkelijk is en was een van de, naar mijn mening, sterke punten van het boek weggeweest.
Ruimte: Het verhaal speelt zich af in Amsterdam, voornamelijk in “De Watergraafsmeer”. De Amsterdamse Watergraafsmeer is een soort slap aftreksel van Amsterdam-Zuid en wordt door Fred ‘Amsterdam-Zuid in spijkerbroek’ genoemd, ‘het vangnet voor al die halve mislukkelingen voor wie Amsterdam-Zuid net niet haalbaar was geweest.’ Het is naar mijn mening makkelijk te verklaren waarom deze ruimte gekozen is: Koch heeft zijn hoofdpersonnage geschetst als een kansloze wannabe. Titelverklaring: De titelverklaring ligt er vrij dik bovenop. Max is cool, en z’n coolheid heeft hij te danken aan de duistere zaakjes, drugshandel, die hij regelt op een vachtschip genaamd ‘Odessa Star’. Het is overigens erg handig dat de boot zo genoemd is aangezien Odessa ook een stad is. Als mensen per ongeluk de naam van het schip horen vallen, denken ze dat er gesproken wordt over de stad en zullen ze minder snel argwanen. Fred heeft ook een tijdje gedacht dat Max af en toe op vakantie ging naar Odessa. Zoiets denken mensen natuurlijk nooit als je het hebt over: Hey, is het nog goed gegaan op de “Naughty Nancy” vrijdag? Verwerkingsopdracht (Recensie) Schrijver: Koch, Herman
Titel: Odessa Star
Genre: roman
Jaar van uitgave: 2003
Bron: Elsevier
Publicatiedatum: 15-11-2003
Recensent: Thomas van den Bergh
Recensietitel: Futloos
Herman Koch verwijst in Odessa Star meermaals naar Quentin Tarantino, maar hij blijft ver achter bij diens stilistische brille. Direct bij aanvang van zijn nieuwe roman Odessa Star laat Herman Koch geen misverstand bestaan over zijn schrijfambities. Hoofdpersoon Fred Moorman bepeinst op die eerste bladzijden wat hij zal zeggen op de begrafenis van jeugdvriend Max. Moet hij de anekdote vertellen van het bizarre spel dat Max met zijn kat placht te spelen, of moet hij beginnen bij Max' laatste woorden? 'Misschien is die kat net iets te veel van het goede. Misschien zullen er onder de aanwezigen mensen zijn die ten onrechte iets achter het verhaal van de kat zullen zoeken. Een dubbele bodem, of iets dat nadere uitleg behoeft; er lopen er in die kringen nogal wat rond die overal dubbele bodems zoeken.' Het advies aan de lezer is ondubbelzinnig: de roman die u in handen hebt, is er één zonder dubbele bodems. Laat u dus meevoeren op de stroom der gebeurtenissen, zonder u te bekommeren om verborgen betekenissen of diepere lagen. Die zijn er namelijk niet in deze roman. Wilde Herman Koch met zijn eerdere boeken nog weleens iets beweren - zo speelde hij in zijn vorige roman Eten met Emma een spel met waargebeurde en verzonnen elementen, en was het geheel te lezen als een commentaar op de hausse autobiofictie - in zijn nieuwste is de satiricus in hem op de achtergrond geraakt. Wat rest is een vrij vlakke vertelling, die, de dwaze verwikkelingen ten spijt, een futloze indruk achterlaat. Dat heeft wellicht te maken met de hoofdpersoon, die al even lusteloos in het leven staat. Fred is gedurende driekwart van de roman 'ziek' en verdoofd door Nurofen en alcohol. Na de eerste hoofdstukken, waarin Fred zich als gezegd op de begrafenisplechtigheid van Max voorbereidt, vertelt Koch in het vervolg in een lange terugblik hoe deze vriendschap zo dramatisch kon eindigen. Max is in alles de tegenpool van Fred. De laatste is een nerd, een wandelende encyclopedie, een verlegen jongen ook, die bij het minste een 'warme gloed' over zijn wangen voelt trekken, terwijl de eerste juist een brutale, oppervlakkige rokkenjager is. Waarom de twee op de middelbare school met elkaar optrekken, blijft in nevelen gehuld - als ze elkaar, jaren later, bij toeval weer tegen het lijf lopen, is de kloof tussen hen alleen maar groter geworden. Freds leven is vastgelopen in een hopeloos slecht huwelijk, terwijl Max een (op Klaas Brumsma geënte) Amsterdamse glamour-crimineel is geworden. Dat lijkt veelbelovend, maar deze Max G. blijft een schimmige zijfiguur. Het fijne komt de lezer niet aan de weet over Max' Russische connecties en duistere (drugs?)handel via het schip de Odessa Star. Het thrillerelement heeft Koch ondergeschikt gemaakt aan de teloorgang van Fred Moorman. Na zijn hernieuwde kennismaking met Max, breekt voor Fred een 'nieuwe fase' aan. Hij verandert van slappe huisvader in botte hork, zegt iedereen eens goed de waarheid en zorgt, met inschakeling van zijn criminele connecties, dat zijn gehate benedenbuurvrouw wordt 'opgeruimd'. Van het een komt het ander, en het boek eindigt in een grotesk bloedbad, een beetje zoals de films van regisseur Quentin Tarantino naar wie Koch meermaals verwijst. Met hem heeft Koch ook zijn voorliefde voor de onzinnige uitweiding gemeen. Zoals de personages in Tarantino-films eindeloos kunnen zaniken over, bijvoorbeeld, friet met mayonaise, zo maakt Fred geregeld mentale excursies naar de verste uithoeken van zijn toch al warrige brein. Ongeestig zijn die zijsprongen meestal niet, maar het komt de vaart van deze roman niet bepaald ten goede. Daar komt bij, dat in een roman die het moet hebben van de zijsprongen, die zijsprongen zelf virtuoos moeten worden uitgevoerd. Zie weer Tarantino, om die vergelijking nog even door te trekken, die een briljant stilist is, en wiens films eerder op hun uiterlijke dan op hun inhoudelijke merites worden gewaardeerd. Maar bij Tarantino's brille blijft Koch ver achter. Lange beschrijvende zinnen lopen spaak ('in dat gezicht glom de huid ongezond (...) met alleen maar rode vlekken en paarse stippen, als waren de bloedvaten er door een te hoge druk, of bloed dat een uitweg zocht, gebarsten'), staan vol onmachtige cursiveringen en herroepingen ('Of, beter gezegd...'). Daarbij komt een aantal kleine, storende foutjes, zoals wanneer Freds schoonouders afwisselend dezelfde avond en de dag erna van hun Franse tweede huis terugkeren. Al met al is Odessa Star een teleurstellende roman. De volgende keer mag Koch zijn ambities weer wat opschroeven. 1.) Odessa star is een boek zonder dubbele bodem. Je wordt meegevoerd door een stroom van gebeurtenissen, zonder je te hoeven bekommeren om verborgen betekenissen of diepere lagen. Die zijn er namelijk niet. 2.) Wilde Herman Koch met zijn eerdere boeken nog weleens een statement proberen neer te zetten, in zijn nieuwste is de satiricus in hem op de achtergrond geraakt. Wat rest is een vrij vlakke vertelling die een futloze indruk achterlaat. 3.) Net als Tarantino heeft Koch een voorliefde voor onzinnige uitweiding. Ongeestig is dit niet, maar het komt de vaart van deze roman niet bepaald te goede. Daar komt bij, dat als je een roman schrijft die het moet hebben van de zijsprongen, deze wel perfect moeten worden uitgevoerd. Dit lukt Koch niet altijd. Bovendien staan er een aantal kleine, storende, foutjes in het verhaal. Het eerste dat de resencent duidelijk maakt is het feit dat Odessa Star een boek is zonder diepere lagen. Koch heeft op sommige punten geprobeerd om ze te creeëren, maar het is hem niet gelukt. Wat in de resentie geschreven staat klopt: in dit verhaal hoef je je niet te bekommeren om veborgen betekenissen, je hoeft je alleen maar mee te laten voeren door de stroom van gebeurtenissen. De resencent brengt dit gegeven naar voren alszijnde iets negatiefs eigenlijk ben ik het wel met hem eens: van literaire boeken verwacht je toch wat meer, het verhaal heeft eigenlijk een beetje de opbouw van een kinderboek. Ik hoefde weinig moeite te doen om het verhaal te kunnen volgen en nadat ik de laatste tijd vooral boeken heb gelezen waarbij je zo ongeveer een filosofisch-woordenboek nodig hebt om het te begrijpen kreeg ik toch het idee dat Koch zich er in Odessa Star een beetje makkelijk vanaf maakt. Het is eigenlijk niet eerlijk om zo te denken, immers de ene schrijver schrijft zó en de andere zús, maar toch verwacht ik tegenwoordig van een literatuurboek dat hij wat doordachter is. Aan de andere kant is het natuurlijk ook wel weer aangenaam om eens zo’n luchtig simpel verhaal te lezen. Desalnietemin kan me voorstellen dat de diehard-Mulischliefhebbers een boek als Odessa Star niet kunnen waarderen. Het volgende dat de resencent naar voren brengt gaat eigenlijk een beetje door op zijn eerste punt: wilde Koch in zijn vorige boeken nog een statement naar voren brengen, in dit boek lijkt het alsof hij niet echt een kritische boodschap meegeeft. Dit heeft tot resultaat dat het verhaal een vrij futloze vertelling is geworden. Dat het boek niet echt een moraal heeft dat je wordt gepresenteerd heeft inderdaad tot gevolg dat het verhaal wat slapjes lijkt. Voer je namelijk in een boek een kritische ondertoon dan gebeurt het al gauw dat het boek weldégelijk dubbele lagen gaat bevatten. Toch is het natuurlijk niet netjes om zomaar te zeggen dat in Odessa Star per definitie geen boodschap naar voren wordt gebracht. Misschien is dat wél zo, maar heb ik die, samen met bovenstaande resencent, er gewoon er niet uitgepikt. Misschien is dat iets wat ik aan Koch zou kunnen vragen als hij op school langs komt. Het punt dat deze resencent in zijn oordeel over Odessa Star vertelt is dat Koch een voorliefde heeft voor onzinnige uitweiding. Dit vindt hij niet ongeestig, maar naar zijn mening komt het de vaart van de roman niet bepaald ten goede. Hij zegt ook nog dat áls je een roman schrijft die het moet hebben van de gekke en zijsprongen, deze wel perfect moeten worden uitgevoerd. Dit lukt Koch niet altijd. Wat betreft de onzinnige uitweiding en dat het de vaart van de roman niet bepaald ten goede komt ben ik het niet geheel met de resencent eens. Er komen inderdaad veel uitweidingen voor in het verhaal maar geen enkel moment heb ik geergerd met m’n ogen gedraaid en ongeduldig met m’n nagels op de tafel getikt. Ik heb niet het idee gehad dat de onzinnige uitweidingen op een vervelende manier het verhaal vertraagden. Waar ik het wel mee eens ben is dat niet alle uitweidingen even briljant waren en soms had ik inderdaad het idee dat er werd uitgeweid omdat hij graag wilde úitweiden en niet omdat het in hem opkwam. Al met al vond ik Odessa Star een aangenaam boek om te lezen maar ik ben het over het algemeen eens met wat de resencent zegt: Odessa Star is af en toe toch wel een beetje flauwtjes. Recensie 2: Schrijver: Koch, Herman

Titel: Odessa Star
Genre: roman
Jaar van uitgave: 2003
Bron: De Volkskrant
Publicatiedatum: 21-11-2003
Recensent: Judith Janssen
Recensietitel: Irritante wanna-be zonder inhoud : Herman Kochs antiheld is geen man om trots op te zijn
Al op 47-jarige leeftijd - nog maar net onttrokken aan de flitsende wereld van de succesvolle jonge veertiger - beleeft Fred Moorman, hoofdpersoon van Herman Kochs nieuwste roman, een ernstige vorm van midlifecrisis. Hij vindt zichzelf saai en bezadigd en denkt met heimwee terug aan de tijd dat zijn zoontje enthousiast kwam aanrennen zo gauw hij de voordeur opende. Toen was de liefde tussen hem en zijn vrouw nog vurig en mijmerde zij nog niet over een leven zonder haar man. Het moet anders, besluit Fred kordaat. Hij zal een nieuwe vriendenkring moeten nemen - eentje die op feestjes andere onderwerpen aansnijdt dan aflossingsvrije hypotheken en secretaresses -, een nieuwe auto (geen Opel) en een nieuwe buurt. (De Amsterdamse Watergraafsmeer kent niet de allure van de chique wijken en is volgens Moorman een soort 'Amsterdam-Zuid in spijkerbroek'.) Hij wil gevaarlijk leven en hoe dan ook de bewondering van zijn zoon terugwinnen. Het komt dus goed uit dat hij bij een bezoekje aan de bioscoop zijn oude schoolgenoot Max G. tegenkomt. Deze Max, baas van de onderwereld (volgens Koch is Max gebaseerd op Klaas 'de dominee' Bruinsma) heeft alles wat Fred niet heeft: een lekkere vrouw, een opwindend bestaan en een prachtig dochtertje. Met hem als inspiratie moet het lukken, denkt Fred en hij besluit - de band ontstaat niet vanzelf - om Max' vriend te worden. Odessa Star kent, net als Kochs eerdere romans, een hoofdpersoon die op zijn zachtst gezegd niet iemand is waarmee je je graag wilt identificeren. Loser Fred is een irritante wanna-be met weiniginhoud, die denkt door alleen uiterlijkheden als een zonnebril en een nieuwe auto te veranderen, zijn idool te kunnen imiteren. En van idolatrie kun je zeker spreken, want als Fred niet direct het gewenste contact met Max weet te krijgen, wringt hij zich in de meest absurde bochten om 'toevallige' ontmoetingen te creeren en Max' adres te achterhalen. Max is daar blijkbaar nogal door gevleid of in ieder geval denkt hij Fred te kunnen gebruiken, want voor Freds verjaardag geeft hij hem zelfs een cadeautje. En niet zomaar iets! Nee, Fred wordt als 'vriend' van gevaarlijke Max verblijd met een heus menselijk lijk, speciaal voor hem vervaardigd. Max heeft er - na een uurtje herinneringen ophalen met Fred - voor gekozen om hun oude leraar Frans, een walgelijk vieze man zoals ze zich herinneren, een iets korter leven te bezorgen dan waar de inmiddels gepensioneerde heer op had gehoopt. Zo plukt Fred toch nog 'de vruchten van het onderwijs', ondanks de erbarmelijke kwaliteit van de Franse lessen, vindt Max. Deze eerst moord - want er zullen er nog verschillende volgen - tekent de absurditeit en ook de thrillerachtige basis die aan het boek ten grondslag ligt. In flashbacks - Fred mijmert op de dag van Max' begrafenis over de voorgaande periode - vertelt Koch over deze ongebruikelijke en ook ongelijkwaardige vriendschap. Want Fred blijft een oude veertiger die gezellig met de jongens meedoet, maar uiteindelijk zijn zielige zelf blijft. Zijn wanhopige pogingen tot status - moet hij nu een jeep of een Ferrari nemen? - zijn af en toe erg grappig, maar bezitten immer en misschien juist wel door de duidelijk aanwezige onhandigheid, een treurigmakende ondertoon. Het zal hem nu niet lukken om te veranderen en het zal hem nooit lukken, ook niet als Max allang verdwenen is. De antiheld die Koch schetst, is geen man om trots op te zijn, maar wel een herkenbaar personage. In die karaktertekening ligt dan ook Kochs kracht. Hij is een goed observator - de beschrijving van de bevriende tv-presentator Erik Mencken, die altijd 'heel gewoon', 'in het echt', over straat loopt om 'nog altijd heel gewoon als ieder ander' het winkelpersoneel 'een prettig weekend' toe te wensen, is prachtig - maar vaak schiet hij te ver door. De 'varkenskop' van Freds buurmeisje en zijn minachting voor de kookkunst van zijn schoonzus ontstijgen nergens het schreeuwerige gekrakeel van een overjarige puber. Dat gebrek aan subtiliteit is ook terug te vinden in de opbouw van het verhaal. Hoe humoristisch Kochs personages ook zijn, de plotlijn is wel erg dwingend. Waarschijnlijk om het verhaal vaart te geven, slingert Koch de lezer mee van heden naar verleden, van een paar weken terug tot de jaren van Fred en Max' schoolcarriere tot aan de begrafenis van de crimineel. Het maakt het geheel verwarrend en fragmentarisch en is ook onnodig. In ieder geval vergroot het nergens de aantrekkingskracht van het boek. Het verhaal wordt door de vele spitsvondige, slapstickachtige dialogen echter nergens saai. Suspense en humor zijn prominent aanwezig, en dat is heel wat, maar het grootste bezwaar tegen Odessa Star blijft de oppervlakkigheid. De nadruk van het grote gebaar. Het verhaal is dun, vaak onzorgvuldig en lijkt alleen ingezet om al die wonderlijke personages van een leefwereld te voorzien. Je blijft lezen over hun middelmatige leventjes, maar zo gauw het boek is dichtgeslagen, verdwijnt de samenhang als een bodempje alcohol dat vervliegt. Het zijn slechts de afzonderlijke karakters en de scenes - Freds betoog over 'goede' en 'onvergeeflijke' lelijkheid, hond Boef van de benedenbuurvrouw - die je bijblijven. Juist in de marge van dit misdaadverhaal, daar is het waar Koch even een schrijver wordt. Overzicht van gegeven argumenten in Resentie één uit de Volkskrant: 1.) Kochs kracht ligt in de karaktertekening, zoals bijvoorbeeld bij de beschrijving van de bevriende tv-presentator Erik Mencken, die altijd 'heel gewoon', 'in het echt', over straat loopt om 'nog altijd heel gewoon als ieder ander' het winkelpersoneel 'een prettig weekend' toe te wensen, maar vaak schiet hij te ver door. De 'varkenskop' van Freds buurmeisje en zijn minachting voor de kookkunst van zijn schoonzus ontstijgen nergens het schreeuwerige gekrakeel van een overjarige puber. 2.) Gebrek aan Subtiliteit is ook terug te vinden in de opbouw van het verhaal. Personnages zijn humoristisch maar de plotlijn is erg dwingend. Koch slingert, waarschijnlijk om het verhaal vaart te geven, de lezer mee van heden naar verleden, van een paar weken terug tot de jaren van Fred en Max’schoolarriere tot aan de begrafenis van de ciminee. Het maakt het geheel fragmentarisch en is ook onnodig. 3.) Het verhaal blijft de moeite waard door de vele spitsvondige, slapstichachtige dialogen. Suspense en humor zijn prominent aanwezig. 4.) Toch blijft het grootste bezwaar tegen Odessa Star de oppervlakkigheid. Het verhaal is dun, vaak onzorgvuldig en lijkt alleen ingezet om al die wonderlijke personages van een leefwereld te voorzien. Je blijft lezen over hun middelmatige leventjes, maar zo gauw het boek is dichtgeslagen, verdwijnt de samenhang als een bodempje alcohol dat vervliegt. Het zijn slechts de afzonderlijke karakters en de scenes die je bijblijven. Het eerste dat de Recensent in de beoordeling van het boek naar voren brengt, is het gegeven dat Koch erg sterk is in het schetsen van karakters. Bijvoorbeeld die van Erik Menken, de bekende tv-presentator die ‘o’ zo gewoon is gebleven, maar ook die van Fred zelf. Hoe hard de hoofdpersoon ook probeert om met de jongens mee te komen, hij blijft zijn zielige zelf en dat is iets wat aan de ene kant een treurige ondertoon heeft, maar toch wel erg herkenbaar is. Echter slaat Koch vaak ook te ver door met het schetsen van zijn karakters. Zoals de recensent als voorbeeld geeft: ‘“De varkenskop” van Freds buurmeisje en zijn minachting voor de kookkunst van zijn schoonzus komen nergens boven het niveau van het schreeuwige gekrakeel van een overjarige puber.’ Aan de ene kant vind ik dat de recensent hierbij weldegelijk iets interessants beweert, zelf was ik namelijk ook niet altijd weg van Kochs beschrijvingen van karakters over wie je je normaal niet mag laten gaan. Fred houd bijvoorbeeld ook nog op vakantie in Menorca een hele redevoering over de Stompzinnigheid en Lelijkheid van de aanwezige mongool in het hotel, iets wat voor sommige mensen gewoon gevoellig kan liggen. Aan de andere kant denk ik toch dat deze, soms puberale, beschrijvingen niet iets is wat Koch in zijn volgende romans weg zou moeten laten. Ik denk dat hij vooral zo door moet blijven gaan, omdat de zogenaamde op-het-randje-humor gewoon zijn kracht is en ook díe op-het-randje-humor de reden is waarom veel mensen een boek van hem uit de kast trekken. Dezelfde op-het-randje-humor maakte namelijk juist dat Jiskefet zo populair was. De vele mensen die wel van die geestigheid houden zien de naam ‘koch’ als een verband daartoe en kiezen daarom bewust voor zijn boeken in verwachting dat ze iets dergelijks tegen zullen komen. Het kan dus inderdaad zo zijn dat de humor af en toe íets te puberaal word, maar naar mijn mening is dat gewoon iets wat verbonden moet blijven aan de naam Koch omdat anders de hele Jiskefet-achtergrond weg zou vallen. Echter: zie je koch als een Literair schrijver en vergéét je dat hij ook met Jiskefet heeft gewerkt, dan geef ik bij deze de resencent volledig gelijk en vind ik ook dat Koch zorgvuldiger had moeten zijn met het kiezen van zijn grappen. Verder brengt de recensent naar voren dat de opbouw van het verhaal weinig subtiel is. Koch slingert de lezer mee van het heden naar het verleden, van een paar weken terug tot de jaren van Fred en Max’schoolarriere tot aan de begrafenis van de ciminee. Volgens de recensent maakt dit het geheel fragmentarisch en is het ook onnodig. Wat de recensent hier beweert valt niet te ontkennen: het is inderdaad zo dat je als lezer de ene keer weer leest in het verleden en vervolgens weer in het heden, bovendien word er ook niet zuinig omgegaan met flashbacks. Toch heb ik hier zelf geen last van gehad; ik vond het eigenlijk een goede poging om het verhaal een beetje vaart te geven. Het eerste hoofdstuk van het boek was moeilijk om door te komen, dat geef ik toe, omdat al in de tweede alinea wordt teruggeblikt en het zo moeilijk is om overzicht te houden over het verhaal. Toch wordt, ongeveer direct na een gedetailleerde beschrijving van een gruwelijke seksscéne tussen twee docenten, het verhaal langzaam steeds beter te volgen en vanaf daar waren naar mijn mening alle terugslingeringen alleen maar goed gekozen. Omdat het verhaal verder eigenlijk geen diepe en moeilijke kern heeft vind ik zelfs dat de slingeringen in de tijd zelfs nódig waren om het verhaal interessant te houden. Zonder een flashback hier en daar denk ik dat het verhaal te gammel was geweest. De recensent vertelt ook nog dat in het verhaal suspense en humor prominent aanwezig zijn en dat dát hetgene is wat het verhaal interessant houdt. Hiermee ben ik het eens. Het is eigenlijk zelfs onmogelijk te ontkennen dat als er in Odessa Star géén humor was gebruikt, alle komische karakterschetsen waren weggebleven en ook de leuke dialogen niet waren gevoerd, het boek maar een waardeloos stuk wc-papier zou zijn geweest. De humor is gewoon de inkt van het verhaal. De eindconclusie van de resencent is dat het grootste bezwaar tegen Odessa Star, hoewel de humor een hoop goed maakt, toch de oppervlakkigheid is. Het verhaal is dun, vaak onzorgvuldig en lijkt alleen ingezet om al die wonderlijke personages van een leefwereld te voorzien. Je blijft lezen over hun middelmatige leventjes, maar zo gauw het boek is dichtgeslagen, verdwijnt de samenhang als een bodempje alcohol dat vervliegt. Het zijn slechts de afzonderlijke karakters en de scenes die je bijblijven. In eerste instantie, toen ik het boek had dichtgeslagen, wist ik niet zo goed waar mijn ontevredenheid vandaan kwam. Ik dacht dat het kwam doordat het boek geen climax had gehad, maar wat de resencent hier zegt werkt voor mij ook heel verhelderend. Het klopt inderdaad dat het verhaal éigenlijk alleen ingezet lijkt te zijn om alle wonderlijke, humoristische, personages van een levenswereld te voorzien. Tijdens het verhaal is dit allemaal erg amuserend om te lezen. Sla je echter het boek dicht en begin je na te denken over de kern van het verhaal dan ontdek je dat het allemaal eigenlijk erg dunnetjes is geweest. De samenhang verdwijnt als een bodempje alcohol dat vervliegt en je blijft achter met een lichte kater.

REACTIES

E.

E.

Ik vind het een heel goed boekverslag, ik heb er veel aan gehad

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Odessa Star door Herman Koch"