Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Twee koffers vol door Carl Friedman

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover Twee koffers vol
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 3454 woorden
  • 24 maart 2007
  • 385 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
385 keer beoordeeld

Boekcover Twee koffers vol
Shadow

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfe…

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter …

In twee koffers vol is het decor joods Antwerpen. Chaja, die filosofie studeert, is op zoek naar meer houvast dan de boeken haar kunnen bieden. Dagelijks wandelt ze met de kleuter Simcha Kalman, een ontroerend buitenbeentje in een orthodox joods gezin, naar de vijver in het stadspark om zijn geliefde eendjes te bezoeken. Met een oude vriend van haar vader, meneer Apfelschnitt, voert zij geestige gesprekken over de komst van de Messias, terwijl haar vader zelf op zoek is naar koffers die hij lang geleden heeft begraven.

Het boek werd in 1998 verfilmd door Jeroen Krabbé onder de titel left luggage. 

Carl Friedman debuteerde in 1991 met de novelle tralievader, waarin beschreven wordt hoe een kind tevergeefs probeert door te dringen in het kampverleden van haar vader. In 1996 verscheen de verhalenbundel de grauwe minnaar. 

Twee koffers vol door Carl Friedman
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Auteur Het boek is geschreven door Carl (Carolina) Friedman. Titel Twee koffers vol, Wolters-Noordhoff, Groningen, 2004. Uitgegeven in de serie Grote Lijsters. Druk staat niet vermeld. 122 bladzijden. (Eerste druk 1993). Genre Er is sprake van een psychologische roman. Samenvatting De hoofdpersoon en tevens de ik-figuur in het boek, Chaja, denkt in dit verhaal terug aan haar studententijd in de jaren zestig. Ze is dan een jaar of twintig en studeert filosofie in Antwerpen. Ze woont op een armelijke etage. Om die te kunnen betalen werkt ze ‘s morgens bij een bloemisterij, waar ze rouwkransen maakt, en ’s middags bij een restaurant. Daar moet ze afwassen. Dat bevalt haar echter niet en via een advertentie komt ze terecht bij de Joodse familie Kalman, als oppasmeisje. Ze moet dan op Avrom en Dov, op de vijf maanden oude tweelingzusjes Tzivja en Esja en op Simcha, een vierjarig jongetje, passen. Simcha is een heel ernstig en lief jochie dat nog niet zindelijk is. Hij wordt door zijn broertjes gepest omdat hij anders is dan zij. Zijn vader doet daar vaak even hard aan mee. Chaja geeft echter het meeste om hem, juist omdat hij zo anders is dan zijn broertjes. Ze gaat altijd met hem en zijn twee babyzusjes wandelen. Ze gaan dan naar de eendenvijver, waar Simcha telkens helemaal verandert. Daar praat hij opeens honderduit, terwijl hij normaal heel stil is. De eendjes zijn voor hem iets machtigs. Het liefst zou hij ook een eendje zijn; met grote regelmaat zegt hij dan ook “kwak-kwak”. De relatie tussen Chaja en haar ouders is heel anders dan in de meeste families. Met haar moeder kan ze niet goed praten omdat haar moeder de oorlogsherinneringen weg wil stoppen. Ze praat er niet graag over, daarom richt ze zich op de oppervlakkige dingen in het leven zoals haar eigengebakken cake en dergelijke. Haar vader is juist op zoek naar het verleden. In de oorlog heeft hij twee koffers met persoonlijke bezittingen begraven. Nu is hij al een tijd op zoek naar die jeugdherinneringen. Hij zoekt de koffers overal, terwijl hij ze hoogstwaarschijnlijk niet meer terug kan vinden. Dat wil hij echter niet inzien. Chaja heeft daar veel bewondering voor: ze ziet het als een heldhaftige daad. Haar moeder denkt daar heel anders over. Zij vindt het maar onzinnig waar haar man mee bezig is. Ze denkt dat hij gek aan het worden is. Chaja werkt met veel plezier bij de familie Kalman, alleen ze kan hun streng orthodoxe manier van leven niet zo goed begrijpen. Zelf is ze ook Joods, maar niet orthodox. De familie Kalman accepteert alles van iedereen en er is nooit enige opstand, zelf niet wanneer er iets gebeurt waar ze het eigenlijk niet mee eens zijn. Mevrouw Kalman leeft volgens de eeuwenoude tradities. Er is weinig contact tussen mevrouw Kalman en Chaja. Voor mevrouw Kalman is het nu eenmaal heel belangrijk om de orthodox-joodse regels na te leven. Meneer Kalman ziet haar al helemaal niet staan. In zijn ogen is Chaja een ongehoorzaam wezen dat met haar onorthodoxe kleding en levenswijze niets waard is. Hoewel Chaja haar werk goed doet, gaapt er duidelijk een diepe kloof tussen haar en meneer en mevrouw Kalman. De concierge in de flat bij de familie Kalman is een jodenhater. Hij moppert altijd op de kinderen van de familie Kalman en op Chaja. Chaja accepteert dat echter niet en wanneer hij haar uitscheldt gaat ze er altijd vol tegenin. Ondertussen is Chaja vaak bezig met de Bijbel en het proberen te begrijpen van God. Ze is op zoek naar antwoorden op haar levensvragen. Ze leest boeken van wetenschappers en ze praat met meneer Apfelschnitt, een vriend van haar vader, maar ze komt er niet uit. Ze snapt steeds minder van God en heeft heel veel twijfels over Zijn bestaan. Ze vraagt zich telkens af hoe het mogelijk is dat er een God is, met al die vreselijke gebeurtenissen en al die haat op aarde. Hij zou dat toch moeten voorkomen. Dit heeft natuurlijk een parallel met haar ouders, die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt en daar allebei op een heel andere manier mee omgaan. Antwoorden op haar levensvragen vindt Chaja niet. Op een middag besluit ze om naar de Schelde te gaan en daar schrijft ze een “brief” aan Einstein. Daarin zegt ze hem dat ze niets van de wetenschap begrijpt en zeker niet van het bestaan van God. Ze spreekt haar verbazing uit over alle wetenschappers die niet meer weten dan zij. Maar een antwoord krijgt ze nog altijd niet. Verder komt ze ook nog met Sophie in een discussie, een medestudente. Sophie praat over Joden alsof ze niets waard zijn en dat betekent het einde van hun contact. De relatie tussen Simcha en Chaja wordt ondertussen steeds beter. Evenals de verstandhouding tussen mevrouw Kalman en Chaja. Mevrouw Kalman ziet dat het goed gaat met Simcha en dat is toch een beetje haar zorgenkind. Ze is blij dat Chaja hiervoor gezorgd heeft. Hier staat tegenover dat meneer Kalman het allemaal maar niets vindt. Wanneer Chaja weer met de kinderen naar de eendenvijver is geweest, wil de concierge in een woede-uitbarsting het handje van Simcha tussen de liftdeur stoppen. Chaja wordt woedend en wil Simcha instinctief beschermen, zodat ze de concierge wegtrekt en daarbij zijn jas scheurt. Daar wordt de concierge op zijn beurt zo boos om, dat hij de deur van de flat blokkeert en eist dat ze hem geld geeft voor de jas die ze kapot gemaakt heeft. Dat doet Chaja natuurlijk niet. Ze laat ook niet op haar kop zitten en ze maakt via raam en regenpijp dat ze wegkomt. Van mevrouw Kalman mag ze echter een week niet meer komen. Volgens haar kunnen ze dan allebei even afkoelen. Chaja zit dagenlang thuis en verveelt zich erg, ze mist Simcha. Op aanraden van meneer Apfelschnitt gaat ze weer op bezoek bij haar ouders. Juist op dat moment wordt haar vader thuisgebracht door de politie. Hij was aan het graven op particuliere grond en dat is natuurlijk verboden. Zijn koffers heeft hij nog steeds niet gevonden en hij moet de politieagenten beloven dat hij niet opnieuw gaat graven. Op dat moment is het voor hem net alsof de rest van zijn leven zich nutteloos voor hem uitstrekt: hij heeft geen doel meer om achterna te jagen. Wanneer Chaja weer naar Simcha mag en ze zichzelf helemaal heeft opgetut, komt meneer Apfelschnitt bij haar langs om haar vertellen dat Simcha overleden is. Hij is verdronken in de eendenvijver. Chaja is geschokt en gaat naar de familie Kalman om hen te condoleren. Dat wordt niet op prijs gesteld. Meneer Kalman geeft haar de schuld van het overlijden van zijn zoon en sommeert haar te vertrekken. Mevrouw Kalman gaat echter tegen haar man in door bij Chaja een rituele inscheuring in haar jasje te maken, een teken van rouw. Ook zegent zij Chaja. Chaja vraagt zich af of ze werkelijk schuldig is aan de dood van de kleine Simcha. Ze beseft dat haar enige schuld zou kunnen zijn dat ze van hem gehouden heeft. Chaja is maandenlang verdrietig. Ze weet nu helemaal niet meer waar het leven, de Bijbel en God op slaan en besluit daarom te stoppen met haar studie filosofie. Antwoorden zal ze immers toch niet vinden. Ze gaat verder met Natuurkunde, waar haar vader erg blij mee is. Hij besluit voortaan de huur van haar kamer te betalen. Verhaaltechniek Ruimte Het verhaal speelt zich af in de jaren ’60 van de twintigste eeuw. Voor veel mensen, vooral voor joden, ligt de Tweede Wereldoorlog nog vers in het geheugen. Jodenhaat komt nog veel voor. Dat zie je bijvoorbeeld aan de conciërge in de flat en aan Chaja’s medestudente Sophie. Chaja’s ouders hebben nog veel herinneringen aan de oorlog. Het boek draait voor een deel om de verschillende manieren waarop zij daarmee omgaan. Chaja’s moeder probeert alles achter zich te laten en te vergeten, terwijl Chaja’s vader juist op zoek is naar zijn koffers met “oorlogsherinneringen”. Ook zijn de jaren ’60 de tijden van veranderingen, vooral in Chaja’s generatie. Dat komt ook duidelijk terug in het boek. Je ziet dat Chaja haar eigen gang gaat en haar eigen beslissingen neemt. Ze draagt broeken, woont alleen op een kamertje en kan doen en laten wat ze wil. Dat was pakweg vijftien jaar eerder nog onmogelijk voor vrouwen. Het verhaal is eigenlijk één grote flashback. Dat wordt al direct op de eerste bladzijde duidelijk, met zinnen als: Eén foto uit die tijd bezit ik slechts en Ik was toen twintig jaar en ik studeerde filosofie. Chaja verteld het verhaal dus wanneer ze al een stuk ouder is. Ook de plaats waar het verhaal zich afspeelt is van belang. Het hele verhaal speelt in Antwerpen, een stad waar veel Joden zich na de oorlog gevestigd hebben. Toch is er nog veel jodenhaat, wat een belangrijk onderwerp in het boek is.
Verhaalpersonen Chaja
Chaja is de hoofdpersoon in het verhaal. Zij vertelt het verhaal als één grote herinnering. Op het moment dat die herinnering zich afspeelt, is ze twintig jaar. Ze studeert filosofie in Antwerpen, waar ze op een kleine kamer woont. Ze werkt bij een bloemist en past op de kinderen van de familie Kalman, een streng orthodox Joodse familie. Haar ouders hebben de oorlog meegemaakt en kunnen daar allebei niet goed mee omgaan. Chaja is een oorlogsslachtoffer van de tweede generatie: ze heeft de oorlog niet zelf meegemaakt, maar door het gedrag van haar ouders krijgt ze wel de gevolgen ervan over zich heen. Wat haar ook erg bezighoudt is het geloof. Ze is van Joodse afkomst, alleen leeft ze niet zoals dat van een strenge Joodse verwacht wordt. Ze vraagt zich ook vaak af of ze wel echt Joods is. Ze filosofeert veel en is constant bezig met het bedenken van redenen van het leven. Chaja houdt veel van haar oppaskindje Simcha. Met zijn ouders heeft ze een minder goede relatie, aangezien zij streng orthodox Joods zijn en Chaja zelf maar een beetje aanmoddert met het Jodendom. Simcha Kalman
Simcha is een klein jongetje van ongeveer drie jaar. Hij is heel slim en serieus, maar wordt totaal niet gewaardeerd door zijn vader en zijn oudere broertjes. Simcha is nog niet zindelijk, totdat Chaja hem geruststelt dat het helemaal niet erg is als hij in zijn broek plast. Dan is het direct over. Hij vindt het erg leuk als Chaja hem meeneemt naar de vijver, want hij is dol op eendjes. Hij praat ook geregeld een soort eendentaal. Aan het einde van het verhaal sterft Simcha een tragische dood: hij verdrinkt in de vijver waar hij juist zo graag kwam. Meneer Apfelschnitt
Hij is een hele rustige Joodse man die veel van de bijbel weet. Hij helpt Chaja met haar zoektocht naar haar geloof en beantwoordt al haar vragen. Ze praten vaak over het Jodendom. Meneer Apfelschnitt is ook degene die Chaja komt vertellen dat Simcha gestorven is. Mevrouw Kalman
Zij is de “werkgever” van Chaja. Chaja past op haar kinderen. Ze is een streng orthodox opgevoede vrouw en houdt daarom erg vast aan oude tradities. Ze leert Chaja onbewust dingen over haar geloof. In het begin vindt ze Chaja maar niks, omdat Chaja niet orthodox Joods is en telkens haar eigen zin doet. In de loop der tijd wordt ze toch heel tevreden over haar, als ze ziet dat het beter gaat met Simcha. De concierge van haar flat is nogal tegen de familie, maar daar trekt mevrouw Kalman zich niks van aan. Het kan haar niet zoveel schelen wat anderen van haar vinden. Meneer Kalman
Meneer Kalman vindt Chaja maar een mislukt wezen: hij vindt haar te onorthodox en geeft haar bovendien de schuld van de dood van zijn zoon. Ze praten dan ook bijna nooit met elkaar. Meneer Kalman is een strenge man, die het leven erg serieus neemt. Er kan nooit een grapje of een lachje vanaf en vooral tegen Simcha is hij erg onvriendelijk. Chaja’s ouders
Chaja’s ouders willen niet over de oorlog praten. Ze hebben allebei een eigen manier om met de herinneringen om te gaan. Haar vader is obsessief bezig met zijn zoektocht naar de twee koffers uit de oorlog. Haar moeder sluit zich juist af voor haar herinneringen en praat alleen maar over onbelangrijke zaken zoals kennissen en appelcake. De relatie tussen Chaja en haar ouders is niet zo denderend: Chaja gaat liever bij meneer Apfelschnitt langs dan bij haar ouders. Dat kwetst haar moeder. Wanneer Chaja stopt met haar studie filosofie en aan natuurkunde begint, gaat het iets beter, aangezien haar vader daar erg blij mee is. Vertelwijze Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, namelijk dat van de hoofdpersoon Chaja. Het verhaal is één grote flashback, een herinnering die Chaja later aan de lezer verteld. Hoeveel later dat is, kom je niet te weten. Het verhaal wordt dus in de verleden tijd verteld. De herinnering wordt ook niet chronologisch verteld; de schrijfster springt soms van de hak op de tak. Het ene moment is Chaja nog bij Simcha, maar het volgende moment denkt ze terug aan een gesprek dat ze eerder met Sophie heeft gehad. Toch is dat niet verwarrend: aan het eind van het verhaal heb je een volledig beeld van wat er gebeurd is.
Motieven Het eerste motief in het boek is antisemitisme. In het naoorlogse Antwerpen is er nog steeds veel jodenhaat, onder andere door Sophie, de conciërge, maar ook door onbekenden. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het onderstaande fragment. Intussen waren wij bij onze bank aangekomen. Ik parkeerde de meisjes en stopte hen stevig in. Pas toen ik mijn hoofd uit de kinderwagen tilde, zag ik het staan. Met witte verf stond het op de rugleuning van onze bank gekalkt: STINKJODEN. Een ander motief zijn Chaja’s levensvragen. Is er een God? Wat doet de wetenschap eigenlijk? Waarom worden de Joden zo gehaat? Chaja studeert filosofie en probeert op die manier een antwoord te vinden op deze levensvragen. Ook haar gesprekken met meneer Apfelschnitt dragen daaraan bij. Een voorbeeld van Chaja’s overpeinzingen over de wetenschap staat in het volgende fragment: (…) Niet de God van meneer Apfelschnitt, maar de zwaartekracht heerste over ons leven. Toch bevredigde die wetenschap me niet. Want net zo min als iemand kon uitleggen wie of wat God was, waren de schrijvers van mijn boeken in staat de zwaartekracht te verklaren. Er bleef veel te vragen over. Het derde motief is de relatie tussen Chaja en Simcha. Simcha wordt door zijn vader en zijn broertjes genegeerd of belachelijk gemaakt, omdat hij er heel anders uitziet, gek op eendjes is en nog niet zindelijk is. Chaja kijkt echter door deze dingen heen en ziet de echte Simcha, een intelligent, lief maar ook kwetsbaar jongetje, dat behoefte heeft aan liefde, geborgenheid en geruststelling. Het laatste motief is de verwerking van de oorlog. Chaja’s ouders doen dat, zoals gezegd, allebei op een andere manier: Chaja’s vader gaat op zoek naar zijn koffers, terwijl haar moeder de oorlog liever doodzwijgt. Daar schieten ze allebei niet zoveel mee op: het is heel erg moeilijk om de oorlog een plekje te geven. Thema Het thema van Twee koffers vol is acceptatie, de poging ertoe of juist het gebrek eraan. Dat kun je afleiden uit de bovenstaande motieven. Het antisemitisme van veel Antwerpenaren duidt op een gebrek aan acceptatie. Tenslotte zijn ook Joden gewoon mensen en zou iedereen elkaars geloof moeten respecteren. Door dat gebrek aan acceptatie is ook de Tweede Wereldoorlog ontstaan. In haar levensvragen is Chaja op zoek naar acceptatie. Acceptatie van het bestaan van God, of juist van het ontbreken van God. Maar ook voor Chaja is dat moeilijk: ze wil het liefst alles begrijpen en kan maar niet accepteren dat er veel vragen voor haar overblijven, zoveel dingen die ze niet bevatten kan. Ook Chaja’s relatie met Simcha leidt tot het thema acceptatie. Simcha wordt door anderen aangekeken alsof hij maar een rare is. Chaja accepteert hem echter volledig zoals hij is, van zijn broekplassen tot zijn eendjesobsessie aan toe. Door die acceptatie gaat het daarna ook een stuk beter met Simcha. Dan nog de verwerking van de oorlog: ook dit heeft met acceptatie te maken. Noch Chaja’s vader, noch haar moeder kunnen accepteren wat ze meegemaakt hebben. Chaja’s vader blijft maar zoeken naar zijn koffers en vind het ook heel moeilijk om te accepteren dat hij ze niet meer terug zal vinden. Chaja’s moeder zwijgt de oorlog dood en dát is juist voor haar man en Chaja weer heel moeilijk te accepteren. Titelverklaring De titel Twee koffers vol kan letterlijk verklaard worden. Chaja’s vader is op zoek naar twee koffers die hij in de oorlog begraven heeft. De koffers hebben een grote emotionele waarde voor hem. Op die manier probeert hij de oorlogsherinneringen te verwerken, maar daarin gaat hij wel erg ver. Ik denk dat de titel ook nog een diepere betekenis heeft. “Twee koffers” duidt op een bepaalde tweeslachtigheid. Ik denk dat je dit moet zoeken in het feit dat het Jodendom in het boek op twee manieren beleid wordt: op Chaja’s losse manier en op de familie Kalmans strenge, orthodoxe manier. Dat zorgt voor botsingen, waardoor Chaja uiteindelijk ook de schuld krijgt van Simcha’s dood. De schrijfstijl Naar mijn mening heeft Carl Friedman een prettige schrijfstijl gebruikt. Er is een goede balans tussen de beschrijvingen van de gebeurtenissen, de dialogen en de weergave van gedachten en gevoelens. Geen enkele van die drie overheerst echt, wat het boek goed leesbaar maakt. Vooral de dialogen tussen Chaja en Simcha zijn heel vertederend neergezet. Zo doet Chaja op een gegeven moment of ze uit de “Eendenbijbel” voorleest, nadat Simcha’s broertjes hem gepest hebben omdat hij in zijn broek plast: De volgende middag, toen ik met Simcha alleen was, nam ik het boek uit de kast. Bij het zien ervan dook hij angstig weg achter het voeteneinde van zijn bed. Ik bladerde heftig. “Hm,” zei ik. “Ik zie nergens iets over kinderen die in hun broek plassen of over boze geesten. Nergens. Maar wel iets over eendjes.” Boven de bedrand verscheen zijn betraande gezicht. Hij wreef door zijn ogen. “Ik wist het wel,” zei hij met een beverig stemmetje, terwijl hij naast mij kwam zitten. “Betreffende eendjes,” sprak ik plechtig, mijn wijsvinger langs de regels bewegend. “Op de eerste dag maakte God het licht en de duisternis. Op de tweede, de derde en de vierde dag maakte Hij de hemel, het water, het land en andere moeilijke dingen. De vijfde dag brak aan. Hè hè, zei God, nou wil Ik wel een iets leuks maken. Eendjes bijvoorbeeld. Hij begon er meteen aan, maar het was niet zo gemakkelijk als hij had gedacht. Het eerste eendje werd geen eendje, maar een olifant. Het volgende werd een krokodil. Ze mogen er wezen, zei God, maar eendjes zijn het niet, dat zie je zo. Hij maakte konijnen en kangoeroes en lapjeskatten. Toen vond Hij in zijn broekzak een handvol gekleurde veertjes. Wacht eens, zei Hij, als Ik me niet vergis moet Ik nog ergens een paar snaveltjes hebben. Hij maakte een heleboel eendjes en Hij zette er gele pootjes onder. Wat zijn ze goed gelukt! riep Hij. En wat kwaken ze gezellig. Het is, dat Ik al zoveel engelen in de hemel heb rondvliegen. Anders zou Ik eendjes nemen!” “En verder?” zei Simcha. Ik sloeg de bladzijde om en fronste mijn wenkbrauwen. “Toen was het avond geweest en morgen geworden: de zesde dag. Op die dag maakte God de mensen. Hij zegende hen en zei: wees vruchtbaar, wordt talrijk, struikel niet over het gedierte dat op de aarde kruipt, leef lang en gelukkig. En heb je een boterham over, geef die dan aan de de eendjes, want van alles onder de zon zijn de eendjes Me het liefst.” “Mij ook,” zei Simcha, waarna hij tevreden zijn duim in zijn mond stak. Het boek is geschreven vanuit een ik-perspectief, namelijk dat van Chaja. Op die manier kom je telkens haar gedachten en gevoelens te weten. Op sommige momenten gebruikte de schrijfster beeldspraak. Ik had daar geen moeite mee; het maakte het verhaal voor mij niet moeilijker of iets dergelijks. Een voorbeeld van de beeldspraak is de personificatie in het volgende fragment. Als mijn schuld bestond, dan verschilde die niet van de schuld van het water, de treurwilgen en de eenden in de vijver, waartussen ik er geen met rode oorlokken kon ontdekken. Zij waren, ieder naar hun aard, medeplichtig: het water, omdat het niet anders had gekund dan hem te omsluiten, de bomen omdat die gedwongen waren geweest toe te zien, de eenden omdat ze hem met hun gekwaak dichterbij hadden gelokt.

REACTIES

G.

G.

bladzijdeaantal klopt niet:

namelijk ipv 122 is het 168

16 jaar geleden

B.

B.

Samenvatting is VEEL te lang. het is een slechte veel te grote samenvatting vol d/t-fouten en dergelijke aangevuld en aangepast zodat het nog net door de beugel kan maar het is NOG langer geworden.

13 jaar geleden

K.

K.

wel handig als je dit als naslagwerk gebruikt voor een eigen boekopdracht!

10 jaar geleden

M.

M.

@ gerben
dat ligt aan de druk die je hebt, kan per persoon verschillen.
Inhoudelijk gezien een goed boekverslag!

13 jaar geleden

S.

S.

@Bart
Als je zoveel erop aan te merken hebt, stuur jij mij dan je ongetwijfeld perfecte samenvatting?

12 jaar geleden

F.

F.

@gerben jij hebt waarschijnlijk een andere druk en/of de bulkboek versie of zoiets

11 jaar geleden

H.

H.

goed verslag

10 jaar geleden

D.

D.

Trek je niets van de anderen aan hoor. Als je een beetje verstand hebt van de Nederlandse taal, kun je makkelijk uit jou tekst opmaken dat je spelling en grammatica erg goed beheerst! Verder vind ik de inhoud ook erg goed, interessant en handig. :)

9 jaar geleden

..

..

jouw* tekst

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Twee koffers vol door Carl Friedman"