Lijmen / Het been door Willem Elsschot

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Lijmen / Het been
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2997 woorden
  • 5 maart 2007
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
21 keer beoordeeld

Boekcover Lijmen / Het been
Shadow
Lijmen / Het been door Willem Elsschot
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Praktische gegevens. 1. Bibliografische gegevens.  Titel: Lijmen.  Auteur: Willem Elsschot. Echte naam: Alfons Jozef de Ridder.  Uitgever: Em. Querido’s Uitgeverij BV Amsterdam.  1e druk: 1924.  Door mij gelezen druk: Onbekend.  Jaar van uitgave: 2000.  Aantal bladzijden: 156.  Genre: Neorealistische roman.  Aantal hoofdstukken: 12.  Opdracht: Geen.  Motto: Geen.  Datum: Maart 2007. 2. Titelverklaring. Het boek heet Lijmen/Het Been en bestaat uit twee verhalen. Het been is het vervolg op Lijmen. Mijn verslag gaat echter alleen over het verhaal Lijmen. Het verhaal heet Lijmen omdat dit gedurende het hele boek centraal staat. Het gaat namelijk over Boorman en Laarmans. Boorman en Laarmans gaan gezamenlijk bij grote bedrijven langs om hen een groot aantal waardeloze tijdschriften aan te lijmen. Boorman is een oude rot in het vak en leert Laarmans gedurende het verhaal hoe dat lijmen in zijn werk gaat. Aan het eind van het verhaal draagt hij de zaak over aan Laarmans.
3. Tijd in de geschiedenis. Het verhaal speel zich ongeveer rond 1924. Het verhaal is toen namelijk geschreven. Dit komt ook goed overeen met een aantal technische ontwikkelingen uit het boek. De tijdschriften die Boorman en Laarmans de mensen proberen aan te lijmen worden namelijk per paard en wagen vervoerd, terwijl de begrafenisondernemer Korthals een auto tot zijn beschikking heeft. Auto’s waren er dus wel maar zeer weinig. Daarnaast wordt er in het boek ook al getelefoneerd, maar men moet eerst naar een centrale bellen waarna je een juffrouw aan de lijn krijgt door wie je doorverbonden wordt. Dit alles wijst er dus naar dat het verhaal zich zo rond 1924 afspeelt. 4. Tijdsduur. Het verhaal speelt zich af ongeveer gedurende één jaar. Aan het begin van het verhaal ontmoet Laarmans namelijk Boorman. Dan vertelt Boorman hem dat hij hem een jaar lang in zal werken en als dat goed gaat, dat hij dan zijn zaak aan hem over zal dragen. Aan het eind van het verhaal draagt Boorman zijn zaak over aan Laarmans. 5. Ruimte. Het verhaal speelt in Brussel. De belangrijkste gebeurtenissen spelen zich af in het kantoor van het “Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Nijverheid, Handel, Kunsten en Wetenschappen”, oftewel het blad van Boorman en later van Laarmans. Dit kantoor bestaat voornamelijk uit lege kamers met mooie deuren en naamplaten. Waardoor het heel wat lijkt als er klanten op bezoek komen, maar wat eigenlijk niks voorstelt. Het kantoor heeft namelijk één kamer dat echt wat is, dat is het “Museum van Inlandse en Uitheemse Voortbrengselen”, waar alle gasten worden ontvangen. Verder speelt het verhaal zich af bij de bedrijven waar Boorman en Laarman op bezoek gaan. Zoals al blijkt zijn de ruimtes wel van belang voor het verhaal, maar hebben geen duidelijke invloed op de gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen. Er is dus sprake van speelruimtes. 6. Hoofdpersonen. Frans Laarmans. Frans Laarmans is de hoofdpersoon van het verhaal. In het eerste en het laatste hoofdstuk is het verhaal geschreven vanuit een onbekend persoon, wie op dat moment dus de ik-persoon is. In alle hoofdstukken die daar tussenin zitten vertelt Frans Laarmans zijn verhaal aan dat onbekende persoon. Op het eerste en het laatste hoofdstuk na is het verhaal dus geschreven vanuit de ogen van Frans Laarmans. Als Laarmans begint met vertellen ontmoet hij Boorman, bij wie hij de rest van het verhaal in de leer is. Tegen Boorman kijkt hij erg op en doet alles wat hij zegt. Verder voelt hij een soort van medelijden voor de klanten bij wie hij, samen met Boorman, geld aftroggelt. Voordat Laarmans Boorman ontmoet is het een echte idealist, een verzetstrijder met een pijp, een knuppel en een baard. Maar nadat hij Boorman ontmoet verandert hij gelijk: baard eraf, pijp aan diggelen en knuppel weg en daarmee is ineens ook al zijn idealisme verdwenen. Ook zijn karakter verandert door de leer van Boorman, al gaat dat wel veel langzamer en vindt hij het erg lastig om een keiharde zakenman te zijn. Zoals uit het voorgaande blijkt is Frans Laarmans de hoofdpersoon, heeft verschillende karaktertrekken en ontwikkelt zich gedurende het verhaal. Dus is hij een Round Character. Boorman. Boorman is gedurende het verhaal de eigenaar van het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Nijverheid, Handel, Kunsten en Wetenschappen afgekort het Wereldtijdschrift. Om zelf het wat rustiger aan te kunnen doen besluit hij om Laarmans in de leer te nemen. Hij heeft een vrouw en kinderen, maar daar wordt gedurende het verhaal geen woord over gerept. Je komt niet erg veel te weten over het karakter van
Boorman, behalve dan dat hij een keiharde zakenman is. Gedurende het boek blijft hij telkens hetzelfde, hij ontwikkeld zich dus niet. Uit het voorgaande blijkt zat Boorman een Flat Character is. Verder zijn er nog een aantal bijpersonen: - Korthals, de eigenaar van een begrafenisonderneming bij wie Boorman en Laarmans door middel van chantage een groot aantal exemplaren van het Wereldtijdschrift aansmeren. - Meneer en mevrouw Lauwereyssen, de eigenaren van een smederij bij wie Boorman en Laarman door middel van lijmen een nog groter aantal van het Wereldtijdschrift aansmeren. - Piepers, de fotograaf van het Wereldtijdschrift.
Vertelwijze. 1. Perspectief. Het verhaal heeft een wisselend perspectief, in het eerste en het laatste hoofdstuk ligt het perspectief bij een onbekend persoon. In de hoofdstukken die daar tussen zitten, ligt het perspectief bij Frans Laarmans die zijn verhaal aan dat onbekende persoon vertelt. Bij zowel het onbekende figuur, als bij Frans Laarmans is er sprake van een personaal ik-perspectief en een I-protagonist. Op het eerste en het laatste hoofdstuk na is Frans Laarmans eigenlijk de verteller, want hij vertelt zijn hele verhaal aan dat onbekende persoon. De schrijver heeft voor het ik-perspectief gekozen om het inlevingsvermogen met de hoofdfiguur te vergroten. Het wisselend perspectief heeft hij gedaan om makkelijk een begin en een einde aan het verhaal te kunnen maken. Citaat. Dit stukje bewijst het perspectief en laat meteen de overgang van de onbekende persoon naar Laarmans als verteller zien: ““Ik heb Boorman ontmoet,” begon Laarmans, “zoals wij elkaar gisteren ontmoet hebben, namelijk in een café, geheel onverwachts, maar nog iets later in de avond. Ik had lusteloos achter een vlag gelopen, ‘k weet zelf niet meer ter ere van wie. Een liberaal of iets van dien aard. In ieder geval ’n man die wij om de tien minuten moesten toejuichen en die dan telkens met een valse lach aan de omstanders allerlei beloofde.” 2. Taalgebruik. In het verhaal kwamen best lange zinnen voor, dit was echter niet hinderlijk doordat het allemaal erg helder was omschreven. Er werd ook veel gebruik gemaakt van dialogen, maar ook dit was door de heldere omschrijving geen afbreuk op het verhaal. Ook neemt Elsschot zeker geen blad voor de mond, alles wat hij duidelijk wil maken schrijft hij op en gebruikt daarbij geen verzachtende woorden. Voorbeeld: “Ik word op ‘t ogenblik van uit Gent verneukt door een kerel, die Korthals heet en die ’t lijk van mijn schoonzuster in bezit heeft.” Dit wijst erg naar de neorealistische stijl, waarbij alles erg zakelijk en zonder al te veel gevoelens omschreven wordt. 3. Beschrijving van personen en ruimte. Willem Elsschot geeft een duidelijke beschrijving van personen en ruimtes, alleen het noodzakelijke en zonder al teveel sfeerwoorden. Dit doet hij omdat de ruimtes wel van belang zijn voor het verhaal, maar hij het verhaal niet te langdradig wil maken. Voorbeeld: “Het was een smokerige loods met glazen dak. In een hoek stonden een paar smeden, die een leven maakten als een laatste oordeel; in ’t midden lag een voorraad hoek- en plaatijzer op de vloer, terwijl zes of zeven bankwerkers, draaiers en monteurs zich tegen de muren een plaats hadden uitgekozen.” Thematische aspecten. 1. Motieven. Verhaalmotieven.  Lijmen: Om aan geld te komen doen Boorman en Laarmans niets anders dan lijmen.  Bedrog: Door dat gelijm worden de klanten bedrogen waar ze bij staan. Ze worden al het ware eerst in een soort trance gebracht en dan wordt gedaan of het Wereldtijdschrift heel wat is, waarna de klanten overdreven veel exemplaren bestellen.  Schijn: Hierbij past ook heel goed schijn. De klanten raken in trance door mooie verhaaltjes, en het zogenaamde gigantische kantoor van het Wereldtijdschrift. Terwijl het in feite helemaal niks voorstelt.  Onverwachte ontmoetingen: Gedurende het verhaal zijn er verschillende onverwachte ontmoetingen die een belangrijke rol spelen in het verhaal. Het verhaal begint namelijk al met een onverwachte ontmoeting. De onbekende persoon komt dan namelijk Laarmans tegen, die heb het hele verhaal vertelt. Per toeval komen Laarmans en Boorman elkaar tegen en besluit Boorman hem te leren lijmen.
Abstracte motieven.  Hebzucht: Boorman en daardoor ook Laarmans zijn verzot op geld, ondanks dat ze daar vele mensen voor op moeten lichten. Zelfs als Boorman zijn schoonzuster is overleden maakt hij gebruik van de situatie door er zijn slaatje uit te slaan.  Ontzag: Laarmans heeft erg veel ontzag voor Boorman en laat zich daardoor erg gemakkelijk met hem meesleuren. Ondanks dat het lijmen niet helemaal eerlijk verloopt.  Spijt: Laarman is dan wel een keiharde zakenman geworden, maar was dat toch liever niet geweest. Achteraf heeft hij toch een beetje spijt van het contract met Boorman. Leidmotieven. Er komen geen leidmotieven in dit verhaal voor. 2. Thema. Onderwerp: Op een doortrapte manier mensen zien over te halen overdreven grote hoeveelheden troep te kopen waar ze eigenlijk niks aan hebben. Thema: Lijmen. Hoofdgedachte: Lijmen is een makkelijke manier om aan heel veel geld te komen, maar het is vaak heel oneerlijk. Dus pas maar op voor dat soort mensen: voor je het weet ben je een heel stuk armer. Argumentatie: Aan het begin van het verhaal wordt Laarmans door Boorman gelijmd om te gaan lijmen. Al gauw blijkt dat dit een erg oneerlijke zaak is. Maar Laarmans kijkt zo tegen Boorman op, dat hem dat niks uitmaakt. Hij neemt namelijk die zelfde hebzucht naar geld van Boorman over. Aan het eind heeft hij hier toch wel spijt van, maar hij is dan al zo’n keiharde zakenman dat er al niks meer aan te doen valt. En hij probeert zelfs zijn eigen vriend (de onbekende persoon) te lijmen om zijn secretaris te worden. Structurele aspecten. 1. De volgorde van de gebeurtenissen Hoewel het eerste en het laatste hoofdstuk zich tien jaar later afspelen dan de rest van het verhaal is het verhaal toch chronologisch verteld. Het overgrote deel dat zich tien jaar eerder afpeelt dan de het eerste en het laatste hoofdstuk is namelijk geen flashback, maar iets wat verteld wordt Laarman. Het is dus in feite een stukje geschiedenis wat in het heden verteld wordt. De auteur gebruikt tijdversnelling om het verhaal niet te langdradig te maken en het boeiend te houden. Van tijdverdichting en tijdvertraging is mij vrij weinig tot niets opgevallen.
2. De belangrijkste gebeurtenissen. In grote lijnen is dit het verhaal: - Laarmans en de onbekende vriend van hem ontmoeten elkaar in een café. - Laarmans nodigt zijn vriend uit om bij hem thuis te komen. - Laarmans begint zijn vriend zijn hele verhaal te vertellen: - Laarmans ontmoet Boorman. - Boorman besluit hem te leren lijmen van het Wereldtijdschrift. - Boormans schoonzuster overlijdt en Boorman weer hier nog een aardig slaatje uit te slaan bij begrafenisonderneming Korthals. - Boorman en Laarmans besluiten naar Smederij Lauwereyssen te gaan. - Het lukt ze mevrouw Lauwereyssen te lijmen voor 100.000 exemplaren van het Wereldtijdschrift. - Achteraf wil ze hier van afzien, maar het is te laat. - Boorman heeft vertrouwen in Laarmans gekregen en draagt de hele zaak aan hem over. - Laarmans vraagt of zijn vriend misschien bij hem in dienst wil komen. - Zijn vriend rent als een geslagen hond het huis uit. Het verhaal begint rustig en komt langzaam op gang. Maar er zijn twee hoogtepunten: Het lijmen (of beter gezegd chanteren) van Korthals en het lijmen van Lauwereyssen. Verder is het niet echt een spannend verhaal en wordt er vrij rustig naar die hoogtepunten toegewerkt. 3. Het begin. Het boek heeft een opening in de handeling. Het verhaal begint met de ontmoeting van Laarmans en zijn vriend. Je ziet dan vanuit de ogen van zijn vriend hoe hij nu tegen Laarmans aankijkt. Door middel van het verhaal van Laarmans kom je er achter hoe het gekomen is dat hij nu zo is. Over zijn vriend weet je bijna niks en je komt over hem ook niet veel te weten. 4. Het einde. Het boek heeft een half open/half gesloten einde. Je weet nu hoe het komt dat Laarmans is zoals hij nu is. Maar je weet niet hoe het verder met hem zal gaan. Als hij de hele zaak in z’n eentje moet runnen. Het is dan ook niet voor niets dat Willem Elsschot er nog een deel achteraan heeft geschreven. Mening. Ik heb dit boek gekozen omdat ik voor mijn lijst nu wat meer oudere boeken moet lezen. Daarnaast werd dit boek mij getipt door de leraar. Dit boek heeft niet echt bepaalde emoties bij mij opgeroepen. Ik vind dit eerder gewoon een mooi en helder verhaal. Dat komt misschien onder andere doordat het zo’n eenvoudig en helder thema heeft: lijmen. Het is ook wel zinvol dat de auteur dit thema behandeld heeft, want het maakt je wel alert voor mensen die je allerlei troep willen aansmeren met geraffineerde trucjes. Een diepere gedachte zit niet heel erg duidelijk in dit verhaal. Dat komt pas meer in het vervolg hierop: Het Been. Ik vind het complete verhaal erg geloofwaardig beschreven, het zou zo maar echt kunnen gebeuren. Ook doordat de hoofdpersoon in feite een soort “standaard figuur” is, die uit een slechte situatie meegesleurd wordt in een oneerlijke situatie, kun je je makkelijk in hem verplaatsen: zijn gedachten worden toch niet uitgebreid beschreven, dus dat kan ook geen problemen opleveren. Het ik-perspectief vind ik hier prima gekozen. Aangezien de gedachten en gevoelens van de hoofdpersoon toch al vrij weinig omschreven worden zou een ander perspectief tot gevolg hebben dat het verhaal veel te afstandelijk wordt. Ook de beschrijving van de ruimte vind ik precies goed: het noodzakelijke wordt vermeld, maar niet te uitgebreid, want dan zou het een te langdradig verhaal worden. Dit pas ook prima bij de stijl waarin het boek geschreven is: vrij lange, maar toch zakelijke zinnen. Dit zorgt ervoor dat het verhaal overzichtelijk blijft. De inleiding en het slot vond ik vooral heel verstandig gekozen. Door de inleiding en het slot ergens anders af te laten spelen dan de rest van het verhaal, kon de heel makkelijk en begin gepakt worden en kon het ook weer heel makkelijk afgekapt worden. Het belangrijkste moment vond ik het lijmen van de firma Lauwereyssen, daar zie je echt hoe dat gelijm in zijn werk gaat. Dit is dan ook erg uitgebreid omschreven. Ik vond het een erg mooi boek, vooral voor de tijd waarin het geschreven is. Ik vond het alleen wel jammer dat de citaten uit bepaalde artikelen in het Frans waren, daardoor begreep ik daar niks van. Samenvatting. Een ik-figuur ontmoet in een café zijn jeugdvriend Laarmans. Het valt de ik-figuur op hoe erg Laarmans is veranderd. Vroeger was hij een fanatiek voorvechter van de Vlaamse zaak. Hij droeg lang haar en een vilthoed, rookte pijp, schreef verzen en droeg tijdens de demonstraties een knuppel. Nu ziet Laarmans er uit als een welgesteld zakenman. De twee raken aan de praat en Laarmans nodigt zijn vriend uit om de volgende dag bij hem op visite te komen. Op de vraag wat Laarmans tegenwoordig doet, antwoordt hij "lijmen". Hij zal hem de volgende dag uitleggen hoe het gekomen is dat hij voor Boorman ging werken. Laarmans had Boorman ontmoet in een café. Boorman had Laarmans geobserveerd en hem vervolgens voorgesteld voor hem te komen werken als secretaris van zijn Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen. Laarmans besloot de baan aan te nemen. Aangezien Boorman de naam Laarmans niet mooi vond gaf hij hem een andere naam: de Mattos. Omdat het erg verdacht is om twee namen te hebben krijgt hij al snel zijn eigen naam weer terug. Boorman verkoopt zijn blad in grote oplagen aan kleine zakenlieden in België, door in te werken op hun wensdroom en ijdelheid. Ook voor chantage schrikt hij niet terug: wanneer hij ontdekt dat het bedrijf 'Korthals et fils' niet helemaal pluis is, gaat hij er achteraan. Hij ontdekt dat men wel met twee verschillende wagens adverteert, een om doden te vervoeren en een voor zieken, maar dat er slechts een is die iedere keer wordt omgetoverd naar de gevraagde wagen. Hij belooft dit stil te houden wanneer Korthals een flink aantal exemplaren van het Wereldtijdschrift bij hem bestelt. Naarmate de tijd vordert krijgt Laarmans steeds meer bevoegdheid binnen het bedrijf. Op een gegeven moment komen Boorman en Laarmans bij een smederij, Lauwereyssen, die keukenliftjes produceert. Mevrouw, die problemen heeft met haar been, laat zich lijmen en koopt 100.000 exemplaren. Na korte tijd merkt ze toch wel dat ze er veel te veel heeft besteld en probeert op allerlei manieren onder het contract uit te komen. Zodra de bestelling afgeleverd is, krijgt Laarmans de taak om de maandelijkse afbetaling te innen. De laatste termijn mag hij haar kwijt schelden, maar ze weigert het geld terug te nemen. Na deze geslaagde opdracht trekt Boorman zich terug uit de zaken en laat alles aan Laarmans over. Hij komt alleen nog af en toe langs om Laarmans te controleren.
De auteur. Plaats in de literatuurgeschiedenis. Willem Elsschot heeft driemaal een prijs gewonnen voor zijn boeken: de Drie-jaarlijkse staatsprijs voor het proza (1948), de Constantijn Huygensprijs (1951) en de Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan (1960). De thematiek, ideeën of opvattingen en bedoelingen. Willem Elsschot schreef vooral in de neorealistische stijl. In tegenstelling tot veel andere schrijvers uit zijn tijd waren zijn boeken erg zakelijk. In zijn boeken komen dan ook maar weinig gevoelsuitbarstingen voor en ze spelen zich voornamelijk in de zakenwereld af. Ook zijn in bijna alle boeken van Willen Elsschot autobiografische elementen verwerkt. Beoefende genres. Willem Elsschot heeft romans (proza) en gedichten geschreven. Overige vermeldenswaardige zaken. Het is wel interessant om te weten dat verschillende boeken van Elsschot na zijn dood verfilmd zijn: - Kaas (1999). - Lijmen/Het Been (2000). - Villa des Roses (Eng. 2002).

REACTIES

T.

T.

Het zijn eigenlijk 2 afzonderlijke delen met 2 verschillende data van 1ste druk: Lijmen: 1924 en Het Been: 1938

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Lijmen / Het been door Willem Elsschot"