De glazen brug door Marga Minco

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover De glazen brug
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4411 woorden
  • 26 december 2006
  • 153 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
153 keer beoordeeld

Boekcover De glazen brug
Shadow
De glazen brug door Marga Minco
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: De glazen brug
Auteur: Marga Minco
Jaar van eerste uitgave: 1986
Uitgever: Bert Bakker

De schrijver:
De schrijver van het boek ‘De glazen brug’ is Marga Minco. Zij is geboren 31 maart 1920 in Ginneken (bij Breda). Ze is een is een Joods-Nederlands journaliste en schrijfster. Dat Marga Minco een Joodse is kom je tegen in het boek het gaat over de Tweede Wereldoorlog welke ze zelf heeft meegemaakt. Ze verbleef in die oorlog in Assen, Delft en Amsterdam. Tijdens de Tweede Wereldoorlog krijgt ze een lichte vorm van tuberculose. In 1942 komt ze terug naar Amsterdam waar ze bij haar ouders gaat wonen. Later in de oorlog worden haar broer, zus en ouders weggevoerd zij is de enige van de familie die weet te overleven door onder te duiken. In de oorlog kreeg ze ook een schuilnaam Marga Faes waarvan ze de voornaam de rest van haar leven zou gebruiken. Na de oorlog werkt ze bij een aantal kranten en tijdschriften in 1957 verschijnt haar eerste boek ‘het bittere kruid’ wat gaat over haar eigen ervaringen tijdens de oorlog. Ze was getrouwd met Bert Voeten maar die is in 1992 overleden.
Marga Minco heeft heel wat meer werken geschreven, voor mij was dit het eerste boek van haar. Ik zal een aantal van haar boeken hieronder weergeven.


Andere werken van de auteur:
- Het bittere kruid (1957) Haar eerste boek en tevens de vijverbergprijs voor ontvangen in 1958
- Het adres (1957) Novelleprijsvraag van het Bureau voor Postreclame en Adressen De Mutator N.V.
- Een leeg huis (1966)
- De dag dat mijn zuster trouwde (1970)
- De val (1983)
- De glazen brug (1986)
- Nagelaten dagen (1997)
- Decemberblues (2003)

De schrijver heeft in haar carrière niet echt een verandering doorgemaakt in al haar boeken komt wel het thema oorlog aan de orde. Er is bij Marga Minco dus echt te spreken van bijzondere omstandigheden in haar leven die invloed hebben op het boek en het thema ervan. Een groot deel van haar werk is door oorlogservaringen gekleurd. Misschien is zij wel de meest gelezen schrijfster door middelbare scholieren. Dat heeft natuurlijk in de eerste plaats te maken met de manier waarop zij schrijft; de vele understatements. Maar ook is haar proza eenvoudig, beknopt. Haar meeste verhalen, novellen en romans hebben een beperkte omvang.

Inhoud van het boek:
De titel van het boek is zoals ook al eerder in het verslag is vermeld ‘De glazen brug’ er is geen ondertitel het is uitgegeven in 1986 en gedrukt in Tulp (in de buurt van Zwolle). De titel van deze nieuwe novelle verwijst naar het gezegde ‘Op het glazen bruggetje geweest zijn’, wat volgens Van Dale betekent dat iemand zich aan iets hachelijks heeft gewaagd of in doodsgevaar heeft verkeerd. Wat weer geldt voor de hoofdfiguur Stella (pseudoniem is Maria Roselier).

Het boek is in twee delen verdeeld één tijdens de oorlog en eentje een tijdje na de oorlog. Het boek telt 12 hoofdstukken in het eerste deel en nog eens 6 in het tweede deel. Elk hoofdstuk telt zo’n 5 á 6 bladzijden. De hoofdstukken worden gescheiden door een nieuw hoofdstuk ook op een nieuwe pagina te beginnen de hoofdstukken beginnen op een aparte manier vind ik. Ik citeer: “HET GESPREK DUURDE NOG geen twee minuten,” (hoofdstuk 7, pagina 31) Ik vind het een beetje apart, omdat het eerst met het ene lettertype begint en met hoofdletters na een aantal woorden verandert het lettertype in een andere en gewone letters.
Het boek is een historische novelle, omdat het over de Tweede wereldoorlog gaat, wat historisch is. Ook heeft het boek de kenmerken heeft van een novelle zo wordt de hoofdpersoon direct in een beslissende fase geplaatst. Het aantal personen in het boek is beperkt en het boek zelf heeft een beperkte omvang.
Dan ga ik u nu iets vertellen over het uiterlijk van het boek. Het kaft(zacht) is overwegend paars met op de voorkant een golvend, maar vierhoekig vlak van de kleur blauw. In geeloranje letters staat in de vierhoek de titel en de naam van de schrijver. En een afbeelding van ‘de’ glazen brug. Op de achterkant staat in witte letters een tekst met informatie over het boek en Marga Minco. Binnen in het boek zijn geen illustraties te vinden.

De tijd:
Het werk speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. Dit is goed uit het boek op te maken en doordat er letterlijk over gesproken wordt. En door de tekst wat over de eugenetica gaat, wat bij deze schrijver vrijwel zeker zal slaan op de Tweede Wereldoorlog.
Het verhaal begint na de oorlog, maar in het tweede hoofdstuk zit je in de Tweede wereld oorlog. Het eindigt eind jaren ’60. Je kunt dus zeggen dat het boek het tijdsvak van 1942 tot eind jaren ’60 beslaat . Waarin niet alle jaren beschreven worden door de schrijver. De verteltijd van het boek is een stuk korter dan de vertelde tijd. Het boek kun je namelijk in een aantal uur uitlezen terwijl het boek enkele decennia beslaat. Het verhaal is niet chronologisch verteld er zijn namelijk flash backs en flash forwards. Ook is het verhaal niet continu er worden namelijk tijdssprongen gemaakt. Het effect wat de schrijver er bij mij mee bereikt heeft is dat ik nu pas goed begrijp wat er in de eerste alinea geschreven is.
Zoals ik al eerder vertelde zijn er in dit verhaal flash backs en flash forwards de eerste flash back kom je tegen bij de overgang tussen alinea één en alinea twee. De eerste flash forward kom je tegen midden in hoofdstuk 3 (“een paar jaar later”). Dit werd gebruikt om de tussenliggende (onbelangrijke periode) niet te hoeven beschrijven. Of wel om een tijdsverdichting in het verhaal aan te brengen.
Het verhaal is in het eerste deel in de tegenwoordige tijd geschreven de hoofdpersoon maakt het nu mee. Het tweede deel van het boek is in de verleden tijd geschreven de schrijver weet alles al ze beschrijft hoe alles gegaan is.

De ruimte:
Het boek speelt zich af in Nederland, maar niet in geheel Nederland ik zal nu een opsomming geven van de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt. Het grootste deel van het verhaal speelt in Amsterdam, maar ook in Haarlem, een boerderij in West-Friesland en Avezeel (zeeuws-vlaanderen) is een plek van handeling. Wat ook wel leuk is om te vermelden dat ook de plaats Hilversum en het gebied ’t Gooi er in voorkomen. In de plaats Amsterdam speelt het verhaal zich op verschillende locaties af zo duikt Stella onder bij Lina Retty(die heeft een kapsalon). Ze krijgt daar een zolderkamer ik zal even beschrijven hoe hij er heeft uitgezien. Het is een kale ruimte met een schuine door een dakkapel onderbroken wand. Voor het zolderraam zit een zwart verduisteringsscherm, die moest voorkomen dat buurtbewoners konden zien dat er een Joods meisje zat ondergedoken. Op de zolderkamer stond ook nog een keukentafel, een grote rieten stoel, een aanrecht met een petroleum gasstel en een paar grote kisten met een keukengerei. Tegen de muur waar een aansluiting op de schoorsteen zat, stond een salamander (een ouderwetse kachel). Deze beschrijving is in de tekst te vinden in kant en klare stukjes beschrijving. Ik weet niet of de ruimte in het echt ook bestaat, maar het zou heel goed mogelijk zijn.
De schrijver heeft over dit onderwerp zeker kennis van zaken, dit is denk ik voor het grootste deel te danken aan het feit dat Marga Minco zelf ook ooit heeft moeten onderduiken in de Tweede Wereldoorlog.

In het verhaal is er een plaats (de brug) die een aantal keer genoemd wordt. Ik vind dit wel goed, want eerst dacht ik van o… elke keer die brug daarom heet de titel zo, maar als je dan de laatste alinea leest weet je dat die brug een heel andere betekenis heeft. De brug heeft niet elke keer hetzelfde beeld, dus dat hij van glas zou zijn. Er wordt in het boek vaak gesproken over de brug, pas in de laatste alinea gaat het echt over een glazen brug.
De schrijver beschrijft de ruimten en omgeving zeer gedetailleerd, wat mij opviel was dat als Stella aan het reizen was. Dat het dan buiten altijd grauw en vies was. De weersomstandigheden worden eigenlijk alleen weergegeven op het moment dat ze aan het reizen is. Er is niet echt een relatie tussen het weer en de handeling. Ik denk dat reizen niet per definitie treurig is zoals het weer, maar het vormt ook geen contrast, want reizen is ook niet per Se leuk. Tussen het weer en de handeling is dus niet echt een relatie.

Personen:
De hoofdpersoon is Stella, tijdens het onderduiken is haar schuilnaam Maria Roselier. Ze is een Joodse vrouw van 22 jaar. Ze heeft lang haar en is erg nieuwsgierig naar alles wat om haar heen gebeurt over haar kledingsstijl kan ik alleen zeggen dat het niet veel gevarieerd is, want bij onderduik adressen liet ze telkens kleren achter. Zo werd het steeds minder. Voor de rest over hoe het eruit ziet doet de schrijver geen mededelingen. Ik denk dat ik wel kan concluderen dat het niet veel bijzonders zal zijn.
Ze is wel bang om getransporteerd te worden en na de oorlog probeert ze de gebeurtenissen te verwerken, wat moeilijk voor haar is. Ze had een sterke band met haar vader, maar met de rest van de familie had ze niet veel op.
Er is sprake van ontwikkeling van de hoofdpersoon. Stella wordt tijdens het verhaal steeds voorzichtiger en verandert van naam naar Maria Roselier. De hoofdpersoon is aan het einde van het verhaal dus anders als aan het begin van het verhaal dit is voor het grootste deel veroorzaakt door de Tweede Wereldoorlog, ook een factor is dat ze tussen begin en eind zo’n 25 jaar ouder is geworden.

Stella heeft een aantal tegenspelers zoals Carlo(Laurens), Roelofs, Reinier Varendonk en Lina Retty. Ik zal van hen kort vertellen wat hun relatie is tot Stella. Carlo komt uit Avezeel. Zat in het studentenverzet. De verzetsgroep wordt na ‘43 opgerold. Hij bezorgt Stella haar nieuwe identiteit en neemt de plaats van haar vader in. Na haar vader is hij de enige man van wie ze echt gehouden heeft. Reinier Varendonk zat vanaf de slag om Arnhem in het geallieerde leger. Stella werd verliefd op hem, ze trouwden. Maar door de problemen van Stella liep het huwelijk kapot: Hij zocht zijn toevlucht in de drank, en ze scheidden. Wel raadde hij Stella aan naar Avezeel te gaan. Wat ze later in het boek ook zal doen. Lina Retty is de vrouw waarvan ze een zolderkamer krijgt om onder te duiken. Ze was erg sjiek en heeft deftige kleren. Ze was aardig voor Stella ze werden erg goede vriendinnen. Roelofs is een man die niet te vertrouwen is, hij had bruingrijs kleurig haar. Hij probeerde voor Stella onderduikadressen te regelen, maar tegelijkertijd probeerde hij haar ook te verkrachten.
De personen zijn geloofwaardig ze zouden namelijk in mijn ogen gewoon kunnen bestaan. Alle personen in het boek zoals Stella, Carlo, Reinier, Roelofs en Lina Retty zouden dus echte mensen kunnen zijn. Ik vind dat er zeker bij Roelofs spraken is van een type. Het is echt zo’n man die iets regelt, maar daar wel wat voor terug wil zien en dat is seks, maar Stella is daar niet van gediend en na een tijdje heeft ze dan ook geen contact meer met hem.
In het verhaal komen geen niet-menselijke wezens zoals dieren, robots of goden voor.

De gedragingen die in dit verhaal vooral aandacht krijgen zijn het verzet, sluwheid en geslotenheid. Verzet, omdat Stella onderduikt met valse persoonsgegevens om zo de oorlog te kunnen overleven als Joodse. Sluwheid de manier waarop Roelofs seks probeert te hebben met Stella. En tot slot geslotenheid dit is iets wat bij meerdere mensen een rol speelt, bijvoorbeeld bij Stella en Carlo. Ze zeggen allebei zeer weinig tot niets over hun achtergrond en verleden. Dit alles om een zo groot mogelijke kans te hebben om de oorlog te kunnen overleven.
De persoonlijke eigenschappen van de personen zoals moed in het geval van Stella worden niet duidelijk aan de orde gesteld. De schrijver laat al die eigenschappen een beetje op de achtergrond. Als je al die kleine dingen die wel verteld worden over de personen combineert kan je wel een goed beeld krijgen van de persoonlijke eigenschappen.
Niet alle personen gedragen zich volgens de geldende normen en waarden van onze cultuur denk hierbij weer aan Roelofs die Stella probeert te verkrachten. Ik denk dat dat niet bij de maatschappelijk geldende regels past nu en ook niet in de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Van de andere personen ook niet helemaal bijvoorbeeld Carlo die in het verzet zit, ik persoonlijk vind dat heel moedig en goed. Maar de normen en waarden liggen een beetje anders, want het merendeel van de mensen zat niet bij het verzet. Ik denk dat het door de meeste mensen ook niet werd afgekeurd maar geprezen waar ik mij volledig bij aansluit.
Er komt in dit verhaal een belangrijk maatschappelijke kwestie aan de orde; de Tweede Wereldoorlog met al zijn gevolgen. Razzia’s zijn een voorbeeld van zo’n gevolg. Dat de Duitse ‘politiek’, wat dus inhoud Adolf Hitler. Liet wat volgens hem minderheden zijn in aparte wijken wonen om zo rassen te scheidden. Dat is ook een gevolg van de Tweede Wereldoorlog. Door dit gevolg van rassenscheiding moesten de ouders van Stella ook in een dergelijke wijk gaan wonen.

Handeling:
Het thema van het boek is een Joodse vrouw die probeert de oorlog te overleven door onder te duiken en gebruik te maken van verschillende valse persoonsgegevens. Zij krijgt meerdere valse persoonsgegevens, het ontvangen en regelen van nieuwe betere valse persoonsbewijzen is dus een gebeurtenis die vaker voorkomt dan éénmalig.
Eigenlijk het probleem van Stella, proberen de oorlog te overleven, is een probleem dat veroorzaakt is door de Duitse regering. Door het besluit oorlog te gaan voeren met Nederland zijn er veel mensen zo ook Stella in moeilijkheden gekomen. Nu kan Stella het navertellen, maar er zijn heel veel onschuldige mensen die dit niet kunnen.
Al die mensen hebben dus problemen gekregen door andere mensen.
Haar probleem wordt door meerdere mensen opgelost. Ten eerste door Carlo die haar aan haar valse identiteit helpt, ten tweede heeft ze haar overleving te danken aan de mensen waar ze mocht onderduiken. En ook heeft ze haar overleving te danken aan alle soldaten van het geallieerde leger die een einde aan de oorlog hebben gemaakt in 1945. Want toen de oorlog voorbij was, was haar grootste probleem weg. Maar nu moest ze gaan verwerken dat zij de enige overlevende is van haar familie en dat ze graag wilde weten wie Maria Roselier was, hoe ze eruit zag en waardoor ze gestorven is. Op het laatste heeft ze in het boek nog een antwoord gekregen. Op het verwerken van verlies gaat het boek niet diep in en kun je dus zelf een einde verzinnen.
Het probleem van de oorlog is werkelijk opgelost, maar het verwerken van het verlies van broer, zus en ouders is een schijnbare oplossing. Je kunt er niets aan doen. Het is niet goed opgelost, maar er valt ook niets meer aan te doen. Er is een afloop te formuleren waarbij Stella de ziekte van Alzheimer krijgt en in een verzorgingstehuis terecht komt. Waar ze door de Alzheimer alle nare dingen in haar leven vergeet. Er is natuurlijk ook een einde te formuleren waarbij ze tot aan haar dood moeite heeft om het verlies te verwerken. Ieder kan daar zijn eigen invulling aan geven.

In deze novelle zijn een aantal hoogtepunten te formuleren. De eerste is op het moment dat ze haar eerste valse persoonsbewijs ontvangt. De tweede als ze hoort dat in de boerderij waar ze verbleef een inval was gedaan, maar niets was gevonden. Het hoogste hoogtepunt ligt voor mij op het moment dat Stella er achter aan het komen is wie Maria Roselier was en hoe ze gestorven is. Dat was voor mij een vraag die ik graag beantwoord had gezien. Wat dus ook is gebeurt.

Compositie:
Het eerste hoofdstuk is eigenlijk een bespreking, geen samenvatting. Van de rest van het boek daar kwam ik pas achter toen ik het hele boek uit had gelezen. Dat was tevens de inleiding, want in hoofdstuk twee zit ze gelijk midden in de oorlog. De inleiding is dus één hoofdstuk wat in dit boek neer komt op vier pagina’s.
Het verhaal eindigt met het antwoord op een aantal vragen, maar niet alle. Zo wordt buiten beschouwing gelaten hoe Maria Roselier eruit heeft gezien. Ik citeer: “Pas op de veerboot bedacht Stella dat ze de dokter niet eens had gevraagd hoe Maria Roselier er had uitgezien. Maar na alles wat ze had gehoord besloot ze vast te houden aan de voorstelling die ze zich lang geleden van haar had gemaakt. Die was haar vertrouwd.”(Blz. 94). Wel wordt verteld hoe Maria is overleden. Het slot is niet blij, maar toch ook niet droevig. Je krijgt op bijna al je vragen antwoord, maar niet op allemaal er is dus sprake van een open einde.
De schrijver maakt vrij heldere zinnen, maar bij sommige woorden heb ik wel even stil gestaan, omdat ze door nieuwe spellingsregels anders worden gespeld bijvoorbeeld Zeeuwsch-Vlaanderen. Er waren ook wel ouderwetse woorden te vinden, waarvan ik de betekenis niet wist. Eén zo’n woord is ‘voorwendsels’. De pagina waar dit woord op staat, pagina 76, is bijgeleverd.
De zinnen zijn over het algemeen eenvoudig op een enkeling na. Ook hier is weer een voorbeeldpagina van bijgeleverd. (pagina 21)
De gesprekken, het zijn er niet ongelofelijk veel. Die in het verhaal gevoerd worden zijn natuurlijk van aard. Niet dat je denkt van in het dagelijkse leven zijn de vragen en antwoorden die in de gesprekken voorkomen ondenkbaar. Hieronder heb ik zo’n gesprek over getypt. De dialogen zijn geschreven zoals hieronder.

‘Eindelijk zie ik je eens een keer alleen,’ zei Roelofs.
‘Kom je me met de spinazie helpen?’
‘Ik had voor vanmiddag iets aangenamers in mijn
hoofd.’
‘Jammer voor jou, maar dit bed moet af.’ Ik schoof de
mand voor me uit en ging door met snijden.
‘Ik denk aan een ander bed. In het hooi.’
Hij bleef zo dicht achter me lopen dat ik recht ging
Staan.
‘Waarom doe je dit werk eigenlijk?’ vroeg ik.
‘Ik houd van jodinnetjes.’

‘Dat dacht ik al.’
‘Ik loop zelfs met plezier risico’s voor ze.’
‘Ook dat heb ik gemerkt.’
‘Waar zitten de boeren?’
‘Op het land. Zal ik ze voor je roepen?’
Hij lachte zijn korte schaterlach die, zoals ik al bij onze
Eerste ontmoeting had opgemerkt, gepaard ging met een
spastische beweging van zijn schouders. ‘Ze horen je toch
niet.’ Hij wilde zijn arm om me heen slaan.

De schrijver geeft de gedachten niet van alle personen weer, alleen die van de hoofdpersoon Stella. Er is geen sprake van een monologue intérieur. De psychische gesteldheid van de personen wordt namelijk niet beschreven. Dan heb ik zowel over de halfbewuste als de onbewuste gesteldheid.
Het vertelstandpunt van het eerste deel is de ikvertelsituatie, want je krijgt het verhaal te zien door de ogen van de ikpersoon(Stella). Er staat bijvoorbeeld in de meeste zinnen: ‘Ik ging……’ of ‘Ik dacht…..’. Je komt dus alleen de gedachten en gevoelens van de ikpersoon te weten en niet van de anderen. In deel twee wordt verteld volgens de alwetende vertelsituatie, want er wordt dan door een soort verteller of tussenpersoon over Stella verteld. Het vertelstandpunt verandert dus tijdens het verhaal. Het verhaal is in het eerste deel subjectief geschreven, je weet de gedachten en gevoelens van Stella, maar niet van de rest. Het tweede deel is objectief geschreven.
In het verhaal komen niet veel vergelijkingen of andere vormen van beeldend taalgebruik voor. Pagina 87 is bijgeleverd. Waarop u mijn bewering gebaseerd is.

Ook maakt de schrijver geen gebruik van spot, ironie, sarcasme of cynisme. Ik denk dat de schrijver er voor kiest dit niet te doen, omdat ze de oorlog zelf heeft meegemaakt als Joodse vrouw.
Er is een ding dat opvalt als herhaling, maar komt dan wel in verschillende vormen voor, voor zover dat kan en verschillende contexten, maar de brug komt een aantal keer voor. Twee voorbeelden: “Nu zag ik zijn hand om de brugleuning geklemd;” en “ ‘Kon ze dan niet wegkomen over de brug?’ ”. De functie is het terug laten komen van de titel. En je nieuwsgierig maken wat er nou precies met de titel bedoeld wordt. Wat je pas helemaal aan het eind van het boek te weten komt.

Het eigenlijke verhaal:
Ik ga hieronder beknopt de fabel van het verhaal vertellen.

Stella, dat is een joods meisje, moet onderduiken in de Tweede wereldoorlog. Eerst duikt ze onder op een boerderij in West-Friesland, maar omdat het daar te gevaarlijk wordt moet ze 'verhuizen’ naar een ander onderduikadres. Op dat nieuwe adres ontmoet ze Carlo. Hij bezorgt haar een persoonsbewijs dat op naam van Maria Roselier staat. Dit meisje heeft echt bestaan maar is vroeg overleden. Stella wilde er na de oorlog achter zien te komen wie dit meisje precies was en hoe ze geleefd heeft. Na de oorlog kan Stella het leven maar moeilijk oppakken, omdat ze twee personen mist. Dat zijn haar vader en Carlo zij zijn beiden omgekomen in de oorlog. Later ontmoet ze een man, Reinier. Hier trouwt ze mee, maar na tien jaar gaan ze uit elkaar. Reinier raad haar wel aan op zoek te gaan naar de achtergronden van Maria.

Beoordeling:
Ik heb voor dit boek gekozen, omdat ik op zoek was naar een boek dat een andere schrijver heeft als dat ik al een keer gelezen heb voor een leesverslag. Marga Minco voldeed aan deze eis. Ook moet het boek niet al te lang zijn, want ik ben nou eenmaal geen lezer. Ook hier voldeed het boek aan. Nu moest het ook nog een onderwerp zijn waarvan ik zeg ja dat lijkt me wel wat en ook dat zat goed.
Kortom: dit boek voldeed aan de eisen die ik had gesteld en heb daarom voor dit boek gekozen.
Toen ik aan dit boek begon voelde ik me machteloos ik vind het namelijk niet leuk om te lezen, maar ja dit is verplicht.
Ik vond het boek nadat ik het gelezen had eigenlijk wel gaan het steekt wat raadselachtig in elkaar. In het dagelijkse leven vind ik dat niet erg, maar bij een boek zit ik daar niet op te wachten.
Ik heb nog al eens een boek gelezen over de oorlog (oorlogswinter van Jan Terlouw). Ik denk dat als ik deze twee beelden over de Tweede Wereldoorlog combineer ik tot een vrij reëel beeld kan komen. Deze situatie komt me niet bekend voor als het gaat over betrekking tot mijn eigen leven.

Het thema, de bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog spreekt me wel aan ook de motieven als gevaar gecombineerd met liefde mag ik wel. Ik ben over thema en motief wel positief. Het boek heeft me niet aan het denken gezet over een bepaald probleem.
De bouw van het verhaal spreekt mij niet echt aan, het is niet-chronologisch wat ik niet echt waardeer als het verhaal zo door elkaar wordt gegooid. De duidelijke beschrijving van gesprekken vind ik wel goed gedaan. Door de bouw was het verhaal niet lastig om te lezen, maar wel lastig om te begrijpen. Het verhaal was niet continu spannend, maar er zaten wel degelijk spannende delen in. Het einde zoals ik al eerder vermeld heb vind ik goed. Pas op de allerlaatste bladzijden krijg je antwoord op een aantal van je vragen.

Eindoordeel:
Dan volgt nu mijn uiteindelijke oordeel over de manier van schrijven. Ik begin met de woordkeuze. Ik vind de woorden over het algemeen goed gekozen, af en toe woorden waarvan ik dacht kan dat niet op een andere manier gezegd worden. Dat dacht ik bijvoorbeeld bij de volgende zin: “Je was zo ongecompliceerd, Herman, een goeie lobbes, die altijd klaarstond en aan wie je alles kwijt kon.” Ik had liever iets gezien in de trant van: Je was zo eenvoudig, Herman, een goede vent, die altijd klaarstond en aan wie je alles kon vertellen. Maar woordkeuze scoort bij mij een ruimvoldoende. De zinsbouw is oké, maar soms wat te lang. (“Ik stel me voor hoe jullie in de overvalwagen naar me hebben gezocht, hoe jullie elkaar gevraagd hebben: ‘Waar zit ze? Ze was toch thuis?’ “. Hoe Marga dialogen beschrijft bevalt mij gewoon in één woord goed. Het is duidelijk en overzichtelijk. De opening van de alinea’s viel me tegen en vind ik apart. Ikzelf zou nooit zo een alinea beginnen, dat vind ik dus een minpunt aan het boek.
Eigenlijk is in dit verhaal maar één persoon beschreven, en dat is Stella. Ik denk dat de schrijver beter meer karaktereigenschappen had kunnen vermelden. De personen waren wel echt, Stella kan zo een echte vrouw zijn. Sympathiek vond ik Stella, het leek of iedereen goed met haar overweg kan. Ook dokter Zegelrijke die informatie verschaft over de echte Maria Roselier vind ik sympathiek over komen. Hij vertelt Stella veel en neemt haar mee naar de plek waar Maria het water in is gesprongen om te ontsnappen. Door het koude water kreeg ze een longontsteking waaraan ze later overleed. Ik kon mezelf niet goed in de hoofdpersoon verplaatsen. De Tweede Wereldoorlog is ook een periode geweest waar wij, de jeugd, ons niks bij kunnen voorstellen. Dus is het ook erg moeilijk om je dan in Stella te verplaatsen. Ik herken wel de wil om te overleven. Niet zonder inspanning iets te laten gebeuren. Zoals zij vlucht naar het dak om niet gezien te worden bij een inval. Zo vlucht ik tijdens een wedstrijd uit een groepje om het niet op een eindsprint te laten aankomen.
Ik vind het verhaal niet origineel er zijn heel wat boeken geschreven over de Tweede Wereldoorlog en onderduiken, maar dat is goed denk ik. We mogen deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de wereld niet doen vervagen. We moeten het er over blijven hebben zodat er niet nog eens zoiets vreselijks zal gebeuren.
Ik was niet echt bij het verhaal betrokken ik wilde wel weten wat er zou volgen, maar echt betrokken niet. Als het niet verplicht was zou ik het niet eens hebben uitgelezen, maar dat is met bijna elk boek zo.
Ik zou het boek wel aan iemand anders aanbevelen dit, omdat het vrij goed te lezen is en niet zoveel bladzijden telt, wat volgens mij voor heel wat leerlingen een belangrijke eis is van een boek.

REACTIES

K.

K.

grote blij

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De glazen brug door Marga Minco"