Max Havelaar door Multatuli

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover Max Havelaar
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1691 woorden
  • 20 augustus 2006
  • 86 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
86 keer beoordeeld

Boekcover Max Havelaar
Shadow
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na verschijning is het nog steeds een zeer toegankelijk en meeslepend boek, een werk van grote tegenstellingen: literair en politiek, nostalgisch en modern, woedend en humoristisch, sarcastisch en t…
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na versc…
Het begint met een makelaar in koffie en het eindigt met een bewogen, hartverscheurende oproep aan de koning: de wereldberoemd geworden roman Max Havelaar. Anderhalve eeuw na verschijning is het nog steeds een zeer toegankelijk en meeslepend boek, een werk van grote tegenstellingen: literair en politiek, nostalgisch en modern, woedend en humoristisch, sarcastisch en teder. Sinds het verschijnen hebben talloze lezers gelachen om Batavus Droogstoppel, gehuild om Saïdjah en Adinda en meegeleefd met Max Havelaar en zijn schepper Multatuli - in 2004 uitgeroepen tot de belangrijkste schrijver uit de Nederlandse literatuur.
Max Havelaar door  Multatuli
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. De Roman ‘Max Havelaar’ wordt voorafgegaan door een motto, het Onuitgegeven Toneelspel. In de roman staat een parabel De Japanse Steenhouwer en een novelle Saïdjah en Adinda. a. Geef een korte samenvatting van elk van de drie onderdelen
b. Leg uit waarom ze heel goed passen in de strekking van de Max Havelaar
Het Onuitgegeven toneelspel: Ene Lothario wordt beschuldigd van moord van Barbertje. Hij zou haar ook in kleine stukjes hebben gesneden in ingezouten hebben. Lothario beweert dat hij een goed mens is en dat hij niemand vermoord heeft. Door dit te zeggen beschuldigd de rechter hem ook van eigenwaan: hij is ingenomen met zichzelf. Dan komt Barbertje binnen, en de rechter ziet dat zij niet vermoord is en het vrouwtje zegt dat zij ook niet is ingezouten. Maar de rechter veroordeelt Lothario toch omdat hij volgens hem zo zelfingenomen was, en dus moet hij opgehangen worden. Deze motto heeft een duidelijke moraal wat te vatten is met het spreekwoord: Men vind altijd wel een stok om een hond te slaan. Wat zoiets betekent als dat je altijd wel een manier kan vinden om een ander te straffen. Deze motto past goed bij het verhaal omdat het verhaal gaat over de Indonesische bevolking die steeds maar verder uitgeknepen werd. Ze vonden steeds wel weer iets om de bevolking te martelen of te bestelen. De Japanse Steenhouwer
Er was een Japanse steenhouwer die zwaar werk deed en weinig verdiende en was daarom ontevreden. Hij wilde rusten onder een klamboe. Er kwam een engel en die zorgde ervoor dat de steenhouwer kon gaan rusten onder een klamboe. Toen kwam de koning voorbij gereden en er werd een gouden parasol boven de koning gehouden. De man was weer niet tevreden en hij wou de koning zijn. Weer kwam de engel en hij werd de koning. Toen hij koning was schroeide de zon in zijn gezicht en was de man wéér niet tevreden, en hij wilde de zon zijn. En door de engel werd hij de zon. En hij verschoeide het aardoppervlak totdat er wolken voor kwamen en zijn stralen terugkaatsten. En weer was hij niet tevreden en wilde hij de wolk worden die macht had boven hem. En de engel kwam weer, en hij werd de wolk. Hij regende en overstroomde landen, maar de rots week niet voor hem. Weer was hij niet tevreden omdat de rots macht had boven hem en hij wilde de rots zijn. Weer kwam de engel en hij was de rots. Maar daar kwam een man met een houweel die hem aan stukjes ging hakken. Weer was hij niet tevreden want de man had macht boven hem en hij wilde die man zijn. En door de engel werd hij weer de steenhouwer. Hij deed weer zijn zware werk voor weinig loon, en hij was tevreden. Ook in dit verhaal zit weer heel duidelijk een moraal: wees tevreden met wat je hebt. Dat komt in het verhaal ook sterk terug: Eduard Douwes Dekker vind dat die Nederlanders tevreden moeten zijn met wat ze al hebben. En niet alleen maar die Indonesische koloniën blijven uitzuigen. Saïdjah en Adinda

Het verhaal begint in Lebak in de tijd van het Nederlands-Indië. Daar woonden Saïdjah en Adinda, die waren voorbestemd om te gaan trouwen. Als Saïdjah zeven jaar oud is komt de regent en neemt de buffel van zijn vader mee: zijn belangrijkste bezit. Twee jaar later gebeurt hetzelfde met de nieuwe door de vader met erfstukken gekochte buffel. Toen kocht hij van zijn laatste erfstukken de derde buffel, minder goed als de twee buffels van tevoren. Maar deze buffel redt Saïdjah van een aanval door een tijger. Maar deze verwonde buffel wordt naderhand geslacht. Hierop vluchtte Saïdjah’s vader, omdat hij bang was om gestraft te worden omdat hij nu geen inkomsten meer had en dus de landrente niet meer kon betalen. De vijftienjarige Saïdjah besluit hierop om werk te gaan zoeken in Batavia. Hij maakte met Adinda voordat hij ging de afspraak om na zesendertig manen elkaar terug te zien onder een boom. Eenmaal in Batavia aangekomen begon hij een baan als bediende. Uiteindelijk keerde hij na drie jaar terug met genoeg geld om wel drie buffels te kopen. Toen hij bij de boom kwam was Adinda daar niet, en zij kwam ook niet. Uiteindelijk ging Saïdjah naar het dorp om haar te zoeken, maar zij was daar niet. Haar familie was daar ook niet. Dorpsgenoten vertelden hem dat zijn vader in de gevangenis gestorven was en dat Adinda en haar familie gevlucht waren. Dan besluit hij zich aan te sluiten bij de opstandelingen om Adinda te zoeken. Hij liep op een dag door een door het Nederlands leger platgebrand dorp, waar hij de lichamen van Adinda’s familie vond. Later vond hij ook haar verminkte lijk. Doodongelukkig stortte hij zich daarop in de bajonetten van de soldaten en stierf. Met dit verhaal wil Eduard Douwes Dekker de wantoestanden illustreren in Indonesië. Daarom past het goed in de strekking van de Max Havelaar. 2. Leg uit: Wie is Max Havelaar – Droogstoppel – Stern - Eduard Douwes Dekker – Sjaalman. Max Havelaar is de hoofdpersoon van het verhaal. Het is de naam die Eduard Douwes Dekker zichzelf in het verhaal geeft, in zijn gedeeltelijke autobiografie. Sjaalman is in het verhaal Max Havelaar en in het echt Eduard Douwes Dekker, nadat hij ontslag had genomen in Indonesië terug naar Nederland was gekomen nadat hij had rondgezworven. Hij is dan arm en wordt dan Sjaalman genoemd omdat hij niet veel meer heeft dan zijn Sjaal. Zijn verhaal wordt verteld door de twee fictieve vertellers Droostoppel en Stern. Pas in Het laatste hoofdstuk neemt hij zelf het woord onder de naam Multatuli, ofwel Eduard Douwes Dekker. 3. De volgende citaten uit de roman zijn typerend voor de personen die ze uitgesproken hebben. Noteer bij elke uitspraak van wie die afkomstig is en waarom dat wel zo moet zijn. a. Ik dank u, maar ik heb me vergist. Ik dacht het genoegen te hebben een oude schoolkameraad voor me te zien, maar ……Last? Dat is de naam niet. Deze uitspraak hoort bij Sjaalman. Hier gaat hij met zij verhalen naar een oud klasgenoot van hem met de vraag om deze uit te geven. b. O neen, mijnheer de assistent-resident, zo iets zal niet voorkomen in Lebak. Max Havelaar is in dit geval de assistent-resident. Hij had net een toespraak gehouden over de armoede en de wantoestanden in Indonesië. En dan vraagt hij aan de regent van Lebak of deze mishandelingen ook in Lebak voorkomen, maar die ontkent dat natuurlijk ten stelligste. Dit is dus een uitspraak van de regent van Lebak. c. Armen moeten er zijn, dit is nodig in de maatschappij, en ’t is Gods wil. Als hij maar geen aalmoes vraagt, en niemand lastig valt, heb ik er volstrekt niets tegen dat hij arm is. Dit is een uitspraak van de verteller Droogstoppel. Hij geeft hier zijn mening over de situatie in Indonesië. d. Van uwe verdere handelingen in die betrekking zal het geheel afhangen of gij bij het Binnenlands Bestuur zult kunnen geplaatst blijven. Dit is een uitspraak van de gouverneur-generaal, nadat Max Havelaar bij hem was geweest om hem de wantoestanden in Indonesië duidelijk te maken. Hij wil geen veranderingen, want hij heeft het goed. 4. Hoofdstuk 20 is het laatste hoofdstuk in het boek. Een opmerkelijk hoofdstuk. a. Wie is de ‘verteller’ van het pamflet in dit hoofdstuk: A) Stern B) Sjaalman C) Multatuli? De verteller van dit pamflet is Multatuli zelf. Hier doet Multatuli zich af van Stern en Droogstoppel en ‘neemt hij zelf de pen op’. Hij is hier dus zelf de verteller. b. Aan wie is dit hoofdstuk gericht? Dit hoofdstuk is gericht aan Nederland, maar vooral aan de Nederlandse regering. Multatuli wil aandacht voor de wantoestanden in Indonesië, aangericht door de Nederlanders, en wil dat er iets aan gedaan wordt. Uiteindelijk verandert er door dit boek niet zo veel. c. Welk tweeledig doel had de Max Havelaar? Zoals bij b al gezegd, is dit boek vooral geschreven om de aandacht te trekken en om dingen te veranderen. Een ander doel natuurlijk is het vermaken van de lezers. Het is gewoon een goed boek. 5. De Max Havelaar is een roman uit de Nederlandse romantiek. Leg uit wat het romantische aspect aan deze roman is. Verzet is een belangrijke karaktertrek van de romantische beweging. Er is ook verzet tegen politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Multatuli verzette zich tegen de misstanden van het koloniale systeem. Daarom behoort de roman tot de romantiek. 6. Het begin van de film komt totaal niet overeen met het 1e hoofdstuk uit het boek. Beschrijf het verschil tussen het boek en de film. De film begint met Sjaalman die zijn verhalen aanbiedt aan zijn oude klasgenoten om deze te publiceren. Dit is als Max Havelaar al ontslag is genomen en arm is geworden en weer terug in Nederland is. Het boek daarentegen begint met Batavus Droogstoppel die vertelt over zichzelf, en over wat hij vind van poëzie en de waarheid. 7. Tijdens zijn toespraak tot de hoofden van Lebak merkt Max Havelaar aan hun reactie dat die toespraak de hoofden niet zint. Welke reactie is dat? Als Max Havelaar even een pauze neemt krijgen de hoofden koffie aangeboden. Maar dat slaan ze af. Voor Max Havelaar is dat een teken dat ze niet tevreden zijn. Toch vervolgt hij zijn toespraak daarna. 8. Max Havelaar behoort tot de klassieke werken van onze letterkunde. Bedenk twee redenen waarom dit boek tot de klassieken gerekend kan/mag worden. 1. Het boek gaat over een belangrijk deel van de Nederlandse geschiedenis. Over de tijd dat Nederland koloniën had verspreid over de wereld. Ook veel andere Europese landen hadden koloniën zoals vooral Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. 2. Het is één van de meest gelezen boeken uit de Nederlandse literatuur, en tot op de dag van vandaag staat het op de boekenlijst van elke Nederlands middelbare school. Het is een boek dat invloed heeft gehad op de Nederlandse samenleving. Het geldt ook bijna als een belangrijk geschiedenisboek: via dit boek wordt er ook geleerd over de koloniale verhoudingen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Max Havelaar door Multatuli"