Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Oeroeg door Hella S. Haasse

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Oeroeg
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas havo | 3817 woorden
  • 20 augustus 2006
  • 85 keer beoordeeld
Cijfer 7
85 keer beoordeeld

Boekcover Oeroeg
Shadow

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen een Indonesische jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk groeien…

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijp…

Oeroeg was mijn vriend. Zo begint het beroemde prozadebuut van Hella Haasse, dat in 1948 als Boekenweekgeschenk verscheen en inmiddels in elf talen is vertaald. Het is het aangrijpende verhaal van de vriendschap tussen een Indonesische jongen en de zoon van een Nederlandse administrateur in het Nederlands-Indië van voor de Tweede Wereldoorlog. Geleidelijk groeien de twee jongens uit elkaar. Wanneer de ik-figuur, de Nederlandse jongen, na een studie uit Delft terugkeert in het Indië dat nog net geen Indonesië is geworden, blijkt hun verwijdering te zijn uitgegroeid tot een kloof. Oeroeg heeft gekozen: voor zijn volk en tegen de Nederlanders, dus ook tegen zijn vriend. Vertwijfeld vraagt de ik zich af of hij voorgoed een vreemde zal zijn in het land van zijn geboorte.

Oeroeg door Hella S. Haasse
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Module 5: Oeroeg 1. Algemene gegevens · Auteur
Hella S. Haasse · Titel(eventueel ondertitel) Oeroeg · Uitgever, plaats van uitgave, jaartal eerste druk
Wolters-Nordhoff BV, Groningen, 1948 · Indien aanwezig: motto en of opdracht
Het boek heeft geen motto/opdracht 2. Samenvatting van de inhoud Het verhaal gaat over de vriendschap tussen de ik-figuur en Oeroeg. De ik-figuur is een zoon van een Nederlandse planters familie die een onderneming beheerden in Kebon Djati diep in het bergland van de Preanger. Oeroeg is een echte inlandse jongen, zoon van Sidris en Deppoh die als mandoer werkte bij de onderneming. De jongens zijn ongeveer even oud en omdat de ik-figuur enig kind blijft trekt hij dagelijks veel met Oeroeg op. Het verhaal is een lange terugblik op dit samenzijn. Bij alles waar de ik-figuur aan moet denken in zijn jeugd komt automatisch het beeld van Oeroeg boven. Ze waren onafscheidelijk. De ik-figuur is kind aan huis bij Oeroeg's familie. De ik-figuur heeft weinig contacten met zijn ouders. Zijn moeder is ziekelijk en zijn vader is vaak weg. Het is zijn vader een doorn in het oog dat de ik-figuur zo slecht Nederlands spreekt. Er komt een medewerker van de onderneming, meneer Bollinger, om hem beter Nederlands te leren. Oeroeg wordt hier van buitengesloten, maar hij mag wel staan te luisteren. Oeroeg blijkt hier al erg leergierig. Tijdens een bezoek van gasten uit Batavia wordt er besloten om 's avonds een bezoek te brengen naar Telaga Hideung, het Zwarte Meer, een meer waar over geheimzinnige verhalen de ronde doen. De ik-figuur mag mee en ook Deppoh is ‚‚n van de begeleiders. Men gebruikt een oud vlot om over het meer te varen. De groep is echter veel te wild, waardoor er een stuk van het vlot afbreekt. De ik-figuur valt eraf en in een poging om hem te redden verdrinkt Deppoh, die verstrikt raakt in de vele waterplanten. Door dat Oeroeg's vader bij deze gebeurtenis overleden is, mag ook Oeroeg mee naar de lagere school in Soekaboemi, waar de jongens elke ochtend met de trein naar toe gaan, een trein met een echte stoomlok en met wagons zonder glas. In het begin van de middag komen ze dan weer terug. De herinneringen van de ik-figuur gaan in op de vele kleuren groen, geuren en het geklater van het water van de bergbeekjes. Omdat Oeroeg's moeder in een dienstwoning woonde, moet zij verhuizen, wat een behoorlijke achteruitgang betekent. De familie accepteert dit als normaal. Oeroeg's school bezoek maakt dat andere inlanders opmerkingen tegen hem gaan maken. Na de scheiding van de ouders van de ik-figuur komt hij bij Lida in Soekaboemi wonen, die voor hem zorgt. Als deze hoort van Oeroeg en wat die voor hem betekent mag die ook bij haar komen. Lida is ongehuwd en beheert een pension. Oeroeg's vorderingen vallen haar op en zij vindt dat hij verder moet leren. Als de ik-figuur naar de HBS in Batavia gaat komt hij daar in een internaat. Lida verkoopt haar pension en begint een nieuw in Batavia. Zij betaalt de kosten voor de MULO van Oeroeg. Zij hoopt dat hij later arts zal worden. In Batavia groeien de jongens een beetje uit elkaar. Oeroeg krijgt een paar andere vrienden erbij, waardoor het op school minder met hem gaat. Op voorspraak van Lida mag hij ook op het internaat komen, waardoor er meer controle op hem is. Op het internaat zitten voornamelijk kinderen van Europese ouders en een enkele zoon van een inlandse regent. Oeroeg past hier niet tussen. Op de MULO heeft hij minder problemen: daar zitten vooral halfbloeden. Alleen de ik-figuur gaat op voet van gelijkheid met Oeroeg om. Na de MULO gaat Oeroeg inderdaad voor arts leren in Soerabaja, aanvankelijk met een beurs, maar later weer op kosten van Lida. In Soerabaja krijgt Oeroeg politieke interesses, waardoor hij zich keert tegen de Europese overheersing en het dom houden van de man in de dessa. Als de ik-figuur hem daar een keer opzoekt krijgt hij alle argumenten over zich heen. Zelf heeft hij daar nog nooit over nagedacht. Oeroeg, die nooit erg aardig voor Lida was geweest en altijd alle zorgen van haar voor hem maar voor gewoon had aangenomen, blijkt nu trots te zijn op haar: ze werkt in een inlands ziekenhuis als verpleegster en leert Javaans. De ik-figuur gaat voor zijn ingenieursopleiding naar Delft, waar hij tijdens de tweede wereldoorlog studeert. Na zijn studie neemt hij een baan in zijn geboorteland en gaat terug. Dit gaat samen met het begin van de politionele acties, omdat er opstanden waren uitgebroken. Tijdens een bezoek aan zijn geboortestreek komen alle herinneringen weer boven. Ook gaat hij weer naar dat geheimzinnige meer Telaga Hideung. Opeens staat er een inlandse strijder voor hem, waarin hij Oeroeg meent te herkennen. Het enige wat deze tot hem zegt is Ga weg, je hebt hier niets te zoeken'. Oeroeg verdwijnt en de ik-figuur blijft met lege handen achter. Hij komt tot de conclusie dat Oeroeg net is als het meer: Ik kende hem als een spiegelende oppervlakte. De diepte peilde ik nooit.' 3. Personages · Rol: hoofdpersoon/ afzijdige/ helper/ tegenstander

Hoofdpersoon 1: Ik
Kenmerken van 'ik': Leeftijd: 23 jaar
Woonplaats: Hij heeft bijna zijn hele leven in Indie gewoond maar hij heeft ook een aantal jaar in Nederland gewoond om te studeren. Uiterlijk: Het is een blanke jongen. Opleiding: Hij is naar Nederland gegaan om daar voor ingenieur te gaan studeren. Werk: Nu, op 23-jarige leeftijd gaat hij terug naar Indie om daar het land opnieuw mee helpen op te bouwen. Vrienden: Hij is van jongs af al bevriend met Oeroeg. Bekenden: De employes meneer Bollinger en Gerard, Lida, Sidris. Eigenschappen: Hij houdt van lezen en is op jeugdige leeftijd vooral met zijn school bezig. Hoofdpersoon 2: Oeroeg
Kenmerken van Oeroeg: Leeftijd: 23 jaar
Woonplaats: Oeroeg heeft zijn hele leven in Indie gewoond. Hij heeft in verschillende plaatsen gewoond zoals Kebon Djati, Soekaboemi, Soekabaja en in Batavia. Opleiding: Eerst heeft hij op een basisschool in Soekaboemi gezeten. Daarna gaat hij naar de NIAS om voor arts te studeren. Gezondheid: Na de oorlog is Oeroeg heel erg vermagerd maar toen Oeroeg en 'ik' nog jong waren, was hij nog wel gezond. Werk: Nadat hij afgestudeerd is gaat hij aan het werk als arts. Vrienden: Vroeger was hij bevriend met 'ik' maar naarmate ze ouder worden groeien ze uit elkaar. Later raakt Oeroeg bevriend met Abdullah. Bloedverwanten: Zijn moeder Sidris, zijn vader Deppoh die in de loop van het verhaal overlijdt. Ook heeft hij een stel broers en zussen. Eigenschappen: In zijn jongere jaren is hij een verlegen jongen maar dat verandert naarmate hij ouder wordt. Bijzonderheden: Hij houdt veel van tekenen en heeft vaak andere belangstellingen dan 'ik'. Belangrijke bijfiguren in dit boek: Sidris: Moeder van Oeroeg maar houdt ook veel van 'ik'. Deppoh: Vader van Oeroeg, sterft in het meer doordat hij vast raakte in de planten omdat hij 'ik' wilde redden. Lida: Pension houdster. Heeft veel met Oeroeg op en wordt ook zijn pleegmoeder. Oeroeg kan in haar ogen niets verkeerd doen. Moeder 'ik': Na de geboorte van 'ik' kan ze geen kinderen meer krijgen. Ze verlaat haar man en gaat met employee Bollinger naar Nice. Vader 'ik': Vroeger was hij een drukke man met een drukke baan. Nadat zijn vrouw vertrokken is, gaat hij wat rustiger aan doen. · Beschrijving van karakter en karakterontwikkeling
Het karakter van Oeroeg veranderd gedurende het boek. Aan het begin van het verhaal is Oeroeg een lieve jongen, die heel erg gesteld is op zijn cultuur, zijn eigen taal en de natuur. Gedurende het verhaal raakt hij steeds meer verwijderd van ‘Ik’-persoon, en gaat hij zich meer afzetten tegen zijn vroegere gewoontes, hij wil niet meer in het Soendanees praten en draagt polo’s en korte broeken. Oeroeg wil niks meer met ‘ik’ te maken hebben, hij ziet ‘ik’ als een verrader van hun land, een blanke die niks in Indië te zoeken heeft. Het karakter van ‘ik’ is aan het begin liefhebbend en hij is ook erg gesteld op de natuur, en wat de natuur je kan brengen. Hij wil niet naar school en wil alles met Oeroeg doen. Na een tijdje groeien ‘ik’ en Oeroeg uit elkaar, doordat ze naar verschillende scholen gaan met verschillende gewoontes. ‘Ik’ voelt zich buiten gesloten en voelt dat hij en Oeroeg uit elkaar zijn gegroeid. Hij gaat naar Nederland en studeert daar verder. Hij veranderd in een nette jongen. Oeroeg en ‘ik’ hebben later niks meer met elkaar te maken, Oeroeg wil niet meer dan ‘ik’ langskomt en wil dat hij weggaat. · Relatie tot andere personen
De relatie van Oeroeg en ‘ik’ is heel hecht aan het begin. Ze doen alles samen en willen niet meer zonder elkaar. Zodra ‘ik’ naar school moest, wou hij alleen als Oeroeg ook naar school ging. Hun band was alles wat ze nodig hadden. Hun relatie veranderde nadat ze naar de hogere scholen gingen, ze groeiden uit elkaar en herkenden elkaar niet meer terug. Hun relatie is be-eindigd. · Beschrijving van het wereldbeeld van de hoofdpersoon
Het wereldbeeld van Oeroeg is vrijheid van Indië. Hij wil later niet dat blanken het terroriseren, en wil daarom niks meer met ‘Ik’ te maken hebben. ‘Ik’ ziet de wereld als een grote uitdaging. Hij gaat studeren, maar wil zijn relatie met Oeroeg niet verliezen. Vriendschappen zijn heel erg belangrijk in de wereld voor ‘ik’. 4. Perspectief · Wat is het perspectief? Het verhaal wordt in de ‘ik’ vorm verteld. Het is altijd “ Oeroeg en ik gingen..” De ik persoon in het boek verteld over zijn leven met Oeroeg. Het wordt vanuit zijn ogen bekeken. · Waarom heeft de schrijver voor dit perspectief gekozen? Zodat je de gevoelens en gedachten van ‘ik’ goed te weten komt. Het is een levensverhaal van ‘ik’ en de verloren vriendschap. De gevoelens en gedachten zijn daarin erg belangrijk. 5. Structuur · Vergelijk fabel en sujet

De fabel is verschillend van het sujet. ‘Ik’ vertelt het verhaal zelf, vandaar dat het ook in het ik-perspectief is geschreven. Hij vertelt zijn hele verleden en op het eind zegt hij dat hij niets anders wilde doen dan een verslag schrijven van zijn jeugd, om zijn verleden vast te leggen omdat het nu zo spoorloos voorbij is. Ik vind dat wel bijzonder, een boek dat als een soort verslag is geschreven. · Welke verhaallijn(en) is/ zijn er? Er is 1 verhaallijn, het leven van ‘ik’ samen met Oeroeg. Je leest alleen zijn verhaal, niet die van Oeroeg. · Indien er meerdere verhaallijnen zijn; is de relatie gelijkwaardig of ondergeschikt? Nvt · Geleding van de gebeurtenissen; delen, hoofdstukken. Het boek is niet verdeeld in hoofdstukken of delen. De gebeurtenissen staan achter elkaar beschreven, er zitten wel wat witregels tussen, maar geen hoofdstukken. · Is er sprake van een open of een gesloten einde? Zowel een gesloten als een open einde. Voor nu is het verhaal gesloten. Maar je weet niet wat er hierna met ‘ik’ gebeurd, dat kan ook niet, aangezien ‘ik’ dan eerst nog een aantal jaren zou moeten leven en dan verder schrijven. 6. Tijd en plaats · Wat is de historische tijd? Het verhaal speelt zich in het verleden af, er wordt het hele boek door gesproken in de verleden tijd. Het boek is gemaakt in 1948 (na de oorlog), dus rond die tijd speelt het verhaal zich ook af. Eigenlijk is het hele boek een grote flashback. Van het begint tot hat einde waarbij de ‘ik’-persoon te weten wil komen, hoe het komt dat hij de belangrijkste persoon uit zijn leven is kwijtgeraakt. In het begin van het boek vinden de gebeurtenissen plaats in Indie (toen nog Nederlands-Indie) op de onderneming Kebon Djati, op de sawapaden, diep in het bergland van de Preanger en op de school in Soekaboemi, waar de ‘ik’- persoon en Oeroeg nog samen waren. Wat later ging de ‘ik’- persoon naar Nederland. En aan het eind van het verhaal ging hij terug naar Soerabaja om Oeroeg op te zoeken. Het verband tussen de plekken en de sfeer van het verhaal is dat Oeroeg en de ‘ik’- persoon elkaar wel telkens weer opzoeken (behalve aan het eind), maar dat er wel een steeds grotere kloof ontstaat. · Hoe lang is de vertelde tijd? Vanaf de geboorte van ‘ik’, tot aan het moment dat hij verteld wat hij in zijn leven allemaal heeft gedaan. Dit is 23 jaar. · Wat is de verhouding tussen de vertelde tijd en verteltijd? De verteltijd is een paar uur, terwijl de vertelde tijd 23 jaar is. Dat komt omdat de ik-persoon eigenlijk zijn leven in een soort samenvatting verteld. · Welke tijdmanipulaties heeft de schrijver gebruikt en wat is het effect hiervan? Het terugdenken aan de tijd met Oeroeg, dit is in de vorm van een flash back. Het effect is dat je beter begrijpt wat bepaalde dingen tot gevolg hebben gebracht. · Welke plaatsen zijn het belangrijkst? Het huis van ‘ik’, het Zwarte Meer (Telega Hideung) en Lida’s huis. · Welke functie heeft de ruimtebeschrijving? Je krijgt zo een beter beeld van de situaties, de beschrijvingen zijn nauwkeurig en topografisch. Je weet precies waar wat gebeurt. Dit heeft een grote invloed op de sfeer van het boek. Je zit op deze manier helemaal in het verhaal. 7. Thematiek · Noteer de algemene motieven - Racisme en discriminatie. Dit motief is bijna niet over het hoofd te zien. Alle Javanen worden hier als knecht (misschien wel slaaf?) beschouwd, de ‘ik’- persoon mag in het begin wel naar school, Oeroeg nog niet. De ‘ik’- persoon’s vader heeft liever ook niet dat de ‘ik’- persoon met Oeroeg speelt/omgaat, omdat hij vindt dat Oeroeg niet genoeg zijn zoon is, alsof Oeroeg een smerig iets is. - Illusie namelijk het sprookjesachtige denken van de ‘ik’- persoon, en dat hij samen met Oeroeg wil studeren voor ontdekkingsreiziger, ook al komt hier niets van terecht. - Botsing tussen 2 culturen. Dit motief heeft ook wel te maken met het racisme en de discriminatie in dit boek. De hoofdpersoon van die boek heeft zijn hart en nieren daar in Indonesie liggen, ook als is hij geen Indonesier, maar voelt zich ook niet Nederlander. Bovendien mogen de Indonesiers hem ook niet. - Communicatiestoornissen. In dit boek worden de hele tijd relaties tussen mensen beschreven, die niet goed standhouden omdat ze elkaar nooit echt goed begrijpen. Het duidelijkste voorbeeld hiervan is natuurlijk Oeroeg, die de hoofdpersoon nooit goed heeft kunnen begrijpen, omdat hij altijd wazig deed, en nooit erg open was tegenover de ‘ik’- persoon. Dan ook de relatie van de ouders van de ‘ik’- persoon die kapot loopt doordat er geen goed contact tussen hen bestond; geen van hun was echt druk bezig met de opvoeding van hun zoon en ze leefden zo hun eigen leventje. · Noteer indien aanwezig: leidmotief, literair-historisch motief; Oeroeg en ‘ik’ groeien uit elkaar door · Verklaar de titel en het motto; De titel is te verklaren naar de naam van de beste vriend van de ik-persoon. Deze heet Oeroeg, net als het boek. Het boek draait om Oeroeg, en wordt verteld door de ogen van ‘ik’ Het boek heeft geen motto. · Formuleer het thema. Het thema van het boek is vriendschap
Er is een vriendschap tussen Oeroeg en de ik-figuur. Als van kind af aan zijn ze bevriend. 8. Spanning · Welke verwachtingen zijn bij de lezer gewekt en op welke manier? Je verwacht een boek over een gebroken vriendschap na het lezen van de flaptekst. Het plaatje op de voorkant ziet eruit als een indische jongen, dus dit zou Oeroeg wel kunnen zijn. Je verwacht na het lezen van de eerste pagina een uitleg van de inleiding. · Noem de belangrijkste open plekken; Er is een openplek tussen het weggaan naar Nederland en het weer terugkomen. Je weet niet wat er in die tussentijd is gebeurt, later kom je te weten dat er oorlog is geweest, maar je weet niet wat de personen dachten ed. Je krijgt dus nooit antwoord op de gestelde vragen. · Welke vragen worden door de open plekken opgeroepen en hoe en waar worden ze ingevuld? Wat gebeurt er met Oeroeg en zijn familie, wat gebeurt er met ‘ik’? wat gaat er in ze om? Wat is er gebeurt in de tussentijd? Alleen op de laatste krijg je antwoord, namelijk oorlog. De rest is en blijft onbekend. · Welke manipulatietechnieken gebruikt de schrijver om de spanning te verhogen? Er duidelijke beschrijving van de situatie, een voorbeeld: 'Hij hief zijn wapen. 'Ik ben niet alleen,' zei ik, ........ 'Ga weg', zei hij in het Soendanees,'ga weg, anders schiet ik. Je hebt hier niets te maken.' ........ 'Luister...' begon ik, maar hij onderbrak mij, met drift in zijn stem: 'Ga weg. Je hebt hier niets te maken.' ........ 'Ga weg,' herhaalde hij, ten overvloede.' Blz. 120
Je kunt hier duidelijk een soort spanning ontdekken tussen de twee oude vrienden, bij het lezen voel je deze spanning ook. · Beschrijf de belangrijkste spanningsbogen. Vanaf het naar Nederland gaan tot het weer terugkomen.
9. Taal en stijl: · Welke bijzonderheden of eigenaardigheden zijn je opgevallen in het taalgebruik? Het taalgebruik in het boek is over het algemeen niet moeilijk, het enige wat ik niet altijd begreep waren de Indische termen, zoals kampong, baboe en koelies. Maar omdat deze termen vaker gebruikt werden kon ik uiteindelijk wel ongeveer afleiden wat deze moesten betekenen. Opvallend was dat er maar heel weinig dialogen te vinden waren in het boek. De personages kwamen hierdoor heel stil en terughoudend over. Met name Oeroeg, omdat van hem ook de gevoelens en gedachten niet duidelijk waren, in tegenstelling tot de Nederlandse jongen. Ik vond het niet heel erg vervelend dat er weinig dialogen waren, op die manier werd er veel aan de fantasie over gelaten. Daarbij heb ik het idee dat dialogen niet veel toegevoegde waarde hadden gehad voor het verhaal. Het is dus ook niet helemaal duidelijk wat voor taalgebruik de afzonderlijke personages hanteerden. Het taalgebruik is alleen beschreven door het hoofdpersonage, het is niet naar voren gekomen uit de dialogen. 10. Secundaire literatuur: · Relatie tussen werk en leven van de schrijver
Hella (Hélène Serafia) Haasse wordt op 2 februari 1918 geboren in Batavia, het huidige Djakarta. Ze is het eerste kind van het echtpaar Willem Hendrik Haasse en Katharina (Käthe) Diehm Winzenhöhler. Haar vader, die onder de naam W.H. van Eemlandt na zijn pensionering een aantal detectives zou publiceren, werkt voor de Gouvernementsbedrijven, haar moeder is concertpianiste. Kort na haar geboorte gaat ze met haar moeder mee naar Buitenzorg (Bogor), waar het koelere klimaat beter is voor de zwakke gezondheid van haar moeder. Vanwege die slechte gezondheid vertrekt het gezin in 1920 naar Nederland. In Rotterdam wordt in het daaropvolgende jaar een tweede kind geboren: Wim. In 1922 keert het gezin Haasse weer terug naar Nederlands-Indië en vestigt zich in Soerabaja. In 1925 reist Käthe Haasse met haar kinderen naar Europa om in Davos een kuur te volgen. De kinderen worden ondergebracht bij familie in Nederland, Hella verblijft later gedurende drie jaar in een kinderpension in Baarn. De jonge Hella begint daar verhaaltjes te schrijven. Toen ze rond haar tachtigste verjaardag haar archief ordende, vond Haasse deze vergeten verhalen terug en realiseerde ze zich dat het begin van haar schrijverschap in Nederland had gelegen en niet een paar jaar later, toen ze, weer herenigd met haar familie in Indië, in de ban raakte van het lezen (vooral historische romans) en toneelspelen. Op 12-jarige leeftijd doet ze een poging een historische roman te schrijven over de geloofsstrijd tussen 'rekkelijken en preciezen' rond 1600. Van deze beoogde roman, getiteld 'Het Huys met de Meerminne', voltooit ze maar drie hoofdstukken. Die hereniging van het gezin vindt plaats in 1928, in Bandoeng. De gedwongen scheiding van haar familie heeft Haasse, zo openbaarde zij in een interview in 'Trouw' in 1997, erg veel gedaan. In het betreffende interview gaf ze te kennen dat de relatie met haar ouders sindsdien nooit meer helemaal goed gekomen was. Tevens verklaarde ze zich juist zeer met haar persoonlijke levensgeschiedenis bezig te zijn gaan houden, mede door de ontdekking van een aantal zaken over haar familie die ze voorheen niet wist. Na haar jaren op een lyceum in Batavia (waar ook de latere schrijfsters Aya Zikken en Margaretha Ferguson leerlingen zijn), vertrekt Hella in 1938 naar Nederland om te gaan studeren. Ze kiest voor de richting Scandinavische Talen en Letteren aan de Universiteit van Amsterdam. In 1941 staakt ze deze studie en doet met succes het toelatingsexamen voor de Toneelschool. Ze heeft dan inmiddels al Jan van Lelyveld leren kennen met wie ze in 1944 trouwt. Na haar eindexamen aan de Toneelschool in 1943 speelt ze tot februari 1944 als actrice mee in enkele voorstellingen, onder andere van het Centraal Tooneel. Vanaf 1944 beperkt ze zich tot het schrijven van teksten voor dit gezelschap en voor het cabaret van Wim Sonneveld. In november 1944 wordt haar eerste dochter, Chrisje, geboren die in het voorjaar van 1947 overlijdt. In december van datzelfde jaar wordt Ellen geboren, in 1951 Marijn. In 1948 wint Haasse met haar novelle 'Oeroeg' de prijsvraag die ter gelegenheid van de Boekenweek is uitgeschreven. De bekroning is publicatie van de novelle als Boekenweekgeschenk. 'Oeroeg' verschijnt anoniem, aan de lezers wordt de vraag gesteld de naam van de auteur te raden. Elf jaar later wordt Haasse opnieuw gevraagd het Boekenweekgeschenk voor haar rekening te nemen. Daarvoor werkt ze een aantal lezingen over 'Het kind en de jonge mens in de literatuur' om tot het essay 'Dat weet ik zelf niet'. In 1994 schrijft ze met de novelle 'Transit' voor de derde keer het geschenkboek. In 1969 keert Hella S. Haasse voor het eerst terug naar Indonesië. Ze schrijft er een reisverslag over voor 'Avenue' ('Parang Sawat') dat in 1993 wordt opgenomen in 'Een handvol achtergrond'. Haasse en haar man verhuizen in 1981 naar Frankrijk waar ze tot 1990 wonen in een plaatsje even ten noorden van Parijs. Na terugkeer in Nederland vestigen ze zich eerst tijdelijk in Hollandsche Rading, later in Amsterdam. In 2003 zette uitgeverij Querido haar 85ste verjaardag luister bij met enkele speciale (her)uitgaven. Nadien liet Haasse weten 'niet meer uit te zien' naar nieuwe interviews en openbare optredens. bron: Uittrekselbank · Bespreek de plaats van het boek met de algemene thematiek van de schrijver. Indië komt veel voor in haar boeken, hoe het leven daar is en wat er allemaal gebeurt is. Dit komt mede door haar eigen levenservaringen in Indië. Ze houd van het schrijven van historische romans. · Ga na wat het mens- en wereldbeeld van de schrijver is. Het boek is geschreven in de tijd dat Indonesie naar onafhankelijkheid streefde, namelijk na de Tweede Wereldoorlog. Daarom zal de schrijver een beeld hebben willen geven van het gewone leven in die tijd en hoe mensen reageerden op de cultuurverschillen. Mening: · Leg uit waarom dit boek tot literatuur gerekend wordt. Het heeft veel diepgang, dit boek heeft diepere gronden, heeft met geschiedenis te maken. Het boek is niet voorspelbaar geschreven en er zit geen vast rolpatroon in. Het is in een mooie stijl geschreven. Het boek is grensverleggend. Het boek zet je aan het denken, daarom is het literatuur. gebruikte bronnen: www.scholieren.com
uittrekselbank

REACTIES

G.

G.

vind je Lida geen goede bijpersoon, zij is later in het leven van de jongens de belangrijkste figuur. ze betaald oeroeg zijn school en bied onderdak aan de jongens.

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Oeroeg door Hella S. Haasse"