Karakter door Ferdinand Bordewijk

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
Boekcover Karakter
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 4906 woorden
  • 20 augustus 2006
  • 111 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
111 keer beoordeeld

Boekcover Karakter
Shadow

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan - zelfde de liefde wordt…

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. D…

Katadreuffe is bezeten van het verlangen advocaat te worden. Als zoon van een arme ongehuwde moeder in het vooroorlogse Rotterdam zet hij alles op alles om zijn doel te bereiken. De machtige deurwaarder Dreverhaven, zijn vader, werkt hem in alle opzichten tegen. Waarom? Twee onbuigzame karakters in een strijd die tot het uiterste lijkt te gaan - zelfde de liefde wordt eraan opgeofferd. 

Karakter geldt als het meestwerk van de advocaat/schrijver F. Bordewijk (1884-1965). Het boek heeft ruim vijfenzestig jaar na verschijnen nog steeds iets aan kracht en leesbaarheid ingeboet.

Karakter door Ferdinand Bordewijk
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens. Auteur: F. Bordewijk. Titel: Karakter. Ondertitel: Roman van zoon en vader. Motto: het motto is ontleend aan S.T. Coleridge: A sadder and wiser man. He rose the morrow morn. Voorbericht: Aan mijn kinderen Nina en Robert. Jaar eerste druk: 1938. Jaar gelezen druk: veertigste druk 2004. Uitgever: Nijgh & van Ditmar. Beschrijvingsopdracht. A. Geef een korte motivatie van je keuze. Op mijn boekenlijst wilde ik graag een klassieker. Ik bladerde in het laagland boek en kwam een fragment tegen van het boek Karakter. In de televisiegids zag ik dat de film op televisie was en helaas ben ik het vergeten op te nemen. Dit was de aanleiding om het boek te gaan lezen.
B. Beschrijf je eerste persoonlijke reactie na het lezen van het boek. Het boek is mooi beschreven, vooral de relaties tussen onderlinge personen. De relatie tussen vader en zoon is erg indrukwekkend om te lezen, daarmee bedoel ik de ontmoetingen tussen vader en zoon. Verder was het boek realistisch, wat ik meestal wel belangrijk vind. C. Titelverklaring. De titel is Karakter (aanvankelijk was de titel 'Karakters' ). In deze roman gaat het om de karakters van de personages: Jacob, Joba en Dreverhaven. Alle drie uitgesproken hebben ze uitgesproken persoonlijkheden, die bovendien sterk op elkaar lijken: ze hebben alledrie karakter. Het zijn alle drie figuren die niet van opgeven weten, die volharden in hun opvattingen. Ze zijn hard voor zichzelf, maar ook voor anderen. Ook heeft de titel betrekking op het vitalistische element van wilskracht, doorzettingsvermogen en de minachting van zwakte. Het verhaal laat je ook zien hoe het karakter van Katadreuffe zich ontwikkelt onder de gebeurtenissen die hij meemaakt. “U hebt een karakter, meneer Katadreuffe, dat wist ik al. Wat u nu zegt bewijst dat ook uw moeder een karakter heeft”. Ondertitel: "Roman van zoon en vader" Normaal gesproken is de ondertitel "roman van vader en zoon". Omdat het verhaal vooral vanuit de situatie van de zoon beschreven wordt en hij uiteindelijk zijn vader overwint is het hier terecht te spreken van "roman van zoon en vader" . Motto: "A sadder and wiser man/ he rose the morrow morn" (van S.T. Coleridge) Het heeft betrekking op de gevoelens van Jacob. Aan het einde van het verhaal wordt hij toegelaten tot de balie (wiser) maar is ook zijn relatie met zijn vader definitief verbroken (sadder). D. Geef een samenvatting van het boek. In het zwartst van de tijd, omtrent Kerstmis, wordt op de Rotterdamse kraamzaal het kind Jacob Willem Katadreuffe met een keizersnee ter wereld geholpen. Zijn moeder is de achttien jarige dienstbode Jacoba (Joba) Katadreuffe. Jacob Katadreuffe is verwerkt door de gevreesde deurwaarder Dreverhaven, de werkgever van Joba. Na de geboorte van Jacob Wllem weigert Joba met Dreverhaven te trouwen en een financiële ondersteuning. Vervolgens vertrekt Joba met Jacob. Dreverhaven stuurt haar postwissels, maar die stuurt ze steeds terug totdat hij het opgeeft. Jacob groeit op in tamelijke armelijke omstandigheden, maar zijn moeder behoort wel tot de fatsoenlijke armen. Ze weet zich zelf enigszins op te werken door handwerk te verkopen. Tegen de tijd dat Jacob Willem het huis uit kan neemt ze een commensaal op kamers bij Jan Maan, met wie Jacob Willem bevriend raakt. Jan Maan is een communistische machinebankwerker, die ruzie heeft met zijn ouders over een meisje. Jacob Willem heeft maar één streven: zich uit te werken boven de armoede van zijn jeugd. Zijn eerste poging om een maatschappelijke carrière te beginnen mislukt. Hij koopt een sigarenwinkeltje, maar gaat al snel failliet. Er wordt hem een curator toegewezen op het advocatenkantoor Stroomkoning. Waarneer hij daarheen gaat vallen de vijf koperen naamborden aan de gevel op, die hem zonnen toeschrijven. Hij besluit dat ook zijn naam daarbij moet komen. Zijn curator, De Gankelaar, vindt hem een opmerkelijke jongen en hij besluit hem te helpen. Hij bezorgt hem een baantje als typist en bediende op het advocatenkantoor. Katadreuffe gaat op kamers wonen bij Graanoogst, Stroomkonings conciërge. Hij ontdekt al spoedig dat zijn vader, Dreverhaven, veel zaken doet met Stroomkoning. Bureauchef Rentenstein vertelt hem een prachtig verhaal over hoe de samenwerking tussen Dreverhaven en Stroomkoning tot stand is gekomen: de beslaglegging op een Italiaanse boot. Ook ontdekt hij dat Dreverhaven zijn eigen faillissement beschreven heeft. Dreverhaven is een deurwaarder, die zich inlaat met duistere praktijken. Hij heeft zijn kantoor in de oudste buurt van Rotterdam. Als hij ontruimingen doet is daar nooit politie bij nodig. Hij zich bijstaan door twee angstaanjagende wezens, Hamerslag en Den Hiepboree. Katadreuffe gaat Dreverhaven opzoeken in zijn kantoor, wanneer voor de tweede keer zijn faillissement is aangevraagd. De schulden in verband met de sigarettenwinkel waren namelijk geregeld via Postkrediet, waarvan Dreverhaven de eigenaar blijkt te zijn. Deze eist nu betaling. Dreverhaven biedt Katadreuffe een lenig aan en legt vervolgens een dolkmes op zijn bureau om te zien of de woede Katadreuffe het tegen hem zal gebruiken. Katadreuffe steekt het mes in het tafelblad. Het faillissement wordt een feit, maar in plaats van ontslag krijgt Katadreuffe loonsverhoging van Stroomkoning, die wel iets in hem ziet. De Gankelaar voorkomt dat Katadreuffe zijn boeken kwijtraakt ( waaronder een oud inclompleet Duist lexicon) door ze op te kopen. Op het kantoor werkt ook een zekere juffrouw Te George. Zij is de rechterhand van Stroomkoning. Katadreuffe raakt met haar aan de praat, en ze bezoekt hem zelfs op zijn kamertje op zolder. Katadreuffe voelt een lichte angst in haar bijzijn, “hij werd gedreven naar iets duisters, het was tevens onmiskenbaar aangenaam”. Juffrouw Te George koestert warme gevoelens voor Katadreuffe, maar hij voorvoelt al dat daar niets uit kan uitvloeien. In deze woedt in Rotterdam het communistische oproer. De commensaal van Katadreuffes moeder, Jan Maan, mag er van zijn hospita niet aan meedoen. Hij zou wel graag willen, want hij is een communist in hart en nieren, maar hij doet het niet. Joba Katadreuffe is en moeder voor hem geworden. Jacob Willem zoekt zijn vader op en leent tweeduizend gulden van hem om te gaan studeren. De voorwaarde zijn redelijk, maar de lening is onmiddellijk opeisbaar. Jacob Willem blijkt een uitstekende student te zijn en het wordt hem steeds duidelijker dat hij in het kantoor het hoogste wil bereiken, namelijk advocaat worden. Ook wordt duidelijk dat hij zeer op Lorna Te George gesteld is, maar besluit geen verhouding met haar aan te knopen. Dat zou zijn plannen in de war brengen. Op Lieske, Graanoogsts dienstbode en op de typiste Sibculo, die beiden verliefd zijn geworden, reageert Katadreuffe geïrriteerd. Intussen wordt de bureauchef, Rentestein, ontmaskerd als een fraudeur. Hij wordt ontslagen, maar niet rechtelijk vervolgd, want hij is door Dreverhaven op het slecht pad gebracht, en Stroomkonig wil niet dat deze in opspraak komt. Katadreuffe mag de opengevallen positie innemen. Dreverhaven doet een nieuwe poging om Katadreuffe te gronde te richten. Hij eist de lening op die Katadreuffe bij hem heeft lopen. Wanneer dit tot een nieuw faillissement zal leiden, zou Katadreuffes positie als eerste bediende onbehoudbaar worden. Dit blijkt na enige juridische schermutselingen niet te gebeuren. Katadreuffe heeft opnieuw een ontmoeting met zijn vader, vrijwel identiek aan de vorige keer. Weer houdt Dreverhaven een mes voor, maar deze keer bewaart Katadreuffe zijn kalmte en vertrekt waardig. Kort daarna slaagt Katadreuffe voor het examen, dat de weg opent naar de universiteit. Op het kantoor geeft men een feestje te zijner ere. Lorna Te George gaat eerder weg. Katadreuffe laat haar uit, en als ze dan een moment tegenover elkaar staan, voelt Katadreuffe dat dit het machtigste moment van zijn leven is. Hij laat het voorbijgaan. Te George meldt zich de volgende dag ziek en vervolgens ontslag. Stroomkoning probeert vergeefs haar daarvan te weerhouden. Katadreuffe is uit zijn evenwicht en moet van Stroomkoning veertien dagen vakantie nemen. Na een week zet Katadreuffe zijn zorgen van zich af. Hij besluit dat hij geen man is voor het huwelijk. Het advocatenkantoor krijgt minder werk door de economische malaise, maar door het vertrek van De Gankelaar naar India en het overlijden van een ander collega, Gideon Piaat, die vooral de strafzaken deed, is dit geen echt probleem. Er zijn naast Stroomkoning nu nog twee adcocaten over, juffrouw Kalvelage en de heer Carlion. Stroomkoning houdt een plaats over voor Katadreuffe, die aan zijn rechtenstudie is begonnen. Deze studie verloopt vlot. De moeder van Jacob Willem lijdt aan tering. Het is onzeker hoe lang ze nog zal leven. Dreverhaven komt haar op een dag opnieuw ten huwelijk vragen. Ze stelt hem een wedervraag, namelijk waarom hij Jacob Willem blijft dwarszitten. Ze weigert het aanzoek. Dreverhaven had zijn zoon willen erkennen als ze hem gehuwd had, maar nu besluit hij hem te treffen waar hij kan. Hij ontruimt het pand waarin hij zelf ook woont, door alle huurders op straat te smijten, eenvoudig omdat hij een grote ontruiming wil. Hij zoekt daarna het gevaar door zich alleen in de menigte te begeven. Er gebeurt niets. Dreverhaven gaat steeds meer misbruik maken van zijn positie. Hij en Katadreuffe komen voor het eerst in de rechtszaal tegenover elkaar te staan. Het betreft een onbelangrijk zaakje, en ze winnen geen van beide. Katadreuffe past zich steeds meer aan, aan het milieu waarin hij zal komen te verkeren. Hij vervreemdt verder van zijn vriend, Jan Maan. De dag voor Katadreuffe doctoraal examen zal doen, ontmoet hij Lorna Te George, die inmiddels getrouwd is. Hij geeft blijkt van enig zelfinzicht door zichzelf laf te noemen dat hij de liefde aan de kant heft gezet voor zijn maatschappelijke carrière. Voor een keer nog staat hij op de kade naar de Nieuwe Maas te kijken. Katadreuffe slaagt voor zijn examen en Dreverhaven doet nog een laatste poging om hem te vloeren, op grond dat Jacob Willem een onecht kind is. Het mag niet baten. Het koperen bord met de naam Katadreuffe wordt een blinkende zon aan de gevel van het advocatenkantoor. Katadreuffe bezoekt voor de laatste maal zijn vader om hem zijn overwinning te laten zien. Als Katadreuffe hem voor de voeten werpt dat hij ondanks Drevenhavens tegenwerking geslaagd is in het leven, wijst Dreverhaven hem erop dat het ook weleens dankzij die tegenwerking kan zijn geweest. Later vindt Katadreuffe bij zijn moeder bij toeval een spaarbankboekje, waaruit blijkt dat zij alle toelagen die hij haar heeft overgemaakt, naar de Spaarbank heeft gebracht. Voorin staat dat het geld voor hem is. Hij realiseert zich ook haar nooit bereikt te hebben. Analyse van de tekst. A. Personages. Katadreuffe. De hoofdpersoon is Jacob Willem Katadreuffe. Hij heeft maar een streven: zich uit te werken boven de armoede van zijn jeugd. Dit streven krijgt gestalte in een carrière die hem inderdaad voert van de functie van kantoorbediende tot die van advocaat. Katadreuffe voelt zich wel verwant aan het volk (p. 73), ‘Hier lag hij behaaglijk, tussen het volk, zijn volk, het bleef van hem.’ Hij zette alles in zijn leven opzij om zijn doel te bereiken. In de loop van zijn carrière groeit er wel een zeker besef dat dit geen volledig leven is. ‘Ik ben bezeten van een idee, ik ben bang voor alle anderen…Is dat niet laf?’ (p.233). Deze onvolkomenheid komt tot uitdrukking in de relatie met de vier personages die een rol spelen in het leven van Katadreuffe. De belangrijkste van de vier is Dreverhaven. Arend Barend Dreverhaven. Dreverhaven is de vader van Jacob Willem Katadreuffe en is de belangrijkste personage van de vier personages die een rol spelen Jacob zijn leven.Dreverhaven wordt afgeschilderd als een schrikwekkende, haast mythologisch figuur. P. 57: ‘Die zwarte flambard diep op zijn hoofd, die sigaar in een mondhoek als een stuk geschut, die stem waarvan enkel het horen associaties opriep aan een machtige borstkas’. Dreverhaven is van beroep deurwaarder en doet al het mogelijke om zijn zoon te vernietigen. De drijfveren die hij daarvoor heeft zijn dubbelzinnig. Hij doet uitspraken waarin hij zegt Katadreuffe te vermoorden, te wurgen, als het maar wreed is. Dreverhaven provoceert zijn zoon ook om hem te doden. Tot tweemaal toe reikt hij hem een mes aan, nieuwsgierig of Katadreuffe het zal gebruiken. Die neiging tot zelfvernietiging komt ook naar voren bij de ontruiming van zijn pand en het zich begeven in de menigte daarna. Joba Katadreuffe. Joba Katadreuffe is de moeder van Jacob Willem Katadreuffe. Ook zij is, evenals haar zoon een diens verwekker, iemand met bijna onmenselijke karaktertrekken. Tijdens de geboorte van Jacob Willem verwelkt zij, ‘gelijk een bloem in gifgas’. Zij weigert elke hulp, weigert ook te trouwen met Dreverhaven, en stuurt de postwissels, die Dreverhaven haar zendt voor het onderhouden van haar kind terug. Erg koppig. In een wat kleiner tijdsbestek dan Katadreuffe probeert ook zij zich haar leven lang aan de armoede te ontworstelen. Ook van haar zoon blijkt ze tenslotte geen geld of hulp aan te nemen. In het boek wordt Joba vaak Haar of Zijn genoemd. Jan Maan. Jan Maan is de commensaal van Joba Katadreuffe, en Joba gaat hem gaandeweg steeds meer als haar man te beschouwen. Ze behandelt hem ook als zodanig. Jan Maan is de enige vriend van Jacob Willem Katadreuffe. Hij interesseert zich slechts voor meisjes en voor de communistische partij. In elk opzicht is hij Katadreuffes tegenpool. Hij doet geen enkele poging om zich te ontwikkelen of hogerop te komen. Jan Maan vormt de verbinding tussen Katadreuffe en het milieu waaruit Jacob Willem zich probeert omhoog te werken. Lorna Te George. De vierde persoon in het leven van Katadreuffe is Lorna Te George. Zij is de secretaresse van Stroomkoning, en zit dus bij de hoogste macht in de advocaten kantoor. Ze begrijpt dat de idealen van Katadreuffe zijn liefde voor haar in de weg staan. Het eerste wat ze tegen hem zegt is: ‘U moet niet al te hard werken.’ Meneer stroomkoning. Stroomkoning is de eigenaar van het advocatenkantoor waar Katadreuffe uiteindelijk komt te werken. Hij woont in een villa aan de Bergse plassen. Zijn tweede vrouw Iris wordt wel besproken binnen het boek, maar heeft geen actieve rol in het verhaal. Wel is zij degene die doorheeft, en Stroomkoning hier ook op wijst, dat het ontslag van Lorna Te George te wijten is aan diens verliefdheid naar Jacob Willem Katadreuffe. De belangrijkste buitenlandse connectie van Meneer Stroomkoning is het kantoor van C., C. & C. (Cadwallder, Countryside & Countryside) te Londen in Groot-Brittannië. Meneer de Gankelaar. Meneer de Gankelaar is van adel, maar voert de titel niet. Dit tot teleurstelling van Meneer Stroomkoning. De Gankelaar ziet in Katadreuffe een toekomst en werpt zich op als mentor. Vanaf het eerste bezoek van Katadreuffe in relatie tot het eerste faillissement, tot aan het vertrek van De Gankelaar bij het kantoor van Meneer Stroomkoning, is Katadreuffe de protégé van De Gankelaar. Overige personages. Dokter De Merree is de kraamdokter van Joba en brengt Jacob Willem Katadreuffe (door middel van een operatie) ter wereld. Hij blijft de dokter van Joba en later ook van Jacob Willem. Harm Knol Hein is een bokschipper, die Joba tot tweemaal toe een huwelijksaanzoek doet. Beide keren wijst zij hem af. Mr. C. Carlion, Mr. Gideon Piaat, Catharina Kalvelage zijn allen als advocaat in dienst bij Meneer Stroomkoning. Mr. Carlion is specialist met een perfect taalgebruik en behandelt de gehele binnenvaartpraktijk. Piaat doet de strafpraktijk. Juffrouw Sibculo is secretaresse, Rentenstein is bureauchef, Graanoogst is conciërge, gebroeders Burgeik, juffrouw Van Den Born, Kees Adam (archivaris en ‘manusje van alles’), Pietje is een loopjongen. Dit waren de overige personeelsleden van Meneer Stroomkoning. Hamerslag is de droge klerk en tevens getuige van Dreverhaven. Den Hieperboree is eveneens een getuige van Dreverhaven en behulpzaam bij ontruimingen, en word ‘Kolengrijper’genoemd. Mr. Schuwagt, deze is de advocaat van Dreverhaven. Mr. Wever is de curator van Katadreuffe tijdens diens eerste faillissement. Meest sympathiek
De hoofdpersoon, Jacob Willem Katadreuffe, vind ik de meest sympathiek persoon, omdat hij graag anderen helpt op te werken in het kantoor

Je ziet Katadreuffe gedurende het boek groeien, je ziet zijn eigen karakter vormen. Hij heeft een goed doorzettingsvermogen en wilskracht. Het enige wat in hem heerst, is de eerzucht die hij heeft. Wanner hij uiteindelijk zijn staatsexamen heeft gehaald en tot advocaat is beëdigd, lijkt zijn leven perfect te zijn. Minst sympathiek. De minst sympathiek personen in het boek vind ik Hamerslag en Den Hieperboree. Zij doen alles wat Dreverhaven hen oplegt, terwijl Dreverhaven bij sommige ‘taken’ andere bedoelingen heeft. Hamerslag en Den Hieperboree worden afgeschilderd als verschrikkelijke wezens, maar worden verder niet uitgebreid behandeld. B. Tijd. Het verhaal duurt ongeveer achtentwintig jaar, van Katadreuffes geboorte tot hij zijn doctoraal haalt als hij tegen de dertig aan zit. Het verhaal wordt verteld van ongeveer 1904 tot 1932. Dit blijkt uit de buurt waar Katadreuffe in zijn jonge jaren woont. Uit de volgende tekst blijkt dat Katadreuffe tijdens de Eerste Wereldoorlog (in 1917 en 1918), nog een kind was. P.13: “De eerste jaren werden gaandeweg zwaarder, zij moest eens verhuizen naar een hofje waar ze onder het armste der bevolking kwam te zitten. De krotten waren ’s zomers niet zuiver, dat was nog haar ergste plaag. Daarna brak de wereldoorlog uit en kwamen prijsstijgingen en voedselgebrek. De jaren zeventien en achttien waren voor haar zeer zwart.” Dat het verhaal ook in de crisisjaren afspeelt, zo rond de jaren dertig, is te herkennen aan historische details, zoals de rellen naar aanleiding van de executie van Sacco en Vanzetti. De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde verteld, de ene gebeurtenis komt logisch voort uit de andere afgewisseld met enkele flashbacks, zoals de verwekking van Jacob. De eerste eenentwintig jaar van Katadreuffe’s leven wordt versneld verteld. De zes jaren, die daarna volgen worden heel uitvoerig verteld. Een duidelijke vooruitwijzing is te lezen op bladzijde zesentwintig: ‘ Het was een beslissend ogenblik van zijn leven, later zou hij beseffen…’ Dit verhaal bevat redelijk veel open plekken, die snel worden ingevuld. De belangrijkste open plek in dit verhaal vind ik de vraag waarom Dreverhaven, Katadreuffe dwars wil zitten. Een andere open plek in dit verhaal is waarom kan Katadreuffe zo moeilijk omgaat met vrouwen’. Later blijkt dat hij dit allemaal doet om carrière te maken. De schrijver heeft ervoor gekozen om de open plekken in te vullen door een hoofdstuk over de persoon in kwestie te schrijven. Een voorbeeld hiervan is: In het ene hoofdstuk heb je een aanvaring tussen Dreverhaven en Katadreuffe gezien vanuit de ogen van Katadreuffe. In een ander hoofdstuk, of een paar bladzijdes verder, komt Dreverhaven op het voorval terug, maar dan vanuit zijn blik. Een hele belangrijke open plek is ook: ‘waarom wijst Joba al zijn huwelijksaanzoeken af? Zij is drie keer door Dreverhaven ten huwelijk gevraagd en ook een keer door schipper Hein. Deze vraag wordt niet beantwoord. C. Ruimte. De volgende ruimte zegt iets over het uiterlijk en karakter van Dreverhaven, de verschrikking van ieder mens. De binnenstad waar Dreverhaven woont en kantoor houdt, wordt afgeschilderd als een duister krot waar afschrikwekkende wezens, Dreverhaven en zijn assistenten Hamerslag en Den Hieperboree en hun slachtoffers, huizen. Zijn donkere kantoor staat in schril contrast met het kantoor van Stroomkoning. Een belangrijke omschrijving dat de persoonlijkheid van Katadreuffe en het thema weer geeft is het kantoor van Stroomkoning. Dit is een helder kantoor, wat symbolisch tot uiting komt als Katadreuffe het kantoor binnenstapt en verblind wordt door de zon die weerkaatst in de vijf koperen naamborden naast de deur. Hierop staan de namen van de advocaten, die in dienst zijn van Stroomkoning. Het bord van Stroomkoning is iets groter dan dat van de anderen en er staat een zon boven. De lichte ruimte wordt gebruikt om carrière van Katadreuffe te symboliseren. De donkere ruimte van het kantoor van Dreverhaven straalt de duisterheid van Dreverhaven en de aard van zijn zaakjes, die niet altijd even ‘schoon’ zijn. "Toen stond er in Katadreuffe iets op. Het ware was niet een klein winkeliertje willen worden, het was dit" (p. 25). Het gebouw is binnen voorzien van een brede trap, terwijl de kamer van Stroomkoning, een groot, rijk vertrek, zich boven aan die trap bevindt. Niet toevallig is dat Katadreuffe juffrouw Te George voor het eerst ziet op deze trap: "Er was op de trap ruimte in overvloed. Toch bleef hij even staan." In de relatie met Dreverhaven wordt een soortgelijke symboliek zichtbaar: "Het kantoor van de zoon trilde van leven, dat van de vader lag grafstil […]. Het was de stilte van de vrees" (p. 122). D. Perspectief. In Karakter is er sprake van een auctoriale verteller. Door de alwetende vertelsituatie maakt het boek een objectieve indruk, omdat er veel verteld wordt over alle voorkomende personages. ‘Dreverhaven was een man zonder hart, in de zin van een man zonder gevoel. Dat hij geen antwoord kreeg en zijn geld eenvoudig terug hinderde hem het minst. Hij incasseerde rustig zijn postwissel weerom. Maar hij was geen man zonder besef van verantwoordelijkheid, hij bezat en wil en, in begrensde zin, besef van plicht.’ E. Structuur. Het boek is opgebouwd in achtentwintig hoofdstukken, die allemaal zijn voorzien van een of enkele woorden, die het belangrijkste uit het hoofdstuk weergeven. Sommige hoofdstukken hebben dezelfde titels. Voorbeelden hiervan zijn: Jeugd en De eerste maanden. De hoofdstukken zijn chronologisch op te delen: Hoofdstuk één tot en met t/m zeven: De geboorte tot ongeveer 21 jaar ('Neen' - 'Het weten tot T') Hoofdstuk acht tot en met dertien : Het eerste kantoorjaar ('Een begin' - 'Het eerste jaar') Hoofdstuk negen tot en met achtentwintig: De ontwikkeling van bediende tot advocaat en van man tot 'heer' ('Dreverhaven' - 'Dreverhaven en Katadreuffe') In de hoofdstukken is er sprake van een verhaallijn. De verhaallijn gaat over Katadreuffe, hoe hij advocaat wil worden, en dat wordt bekeken uit verschillende oogpunten. Uit het oogpunt van Dreverhaven, joba en vanuit Katadreuffes curator, De Gankelaar. Op het eind komt de lezer te weten dat Katadreuffe zijn doel heeft bereikt; het worden van advocaat. Katadreuffe is zijn vader voorbijgestreefd en advocaat geworden. Dit is de laatste en belangrijkste overwinning op zijn vader. De enige vraag die aan het eind overblijft, is de vraag hoe het Jacob zal vergaan in de toekomst. Zal hij alle ambities, die hij nog steeds heeft ook al heeft hij zijn doel bereikt, vervullen? Zal hij ooit echt gelukkig worden? Het einde van het boek luidt een nieuw begin voor Jacob in. Het is dus een open en een gesloten einde. Bovendien komt Katadreuffe pas aan het eind te weten dat zijn vader meende wat Dreverhaven zei over hem. Wat Dreverhaven zei was dat hij, hem alleen maar probeerde te harden). Na zijn moeders dood komt Katadreuffe te weten dat Dreverhaven een spaarrekening voor hem geopend had. De gevoelens van Jacob ten opzichte van Dreverhaven zijn ook dubbelzinnig. Zijn haat en woede waren echt, een duidelijk voorbeeld wordt gegeven op bladzijde achtennegentig: ‘Onmens, beul, een ploert bent u’. Maar aan het einde komen ontzag en de bewondering tevoorschijn. Hij heeft ook spijt dat hij zijn vader eerder een ploert had genoemd:‘Ik wou u juist vertellen, vader, dat wat ik indertijd bij ons eerste gesprek tegen u gezegd heb in mijn boosheid, over ploertigheid, dat ik dat terugneem. Ik heb daar spijt van. Ik heb lang gewacht met de betuiging van mijn spijt’ (p. 243) F. Thema. Het centrale thema is de machtsstrijd tussen een vader en een zoon; een generatieconflict dat op zich weinig opzienbarend hoeft te zijn. Dit thema stijgt in Karakter boven het alledaagse uit, in de eerste plaats doordat deze machtsstrijd zich afspeelt tussen personages met monumentale karaktereigenschappen. Het bijzondere van het conflict is echter, vooral de dubbelzinnige wijze waarop het zich ontwikkelt. Dreverhaven zit zijn zoon op alle mogelijke manieren dwars, omdat hij hem haat. Die haat is oprecht, maar langzamerhand ontdekt Dreverhaven dat hij, door zijn zoon tegen te werken, hem ook helpt om zijn doel te bereiken. Hij leert immers tegen de verdrukking in groeien, en staalt zo zijn karakter. Dreverhaven trekt dan ook aan het eind deze conclusie (p. 246). Katadreuffe raakt daardoor in verwarring en begint zich pas dan te realiseren hoe de verhouding met zijn vader in elkaar zit. Ook gevoelens van Katadreuffe ten opzichte van zijn vader zijn dubbelzinnig. Zijn haat en woede zijn duidelijk, maar er is ook sprake van ontzag en bewondering. Een deel van zijn eerzucht wordt zelfs gemotiveerd door de drang zijn vader voorbij te streven. De meest fundamente driften, liefde en haat, domineren dus het conflict. De zoon dood immers bijna de vader. Het is wel opmerkelijk dat het initiatief daarbij van de vader uit gaat. Hiermee komt het motief doodsdrift naar voren. De opvatting die uit de roman spreekt is dat goed en slecht altijd samen voorkomen en niet zonder elkaar kunnen bestaan. De zoon maakt carrière, streeft met succes zijn idealen na en slaagt ondanks de tegenwerking van de vader. Deze tegenwerking, die dus ook medewerking inhoudt, is in zekere zin verdacht, omdat het afkomstig is van een individu dat in het hele verhaal als negatief wordt afgeschilderd. Dreverhaven is een wetsdienaar, die de wet aan zijn laars lapt, een woekeraar die misbruikt maakt van zijn positie. De omgeving waarin hij zich pleegt op te houden draagt trekken van de onderwereld. De positie van Dreverhaven is direct gekoppeld aan die van Stroomkoning; ze hebben elkaar groot gemaakt. Zon en onderwereld zijn niet ver van elkaar verwijderd. Katadreuffe streeft een positie na als die van Stroomkoning. Hij bereikt zijn maatschappelijke doel, maar dit gaat ten kosten van zijn mens-zijn. Hij offert er zijn liefde voor Lorna te George aan op. Wanneer Katadreuffe de gelegenheid om Lorna te George zijn liefde te bekennen niet aangrijpt, staat er het volgende: ‘En niet het visioen van zes zonnen, maar dit werd het machtigste moment van zijn leven’ (p.179). Hetzelfde patroon is zichtbaar in de verhouding tot Jan Maan en moeder Katadreuffe. De enige winst die Katadreuffe in dit opzicht boekt, is toenemend zelfbesef, en daarmee het inzicht dat hij er in de verhoudingen met zijn medemens niet beter op is geworden. Het belang van deze thematische lijn dat goed en slecht, negatief en positief, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, wordt nog eens onderstreept door het motto S.T. Coleridge. Een ander motief dat het thema ondersteunt is het faillissement. Katadreuffe is twee maal failliet gegaan en heeft van de deurwaarder Dreverhaven verloren. Het derde faillissement heeft Katadreuffe kunnen voorkomen. Het miskennen van liefde is ook een motief. Dit komt voor bij de relatie tussen de moeder en zoon. Ze hebben elkaar lief zonder dat ze er tegenover elkaar voor uit komen. De manier van communiceren tussen de moeder en de zoon wordt vaak naar voren gebracht. De communicatie bestaat dan ook niet uit praten, maar uit niets zeggen. Voor hen betekent dat meer dan het letterlijk uitspreken van de gevoelens of gedachten. Wat is het verband tussen de titel en het thema / het verhaal van het boek? Het hele verhaal wordt overheerst door de ontzettend sterke karakters van Jacob Willem Katadreuffe, Jacoba Katadreuffe en Dreverhaven. Katadreuffe wil alles zelf leren en zoals zijn moeder aanvaardt hij van niemand hulp. Hij wil zijn doel op eigen houtje bereiken. Dit verband is terug te vinden in de ondertitel: “De strijd tussen zoon en vader, waarbij de zoon eindelijk tot het inzicht komt dat de vader met zijn tegenstand geenszins de bedoeling had de carrière van de zoon te doen mislukken”
4. Leeservaring. "Karakter" gaat over de strijd tussen vader en zoon begin twintigste eeuw. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is zeer bepalend voor het boek. Hierdoor lijken sommige gebeurtenissen in het verhaal onwerkelijk, zoals de houding tussen Katadreuffe en zijn ouders. Ik denk echter dat de houding van de ouders van Jacob Willem niet eens zozeer met de tijd waarin het boek zich afspeelt te maken heeft. Natuurlijk heeft dat aspect wel invloed, maar ik denk dat de ouders van Katadreuffe anders zijn dan de meeste mensen. De ouders hebben uitgesproken karakters. Het is erg onwerkelijk om te zien hoe zij Jacob Willem vaak maar aan zijn lot over laten. In dit boek was het belangrijkste de gevoelens van de hoofdpersoon en de sfeer in de omgeving. Er kwamen genoeg gebeurtenissen in het verhaal voor, die soms zeer uitvoerig maar soms ook zeer kort worden omschreven. De meeste gebeurtenissen waren in een wat sombere sfeer geschreven, wat ook geheel naar de stemming van de hoofdpersoon is. De gebeurtenissen zijn zeer geloofwaardig, dat komt dan ook door de nauwgezette beschrijvingen. Er vonden geen erg schokkende gebeurtenissen plaats, maar spanning was wel in het boek terug te vinden. De spanning in dit boek wordt vooral veroorzaakt door het feit dat het steeds onzeker blijft of Katadreuffe zijn doel zal halen ondanks de tegenwerking die hij ondervindt van zijn vader, en zo ja of zo nee, wat dit voor gevolgen heeft voor zijn toekomst of die van Dreverhaven. Dit wordt ook weer versterkt door het mes dat een aantal keer in het boek voorkomt. Het laatste hoofdstuk spreekt me het meest aan. Hierin kijkt Katadreuffe terug op zijn leven en verondersteld hij, dat hij dankzij zijn vader extra heeft moeten vechten, en hierdoor misschien advocaat heeft kunnen worden. Katadreuffe komt er ook achter dat hij nergens anders aangedacht heeft dan aan werk en vele gevoelens en gebeurtenissen heeft moeten mislopen. Dit was een erg onverwachte wending. Bordewijk gebruikt een wat oudere schrijfstijl, waardoor de tijd van het boek goed uitkomt. De gebeurtenissen zijn helder en snel omschreven, waardoor het verhaal zeer vlot te lezen was. Het boek was erg indrukwekkend om te lezen. Twee onbuigzame karakters in een strijd, die tot het uiterste bleek te gaan, zelfs de liefde wordt er aan opgeofferd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Karakter door Ferdinand Bordewijk"