Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
Boekcover Weerborstels
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 2415 woorden
  • 18 augustus 2006
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
11 keer beoordeeld

Boekcover Weerborstels
Shadow
Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
ALGEMENE INFO: Auteur: Antonius Fransiscus Theodorus van der Heijden
Titel: Weerborstels
Pagina’s: 92
Hoofdstukken: 9
Jaar 1ste druk: 1992: ter ere van de Nationale Boekenweek LEESERVARING BESCHRIJVEN  Onderwerp Om te beginnen: het onderwerp. Volgens mij gaat het hele boek over de dood. Ik heb hier nog nooit echt een boek over gelezen, dus kan ik het moeilijk vergelijken met andere boeken. Door het lezen van dit boek ben ik wel anders over het onderwerp gaan denken. In dit boek is de dood meer een nieuw begin dan het einde. Desondanks is het onderwerp toch tamelijk oppervlakkig gebleven, omdat eigenlijk alleen het op een na laatste hoofdstuk echt over de dood gaat. In de rest van het verhaal staan alleen maar vage verwijzingen ernaar. Verder is het onderwerp wel verrassend uitgewerkt, en is het niet alleen maar een treurig verhaal geworden. Er is totaal niet uitgekomen wat ik van tevoren verwachtte, want als je de titel ziet en de achterkant leest, kun je nooit goed weten waar het hele boek over gaat en uiteindelijk ging het dus over iets heel anders dan ik dacht.  Gebeurtenissen Het verhaal bevat een hoop gebeurtenissen, die in een redelijk hoog tempo verteld worden, waardoor het soms lastig is om het verhaal te blijven volgen. In het verhaal wordt de nadruk toch wel gelegd op de gedachten en de gevoelens van de personen, of in ieder geval meer dan op de gebeurtenissen. De gebeurtenissen zijn zeer geloofwaardig, want alles in het verhaal zou kunnen kloppen. Echt waarschijnlijk is het echter niet, omdat het gebeurtenissen zijn die niet zo vaak voorkomen, en zeker niet in verband met de andere gebeurtenissen. Zelf heb ik nog nooit een gebeurtenis uit het verhaal meegemaakt en ik denk ook niet dat ik het zou willen meemaken.
 Personages Ik kan me redelijk goed verplaatsen in de personen, hoewel de problemen van de personen heel ingewikkeld in elkaar zitten. De personen hebben me echter niet echt beïnvloed, noch hebben ze me echt aan het denken gezet. De hoofdpersoon is niet iemand waarop ik zou willen lijken, want hij is een beetje té geleerd. Je komt vrij veel over de personages te weten, waardoor hun gedrag vrij goed te begrijpen is. De personages veranderen door het verhaal wel, doordat er grote tijdsprongen in voorkomen, dus dat is zeer begrijpelijk.  Bouw Vaak zijn er grote stukken weggelaten aan informatie die cruciaal zijn om het verhaal goed te begrijpen. Ook staan de gebeurtenissen niet op een logische volgorde. Door deze twee dingen wordt het verhaal wel spannender, maar wordt het ook moeilijker om het verhaal te volgen. Het verhaal heeft dus een ingewikkelde opbouw. Het verhaal bevat ook wat tijdsprongen, die soms ook niet helemaal logisch zijn. Het slot van het verhaal past goed bij alle gebeurtenissen, maar het is niet echt een vrolijk slot.  Taalgebruik Het verhaal is af en toe lastig om te lezen, doordat het lange zinnen zijn met een ingewikkelde opbouw en doordat er veel poëzie en beeldspraak gebruikt wordt. Ook staan er een aantal moeilijke(re) woorden in. Het aantal dialogen in het verhaal is vrij beperkt, doordat de nadruk ligt op gedachten en niet op woorden. SPANNENDE OF VOORSPELBARE / SAAIE MOMENTEN Open plekken: Er zaten erg veel open plekken in, want bij een hoop dingen kom je er later pas achter en van tevoren heb je geen idee wat de antwoorden zijn op de vraagtekens die deze open plekken oproepen. Ik zal er een paar als voorbeeld noemen, maar natuurlijk niet allemaal: Robby wordt klinisch dood verklaard: je weet niet of hij dit nog overleefd heeft. Dit wordt een klein stukje later al verteld. Robby gaat dood: ook nu denk je misschien dat hij toch nog in leven kan zijn. Dit is echter niet zo en wordt ook al vrij snel na de open plek verteld. Robert’s rare toestand: je denkt dat hij misschien dat hij aan een psychische ziekte leidt, waardoor hij een beetje gek doet. Het antwoord op dit vraagteken wordt echter niet verteld. Door bovenstaande voorbeelden kun je wel degelijk zien dat er verschillende open plekken in het verhaal zitten die er voor zorgen dat je door wilt blijven lezen. Globale spanning: Ik denk dat er vooral op de toekomst gerichte spanning in voorkomt. Er is in het verleden niet een bepaald iets gebeurd waar heel het boek over gaat. Het gaat over heel het leven van Robby en in het verleden zijn wel wat kleine dingetjes vertelt, zoals dat Robby scheldwoorden leert van zijn vader en andere wielervrienden, maar in de rest van het boek wordt hier (bijna) niks over gezegd. Je vraagt je eigenlijk het hele boek door af wat er gaat gebeuren dus komt er meer op de toekomst gerichte spanning in voor.
Lokale spanning: De lokale spanningen zijn natuurlijk de open plekken, omdat die spanning oproepen, en nog wat andere spannende dingen, waarvan ik hieronder een paar voorbeelden heb beschreven: De carnavalsstunt waarbij Robby’s vriend om het leven komt is natuurlijk vrij spannend, omdat je van tevoren weet dat dat soort dingen heel gevaarlijk zijn. De politie-achtervolging op het einde. Een achtervolging is natuurlijk vrijwel altijd spannend, zeker als (zoals in dit geval) er iemand bij gewond kan raken of zelfs dood aan kan gaan. Spanningsboog: Er valt hier weinig over te vertellen. In het boek staat al dat bij ‘globale spanning’ de spanningsboog lang is en bij ‘lokale spanning’ niet. Je kunt hier wel elke spanningsboog in gaan zetten, maar dan kun je net zo goed bij lokale en/of globale spanning kijken. Ik kan wel zeggen erover dat er weinig lange spanningsbogen in zitten en meerdere korte spanningsbogen, maar volgens mij is dat in heel veel boeken zo. Uitstel en vertraging: Er komt een grote cliffhangers in voor van een heel hoofdstuk, als je ineens terugblikt op de bruiloft van Karin en Robert. Albert is dan ineens weer een kleuter net zoals Robby is op dat moment. Later zijn ze ineens weer veel ouder. Verder denk je vaak dat je nú het antwoord op een vraag krijgt en dan blijkt het heel erg uitgesteld te worden en kom je erachter dat het nog wel even duurt voordat je het antwoord krijgt. Dwaalsporen en verkeerde vermoedens: Er komen naar mijn idee bijna geen dwaalsporen en verkeerde vermoedens in voor en ook bijna geen vooruitwijzingen. Daarom valt er bijna niks te vertellen bij dit stukje. Informatievoorsprong: Een kleintje bij de carnavalsstunt: je weet dat het niet bepaald veilig is om boven op een bus te gaan zitten, maar je zou toch wel verwachten dat Robby dat ook weet. Waarschijnlijk weet hij dat ook wel, maar hij was nogal dronken. Verder houden ze meer informatie achter dan dat je een voorsprong hebt. REACTIEVERGELIJKING Persoon 1 in situatie 1: oom Robert hoort (voor de eerste keer) dat zijn zoon klinisch dood is verklaard. Oom Robert weet volgens mij niet helemaal wat ‘klinisch’ betekend, en hij denkt dat Robby nog leeft en hij begon de twee mannen van de politie die het bericht kwamen brengen uit te schelden. Verder heeft Robert geen poging gedaan Robby op te zoeken of te kijken of hij misschien nog leeft. Dan leeft Robby inderdaad nog wel, maar als ik zou horen dat mijn enige zoon dood was, zou ik vrezen voor het ergste en hem direct willen opzoeken. Dat hij dan nog overleefd is alleen maar heel erg mooi en niet, zoals in het verhaal, heel normaal. Persoon 2 in situatie 2: Albert (de verteller in het verhaal en tevens neef van Robby) gaat zijn enige jas terug halen als hij vermoed dat zijn neef hem heeft laten jatten. Hij komt aan op het terrein waar Robby aan het stunten is op zijn motor met wat vrienden. Dan lopen Robby en hij een stukje en hij heeft het over zijn jas. Robby zei dat hij er niet veel voor gekregen had en dat hij de jas dus verkocht had. Albert neemt hier blijkbaar genoegen mee en heeft het er verder niet over. Als ik hem was zou ik mijn jas toch wel terug willen en zo ik er zeker niet blij mee zijn als mijn eigen neef hem had laten stelen door een klein jochie.
RECENSIES De argumenten heb ik onderstreeptin de Word-versie maar die zijn hier niet te lezen net zoals de rest van de opmaak die ik had. Ik kon heel moeilijk recensies vinden en dit was het enige dat ik kon vinden: Reinjan Mulder in NRC Handelsblad: 'Alleen al het korte hoofdstuk waarmee het verhaal besluit verdient het wat mij betreft om binnen twee weken klassiek te zijn.' Hans Warren in de Provinciale Zeeuwse Courant en andere grote provinciale dagbladen: 'Weerborstels is een uitbundig, en indringend verhaal dat zich op verschillende niveaus laat lezen. Het is moeilijk een beter propagandamiddel te bedenken voor het Nederlandse boek in het algemeen, de literatuur in het bijzonder, De tandeloze tijd meer in het bijzonder.' Arnold Heumakers in de volkskrant: 'Onuitputtelijk als het leven zelf is de voorraadkamer waaruit A. F. Th. van der Heijden de stof haalt voor zijn romancyclus De tandeloze tijd. Na een proloog, drie dikke delen en een vierde deel in aantocht blijkt er toch nog van alles te zijn overgeslagen, bewaard voor later. Voor het boekenweekgeschenk van dit jaar bijvoorbeeld.' 'Het aantrekkelijke van deze novelle is dat zij in kort bestek laat zien wat de kracht uitmaakt van de hele cyclus. De tandeloze tijd is een geslaagde combinatie van een panoramisch tijdsbeeld en een zeer persoonlijk literair gevecht tegen de vergetelheid. Van der Heijden maakt poëzie van een privégeschiedenis die daardoor in het gevecht tegen de tijd, de tandeloze evengoed als de verwoestende, niet zonder kansen blijft.' 'Dat is in de eerste plaats een kwestie van stijl. Van der Heijden beschikt namelijk ook nog over een tweede voorraadkamer, gevuld met verrassende volzinnen, metaforen en lyriek, waaruit eveneens royaal wordt geput.' 'Van der Heijden schrijft zijn personages uit hun nederige schulp en plaatst hen in het volle licht waardoor ze voor de lezer onvergetelijk worden.' 'In de slotpassage van de novelle wordt die poëzie volledig zichtbaar, in de wonderschone beschrijving van Robby's laatste rit in het duister, die tegen een boom ten einde komt, waarna een wieldop ongeschonden het wrak verlaat.' 'In deze gave wieldop balt het verhaal zich samen. Het voorwerp wordt een metafoor voor het verhaal en voor de hele cyclus. De onmiddellijk erop volgende slotzin ('Hij is niet dood') klinkt nu volstrekt logisch, want de schrijvende verbeelding heeft de dode op papier inderdaad een nieuw leven gegeven.' Met wie ikzelf het eens ben? Dat is lastig te zeggen aangezien dit geen echte recensies zijn, maar uitspraken van personen. Ik ben het in ieder geval wel eens met iemand als die zegt dat het goed doordacht boek is, en daardoor een beetje lastig te volgen. Verder is het boek heel erg mooi en een aanrader om te gaan lezen. ACHTERGRONDINFO AUTEUR Naam: Adrianus Franciscus Theodorus van der Heijden
Pseudoniem: Patrizio Canaponi
Geboren: 15 oktober 1951 te Geldrop
Genres: roman, novelle, kort verhaal
Citaat: 'Als je het beroep van schrijver kiest, dan moet er ook flink worden geschreven.' Website: http://www.afth.nl Levensverhaal: A.F.Th. van der Heijden (voluit Adrianus Franciscus Theodorus van der Heijden) werd op 15 oktober 1951 in Geldrop (Noord-Brabant) geboren, als oudste zoon van de fabrieksarbeider Petrus Wilhelmus van der Heijden en Catharina Johanna Isabella van der Graft. De middelbare school volgde hij in het nabij gelegen Eindhoven. In Nijmegen studeerde hij enige jaren filosofie, waarna hij in 1976 naar Amsterdam vertrok. Hij is getrouwd en heeft een zoontje. Van der Heijden woont met zijn vrouw Mirjam en zoontje Tonio in Amsterdam. Na jaren van, zoals hij zelf zei, lanterfanten en doelloosheid begon hij van de ene op de andere dag met schrijven. Hij debuteerde in 1978 met de verhalenbundel Een Gondel in de Herengracht. Hij scheef deze bundel onder het pseudoniem Patrizio Canaponi, wat de indruk versterkte dat hij van Nederlands-Italiaanse afkomst zou zijn. Voor deze verhalenbundel kreeg Van der Heijden de Anton Wachterprijs, een aanmoedigingsprijs voor beginnende auteurs. Zijn eerste roman De Draaideur verscheen een jaar later ook onder dit pseudoniem. Na deze twee boeken was het een tijdje stil rond Van der Heijden. In 1983 kwam hij, onder zijn eigen naam, terug met twee werken: de proloog en het eerste deel van de romancyclus De Tandeloze Tijd: respectievelijk De slag om de Blauwbrug en Vallende ouders. In 1985 verscheen het tweede deel: De gevarendriehoek. Deel 4 Advocaat van de hanen verscheen in 1990. Hiermee is De Tandeloze Tijd dus geen trilogie meer wat in eerste instantie wel de opzet was. Toen schreef hij: Weerborstels, een intermezzo. Het was bedoeld als intermezzo tussen Deel 2 en Deel 3, maar je kon het boek ook als zelfstandig lezen. Deel 3 is in 1996 verschenen en bestaat uit twee boeken; het eerste boek is Het hof van Barmhartigheid en het tweede heet Onder het plaveisel het moeras. En daarmee is er nog geen einde gekomen aan deze cyclus. Een vijfde deel is reeds aangekondigd. Als inspiratiebron voor deze cyclus gebruikte Van de Heijden zijn jeugd in Geldrop. Daarmee is zijn werk best wel autobiografisch; levensloop van de schrijver en hoofdpersoon in de romancyclus vallen vaak samen. Opvallend is verder aan deze cyclus de tijdstructuur. De hoofdpersoon kijkt terug op gebeurtenissen uit het recente verleden. Met behulp van flashbacks gaat hij steeds verder terug in de tijd. In 1986 verscheen de korte roman De sandwich: een requiem. In hetzelfde jaar kreeg Van der Heijden twee belangrijke prijzen: de F. Bordewijkprijs voor het boek De gevarendriehoek en de Multatuliprijs voor zijn gehele werk. Voor de Stichting Literair Café Deventer schreef Van der Heijden in 1988 twee novellen waarin hij zijn ervaringen tijdens literaire voordrachtsavonden verwerkte. In oktober 1988 verscheen het science-fiction-achtige verhaal Het leven uit een dag. Deze pocket verscheen met vier verschillende omslagen. Volledige bibliografie: 1978 – Een gondel in de Herengracht (verhalen) 1979 – De draaideur (roman) 1983 – De slag om de Blauwbrug. De tandeloze tijd. Proloog (roman) 1983 – Vallende ouders. De tandeloze tijd 1 (roman) 1985 – De gevarendriehoek. De tandeloze tijd 2 (roman) 1986 – De sandwich (roman) 1988 – Het leven uit een dag (roman) 1990 – Advocaat van de Hanen. De tandeloze tijd 4 (roman) 1992 – Weerborstels. De tandeloze tijd. Een intermezzo (novelle) 1994 – Asbestemming. Een requiem (roman) 1996 – Het Hof van Barmhartigheid. De tandeloze tijd 3.1 (roman) 1996 – Onder het plaveisel het moeras. De tandeloze tijd 3.2 (roman) 1997 – 'WHAMM, de democratisering van het talent'. 1998 – De gebroken pagaai (novelle) 1999 – Het onmogelijke boek: een kleine monoloog van de auteur

2003 – De Movo Tapes (Homo duplex 0) 2003 – Engelenplaque (Dagboekaantekeningen) 2004 – Hier viel Van Gogh flauw (Dagboekaantekeningen)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Weerborstels door A.F.Th. van der Heijden"