Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Sonny Boy door Annejet van der Zijl

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover Sonny Boy
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 3696 woorden
  • 17 augustus 2006
  • 91 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
91 keer beoordeeld

Boekcover Sonny Boy
Shadow

In de herfst van 1928 zien Waldmar Nods en Rika van der Lans elkaar voor de eerste maal. Het is een ontmoeting tussen twee werelden: hij is zwart, zij blank; hij nog geen twintig, zij al bijna veertig; hij is een student uit het exotische Suriname, zij is oer-Hollands, getrouwd en moeder van vier kinderen. Als blijkt dat zij zwanger is van haar zwarte kostganger is he…

In de herfst van 1928 zien Waldmar Nods en Rika van der Lans elkaar voor de eerste maal. Het is een ontmoeting tussen twee werelden: hij is zwart, zij blank; hij nog geen twintig, …

In de herfst van 1928 zien Waldmar Nods en Rika van der Lans elkaar voor de eerste maal. Het is een ontmoeting tussen twee werelden: hij is zwart, zij blank; hij nog geen twintig, zij al bijna veertig; hij is een student uit het exotische Suriname, zij is oer-Hollands, getrouwd en moeder van vier kinderen. Als blijkt dat zij zwanger is van haar zwarte kostganger is het schandaal niet te overzien. De prijs is hoog: Rika verliest haar kinderen, Waldemar zijn geliefde vaderland. Toch weten ze midden in crisistijd een voorspoedig bestaan op te bouwen met elkaar en hun zoon Waldy, hun eigen 'Sonny Boy'. Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Terwijl zijn grootmoeder zich ooit ontworstelde aan haar joodse slavenhouder, wagen Waldemar en Rika nu hun leven om joden te redden - met alle consequenties van dien. 

Sonny Boy door Annejet van der Zijl
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

Titelbeschrijving A. van der Zijl, Sonny Boy, Nijgh en van Ditmar, Amsterdam 2005 (februari 6e druk, 1e druk november 2004). De motivatie van mijn boekkeuze Mijn moeder raadde me dit boek aan, ik vroeg haar om een boek over sterke vrouwen. Ze liep langs de boekenkast, pakte dit boek eruit en zei dat zij het een heel mooi boek vond. Ik ben het achteraf volkomen met haar eens. De samenvatting van de inhoud scholieren.com

Als de jonge rooms-katholieke Rika van der Lans en de protestantse Willem Hagenaar in 1911 trouwen tegen de wil van hun families, is het schandaal niet te overzien. Toch begint de toenadering met de bloedverwanten snel en wonen Rika, haar man en hun vier kinderen binnen enkele jaren gelukkig samen in Den Bosch. De sfeer slaat echter om als Willem voor zijn werk moet verhuizen naar het dorp Goeree. Rika kwijnt er weg van verveling en mist de zwierigheid van de grote stad. Als haar man, niet wetende wat hij met zijn steeds opstandigere vrouw aanmoet, zijn handen niet meer thuis kan houden pakt ze in 1926 haar spullen en vertrekt naar Den Haag. Hier woont ze enige tijd onder primitieve omstandigheden samen met haar kinderen. Ondanks de moeilijke tijden stemt Rika er in toe Waldemar Nods in huis te nemen, een Surinaamse jongen die voor het grote geld naar het rijke Nederland is gekomen. Ondanks het leeftijdsverschil van ongeveer twintig jaar bloeit snel er iets tussen het tweetal en het duurt niet lang voor Rika merkt dat ze zwanger is. Haar kinderen vatten dit nieuws minder blij op dan gehoopt. Haar oudste zoon Wim loopt samen met zijn broertje Jan zelfs weg, terug naar hun vader. Willem, nog steeds onwillig de scheidingswens van zijn vrouw te accepteren, barst na het aanhoren van het verhaal van jaloezie. Rika is ondertussen om haar relatie met een zwarte man compleet verstoten door haar omgeving, en ondanks de pijn die het doet ziet ze zich snel genoodzaakt haar overige twee kinderen, Bertha en Henk, ook naar hun vader te sturen. Deze verbiedt hun vervolgens echter elk contact met hun moeder. Vol verdriet over het “verlies” van haar kindjes verhuist Rika met Waldemar en hun zoontje Waldy naar Scheveningen, waar het haar ondanks de crisisjaren dertig lukt een goedlopend pension te starten. Eind jaren dertig treedt het paar in het huwelijk en begint het contact met Rika’s kinderen langzaam weer redelijk op gang te komen. Als de Tweede Wereldoorlog begint komt Rika snel in de LO terecht, de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Het opvangwerk zet ze door, ook nadat het gezin door de Duitse evacuatie van Scheveningen opnieuw terug moet verhuizen naar Den Haag. De Duitse overheersing begint steeds een grimmigere omvang aan te nemen. En op achttien januari is er een inval bij Rika en Waldemar: ze zijn verraden (iedereen heeft zijn eigen visie door wie ze verraden zijn) en worden al hun Joodse gasten op de trein gezet. Rika, Waldy en Waldemar worden opgesloten in een gevangenis voor mensen uit het verzet, het Oranjehotel in Scheveningen. Waldy is snel vrij en wordt in afwachting van de vrijlating van zijn ouders opgevangen door verschillende gezinnen. Door haar verbeten koppigheid wordt Rika gedurende haar verblijf in het Oranjehotel erg mishandeld door haar woedende ondervrager. Waldemar wordt snel naar het werkkamp in Vught gestuurd en ook Rika verhuist daar na enkele maanden heen. Hun wegen worden echter opnieuw gescheiden als Waldemar naar het concentratiekamp Neuengamme wordt verplaatst. Door zijn kennis van de Duitse taal weet hij daar een baantje in de kampadministratie te bemachtigen, waardoor hij het er naar omstandigheden redelijk heeft. Rika wordt later op transport gezet naar het vrouwenkamp Ravensbruck. Hier overlijdt ze februari 1945 aan de gevolgen van dysenterie. Ook Waldemar overleeft uiteindelijk de oorlog niet. Na de bevrijding van zijn kamp worden de overlevenden opgevangen op het schip “Cap Arcona” aan de Oostzee. De Britse veiligheidsdienst vermoedt echter dat de haven vol SS’ers zit en bombardeert de plaats 3 mei 1945. Duizenden van de zwaar ondervoede ex-kampleden weten het slechts enkele minuten uit te houden in het ijskoude water. Waldemar lukt het zwemmend de kust te halen, maar hij wordt op het strand neergeschoten door jonge en bange Duitse soldaten, die niet wisten wat ze moesten doen, maar waren groot gebracht met de ideeën van de Führer en dus schoten. Waldy weet vlak na de bevrijding niet of zijn ouders nog leven, na een paar maanden komt hij via een kampgenoot van zijn moeder erachter dat zij is overleden na een dysenterie-epidemie. Van zijn vader weet hij niets, na lang zoeken heeft hij nog steeds geen informatie en na 6 maanden nog niets gehoord te hebben, gaan Waldy en zijn familie ervan uit dat Waldemar ook overleden is. Waldy heeft pas van Annejet van der Zijl gehoord hoe zijn vader aan zijn einde is gekomen. Hij krijgt het zeer moeilijk met het verlies en tot grote opluchting van de familie van Rika nemen naar Nederland geëmigreerde familieleden van Waldemar de opstandige jongen in huis. Om zijn worsteling te doorbreken probeert Waldy na vijftig jaar zijn leven op papier te zetten, maar zonder bevredigend resultaat. Het heeft hem zonder meer geholpen dat uiteindelijk Annejet van der Zijl het verhaal reconstrueerde. De eerste persoonlijke reactie Het verhaal heeft me erg geraakt, ten eerste door de liefde die Rika en Waldemar voor elkaar voelden, ondanks hun leeftijdsverschil, ik vond het mooi om te lezen dat zij in voor- en vooral in tegenspoed bij elkaar bleven, elkaar hielpen en later in het verhaal naar elkaar verlangden. Ten tweede door de waarheden die er in stonden: door de naoorlogse generaties is er een scherpe lijn getrokken tussen goed en fout: de slechte Duitsers en de goede Joden en Hollanders en de helden van het verzeten de geallieerden, maar in de oorlog waren deze grenzen helemaal niet zo duidelijk: door iedereen, Hollanders, Joden, NSB’ers en anderen werd verraden, je kon niemand vertrouwen. En het verzet maakte fouten, verraadde Joden tijdens de folteringen of om die folteringen te voorkomen en de geallieerden hebben ook heel veel onschuldige Duitsers gedood met hun bombardementen en ze hebben de Cap Arcona gebombardeerd, hoewel ze niet zeker waren of er SS’ers aan boord waren en de geallieerden hebben toen overlevenden van de concentratiekampen vermoord. De geallieerden hebben ons bevrijd en iedereen is ze nog steeds dankbaar, maar dat ze niet al te precies waren in het kiezen van hun slachtoffers blijkt uit dit fragment (blz. 215-216): (Het is 3 mei 1945. De geallieerden hebben de opdracht gekregen om vijandige schepen in de Oostzee te bombarderen, omdat de geruchten gingen dat het nazi-kopstukken waren die via de Oostzee naar Noorwegen probeerden te vluchten.) Omstreeks 11.35 uur arriveerde de kleine luchtarmada bij Lübeck. Het wolkendek boven de Oostzee bleek intussen echter dichtgetrokken en aangezien de piloten geen idee hadden wat ze precies onder zich zouden aantreffen, besloten ze terug te keren. Onderweg bestookten ze enkele militaire transporten op de wegen van Sleeswijk-Holstein – schietend, zoals een van de vliegers zich later zou herinneren, op alles wat bewoog. Omstreeks twee uur die middag werd gemeld dat de zon boven de Oostzee weer was doorgebroken. Voor de tweede keer vlogen de vliegtuigen over de smeulende puinhoop die van Noord-Duitsland was overgebleven en na een minuut of tien kwam het doel van de missie in zicht. Om 14.16 uur begonnen de sirenes in het badplaatsje Neustadt te loeien. Een kwartier eerder waren hier de hakenkruisvlaggen gestreken, ten teken van onvoorwaardelijke overgave. Op de schepen voor de kust begonnen de opvarenden bij het naderen van de vliegtuigen te zwaaien met witte lakens. Ze jubelden en juichten, en ze hadden gestreepte pakken aan. Maar de piloten zagen slechts vijandige doelwitten in het grote schip en de vele kleinere die beneden hen op het glinsterende oppervlak van de Oostzee lagen. Het was hun derde missie die dag, na maandenlang nacht na nacht hun dodelijke lading op Duitse steden afgegooid te hebben. Vooral in het begin waren de overlevingskansen praktisch nihil geweest – het gemiddelde verliespercentage per operatie was een op de drie vliegtuigen – en ze leefden op pillen, drank en bravoure. Voor de burgers die ze hadden moeten bombarderen hadden ze al geen gedachte overgehad, laat staan voor dat nazi-tuig dat nu beneden als ratten in de val zat. […] En ten derde raakte het boek me door de levendige en beeldende schrijfstijl, ik zag alles zo goed voor me. De gebeurtenissen in de kampen waren gruwelijk en zo zag ik ze ook voor me, maar het was niet op een confronterende en gruwelijke manier beschreven. Open plekken 1) Wat is er met Waldemar gebeurd, nadat de oorlog is afgelopen? →Hij is doodgeschoten op het strand van Noord-Duitsland, nadat het schip is gebombardeerd door de geallieerden. 2) Waarom stemt Willem niet in met een echtscheiding, wanneer hij ook een nieuwe geliefde, in de vorm van Jans, heeft gevonden? →In het begin heeft hij nog steeds de hoop dat Rika met hangende pootjes bij hem terugkomt, maar daarin zou hij Rika toch beter moeten kennen, zij heeft zoveel vuur en trots dat dat geen moment in haar opgekomen is (dit staat letterlijk in het boek). En op het moment dat hij weet dat zij zwanger is en met Waldemar verder wil is hij zo kwaad op haar (hij heeft op dat moment namelijk nog steeds de hoop op hereniging) dat hij haar alleen nog maar wil tegenzitten. Kort daarna ontstaat dan ook hun gevecht om de kinderen. En waarschijnlijk speelt ook de reden mee waarom hij moet huilen wanneer hij hoort dat Rika is overleden: hij houdt waarschijnlijk nog steeds van haar, ze heeft in ieder geval nog een plekje in zijn hart, ze waren elkaars eerste geliefden en hebben flink voor elkaar geknokt. Het bestaan van dat plekje is toch begrijpelijk, ondanks alles. 3) Waarom komt Waldemars vader (Koos Nods) steeds minder vaak terug naar de Waterkant (het huis in Suriname waar Waldemar in zijn jeugd woont)? →Hij is een avonturier; als hij iets (eindelijk) heeft wil hij alweer iets anders. Hij kan in Brazilië veel geld verdienen en vindt daar een nieuwe vrouw. Perspectief Het verhaal is eigenlijk meer een biografie, maar in een romanvorm verteld, met op de achtergrond de oorlog (in de eerste plaats draait het om henzelf, hoewel ze op een gegeven moment niet méér in de oorlog kunnen zitten). Er moet veel bij verteld worden om als lezer alles beter te begrijpen en het verhaal in de goede historische context te zien. Daardoor is het verhaal geschreven vanuit de alwetende vertelsituatie. Van der Zijl zegt in het nawoord hierover: […]Voor de schrijver/onderzoeker kleeft echter één belangrijk nadeel aan het reconstrueren van het leven van onbekende mensen. Beroemdheden plegen namelijk aanzienlijk meer tastbare sporen achter te laten dan anonieme burgers, zeker als deze, zoals in dit geval, al meer dan zestig jaar geleden in het niets zijn verdwenen. Aanvankelijk leken er van de bitterzoete liefdesgeschiedenis van Waldemar en Rika geen andere papieren getuigen overgebleven dan enkele alinea’s in het ‘ Weinrebrapport’, wat brieven en dikke stapels vergeelde, veelal ongedateerde foto’s. In eerste instantie heb ik dan ook even met de gedachte gespeeld om het verhaal in de vorm van een historische roman te gieten. Maar naarmate ik me meer in de hoofdpersonen verdiepte en er steeds meer materiaal boven kwam drijven, besefte ik dat tegen het leven zelf niet op te verzinnen valt – in ieder geval niet door mij. Aangezien ik het vertellen nu eenmaal niet kan laten, heb ik het beeld zoals dat uit de herinneringen van betrokkenen en archieven opdoemde opgeschreven als een verhaal, me daarbij naar hartelust bezondigend aan wat literatuurhistoricus Kees Fens ooit even fraai als treffend omschreef als ‘het plunderen van de gereedschapskist van de fictieschrijver’. Dat laat onverlet dat het boek gebaseerd is op authentiek materiaal en verifieerbare, door de diverse betrokkenen bevestigde feiten.[…] Het perspectief is betrouwbaar. De verteller weet wat iedereen denkt en voelt, weet wat er in het verleden is gebeurd en wat er zal gebeuren, er zijn ook vooruitwijzingen, zoals: En dus liep ze (Dobbe) door, onwetend van het feit dat Paré en haar vriendin tientallen onderduikers veilig de oorlog door zouden loodsen en dat haar leven weleens heel anders had kunnen kopen als ze wél had aangebeld, om over dat van Herman nog maar te zwijgen. De schrijfster manipuleert de lezers niet en houdt geen informatie achter. Ook weet de verteller alles over wat nu ‘geschiedenis’ is, alles over de oorlog en wat op andere plaatsen gebeurde, wat de mensen toen ter tijd helemaal niet wisten. De thematiek Een onmogelijke liefde, die toch kon. De liefde tussen Waldemar en Rika kon eigenlijk niet omdat zij blank was en hij donker, en ze verschilden 18 jaar. Rika was nog niet gescheiden toen haar affaire met Waldemar begon, en ze was ook al vrij snel zwanger. Maar het lukte hen toch, ze hebben samen moeilijke tijden doorgemaakt, maar ze kwamen er weer bovenop en trokken zich niets aan van wat anderen zeiden (hoewel het wel pijn deed). Het boek is vernoemd naar hun zoontje, Waldy, die zij liefkozend hun Sonny Boy noemden, naar het populaire liedje uit die tijd, dat tevens een van de motto’s is: When there are grey skies
I don’t mind the grey skies

You make them blue, Sonny Boy
Friends may forsake me
Let them all forsake me
You pull me through, Sonny Boy
You’re sent from Heaven
And I know tour worth
You’ve made a heaven
For me right here on earth
And then the angels grew lonely
Took you ‘cause they’re lonely
Now I’m lonely too, Sonny Boy
Sonny Boy is het teken en de vrucht van hun liefde. En de belofte voor betere tijden. Een perfecte titel, het is, als je weet waar ‘Sonny Boy’ voor staat, waar het boek om draait, het thema. Waldy helemaal niet zo een grote rol speelt in het boek, alleen het laatste hoofdstuk ‘het koekoeksjong’ gaat over hem, maar hij is een symbool. Het tweede motto is: Wie iets van een bepaalde tijd wil begrijpen, moet biografieën lezen, en dan niet van staatslieden, maar de in aantal veelte schaarse biografieën van onbekende burgers. Dit is een van de redenen waarom Annejet van der Zijl dit boek geschreven heeft, om in een biografie van onbekende burgers te voorzien. Dit was meer haar motto dan dat van het boek, volgens mij. Motieven Omdat het een waar gebeurd verhaal is, weet ik niet of er opzettelijk motieven in gebruikt zijn, omdat het op deze manier gebeurd is en in levens nooit opzettelijk motieven worden gebruikt. Dat mensen dingen vaak doen ligt aan de situatie of hun karakter. Toch heb ik motieven gevonden, in ieder geval kunnen ze daarvoor doorgaan. Brieven: Rika schrijft iedere week brieven naar haar kinderen die bij Willem wonen, hoe arm zij en Waldemar het ook hebben, of brieven wordt nooit bezuinigd. Wanneer Rika op de trein gezet wordt, gooit ze een briefje naar buiten en wanneer Waldemar en Rika in de concentratiekampen zitten, schrijven ze brieven naar huis en naar Waldy, omdat zij allebei een goede positie hebben bemachtigd in hun kampen, lukt het hen altijd om de brieven te versturen. Zwemmen: Waldemar is een zeer goede zwemmer, van jongs af aan zwemt hij al, hij is een ocean-swimmer en kan de grillige Suriname-rivier aan. Als hij in Nederland is zwemt hij ook veel, vooral wanneer hij in Scheveningen woont. Hij leert zijn zoontje ook zwemmen en Waldy is net als zijn vader dol op zwemmen. Waldemar zwemt na de aanval op de Cap Arcona naar de kust en even later, wanneer hij is doodgeschoten, ‘zwemt’ hij naar huis (naar Suriname).
Verhouding fabel-sujet De proloog van het boek begint in het jaar 1923 en het boek eindigt als Nederland is bevrijdt, 1945. Daarna wordt er ingegaan op het leven van Sonny Boy na de oorlog. Het verhaal is niet logisch- chronologisch opgebouwd. Gebeurtenissen worden omgedraaid (het boek eindigt met de beschrijving van Waldemars dood, nog na de beschrijving van het leven van Sonny Boy). En er wordt vooruit geblikt en tot het moment dat ze elkaar kruisen wordt er aan de levens van Rika en Waldemar om de beurt aandacht besteedt. De tijdversnellingen zijn daarom niet zo opvallend. Soms worden er een paar maanden overgeslagen, maar dat heb je niet in de gaten. De geschiedenis wordt verteld daarbij is niet elke dag even belangrijk, hoewel je soms wel het besef van tijd een beetje kwijt bent. Personages Waldemar Nods is een zwarte elegante jongen uit een welgestelde Surinaamse familie, die opgegroeid is in Paramaribo. Een Surinaamse “Ocean Swimmer”, een jongen die voorbestemd is het in Nederland te maken. Een uiterst rustige, beleefde man, die veel moeite heeft te gronden in het bekrompen koude Nederland, maar terugkeren naar Suriname wil hij zijn gezin niet aandoen. Op de foto’s ziet hij er keurig en formeel uit. Hij stierf, terwijl hij deed wat hij het liefst deed om zich vrij te voelen: zwemmen. Rika van der Lans is de dochter van Rooms-katholieke aardappelhandelaar. Een vrouw die strijd voor wat ze wil. Ze is een eigenzinnige en ondernemende vrouw, soms koppig, om de dingen te doen die zij belangrijk vindt. Volgens mensen, die haar gekend hebben had ze enorm flitsende ogen. Ze zet alles op alles om haar ‘verloren’ kinderen terug te krijgen. Ze ‘botviert’ in de tijd dat dat haar niet lukt haar ongebruikte moederliefde op haar pensiongasten en later op de onderduikers om het hen naar de zin te maken. Ze is gastvrij en sociaal bewogen, daarin gesteund door haar geloof. Daarnaast een tamelijk rebelse vrouw, zelfs de beruchte NSB’er Kaptein kreeg haar niet aan het praten, wat hem erg frustreerde. Hij probeerde haar te intimideren en te beledigen vanwege haar relatie met een zwarte man, maar daarin slaagde hij niet. Waldy Nods ofwel Sonny Boy, geboren in 1929, zoon van Waldemar en Rika. Een 'echte moksi-moksi’, zoals ze dat in Suriname noemen: een bruin kindje met donkere krullen en knalblauwe ogen. Hij is een opgewekt kindje. Een redelijk opstandige jongen, die het niet altijd even makkelijk heeft met de wilde verhuizingen van zijn ouders en die moeite heeft met de pesterijen op school. Na de dood van zijn ouders verliest hij ook een flink stuk van zichzelf, omdat hij zijn ouders heeft verloren (en daarmee ook zijn geschiedenis) op jonge leeftijd, dat is te lezen in het hoofdstuk dat aan zijn verdere leven gewijd is. Doel van Rika Ter eerste gelukkig worden, eerst met Willem Hagenaar en hun kinderen en later met Waldemar en Sonny boy, als het gelukkig worden met Willem niet is gelukt. Ten tweede de onderduikers de oorlog doorhelpen. En ten derde de oorlog overleven, om weer bij Waldemar en Waldy te kunnen zijn. Ook streeft Rika ernaar de kinderen uit haar eerste huwelijk ‘terug’ te krijgen. Het schrijnende van Rika’s leven is, dat ondanks al haar goede bedoelingen geen van haar doelen is bereikt. Helpers  Willem Hagenaar, alleen in het begin, wanneer hij en Rika willen trouwen. Maar later wordt hij tegenstander.  Waldemar, hij helpt Rika gelukkig te worden, en hij maakt haar weer blij en opgewekt wanneer hij de kamer bij haar huurt. En hij helpt Rika met het onderbrengen van de onderduikers.  Sonny Boy, hij is het zonnetje in Rika’s leven.  Bertha, Rika’s dochter uit haar huwelijk met Willem, ze onderhoudt contact met haar moeder en neemt soms haar broertje mee. Dan heeft Rika in ieder geval een paar van haar kinderen, voor even, weer bij zich.  Haar doorzettingsvermogen, haar opgewektheid en haar zorgzaamheid zorgen ervoor dat ze zich door veel tegenslagen heen weet te slaan en altijd het goede in het leven blijft zien; daarmee is ze ook een hulp en steun voor anderen. Tegenstanders  Haar ouders, wanneer ze met Willem wil trouwen. Ze werken haar tegen omdat hij een protestant is (Rika is zelf rooms-katholiek).  Willem Hagenaar, hij maakt haar ongelukkig in Goeree-Overflakkee. En nadat Rika een relatie had gekregen met Waldemar, mocht Rika haar kinderen niet meer zien.  Kees Kaptein, omdat Rika niet wilde toegeven tijdens zijn verhoren, sloeg hij haar en veroordeelde hij haar tot concentratiekampen.  De oorlog. Dit was haar grootste tegenstander. Het heeft er namelijk voor gezorgd dat haar man is doodgegaan en zij zelf ook, waardoor ze nooit meer verenigd zou worden met haar kinderen. En gelukkig oud worden kon ook niet. Daarnaast heeft de oorlog ervoor gezorgd dat de onderduikers het niet overleefden en dat Waldy allerlei complexen heeft gekregen en geen normale jeugd.
Wereldbeeld van Rika Rika is een heel erg warme vrouw en zorgt en moedert graag. Maar dat is niet echt haar wereldbeeld. Ik denk dat het is dat iedereen gelijk is: Jood of niet-Jood, donker of blank, protestant of katholiek, het doet er niet toe, we zijn allemaal mensen. Daarom trouwt ze met een protestant, terwijl ze zelf katholiek is, krijgt ze een relatie (en een kindje) van een donkere man, en geeft ze onderdak aan Joodse onderduikers. En dat vind ik een heel mooi wereldbeeld, daar kunnen veel mensen in het heden nog wat van leren. Omdat veel mensen het niet met haar eens zijn wat dat betreft, kan het haar niet schelen wat anderen over haar en haar gezinssituatie denken. Dat is ook deel van haar wereldbeeld, ze gaat haar eigen gang en past zich niet aan aan de normen van andere mensen. Beargumenteerd eindoordeel Ik vind ‘Sonny Boy’ een heel erg mooi boek, over een hele bijzondere vrouw. Haar hele leven is zo complex en ze blijft voortdurend opgewekt. Ze heeft zoveel dingen meegemaakt en altijd blijft ze de goede dingen in het leven zien. Ze heeft zo’n sterk karakter -ze buigt niet voor Kees Kaptein in zijn verhoor, hoewel dat achteraf gezien misschien beter voor haar was geweest, maar uit principe doet ze het niet. En dat houdt ze vol- dat vele mensen een voorbeeld aan kunnen nemen. Ik vind haar een heel sympathieke vrouw, hoewel ik zelf bepaalde dingen anders zou hebben gedaan. Ik vind haar persoon heel goed neergezet door Annejet van der Zijl, en het is een levendig verhaal geworden over een boeiende levensgeschiedenis.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Sonny Boy door Annejet van der Zijl"