Joe is een typische jongen, onvoorspelbaar, avontuurlijk en een beetje gek. Hij heeft iets exotisch, Frans vindt hem op een nomadische steppenruiter lijkt, met een beetje scheve ogen. Hij komt Lomark binnen door met een auto Christof’s huis binnen te rijden, op twaalfjarige leeftijd. Hij maakt bommen, met een van die bommen blaast hij zelfs een deel van zijn eigen hand eraf. Later begint hij aan de bouw van een vliegtuig, waarmee hij zijn drang tot technische experimenten bevredigt. Joe Speedboot is natuurlijk niet zijn echte naam, in werkelijkheid heet hij Achiel Stehpaan Ratzinger, maar zijn zelfverzonnen naam (gebaseerd op het liedje ‘Hey Joe’ van Jimi Hendrix!) geeft hem iets onoverwinnelijks, in het boek wordt bijvoorbeeld gezegd dat niemand naar zijn hand vroeg, die hij er met een misbom half had afgeblazen, omdat ze niet liever niet wilden weten dat Joe een stommiteit had begaan, dat stond hem niet. Frans heeft enorm veel vertrouwen in Joe, in het boek komen stukken voor waaruit de bewondering voor hem blijkt: ‘Hij was niet zozeer ene buitengewone jongen, hij was een kracht die vrijkwam. Je had verwachtingsvolle tintelingen in zijn buurt – er was een energie die vorm aannam in zijn handen, in een los verband toverde hij bommen, racebrommers en vliegtuigen te voorschijn en jongleerde ermee als een lichtzinnige tovenaar. Ik had nooit eerder iemand ontmoet bij wie het idee zo vanzelfsprekend leidde tot uitvoering, op wie angst en conventies zo weinig greep hadden. Hij durfde het onmogelijke te denken …’ Joe heeft weinig interesse voor meisjes, hij is meer geïnteresseerd in fysica, dus wanneer het onderwerp van de vrienden op het nudisme van mevrouw Eilander komt, bedenkt hij het idee om een vliegtuig te bouwen, zo kunnen ze haar bewonderen. Hij heeft niet zozeer interesse in mevrouw Eilander maar het vliegtuig spreekt hem wel aan. (‘Ze vond je leuk, zei engel tegen Joe. Jij bent van de vrouwen hier, zegt Joe, ik van de dingen waar benzine in moet.’: blz. 113) Wanneer het vliegtuig af is, maakt hij als eerst een vlucht, met gevaar voor eigen leven, maar dat is niet iets wat Joe wat uit lijkt te maken, bang lijkt geen karaktereigenschap van hem te zijn. Wanneer zijn echte naam bekend wordt bij PJ en Frans verliezen ze een deel van hun bewondering voor hem: ‘.. we zien niet meer de geliefde tovenaarsleerling, maar Achiel Stephaan Ratzinger, een soort Christof die lang geleden zijn zieligheid heeft proberen te verdonkeremanen door Johnny Maandag te kiezen als nom de plume’ Later weet PJ Joe toch het hoofd op hol te brengen, hij is ontzettend verliefd op haar, maar aan het eind van het boek is dit omgeslagen en vliegt hij met het vliegtuig met een banier eraan waar HOER VAN DE EEUW op staat boven haar verjaardag, blijkbaar heeft ze hem met haar verraad toch wel pijn gedaan. PJ
PJ komt met haar ouders naar Nederland vanuit Zuid-Afrika, haar vader is tandarts. Ze heet eigenlijk Picolien Jane, maar niemand noemt haar zo. Ze heeft een breed, bleek gezicht, met een enorme bos goudblond krullend haar, en blauwe ogen die schuin in haar gezicht staan. Ze spreekt wanneer ze pas bij de jongens in de derde klas is gekomen Afrikaans, wat iedereen prachtig vind. Sowieso is iedereen weg van haar, de jongens zijn allemaal verliefd op haar, Frans ook. Naast dat ze knap is, is ze ook nog eens heel slim, ze slaagt met een 8.4 gemiddeld. Verder kom je in het boek niet zoveel over PJ te weten, tot het boek over haar verschijnt, geschreven door haar vriendje Arthur Metz. Hij beschrijft haar karakter heel uitgebreid, en ze komt hierdoor in een heel ander daglicht te staan. Ze blijkt in Zuid- Afrika dik te zijn geweest, en daaraan een trauma te hebben overgehouden, ze leidt aan Boulimia nervosa. Voordat ze naar Nederland kwam, in een compleet nieuwe omgeving, zorgde ze dat ze eerst zoveel afviel, dat ze niet langer dik was. Zo maakte ze in Nederland een nieuwe start, waar ze door iedereen aantrekkelijk werd gevonden, wat voor haar een compleet nieuwe gewaarwording was. Maar door de boulimia had ze een extreem laag zelfbeeld, wat zorgde voor ‘existentiële leegte, en de overtuiging van intrinsieke waardeloosheid.’ Hierdoor kon ze niet echt voelen, maar kopieerde ze gewoon het gedrag wat ze anderen zag, waardoor ze een normaal meisje leek, met een normale ontwikkeling. Ze is de perfecte dochter, de perfecte vriendin, de perfecte studente: ‘Ze reflecteerde feilloos wat in iedere sociale situatie van haar werd verlangd. Haar mimesis was volmaakt op één ding na; Eén levensgebied was ontoegankelijk voor haar omdat ze het niet kende en begreep: intimiteit. Die kon ze niet imiteren’ Na de middelbare school gaat ze Letterkunde studeren in Amsterdam, waar ze Arthur Metz ontmoet. Ze begint een relatie met hem, met wie ze ‘ontroerende zachtheid combineerde met pornografische seksuele overgave. ‘ Seks was in hun relatie de vervanging voor intimiteit. Maar die seks bedreef ze niet alleen met hem, maar ook nog eens met verscheidene andere mannen. Later in dat boek blijkt dat een zich herhalend patroon te zijn, ze slaap met Joe, Christof en Frans, en lijkt zich daar helemaal niet schuldig over te voelen. Uiteindelijk kiest ze na haar relatie met Joe toch voor meer vastigheid, en gaat ze een relatie aan met Christof, de meest stabiele van de vrienden. Frans(je) Frans is een intelligente jongen die een grote fascinatie heeft voor de samoerais, dit wordt hem echter noodlottig, wanneer hij het lichaam van de rots oefent, samoerai techniek, liggend in een grasveld komt er een cyclomaaier langs die zijn borstkas verbrijzeld en hem daarmee voorgoed tot een rolstoel veroordeeld. Hij kan alleen zijn rechterarm bewegen, voor de rest is hij zwaar spastisch, praten kan hij ook niet. Toch gaat hij terug naar school, waar hij ondanks zijn handicaps toch zijn examen met een 7.8 gemiddeld weet te halen. Op school sluit hij vriendschap met Joe, wie hij in het geheim al lange tijd bewondert. Eerst is deze alleen bevriend met Christof, waardoor Fransje Christof enorm benijd, en altijd achter de twee aanrijdt om ze te bestuderen. In zijn rolstoel rijdt hij een beetje rond in het dorp, en zo ziet hij nog eens wat. Alle gebeurtenissen in zijn leven schrijft hij op in dagboeken, hij denkt er later misschien geld mee te kunnen verdienen als hij mensen precies kan vertellen wat er die en die dag is gebeurd in Lomark. Na zijn eindexamen weet zijn vader iets om hem bezig te houden: het persen van Briketten, als brandhout. Frans is blij wat om handen te hebben en stort zich hierop. Wanneer Joe Fransje vertelt dat hij moet gaan armworstelen, wil hij dit eerst niet. ‘ziedaar wat er gebeurt wanneer er op een dag iemand langskomt die je aanbiedt om je wereld een keer of tienduizend te vergroten; paniek. Joe bood mij competitie aan. Ik, de man van buiten mededinging die zichzelf ongeschikt had geacht voor deelname aan de strijd, die zichzelf buiten de ring had geplaatst als waarnemer en commentator, werd gevraagd armpje te drukken. Ze zouden naar me kijken, me beoordelen en uitjouwen of aanmoedigen. Wat Joe deed was niet minder dan mij een plaats in de wereld aanbieden, een bewegingsvrijheid die ik niet kon overzien. Het was verschrikkelijk. Dus ik zei nee. Ik zei niet zozeer nee, ik klapte volkomen dicht. Alles moest blijven zoals het was, want zoals het was, was het goed. Als het niet goed was zou het wel anders zijn. Opeens verdedigde ik met bittere kracht de waarde van een verbouwd tuinhuis, een briketteninstallatie en een paar honderd vierkante meter bewegingsruimte.’ Nadat Frans erachter komt dat zijn briketten helemaal niet verkocht worden, en zijn vader hem al die tijd heeft voorgelogen, zoekt hij een andere bestemming voor zijn leven, na het schrijven van dagboeken en het persen en is hij bereid zich samen met Joe op het armworstelen te storten. Ook al is Fransje zo afhankelijk van hulp als de pest, hij verlangt toch naar onafhankelijkheid, dit blijkt uit zijn wens om op zijn vijftiende in het tuinhuisje te willen wonen. Hij is het waarschijnlijk zat om zo hulpbehoevend te zijn, en voelt misschien dat hij zijn moeder tot last is. ‘We zijn tot elkaar veroordeeld, ik, haar gekneusde vrucht en hoogstpersoonlijke ramp, en zij, die net als oude paarden het leed van de wereld op haar rug draagt.’ Bijpersonen Papa Afrika, een Egyptische Nubier die met Joe’s moeder mee komt naar Nederland, ze zijn verliefd op elkaar geworden toen Regina in Egypte op vakantie was. Het eerste wat hij Regina geeft is een miniatuur feloek. Ironisch is dat hij haar uiteindelijk ook verlaat met een zelfgemaakte Feloek. Hij gaat waarschijnlijk terug door heimwee, en misschien was hij Regina ook wel zat. Christof wordt een beetje als een lafaard beschreven, die zelfs niet in de schaduw van Joe kon staan. Desondanks is hij Joe’s eerste vriend, en zijn ze de eerste tijd onafscheidelijk. Hij is geen avontuurlijk type maar bedenkt wat er allemaal mis zou kunnen gaan, het volgende fragment is daar een voorbeeld van: ‘Het ongeluk met de vrachtwagen vormde hen. Het versterkte de stoïcijn in Joe en bracht bij Christof iets ouwelijks boven zicht, iets zorgelijks. Wilde Joe een vliegtuig bouwen, dan zei Christof: “Zou je niet eerst je bagagedrager repareren?’ Knutselde Joe een apparaat in elkaar waarmee hij de zondagse radio-uitzendingen van de Evangelische Gemeente- ‘Radio God’ in de volksmond -kon vervangen door achterwaarts gedraaide speedmetal, en ging op dat moment toevallig net het maandelijkse alarm van de burgerwacht af op het dak van de Rabobank, dan was dat voor Christof het teken dat stoorzenders bouwen een onheilzame weg was. Voor Joe betekende het dat het twaalf uur was, en dat hij honger had.’ Hij gaat rechten studeren, ook niet iets dat getuigd van veel avontuur, maar uiteindelijk is hij wel degene die PJ ‘krijgt’. Engel is ook echt een engel, een goeie jongen. Hij is slim, en deelt Joe’s fascinatie voor techniek. Hij is geliefd bij de meisjes, maar in feite kan het hem allemaal niet zoveel schelen: ‘Engel deed het meesterlijk in zijn nieuwe rol als Casanova. Hij deelde met lichte hand attenties uit en toverde verlegen lachjes op de gezichten maar het interesseerde hem te weinig om er echt werk van te maken.’ Hij geeft veel om kleding, en draagt op zijn zestiende al maatpakken. Uiteindelijk gaat hij naar de kunstacademie, waar hij zich helemaal thuisvoelt. Hij heeft talent, en krijgt een beurs voor een prestigieuze school, waar hij bescheiden mee omgaat. Hij komt echter bruut aan zijn einde doordat er een hond van een balkon op negen hoog op zijn hoofd valt en hij op slag dood is. Kleine rolletjes in het verhaal spelen nog de familie van Joe, en van Frans, maar dezen zijn niet van werkelijk belang voor het verhaal. Perspectief en verteller Het verhaal wordt verteld vanuit Frans, in een ik-perspectief. Alles wat hij heeft gezien, gelezen of meegemaakt kom je te weten.
Een tweevoudige Weg heeft, Van het penseel en het zwaard
MIYAMOTO MUSASHI
Dit is eigenlijk het motto van Frans, wat terugkomt in de indeling van het boek, eerst komt het deel het penseel, waarin Fransje alles wat hij ziet opschrijft. Daarna komt ‘het zwaard’ waar de arm van Frans de vervanging is voor het zwaard. Nadat de weg van het penseel niet gewerkt heeft, besluit Frans na de desillusie van de briketten dat het tijd is voor de weg van het zwaard, en zodoende besluit hij toch te gaan armworstelen. Tijd Het verhaal is chronologisch verteld, met terugblikken af en toe, het verhaal over PJ lijkt ook een flashback, maar is eigenlijk ook chronologisch, fransje leest het. Aan het eind van het boek treedt er tijdverdichting op, en wordt verteld als in een terugblik, een aantal jaren worden overgeslagen en dan wordt er op het eind nog in zes bladzijdes kort verteld wat zich erin heeft afgespeeld
Tommy Wieringa is met zijn vierde roman, Joe Speedboot, eindelijk doorgebroken bij het grote publiek. En terecht, want het is niet alleen een prachtig, avontuurlijk en beschouwend verhaal, maar ook nog mooi geschreven. De originaliteit van Wieringa's schrijfstijl is deels gebaseerd op de door hem gekozen vertelstem van een invalide, intelligente jongen. Deze bijzondere geest trekt je al meteen vanaf de eerste zin in zijn belevingswereld: “Het is een warm voorjaar, in de klas bidden ze voor me omdat ik al meer dan tweehonderd dagen van de wereld ben”. Deze Fransje Hermans is invalide geworden nadat hij door een grote grasmaaier is overreden omdat hij in het hoge gras een samurai-oefening lag te doen. Hij is bijna geheel verlamd, alleen een arm kan hij nog gebruiken, en hij is zijn spraakvermogen kwijtgeraakt. Ter compensatie schrijft hij in zijn dagboek, waarmee hij zich gaandeweg opwerpt als chroniqueur van zijn geboortedorpje, Lomark. Wieringa gebruikt veel beeldspraak en geeft Fransje de mooiste gedachten mee. Een tweede hoofdpersoon in het boek is Joe Speedboot, die in Lomark komt wonen rond de tijd dat Fransje uit zijn coma ontwaakt. Zijn entree in het dorp is spraakmakend; letterlijk omdat zijn vader met z'n truck een woonhuis binnenrijdt en daarbij overlijdt, terwijl Joe, z'n zusje en moeder het ongeluk overleven, maar ook in figuurlijke zin, doordat hij met zijn ingevingen en ideeën heel wat in beweging zet in het slaperige dorpje. Wieringa neemt je op een volledig vanzelfsprekende wijze mee langs alle avonturen van de beide jongens en hun vrienden, die af en toe grenzen aan ongeloofwaardigheid, maar dat door de vertelkunst van de auteur nergens worden. Hij beschrijft ook op ontroerende en humoristische wijze de bijzondere vriendschap tussen beide personages. Op het hoogtepunt van die vriendschap gaan ze armworsteltoernooien door heel Europa langs waar Fransje zijn enige werkende ledemaat, zijn overontwikkelde arm, laat gelden, met Joe als zijn manager. Op deze wijze verdienen ze een aardig zakcentje bij elkaar. Niet alleen dit armworstelavontuur is een voorbeeld van de jongensachtigheid van deze roman. Zo wordt er ook een vliegtuig ontworpen en in elkaar gezet waarmee echt gevlogen wordt, een zeilschip gebouwd waarmee (vermoedelijk) naar Afrika gevaren wordt, en een tractor omgebouwd en klaargemaakt voor de Dakar-rally die echt gereden wordt. Fransje is overal bij als afstandelijk observator en alle anekdotes belanden dan ook in een van zijn vele schriften, behalve het armworstelverhaal. Het besluit om te gaan armworstelen is dan ook een ommekeer in het verhaal. Voor die tijd schrijft Frans trouw in zijn dagboeken om het dagelijkse leven in Lomark vast te leggen en maakt hij, na zijn schooltijd als al zijn vrienden gaan studeren in een andere stad, van oud papier briketten om zijn kost te verdienen. Dit is een idee van zijn ouders, maar op een dag bezoekt Frans de sloperij van zijn vader en ontdekt daar dat zijn vader hem voor de gek heeft gehouden als hij de enorme muur van papierbriketten ontdekt die daar staat. De briketten zijn dus nooit verkocht. Met deze desillusie voor Frans eindigt het eerste deel van het boek ('Penseel'). In het tweede deel ('Zwaard') wordt het armworstelavontuur beschreven en de ontwikkeling van de driehoeksverhouding tussen Joe, Frans en PJ, het Zuid-Afrikaanse meisje waar iedere jongen verliefd op is. Er is ook nog een derde deel ('En toen') dat heel kort is en waarin inmiddels een aantal jaren verstreken zijn en kort wordt verteld wat er van iedereen geworden is. Het dorp is intussen achter de geluidswal verdwenen van de afgeronde nieuwe snelweg en “daarachter zijn wij niet gestorven, noch zijn wij van gedaante veranderd. Wij zijn hier nog”. Een troosteloze slotzin van een vrolijk, humoristisch verhaal. akoliteratuurprijs.userve.nl
Tommy Wieringa - Joe Speedboot
Joe Speedboot is een aanstekelijke ontwikkelingsroman over opgroeiende jongens in een kleine dorpsgemeenschap. Joe Speedboot (niet zijn echte naam) is een geheimzinnige en onverzettelijke nieuwkomer die de natuurlijke orde verstoort. Vriendschap wordt op de proef gesteld. Niemand kan aan zijn bestemming ontkomen. De verteller van het verhaal is Fransje, de jongste zoon van een slopersgeslacht. Fransje is overreden door een landbouwmachine, zit in een rolstoel en ontwikkelt een monsterlijke arm. De onrustige, heroïsche uitvinder Joe neemt Fransje ‘de Arm’ op sleeptouw. Wieringa beschrijft de boven zichzelf uitstijgende personages in een vindingrijke taal. Joe Speedboot is een overrompelend boek vol energie, humor en lef. Beide recensies zijn zeer positief over het boek, ze roemen allebei de humor van het boek, en de stijl waarmee het boek geschreven is. Ik ben het eens met de recensies, het boek leest ontzettend goed weg, en geeft je door zijn humor een goed gevoel. In de bovenste recensie word de beeldspraak en de mooie anekdotes genoemd, daarmee ben ik het helemaal eens, de beschrijvingen in het boek vond ik heel goed, treffend. D. Eindoordeel en evaluatie Eindoordeel Ik ben heel positief over dit boek, ik ben erg blij dat ik het heb gelezen. De hoofdpersoon Fransje, vind ik perfect als verteller, op die manier krijg je een heel ander beeld van ‘de gehandicapte’, leer je zijn leefwereld kennen. De humor waarmee het verhaal wordt verteld houden het verhaal gaande, anders zou het denk ik allemaal minder aansprekend zijn. Een ander goed aspect van het boek zijn de mooie beschrijvingen, van het dorp Lomark, dagelijkse gebeurtenissen waar die op een aparte manier worden beschreven, en de interessante personages. Ondanks de chronologische indeling van het boek wordt het niet saai, het enige punt waarop het me lichtelijk begon te vervelen is wanneer er op de samoerai filosofie werd ingegaan, gelukkig gebeurt dit nauwelijks in het boek. Al met al is het een geweldig boek, wat ik iedereen kan aanbevelen Evaluatie Door de analyse van het boek ben ik meer op de stijl gaan letten, waardoor ik het boek nog meer ben gaan waarderen. Naast een mooi verhaal vind ik het nu ook mooi hoe het is verteld. Ik vond het wel lastig om de samenvatting beknopt te houden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
P.
P.
er staat twee keer hetzelfde in, vrij in het begin van de samenvatting.
twee keer een stuk over dezelfde bom.
Het is ook op school dat Joe een bom legt, die niet naar behoren werkt en zo zijn halve hand er af blaast; Joe is een aantal weken niet op school.
Ondertussen is Fransje ook weer naar school gegaan, hij moet het jaar overdoen vanwege het ongeluk en komt zodoende bij Joe, Engel en Christof in de klas. Het is ook op school dat Joe een bom legt, die niet naar behoren werkt en zo zijn halve hand er af blaast; Joe is een aantal weken niet op school.
15 jaar geleden
Antwoorden