Boy door J. Bernlef

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
Boekcover Boy
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2152 woorden
  • 8 augustus 2006
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
11 keer beoordeeld

Boekcover Boy
Shadow
Boy door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Boy Auteur: J. Bernlef Eerste druk: 2000 Uitgeverij: Querido Amsterdam Gelezen druk: Tweede druk Jaar van gelezen druk: 2000 Informatie over de auteur: J. Bernlef is het pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman. Hij is op 14 januari 1937 geboren in Sint Pancras. In 1960 maakte hij zijn dichtersdebuut met ‘Knokkels’, en in het zelfde jaar maakte hij ook zijn debuut als schrijver van proza met ‘Stenen spoelen’. Sindsdien heeft hij vele prijzen gewonnen, waaronder in 1984 de Constantijn Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre, en tien jaar later de P.C. Hooftprijs, ook voor zijn gehele oeuvre. J. Bernlef is niet het enige pseudoniem wat door deze schrijver is gebruikt, hij heeft ook gepubliceerd onder de pseudoniemen Ronnie Appelman, J. Grauw, Cas den Haan, S. den Haan en Cas de Vries. Het pseudoniem Bernlef is ontleend aan de blinde Friese dichter Bernlef uit de 8e eeuw. Vanaf 2002 publiceert hij onder het pseudoniem Bernlef (zonder de initiaal J.). Tijd: Het verhaal speelt zich af aan het begin van de 20e eeuw in Amerika. De centrale plaats van het verhaal is het dorpje Flatbush. Het is in de tijd dat de film net in opkomst is en dat een auto nog als statussymbool wordt beschouwd.
Hoofdpersoon: Het is moeilijk om te kiezen wie de hoofdpersoon in dit boek is. Het zou William Stevens, journalist van een plaatselijke krant, kunnen zijn omdat hij de persoon is die wil uitzoeken wie Boy, een doofstomme verdachte in een moordzaak op een filmster, is en hoe hij denkt. Hierdoor denk ik ook dat Boy de hoofdpersoon zou kunnen zijn, want hij is de persoon waar het hele verhaal om draait, en daarom kies ik ervoor om hen allebei hoofdpersoon van het verhaal te noemen. Boy is een doofstomme jongen met een rond gezicht en blond haar. Niemand weet precies hoe oud hij is, waar hij vandaan komt en hoe hij heet. Boy is de naam die Amy Faye, een pianiste die hem in huis heeft genomen hem gegeven heeft. Omdat Boy doofstom is, is het niet makkelijk om innerlijke eigenschappen voor hem te geven omdat niemand weet hoe hij denkt. Wat mij wel opviel is dat hij alles heel andachtig bekijkt, en alle details in zijn hoofd opslaat. “De meeste mensen dachten dat Boy achterlijk was. Die mensen keken niet goed. Het was Boy die goed keek, te goed misschien om tot een normaal leven van opeenvolgende en in elkaar grijpende handelingen te kunnen komen. Van wat zich in werkelijkheid in zijn hoofd afspeelde kon ze zich geen voorstelling maken. Het was een hoofd zonder woorden en ook zonder herinnering, leek het wel.” Boy is een round character, dat wil zeggen dat hij zich in de loop van het verhaal ontwikkeld. Eigenlijk is dat niet helemaal zo, want in de loop van het verhaal wordt steeds iets verhelderd over wie hij is en hoe zijn wereld eruit ziet, waardoor het toch lijkt of hij zich ontwikkeld. William Stevens is een jongeman die voor de plaatselijke krant werkt. Zijn grootouders kwamen uit Holland, en eigenlijk heet hij Willem Steevens. Zijn vader was getrouwd met een Zweeds meisje, Maj. Toen zij overleed, heeft hij het nooit helemaal kunnen verwerken, waardoor hij nog veel aan haar denkt. William is een round character, je komt in het verhaal veel over hem te weten. Zo is hij een doorzetter, want hij wil persé zijn verhaal bewijzen en de zaak rond Norma Todd oplossen. Hij is af en toe ook een beetje onzeker omdat hij, wanneer hij de straat opgaat om nieuws te verzamelen, niet door durft te vragen en het soms moeilijk vind om mensen aan te spreken. Bijpersonen: De belangrijkste bijpersoon is, hoewel ze dood is als het verhaal begint, de filmster Norma Todd, door het publiek vaak Polly genoemd. Zij wordt vermoord, en in de kamer waar haar lichaam wordt gevonden treft men Boy aan in de kledingkast. Omdat William wil bewijzen dat Boy er niets mee te maken heeft en erachter wil komen wie Norma dan wel heeft vermoord, draait het verhaal voor een deel dus om haar. Een andere bijpersoon is Amy Faye. Zij is pianiste in de plaatselijke bioscoop, en zij heeft Boy een tijdje in huis gehad. William en zij krijgen in het boek een relatie, en zij wordt zwanger. Omdat Amy een stuk kan helpen in Williams onderzoek, en omdat ze een relatie krijgen, is zij een belangrijke bijpersoon. Amy is een round character. John McCabe is fotograaf en cameraman bij een filmmaatschappij waar Norma Todd voor werkte. Hij heeft een relatie gehad met Amy, en hij mocht Boy graag. Hij wilde erachter zien te komen hoe hij dacht, en dus gaf hij hem een oude fotocamera en ging hij ook samen met hem en een filmcamera op pad. Hij ontdekt dat Boy in beelden denkt en niet in woorden, omdat hij die immers nooit geleerd heeft. John is een flat character, hij ontwikkelt zich niet in het verhaal, en je komt ook niet veel van hem te weten. Een ander flat character is Flannery Duval. Hij is Williams' baas. Flannery wil het land regeren via referendumpolitiek. Over hem kom je in het verhaal niet veel te weten. De laatste bijpersoon, waarover weinig wordt verteld in het boek, is Bruce Wilder. Hij is een rijke man die een relatie met Norma had en haar heeft ‘vermoord’. Korte samenvatting: Het is aan het begin van de 20e eeuw, de stomme film is in opkomst. Wanneer filmster Norma “Polly” Todd wordt vermoord is dat groot nieuws. In de kledingkast op de kamer waar haar lichaam is gevonden, ontdekt de politie een doofstomme jongen, die als verdachte voor de moord terechtgesteld wordt. Wanneer William Stevens, journalist van een plaatselijke krant dit hoort, wil hij meer te weten komen over deze doofstomme jongen en zijn motief voor deze moord. Beetje bij beetje komt hij erachter dat Boy, zoals men de jongen noemt, onschuldig is en dat de dood van de Norma een ongeluk was. Helaas is het voor Boy dan al te laat: hij heeft zichzelf opgehangen in de gevangenis. Wanneer William zijn verhaal publiceert gelooft niemand hem, maar als een grotere krant een tijdje later een artikel plaatst over fraude door de inspecteur die het onderzoek leidde, blijkt dat William toch gelijk had en dat Boy onschuldig en voor niets is gestorven. Einde: Het verhaal heeft een gesloten einde: toen William schreef dat Norma Todd door een ongeluk om het leven was gekomen, geloofde niemand hem. Toen een grote krant daarna uitvond dat de inspecteur fraude had gepleegd, en dat Williams verhaal toch klopte, geloofde men het wel. William verhuist met zijn vriendin Amy Faye, ex-bioscooppianiste, die van hem in verwachting is, naar Montauk, een plaats aan de kust, waar ze, aan het verhaaleinde te zien nog lang en gelukkig leven. “Amy wenkte William. ‘Voel,’ zei ze. Ze pakte zijn hand en legde hem op haar buik. En nu voelde hij het. Onder zijn hand bewoog iets. Hij wilde iets zeggen. Glimlachend legde ze een vinger op zijn lippen.” Het eind van het verhaal is duidelijk gegeven en het is geen vaag of onduidelijk einde. Als je het boek uit hebt is het verhaal ook echt afgesloten. Inhoud: Het boek heeft een hoofdstukindeling. Het heeft 10 hoofdstukken, waarvan het laatste een epiloog. Het boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat hoofdstuk 1 t/m 5, deel twee bestaat uit hoofdstuk 6 t/m 9, plus de epiloog. Daarnaast heeft ook ieder hoofdstuk nog een verdeling in een soort paragrafen waarvan de lengte sterk wisselt. De paragrafen worden gebruikt om van de ene persoon of plaats naar de andere te gaan, om een flashback te laten zien, of om de geschiedenis van een feit of voorval te vertellen. De hoofdstukken vormen naar mijn mening een afgerond geheel.
Perspectief: Het boek is geschreven in een persoonaal perspectief, dat wil zeggen dat er wordt geschreven in de “hij-vorm”. Flashbacks: In het verhaal wordt gebruik gemaakt van flashbacks om de geschiedenis van een bepaalde gebeurtenis of persoon te vertellen of de achtergrond van iemand te schetsen zodat het duidelijker wordt waarom personages doen zoals ze doen. Ik denk dat er soms wel gebruik wordt gemaakt van tijdsverdichting, want niet iedere dag wordt beschreven, en er wordt ook niet iedere keer een tijdstip genoemd waarop iets gebeurt. Losstaande tekstgedeelten: Er zijn geen losstaande tekstgedeelten in het boek. Wederkerende dingen: In het boek komt de kleur rood verschillende keren voor, bijvoorbeeld wanneer Amy en William naar Bruce Wilder gaan om de waarheid te vragen, heeft Amy een rode jurk aan. Hoewel rood vaak de kleur van liefde is, is het hier symbolisch als waarschuwing: een waarschuwing naar Wilder om de waarheid te vertellen. Ook komt de vuurtoren van het kustplaatsje Montauk verschillende keren in het boek voor. Een vuurtoren staat in mijn ogen voor hoop en veiligheid, maar ook voor waarschuwingen. omdat het met zijn licht de schepen zekerheid geeft, maar hen tegelijkertijd ook waarschuwt. In het verhaal klopt het dat de vuurtoren hoop geeft: volgens een hoteleigenaar uit Montauk zou een vuurtoren geluk brengen, iets wat ook gebeurt omdat het verhaal een happy end heeft. Wat ook vaak voorkwam in het boek zijn petten en hoeden. In Flatbush, het kleine plaatsje waar William woont en werkt, lopen mensen eerst met een pet op, om daarna om te schakelen op een hoed, en later toch weer naar een pet. Ik weet niet waar dit op duidt. Wat mij ook opviel dat er steeds weer een paraplu in het verhaal komt. William begint zich op een gegeven moment af te vragen hoe het toch komt dat mensen bij slecht weer een paraplu mee van huis nemen en die vervolgens in een café of ergens anders achterlaten wanneer het opklaart. Hij vraagt dit ook aan Henry, de zeer slechtziende hoteleigenaar uit Montauk. Hij antwoordt dat hij door zijn slechte ogen veel beter hoort en voelt. Door het voelen merkt hij dat hij iets mist in zijn hand wanneer hij zonder paraplu naar huis terug zou keren, andere mensen die goed zien, zouden dit niet hebben volgens hem. “ ‘Ik ben nog nooit een paraplu kwijtgeraakt,’ zei hij. ‘Als ik hem ergens heb neergezet en ik ga weg voelt mijn hand dat er iets mist. Ik hoef niet eens te kijken, ik weet dat het mijn paraplu is. Ik vergeet nooit zoiets, dat kan ik me niet permitteren.” Wat ik nog wel het meest opvallende leidmotief vind, is een huis dat langs de spoorweg staat en waar William steeds langskomt wanneer hij naar Montauk reist. Hij kan in dat huis naar binnen kijken en hij ziet een man en een vrouw in een kamer zitten. Dit beeld houdt hem bezig: de ene keer zit de vrouw achter een piano en de man aan tafel de krant te lezen, een andere keer zijn ze niet thuis. Hij kent de mensen niet maar probeert zich in te denken hoe die mensen leven. Einde: Het boek eindigt wanneer het sneeuwt, iets dat beslotenheid symboliseert. Dat is dan ook zo: William en Amy zitten samen in een kamer en Amy voelt het kind in haar buik bewegen.
Thema: In mijn ogen heeft het boek meerdere thema’s: De dood
Het ontbreken van één of meerdere zintuigen
Eenzaamheid
Ik zie de dood als thema omdat zowel Norma Todd als Boy in het boek doodgaan of dood zijn. Ook is de moeder van William ooit overleden, en dat heeft hij niet goed kunnen verwerken, hij denkt nog vaak aan haar. Het ontbreken van één of meerdere zintuigen is duidelijk bij Boy, die doofstom is, maar ook bij Henry Weaver, die hoteleigenaar: hij is zo goed als blind. Eenzaamheid is volgens mij ook een thema omdat Boy eigenlijk niemand heeft. Hij kan niet duidelijk maken hoe hij zich voelt of wat hij denkt. William is in het begin van het boek ook eenzaam, omdat hij alleen zijn baas Flannery heeft om tegen te praten, en ook Henry is alleen: zijn vrouw is jaren geleden gestorven en hij woont in z’n eentje in een groot huis. Amy is, net als William, in het begin van het boek eenzaam omdat ze eigenlijk niemand kent in Flatbush. Titelverklaring: De titel van het boek is Boy. Het hele boek draait om Williams onderzoek naar Boy. Hij wil weten hoe hij denkt, wat er in hem omgaat en waarom hij Norma Todd heeft vermoord. Als hij erachter komt dat hij het niet gedaan heeft, wil hij weten wie het dan gedaan heeft en bewijzen dat Boy onschuldig is. Eigen mening: Ik vind het een goed boek. Bernlef beschrijft sommige details heel goed en uitgebreid, en andere niet. Hoe hij dit doet vind ik knap: niet teveel informatie, maar toch ook niet te weinig. Aan de andere kant gebruikt hij geen aparte perspectieven, maar hij houdt het bij één perspectief, wat het rustig houdt. Ook is het een boek waar je, als je er langer over nadenkt, meer van snapt.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Boy door J. Bernlef"