Boy door J. Bernlef

Beoordeling 7.6
Foto van een scholier
Boekcover Boy
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2314 woorden
  • 8 augustus 2006
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7.6
9 keer beoordeeld

Boekcover Boy
Shadow
Boy door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titel: Boy Auteur: J. Bernlef Uitgeverij: Querido Eerste druk: 2000 Gelezen druk: Achste druk Jaar van gelezen uitgave: 2001 Aantal bladzijden: 317 Informatie over de auteur: J. Bernlef is het pseudoniem voor Hendrik Jan Marsman, geboren in 1936 in het Noord-Hollandse Sint-Pancras en opgegroeid in Amsterdam en Haarlem. Na zijn H.B.S.-A is hij een half jaar student aan de Politiek-sociale Faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Gelijktijdig werkt hij in een boekwinkel. Tijdens zijn militaire dienst debuteert hij met het korte verhaal Mijn zusje Olga. Tussen 1958 en 1960 reist hij heen en weer tussen Zweden en Nederland. Hij schrijft Stenen Spoelen en Kokkels, voor beide werken krijgt hij de Reina Prinsen Geerligsprijs (1959). Samen met G. Brands en K. Schippers richt hij het tijdschrift Barbarber op. Voor zijn dichtbundel Morene (1961) krijgt hij in 1962 de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam. Vanaf 1970 is Bernlef betrokken bij het toneel en worden er enkele toneelstukken van hem opgevoerd (Sterf de moord 1973, In verwachting 1974). In 1977 is hij een van de oprichters van het tijdschrift Raster. Hij publiceert nog enige romans, o.a.: Sneeuw (1973), Meeuwen (1975), De Man in het Midden (1976), Onder IJsbergen (1981) en Hersenschimmen (1984). Voor zijn totale oeuvre tot dan krijgt Bernlef in 1984 de Constantijn Huygensprijs. Hierna schrijft hij nog de volgende romans: Publiek geheim (1987) waar hij ook in 1987 de AKO literatuurprijs voor krijgt, Eclips (1993), Verloren zoon (1997) en Boy (2000). Van zijn romans zijn Hersenschimmen en Publiek geheim het bekendst geworden. Samenvatting: Boy gaat over William en speelt zich af in de tijd van de stomme film. William werkt als verslaggever voor een plaatselijke krant. De krant heeft nooit belangrijk nieuws. Dan hoort William dat Norma Todd vermoord is. Norma, beter bekend onder de naam Polly, is een actrice. De inspecteur heeft al snel de dader gevonden. Een doofstomme jongen die is gevonden in de kast bij Norma. De jongen wordt aangeduid met Boy. William wil uitzoeken hoe het kan dat Boy Norma heeft vermoord. Hij stuit hij al snel op Amy. Zij is pianiste en werkt in het plaatselijke theatertje waar films vertoond worden. Boy heeft een tijdje bij Amy gewoond. Eerst vertrouwt Amy William niet, maar later krijgen zij een relatie. Via veel onderzoek komt William bij een collega van de vader van Polly terecht. Hij had een relatie met Polly. William hoort het hele verhaal van hem aan over de dood van Polly. Zij zouden een ritje in de auto hebben gemaakt en toen kwam haar lange sjaal tussen de wielen. Ze is zo gewurgd. Hij is toen door gereden naar haar huis. Daar heeft hij Polly uitgekleed en naakt op bed gelegd. Boy zat toen al in de kast. Het verhaal is heel ongeloofwaardig en er wordt William dan ook geadviseerd het verhaal niet te publiceren. William doet het toch. De hoofdredacteur van de krant, is helemaal enthousiast. Maar niemand gelooft het verhaal van William. Hij wordt door de grote kranten helemaal belachelijk gemaakt. Amy en William gaan ondertussen nog proberen Boy vrij te krijgen, maar dat is onbegonnen werk. Boy wordt ter dood veroordeeld, maar voordat het vonnis voltrokken is heeft hij al zelfmoord gepleegd. Amy en William besluiten weg te trekken uit hun dorp en gaan wonen bij Henry, een man die bijna blind is. Hij runt een Hotel. William en Amy krijgen 2 kamers boven.
Thema en motieven: Ik denk dat er twee thema’s in het boek naar voren komen, namelijk; de dood en leven met gebreken. De dood, omdat Polly dood is gegaan en omdat William de dood van zijn moeder nog steeds niet heeft verwerkt, dit sluimert er het hele verhaal doorheen. Ook Boy maakt een einde aan zijn leven. En het leven met gebreken, omdat bij sommige personen de intensiteit van waarneming verminderd is. Zoals Boy die doofstom is en de hoteleigenaar waar Amy en William gaan wonen is blind. Dit boek heeft denk ik ook twee duidelijk motieven, namelijk; beeld en geluid. Beelden zijn namelijk voor Boy heel belangrijk, in het boek wordt dat meerdere keren gezegd. Geluid is in dit boek de muziek. De muziek die Henry en Amy maken. Geluid is ook het deel wat Boy mist. Titelverklaring De titel van dit boek is Boy, dat verwijst naar de doof stomme jongen uit het boek. Hij staat centraal in dit boek. Al zou ik hem toch niet het hoofdpersoon noemen. Ik denk dat de hoofdpersonen Amy en William zijn. Idee De schrijver wil eigenlijk duidelijk maken dat de maatschappij het lang niet altijd bij het goede eind heeft. Hij heeft kritiek op de maatschappij. In dit boek heeft de maatschappij Boy eigenlijk al verstoten en later in het verhaal al veroordeeld, zonder dat die jongen zich heeft kunnen verdedigen. Later blijkt dat de jongen onschuldig is. De maatschappij verstoot mensen al snel zonder deze mensen echt te kennen. Ik denk dat Bernlef hier kritiek op heeft. Personen William Stevens: hij heet eigenlijk Willem Steevens. Zijn grootouders komen uit Nederland en zijn in Airegin, Minnesota, een boerderij begonnen. Zijn vader heeft de boerderij overgenomen en trouwde met een Zweeds meisje van een naburige boerderij. Zijn moeder heette Mai, ze overleed jong, daar heeft hij het nog steeds moeilijk mee. William had zijn naam veranderd in William Stevens toen hij in New York ging wonen, hij heeft daar allerlei baantjes gehad en werd uiteindelijk in 1903, met hulp van Larry Poons (verslaggever van de Brooklyn Eagle), verslaggever bij Flatbush Chronicle. Hij schreef in het begin schijnberichten, berichten die net geen persberichten waren, ze waren op het nippertje goed af gelopen. Toen hij echter las over de moord op Norma Todd, wilde hij graag het verhaal onderzoeken. Hij woont in een klein houten huisje in het dorpje en heeft voor Amy nog nooit een vriendin gehad. Hij is erg ambitieus en een echte doorzetter. Norma Todd: het publiek noemde haar Polly, ze was een knappe filmactrice met ‘leuke krulletjes’ en grote handen en voeten. Ze ging met veel mannen om, ze wilde eigenlijk liever een jongen zijn. Ze is het hele verhaal al dood, maar door flashbacks en opgehaalde herinneringen kom je veel over haar te weten.
Amy Faye: een slanke vrouw, ze is pianiste en begeleid de filmvoorstellingen in de plaatselijke bioscoop met muziek. Ze heeft een bruin en een grijsblauw oog. Ze is iets ouder dan William en erg zorgzaam. Ze kent Norma al sinds ze 14 is, toen waren ze hartsvriendinnen. Boy: ondanks dat het boek om hem draait, kom je weinig over hem te weten. Hij is doofstom, en leeft in zijn eigen wereldje. Hij selecteert en ordent heel anders, waardoor niemand hem begrijpt. Niemand weet hoe hij eigenlijk heet, Amy schat hem ongeveer 15 jaar oud. Flannery Duval: hij werd Flannery genoemd, hij wilde niet met zijn achternaam aangesproken worden. Hij is de baas van William en schrijft al zijn artikelen in de plaatselijke kroeg ‘The Den’. Opbouw en stijl De opbouw was erg duidelijk, de zinnen waren niet te lang, en er zaten geen moeilijke woorden in. Wat ik wel grappig vond aan de stijl van schrijven was dat er soms woorden in voor kwamen zoals velo, en niet het normale woord fiets werd gebruikt. Verder beschrijft Bernlef sommige situaties uitgebreider dan een ander, omdat deze relevanter zijn voor het boek. Tijd Het boek begint half oktober en eindigt in december, het verhaal duurt dus 2,5 maand. In de epiloog is er sprake van een opvallende tijdsversnelling, in de rest van het boek eigenlijk niet. Het verhaal is chronologisch verteld met af en toe een flashback, wanneer iemand terug denkt aan het verleden, of iets verteld uit het verleden. De tijd waarin het verhaal speelt is rond 1900, dit kun je goed merken aan de technieken die op dat moment net opkomen en nog allemaal nieuw zijn, zoals de uitvinding van de film, elektriciteit en auto’s. De tijd speelt bij de rechtspraak ook een rol, tegenwoordig krijgt men niet zo gemakkelijk de doodstraf meer. Ruimte Begin 1900 in Amerika. De elektriciteit begint langzamerhand de gas- en olielampen te vervangen. De fotografie krijgt concurrentie van de film. Maar hoog staat de cinematografie dan nog niet aangeschreven. De acteurs hebben nog de status van variétéartiest. Het verhaal speelt zich grotendeels af in Flatbush, een redelijk arm dorpje met vooral houten huisjes en veel emigranten die proberen hun agrarisch bestaan hier voort te zetten. Het verhaal speelt zich af van begin Oktober tot midden December.
Symboliek en beeldspraak Je zou kunnen zeggen dat de stomme film symbool staat voor Boy, want de stomme film laat alleen beelden zien en geen geluiden en boy ziet alleen beelden en hoort niets. Er is dus een zekere overeenstemming tussen de twee. De kleur rood komt diverse keren naar voren. Deze staat voor verlangen en ook voor waarschuwingen. In het verhaal gaan op een geven moment William en Amy naar Bruce (de dader) toe. Daar trekt Amy een rode jurk aan. Hun bezoek aan Bruce was het 2de bezoek dat ze deden. In feite wou Amy Bruce waarschuwen. Hij moest deze keer wel de waarheid vertellen. De vuurtoren komt ook diverse keren voor. Ook de vrouw in het huis waar de trein heel dicht langs rijdt heeft een rode jurk aan (die vrouw heeft ook een piano). Perspectief Globaal gesproken is er in Boy sprake van een alwetende verteller, maar meestal ligt het perspectief bij William en in enkele passages bij Amy, bijvoorbeeld als ze verteld hoe ze Boy gevonden heeft. Oordeel van de criticus Boy is een mooi en indrukwekkend verhaal. Er wordt heel mooi omschreven hoe in het begin van de 20e eeuw, in de tijd van de stomme films een filmster dood gevonden wordt en een doofstomme jongen hiervan wordt verdacht. Bernlef gebruikt geen moeilijk woorden en maakt geen lange zinnen, waardoor het een duidelijk leesbaar en vlot boek blijft. Hij heeft ook niet erg met de bouw van zijn verhaal gespeeld, want het speelt zich grotendeels gewoon in chronologische volgorde af. Waar de schrijver heel sterk in is in dit boek zijn de beschrijvingen van de ruimtes, hierdoor kan de hoofdpersoon ook echt voor je gaan leven en komen de dingen uit die tijd als heel vanzelfsprekend over. Wat wel een beetje tegenvalt in dit boek is dat er veel verwijzingen zijn naar onze tijd. Bijvoorbeeld; “Ik kan me niet voorstellen dat mensen naar een film willen kijken die 2 uur duurt en waar ook nog een verhaal in zit”. Bij zulke stukjes lijkt het verhaal veel minder werkelijk, omdat wij nu weten dat het in onze tijd wel zo is en het heel onwaarschijnlijk lijkt dat mensen in die tijd daar over nadachten. Dat het zo zou worden. Ook zijn de gebeurtenissen soms onreëel, ze kunnen wel waar gebeurd zijn, maar niet in één verhaal of in het leven van één persoon, of het zou heel toevallig zo gebeurd moeten zijn. Kort samengevat gebeurt er namelijk het volgende; Polly was Williams idool, zij wordt vermoord, hij gaat op onderzoek uit. De verdachte blijkt dan iemand bij hem uit de buurt te zijn. Als hij Bruce Wilder gaat ondervragen is hij net dronken, waardoor hij bekend. En als hij en zijn vriendin ontslagen zijn, vinden ze gelijk weer een mooi huis in de haven waar ze kunnen wonen. Dit is allemaal iets te onvanzelfsprekend voor mij. Bernlef heeft dit boek zo geschreven dat er veel vaart in zit, er zijn niet echt langdradige stukken te vinden. Voor mensen die in hun jeugd de stomme films nog mee hebben gemaakt, zal dit boek ook leuke herinneringen oproepen. Iets wat de schrijver heel leuk heeft gedaan zijn bepaalde woordjes gebruiken die het weer onverwacht maakt. Zoals velo in plaats van fiets. Dit heeft wel een grappig effect tijdens het lezen. Dus al met al is een goed geschreven boek, zonder al teveel poespas. Eigen mening: Ik vond het een heel mooi boek, het was spannend, interessant en het las lekker weg. Het boek heeft mij ook wel aan het denken gezet, omdat het zo’n indruk op mij heeft gemaakt dat zo’n onschuldig jongetje als Boy beschuldigd werd er hierdoor later zelfmoord pleegde. Hierdoor moest ik echt even denken aan al het onrecht in de wereld. Je krijgt hierdoor veel begrip en een iets andere kijk op mensen met een dergelijk handicap. Zo heb ik wel vaker nagedacht hoe het moet zijn voor mensen die blind zijn, die dus als het ware in het donker leven, of mensen die van alles zien gebeuren maar zonder geluid, dat lijkt me ook heel beangstigend. Beide gevallen komen hier in het boek voor, dat Boy naast zijn doofheid ook nog stom is, is helemaal sneu. Niemand zal hem daarom ook goed begrijpen, omdat hij zichzelf niet goed uiten kan. De ruimtes die Bernlef omschrijft in dit boek geven echt een duidelijk beeld van de tijd waarin het boek speelt. Zo heeft hij bepaalde stukken echt heel uitvoerig beschreven, dat je zelf het gevoel hebt dat je er rond loopt. Zoals bijvoorbeeld het stuk dat William van een station naar een huis liep, hier werden alle straatnamen genoemd die hij passeerde. De tijd is ook leuk gekozen, omdat Boy als het ware in een stomme film leeft en in die tijd ook nog de stomme film opkwam, dit is wel heel leuk gekozen. De tijd speelt ook een rol bij het rechtssysteem. Zoals het in het boek verloopt, zou het nu niet meer kunnen gebeuren. Met de vriendjespolitiek van toen en de minderwaardigheid van Boy omdat hij gehandicapt is. Wat ook wel shockerend is, is dat de echte dader Bruce Wilder het helemaal niet lijkt te deren dat er een doofstomme jongen onschuldig vast zit, omdat hij niet heeft bekend. Het is dan ook heel ontroerend dat Boy zelfmoord pleegt en je eigenlijk niet weet wat er in hem is omgegaan voordat hij dit deed. Al is dit boek niet heel bijzonder in zijn stijl en bouw, het boek verdiend het zeker om een keer gelezen te worden!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Boy door J. Bernlef"