Auteur: onbekend
Uitgeverij: - Eerste uitgave: 1250, middeleeuwen Verwachtingen en eerste reactie Ik heb dit boek gekozen, omdat meneer Morsink voorstelde om dit verhaal samen in de klas te lezen. We kregen allemaal een stencil van het verhaal en hij heeft toen ons het verhaal voorgelezen en uitgelegd. Ik wist niet echt wat ik moest verwachten, ik wist alleen dat de meeste personen in het verhaal dieren zijn. Samenvatting Willem, de schrijver van Madoc, betreurt het dat Aernout het verhaal over Reinaert niet in de volkstaal (het Diets) heeft voltooid. Na Franse boeken te hebben geraadpleegd, is hij aan het werk gegaan om dit tekort goed te maken. Hij verzoekt de onbeschaafde mensen hem niet te bekritiseren en zaken niet voor onwaar te verklaren waar ze zelf geen verstand van hebben. (Dit is een verzoek aan zijn publiek voordat hij met de voordracht van zijn verhaal begint.) Op verzoek van een hoofse dame wil hij graag zijn verhaal aan beschaafde lieden vertellen.
Gulzigheid en hebberigheid zijn belangrijke motieven in het boek. Tot 2 maal toe kan Reinaart de bodes van koning Nobel in de val lokken door hun gulzigheid aan te spreken. Tibert doet alles voor muizen en Bruin de beer alles voor honing. Ook de koning zelf is hebberig/gulzig. Als hij van de verborgen schat hoort is hij niet te stoppen en wil hij alles doen om de schat in zijn bezit te krijgen. Zelfs moordenaar Reinaart vrijspreken. · Personages
Hoofdpersoon van het verhaal is natuurlijk Reinaert de vos. Hij is sluw, zelfverzekerd, gewetenloos, onbarmhartig en vindingrijk. Ondanks al deze slechte eigenschappen en zijn gemene streken krijgt hij de sympathie van de lezer. Hij maakt gebruik van de zwakheden van zijn tegenstanders door in te spelen op hun hebzucht, gulzigheid en vraatzucht. Bijpersonen zijn: Bruun, een vraatzuchtige beer die Reinaert voor de eerste maal voor het hof daagt. Hij wordt door zijn vraatzucht in een list geleid, en wordt zo ernstig verminkt. Tybeert, een gulzige kater die Reinaert voor de tweede keer voor het hof gaat dagen. Door zijn gulzigheid wordt ook hij in een list geleidt, en wordt evenals Bruun ernstig toegetakeld. Grimbert, de das. Hij is de enige die nog voor Reinaert pleit, als hij beschuldigt wordt. Reinaert is zijn oom. Het feit dat hij pleit voor de vos wil niet zeggen dat hij dikke vrienden is met Reinaert. Het enige wat hij wil doen is de naam van de clan zo hoog mogelijk houden. Als het clanhoofd goed aangeschreven stond bij de koning deelde de hele familie in de eer. Daartegenover stond dat als een clanhoofd uit de gratie van de koning raakte de hele familie daaronder leed. Als hij niet had gepleit zou Reinaert direct vogelvrij verklaard worden, wat en schande zou zijn voor de familie. Grimbeert doet alles om zijn oom uit de beklaagdenbank te halen. Hij houd ook voet bij stuk: Reinaert moet drie keer gedaagd worden, zoals het bij een belangrijk persoon betaamt. De anderen willen Reinaert al veel eerder veroordelen, zonder rechtvaardig proces. Belijn, een hebzuchtige ram. Hij gaat met Reinaert mee als die zogenaamd op bedevaart gaat. Hij is ook degene die de zak, met daarin de kop van Cuwaert, de haas. Hij moet erbij zeggen dat hij de inhoud zelf heeft samengesteld, zodat hij extra lof zou krijgen. Hij weet echter niet wat er in de tas zit. De koning is woedend als hij de tas open doet. Als straf wordt Belijn vogelvrij verklaard. Hij vertegenwoordigt ook de geestelijkheid in het verhaal. Aan het hof is hij hofkapelaan. Ysengrijn, de wolf. Hij dient talloze klachten in tegen Reinaert, waaronder dat zijn vrouw door Reinaert verkracht zou zijn en dat hij zijn kinderen had bepist, waardoor er twee stekeblind waren geworden. Hij eist ook dat Reinaert ter dood veroordeeld wordt. Koning Nobel de leeuw. Hij is zwak en karakterloos. Hij leeft in een schijnwereld. Hij probeert voortdurend zijn aanzien te redden na de hofdag vol drama’s. Hij maakt echter de ene na de andere fout, waardoor de hofdag eigenlijk helemaal misloopt. Andere personage uit het verhaal die echter niet zo belangrijk zijn: Hermeline, de vrouw van Reinaert; Herswint, de vrouw van Ysengrijn; Canticleer, de haan; Coppe, de gedode kip; Firapeel, het luipaard. Hij stelt voor Bruun en Typeert weer in ere te herstellen. Ook stelt hij voor Belijn vogelvrij te verklaren; Cortoy, die klaagt dat zijn gestolen wordt hem ontstolen is. De meeste personages zijn dieren, maar er komen ook mensen in voor: de pastoor, diens vrouw Julocke en zijn zoon Martinet, Lamfrout de timmerman en nog enkele andere dorpelingen. De pastoor wordt door Willem bespot. Als Bruun de vijf vrouwen in de rivier gooit, blijkt daaronder de vrouw van de pastoor te zitten. De pastoor is dus, tegen de officiële kerkelijke regel van het celibaat in, getrouwd en nog wel met iemand met een naam die iets als ‘Jou lok ik’ zal betekenen. Daarna bekommert hij zich alleen om zijn vrouw, en niet om de vier andere ‘edele parochianen’. Bovendien belooft hij degene die Julocke zal redden een jaar straffeloos zondigen. Willem spot dus wat met de wijze waarop de lagere geestelijkheid met de aflaat omspringt. Later wordt de pastoor nogmaals negatief afgeschilderd. Er wordt tot driemaal toe benadrukt dat de pastoor poedelnaakt uit zijn bed komt. Dit was vrij normaal voor die tijd, maar van geestelijken werd dat niet verwacht. Zij behoorden zich ’s nachts ook zedig te gedragen. Ook wordt er door Tibeert een aanslag gepleegd op de edele delen van de pastoor. Het enige waar Julocke zich later druk om maakt is op haar man nog wel in staat is het liefdesspel met haar te spelen. Opnieuw is het weer de relatie tussen de pastoor en Julocke die op het nippertje voorkomt dat een koningsbode wordt afgemaakt. De rest van de mensen zijn niet zo belangrijk. De mensen uit het dorp worden afgebeeld als mensen van laag allooi. Alles lijkt krom en afzichtelijk te zijn aan de mensen. Bijvoorbeeld: Ludmoer met de lange neus, Ludolf met de kromme vingers, Kleine Hugo met de kromme benen (vers 793 – 800). Ook blijken de mensen er weinig verfijnde vechttechnieken op na te houden. Op de dieren zijn allerlei menselijke eigenschappen getransponeerd (antropomorfisme) en dan met name negatieve: brutaliteit, hebzucht, onbenulligheid, ijdelheid, domheid, lichtgelovig en egoïsme. Willem beschrijf hen met duivels plezier. · Perspectief De verteller is alwetend en staat boven de gebeurtenissen. Het verhaal is dus auctoriaal. Hij spreekt het publiek ook regelmatig aan. Bijvoorbeeld in vers 40: ‘Hoort nu hoe ic hier beghinne’. Ook geeft de schrijver dikwijls commentaar op bepaalde gebeurtenissen, hij ironiseert en hij wijst soms vooruit naar wat komt. Hij richt zicht (volgens F.P. van Oostrom) tot een adellijk, ontwikkeld publiek. · Stijl Het verhaal is geschreven in dichtvorm. Veel mensen konden in de middeleeuwen niet lezen. De verhalen werden door iemand voorgelezen. Dit gebeurde meestal op het plein. De voordrager leerde het verhaal uit zijn hoofd. Daarom werd het ook in dichtvorm geschreven, dan was het makkelijk te onthouden. De taal is eenvoudig Vlaams dialect (vlaams uit de middeleeuwen) Naast deze tekst is de vertaling te lezen, die geschreven is in standaard Nederlands. Deze vertaling is zo getrouw mogelijk aan het originele gedicht. De rijm is er echter wel uit. In de laatste negen regels geeft de schrijver zijn naam. Er staan namelijk ‘bi Willeme’. Hij doet dit met de eerste letters van iedere regel. Zo is er van boven naar onder van de op negen laatste regel tot de laatste regel te lezen ‘bi Willeme’: door Willem.
Het thema is: kritiek op de maatschappij, het tonen van een verkeerde wereld. In het verhaal wordt kritiek gegeven op de maatschappij, op de geestelijkheid, op het rechtssysteem en op het gezag van de koning. De maatschappij zit vol corruptie, schijnheiligheid en winstbejag. Zo doet koning Nobel alles om zijn naam en eer hoog te houden na een mislukte hofdag. Ook Belijn is alleen uit op extra lof van de koning als hij de zak met daarin Cuwaert aan de koning geeft en erbij verteld dat hij de inhoud zelf heeft helpen samenstellen. Bruun, een vijand van Reinaert, is bereid Reinaert te steunen en zijn bondgenoot te worden op de hofdag als Reinaert hem helpt de honing te bemachtigen. Hij pleegt de verraad ten opzichte van zijn vrienden. Ook Tibeert doet dit. Hij belooft dat als Reinaert hem al die muizen kan bezorgen dat hij dan voor altijd zijn trouwe vriend zal zijn. Zij worden als gevolg van hun Vraatzucht en hebzuchtigheid afgeranseld door mensen, waaraan alles krom blijkt te zijn. Het zijn dus vooral mensen van laag allooi, waar Willem een niet erg hoge dunk van heeft. Ook de geestelijkheid wordt met veel enthousiasme bespot. Zo gaat de menselijke pastoor uit het dorp diverse malen ver buiten zijn boekje, door een vrouw te hebben, wat tegen het celibaat is, zich alleen te bekommeren om zijn eigen vrouw, belooft degene die zijn vrouw redt een jaar lang zondigen en nog enkele vergrijpen die al eerder vermeld zijn. Met Belijn de ram wordt ook de geestelijkheid bespot. Belijn is hofkapelaan aan het hof van koning Nobel. Uit eigenbelang wil hij zo veel mogelijk lof en eer binnen halen. Willem spot dus ook met de manier waarop de geestelijkheid omgaat met de aflaat. Ook het rechtssysteem wordt bespot. Als Grimbeert er niet op aangedrongen had om Reinaert te dagen zou Reinaert zonder berechting gelijk vogelvrij verklaard worden, met als gevolg dat iedereen alles met Reinaert mag doen wat hij wil. Ze mogen hem dus ook gewoon doden. Iedereen aan het hof is dus gewoon uit op wraak. Koning Nobel wordt voor gek gezet. Hij blijkt dom, zwak en karakterloos. Het enige waar Nobel zich om bekommert is zijn goede naam, wat hem niet zo goed afgaat. Hij maakt de ene fout na de andere. Hij gelooft de list die Reinaert verteld als hij ter dood veroordeeld is. Dit komt ook omdat iedereen dacht dat niemand zou durven liegen op het moment dat iemand op het punt staat dood te gaan. Dan zou je in de hel komen en dat wilde niemand. Koning Nobel gelooft hem dus. Hij slaat hierdoor zijn eigen bondgenoten in de boeien en laat hen zelfs het vel afstropen om daar schoenen van te laten maken voor Reinaert. Als hij erachter komt dat hij fout was, laat hij zich overhalen om Belijn te straffen, maar die is eigenlijk ook gewoon het slachtoffer van Reinaert. De namen in de Reinaert hebben ook een aparte betekenis. Veel namen hebben een betekenis die dubbelzinnig uitgelegd kunnen worden. Zo heet de wolvin die door Reinaert heeft verkracht Hersint: ‘Ze heeft er wel zin in’. Zo zou Cuwaert ‘lafaard’ betekenen. Dit is ook wel toepasselijk. Cuwaert is een haas. In spreekwoorden is de haas dikwijls een lafaard. ‘Canticleer betekent ‘helder kraaien’. Dit is ook toepasselijk voor een haan. Naast dieren hebben sommige mensen ook een dubbelzinnige naam. Ludolf met de kromme vingers is een zoon van vrouwe Ogerne, wat ‘O, graag!’ betekent. Er is dan ook een grote kans dat Ludolf uit overspel geboren is, temeer omdat zijn vader Huigen (= Hugo) heet. Deze naam was in de Middeleeuwen symbool van de bedrogen echtgenoot. (Het kinderliedje ‘Jan Huigen in de ton’ is daar ook op gebaseerd). Woordspeling is iets wat Willem dikwijls gebruikt. De klacht die Isengrijn uit tegen Reinaert is onder andere dat zijn Reinaert zijn vrouw heeft verkracht. Hij formuleert dit echter nogal dubbelzinnig. In vers 73 zegt hij: ‘dat hij mijn wijf hevet verhoerd’ (= aan het feit dat hij mijn vrouw verkrachtte). Het Middelnederlandse ‘Verhoeren’ kan echter naast ‘verkrachten’ ook ‘inwilligen’ betekenen. Daardoor zou gemakkelijk de indruk kunnen ontstaan dat Reinaert zich niet aan verkrachting heeft schuldig gemaakt, maar juist op de toenadering van de wolvin ‘Hersint’ was ingegaan. Nog een voorbeeld is als Reinaert met Grimbeert op weg is naar het hof om berecht te worden. Reinaert wil dan biechten. Grimbeert neemt hem de biecht dan af. Reinaert verteld onder andere wat hij Hersint heeft aangedaan. Met de zin ‘Ik had het liever nog voor de boeg dan dat ik het achter de rug had’ bedoelt Reinaert op het eerste gezicht dat hij, als hij het mocht overdoen, ervoor zou kiezen om zijn leven te beteren. Als je echter even goed nadenkt begrijp je dat Reinaert het eigenlijk graag nog eens zou over doen en precies op dezelfde wijze! Het ‘credo leren’ (geloofsbelijdenis leren) en het ‘kapelaan maken’ (iemand kapelaan, een hulppastoor, maken). Het credo leren zou waarschijnlijk masturberen betekenen en bij het ‘credo leren’ kunnen we denken aan een homoseksuele relatie. Zou het toeval zijn dat hier naar geestelijke termen wordt verwezen? Op die manier gebruikt Willem diverse woordspelingen, die het verhaal nog wat leuker maken. Eigen oordeel Gebeurtenissen - De gebeurtenissen kwamen nogal slecht op me over. Dit kwam doordat ik me slecht kon inleven, omdat het verhaal zich afspeelt in een wereld waar dieren de hoofdrol spelen. Daarbij las het ook niet zo lekker, omdat het boek in de middeleeuwen geschreven is en er niet overal de vertaling van bij stond. Doordat dhr. Morsink de gebeurtenissen voor ons samenvatte en uitlegde wat er nu precies gebeurde en de bedoeling en betekenis daarvan was, heb ik het boek toch nog goed begrepen. - Er kwamen voor mij in eerste instantie totaal geen bekende gebeurtenissen in voor die ik in het dagelijks leven of in mijn vriendenkring zijn voorgekomen. Ik heb bijvoorbeeld nog nooit gehoord dat iemand de kop van iemand anders in een gat van een boom geduwd heeft. Maar toen ik begreep dat door de streken die Reinaert uithaalde steeds de hebzucht van mensen naar voren kwam kon ik me wel bedenken wanneer dat nog meer gebeurt. Het komt namelijk dagelijks voor, want je ziet bijvoorbeeld bijna overal de hebzucht die mensen voor geld en macht hebben zoals de mensen die met de loterij mee doen en net zoals de koning in het verhaal op meer geld en dus meer macht uit zijn. - De gebeurtenis waarin Tibeert de kater de ballen van de priester afbijt vond ik wel een schokkende gebeurtenis. Ik wist wel dat er met dingen de spot in middeleeuwse boeken werd gedreven, zoals in dit voorbeeld met de kerk, maar dit leek me best wel een grove gebeurtenis voor in de middeleeuwen en ik had het dus niet verwacht. Personen - De personen vond ik niet echt personen van vlees en bloed, maar meer types, omdat je de meeste personen niet echt goed leert kennen. Je leert meer een paar kenmerken van de personen kennen zoals de personen waarmee Reinaert streken uithaalt hebben allemaal dezelfde eigenschap namelijk dat ze ergens hebzucht naar hebben. Het verschil alleen is naar wat ze hebzucht hebben, wat voor een soort dier ze zijn en in welke stand ze leven. Je maakt niet echt mee dat de personen een ontwikkeling meemaken. - Ik kon me nauwelijks inleven in wat de personen doormaakten, het raakte me niet erg diep. Bijvoorbeeld toen de priester zijn ballen afgebeten kreeg dacht ik wel dat zal pijn doen en ik vond het wel een beetje komisch, maar dat was het dan ook. Ik vind dat als je je ergens in kunt leven je er ook verder over gaat nadenken en dat had ik totaal niet.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
A.
A.
Goeie (uitgebreide) samenvatting. Vooral met die verwijzingen naar de versregels. Handig om je geheugen weer even op te frissen. Bedankt. :-)
13 jaar geleden
Antwoorden:.
:.
Goede samenvatting howr!!!!!!!!!!
Super, vanmiddag toets, nog ffkes leren XD
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
zowieso handig bij het voorbereiden op je mondelingen week.. top gedaan!!
12 jaar geleden
Antwoorden