Liever chatten door Ellen de Wachter

Titel: Liever chatten
Schrijver: Ellen de wachter
Uitgever: Malmberg, Den Bosch Jaar van uitgave: 2004 1 Waarom heb je ervoor gekozen dit boek te gaan lezen? Omdat ik via school een aantal boeken besteld had die mij wel leuk leken en dit is er één van. 2 a) Beschrijf zo volledig mogelijk wat er op de voorkant van het boek staat. Een jongen die Maarten heet staat op de voorkant en hij zit achter zijn computer. 2 b) Wat heeft de illustratie op de voorkant van het boek met het verhaal te maken? Maarten is een jongen die graag Chat en dit doet hij vooral om niet te hoeven praten.
3 Geef de titelverklaring. (leg zo nauwkeurig mogelijk uit waarom het boek zo heet.) De titel: Liever chatten
Maarten stottert veel en praat daarom niet graag, via chatten kan hij toch makkelijk contact maken met anderen. 4 a) Wat is het belangrijkste “probleem” in het verhaal? Het probleem in dit verhaal is dat Maarten stottert. En dat hij hier veel last van heeft. 4 b) Kun jij je als lezer inleven in probleem of juist helemaal niet? Leg uit waarom. Ik kan mij wel inleven omdat je anders dan anderen bent, word je al gauw gepest. En dan moet je toch proberen sterk te zijn om hier niets van aan te trekken en dat is heel moeilijk. 5 a) Wie is/zijn de hoofdpersoon/hoofdpersonen in dit boek? De hoofdpersonen zijn Maarten en Maria. 5 b) Wordt er informatie gegeven over het uiterlijk van de hoofdpersoon/hoofdpersonen. Is die informatie voor jou als lezer belangrijk? Zo ja, leg dan uit om welke informatie het gaat. Ja, wel wat, zoals over Maria dat zij lang donker haar heeft. En als ze in het ziekenhuis ligt zegt hij ook dat hij aan haar blauwe ogen kan zien, dat ze boos is. Ik vind het wel leuk iets te lezen over het uiterlijk want dan kun je je meer inleven. 5 c) Geef een korte karakterbeschrijving van de hoofdpersoon/hoofdpersonen? Maarten is een jongen die erg verlegen is. Maar als hij gepest wordt dan laat hij niet met zich sollen. Maria is een aardig, zacht meisje. Die ook wel boos kan worden maar ook wel kan vergeven.
6 a) Waar speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in Zoetermeer. 6 b) Is die plaats, die omgeving, belangrijk voor het verhaal? Of had het verhaal zich net zo goed op een andere plaats kunnen afspelen? Je licht je antwoord natuurlijk toe. Nee, niet belangrijk want het kan zich ook in een ander dorp of stad afspelen. Samenvatting Maarten is een jongen, die woont in Zoetermeer. Hij is erg verlegen en daarbij stottert hij ook nog eens. Hierdoor wordt hij nog wel eens gepest op school. Maar hij bijt wel van zich af. Thuis is Maarten vaak op zijn slaapkamer te vinden. Hij heeft een computer en hij chat graag. Een tijdje geleden heeft hij via het chatten een meisje leren kennen. Ze heet Maria en woont in Zoetermeer net als hij. Ze spreken een keer af bij de bibliotheek maar er komt iets tussen. Maarten moet na school verhaal doen bij de conrector, hij had een jongen geslagen. Hij vertelt de conrector dat hij vaak wordt gepest. Als hij thuis komt mailt hij direct Maria en legt uit waarom hij er niet was. Ze spreken opnieuw af en hierbij verteld Maria dat ze doof is en hij vertelt dat hij stottert. Maarten is blij, ze praten via het papier en zij heeft geen last van zijn gestotter. Ze zien elkaar veel en Maria leert Maarten gebarentaal. Ook vraagt Maria Maarten voor haar verjaardag. Maarten heeft er zin in maar toch loopt het allemaal anders. Hij kan niet meepraten en besluit stiekem weg te gaan. Maria gaat achter hem aan en er ontstaat ruzie. Maarten heeft spijt en probeert haar tegen te houden. Maria schopt hem, er komt een scooter aan maar die hoort ze niet. Maarten laat haar los en Maria schiet achteruit. Boem…dan is het stil. Het valt gelukkig mee,ze heeft een lichte hersenschudding. Maarten mag niet bij haar komen maar toch doet hij dat na een paar dagen. En Maria vergeeft hem. Extra opdracht Opdracht 4
Verplaats je in de hoofdpersoon. Hij of zij heeft tijdens de gebeurtenissen een dagboek bijgehouden. Schrijf vier dagboekbladzijden over verschillende momenten van het verhaal. Dinsdag 10 december, Ik lig in mijn bed en kan niet slapen. Laat ik maar een stukje in mijn dagboek schrijven. Vandaag was mijn dag niet zo leuk. In de les van Nederlands moest ik zeggen pppoema alle kinderen lachten mij weer uit. Dit vind ik niet leuk. Ook na school werd ik weer tegen gehouden door de jongens. Ik werd erg boos en heb een jongen tegen het hoofd geslagen. Daarna ben ik snel naar huis gefietst. Thuis ben ik direct naar mijn kamer gegaan en achter mijn computer gaan zitten. Ik heb nog een tijdje zitten chatten met Maria . Woensdag 11 december, Ik kon slecht uit mijn bed komen. Ik ben laat in slaap gevallen. Toen ik vanmorgen op school kwam liep de conrector direct naar mij toe. Ik moest na school bij hem komen over het voorval van gisteren. Ik baalde flink want ik had met Maria voor het eerst afgesproken. De conrector wilde alles weten en ik heb verteld dat ik veel wordt gepest. Mijn moeder wil mij op een stottertherapie hebben. Ze hoopt dat het helpt en misschien wordt ik dan niet meer zo gepest. Thuis ben ik direct achter de computer gaan zitten en heb Maria gemailt. Ik heb verteld waarom ik er niet was en nu spreken we gelukkig een andere keer af. Woensdag 18 December, Vandaag was een leuke dag. Ik ben na school bij Maria geweest. Zij leert mij gebarentaal en dat gaat al best goed. Ook heb ik haar ouders ontmoet en die zijn ook doof net als Maria. Toen ik naar huis ging nodigde Maria mij uit voor haar verjaardag. Dit vind ik wel eng, want er komen alleen maar dove mensen. Wat moet ik zeggen en mijn gebarentaal is nog niet zo goed. Morgen ga ik een cadeautje voor haar kopen. Ik denk dat ik een ketting voor haar ga kopen. Maandag 23 December, Er is iets verschrikkelijks gebeurt. Maria en ik hebben ruzie gehad. Ik zal het even in het kort vertellen. Het was op haar verjaardagsfeestje ik vond het niet leuk. Ik besloot om stiekem weg te gaan en Maria ging achter mij aan. Er ontstond ruzie en ik kreeg spijt. Zij schopte mij en ik liet haar los. Er kwam een scooter aan en zij hoorde het niet. Er ontstond een botsing waar bij Maria een hersenschudding opliep. Ze wil me nu niet meer zien. Ik wil haar vertellen dat het mij spijt hopelijk wil ze mij vergeven.