Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Een jongensoorlog door J. Bernlef

Beoordeling 8
Foto van Cees
Boekcover Een jongensoorlog
Shadow
  • Boekverslag door Cees
  • Docent | 3388 woorden
  • 11 november 2005
  • 419 keer beoordeeld
Cijfer 8
419 keer beoordeeld

Boekcover Een jongensoorlog
Shadow

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp en op school weet hij met enige moeite een eigen plek te veroveren. De wereld in het dorp lijkt duidelijk. De dokter heult met de vijand, boek Tulp houdt vast aan zijn principes, de buurman…

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp…

Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezicht van Jan Tulp en op school weet hij met enige moeite een eigen plek te veroveren. De wereld in het dorp lijkt duidelijk. De dokter heult met de vijand, boek Tulp houdt vast aan zijn principes, de buurman is een NSB'er die met de vrouwen solt. Maar langzaam wijkt de gemakkelijke dagelijksheid en ontdekt Michiel dat niet alles is wat het lijkt. Dat er voor principes een prijs betaald moet worden, dat liefhebben en eerlijkheid niet altijd samengaan en dat wat fout lijkt ook goed kan zijn.

Een jongensoorlog door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Gebruikte editie Bernlef herschreef in april 2005 zijn roman "Achterhoedegevecht" die in 1989 verscheen. Op zich was dat boek al een poging om zijn debuutroman "Stukjes en beetjes" uit 1965 te herschrijven. Het is een opmerkelijke zaak wanneer een auteur zijn werk onder een andere titel opnieuw uitgeeft. Des te vreemder dus wanneer hij dat twee keer doet. "Een jongensoorlog" verscheen bij de uitgeverij Querido te Amsterdam. Op de witte voorkant staat een zwart-wit foto uit de hongerwinter, waarop een vrouw te zien is die op haar fiets voedsel vervoert. De roman telt 132 bladzijden. Genre "Een jongensoorlog" is een psychologische roman die over de belevenissen van een twaalfjarige jongen in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog gaat. Je zou de roman daarom ook een ontwikkelingsroman kunnen noemen (coming of age, zoals dat in de literatuur wordt genoemd). Het is bovendien alom bekend dat de debuutroman van Bernlef die dus aan dit boek ten grondslag ligt, de meest autobiografische roman uit zijn oeuvre is.
Aanbevolen voor alle examenniveaus De kleine roman van Bernlef is niet moeilijk te lezen en is vanwege de inhoud interessant voor vrijwel alle examenniveaus. Het is een helder verhaal, duidelijk opgeschreven in eenvoudige bewoordingen in sobere stijl. Er zit wel enige symboliek in de roman, maar die is eenvoudig te begrijpen. De roman is uitstekend te combineren met andere oorlogsromans waarin kinderen een rol spelen. Daardoor kunnen leerling en docent op het mondeling examen eenvoudig vergelijkingen trekken. Een paar voorbeelden daarvan :"Wierook en tranen" (Ward Ruyslinck,) dat evengoed "een jongensoorlog" zou kunnen heten, "Voor een verloren soldaat" (Rudi van Dantzig) of "Bezonken rood" (Jeroen Brouwers). Het is een aantrekkelijk boek voor scholieren: dus, eenvoudig en toch op een behoorlijk niveau. De flaptekst Het is oorlog. De jongen Michiel wordt door zijn moeder Amsterdam uit gestuurd om in veiligheid op het platteland het einde van de oorlog af te wachten. In het gezin van Jan Tulp en op school weet hij met enige moeite een eigen plek te veroveren. De wereld in het dorp lijkt duidelijk. de dokter heult met de vijand, boer Tulp houdt vast aan zijn principes, de buurman is een NSB'er die met de vrouwen solt. Maar langzaam wijkt de gemakkelijke dagelijksheid en ontdekt Michiel dat niet alles is wat het lijkt. Dat er voor principes een prijs betaald moet worden, dat liefhebben en eerlijkheid niet altijd samengaan en dat wat fout lijkt ook goed kan zijn. Motto en opdracht Er is geen opdracht en er is ook geen motto. Wel geeft de schrijver aan dat alle overeenkomsten met werkelijke gebeurtenissen op toeval berusten. Structuur en verhaalopbouw De roman wordt vrijwel geheel chronologisch verteld. De vertelling is onderverdeeld in 15 hoofdstukken die nogal variëren in lengte. Het laatste hoofdstuk is slechts 1 bladzijde lang. De roman begint en eindigt op dezelfde wijze en vrijwel in dezelfde bewoordingen. Daarmee krijgt het boek een cyclisch karakter. De auteur vertelt daar ook : "Er is vrijwel niets gebeurd", terwijl er toch juist een aantal belangrijke dingen in het leven van de hoofdpersoon zijn gepasseerd. Alleen in hoofdstuk 1 komt een vrij lange flashback voor (over het knippen van de keelamandelen bij de hoofdfiguur Michiel). In de roman komt bovendien een spiegelverhaal voor: de Bijbelse geschiedenis van Ismaël en Hagar: vier keer wordt in gecursiveerde letters een kleine passage uit het verhaal door de jongen gelezen. De situatie van Michiel vindt hij te vergelijken met de Bijbelse situatie van de verstoten Ismael uit het Bijbelboek Genesis. (zie hiervoor verder de thematiek en de samenvatting van de inhoud) De roman heeft een opening in handeling en een gesloten einde (de oorlog is voorbij en Michiel keert terug naar Amsterdam) Perspectief De roman wordt verteld vanuit het perspectief van de 12-jarige hoofdfiguur die in de laatste maanden van de oorlog (april en mei) door zijn ouders van Amsterdam naar het platteland (het fictieve dorp Driewoude) wordt gestuurd opdat hij wat meer te eten krijgt dan in de hongerende Randstad. Het verhaal wordt verteld in de o.v.t. (achteraf verteller). Een perspectief zoals in deze roman gebruikt, heet een personale vertelwijze.
Titelverklaring In feite is de roman drie keer geschreven en heeft ook drie verschillende titels. De eerste in 1965 luidde :"Stukjes en beetjes": geen sterke titel voor een roman die qua inhoud ook niet zo goed te verklaren valt. Het zou kunnen betekenen dat Michiel bij stukjes en beetjes in de wereld van de volwassenen wordt ingewijd. Hij verliest daarbij wel zijn fantasiewereld. De tweede titel luidde "Achterhoedegevecht". Deze titel is aanmerkelijk beter: Michiel levert in de oorlog in feite een achterhoedegevecht: hij is weg uit de frontlinie van Amsterdam en komt op microniveau met de oorlog in aanraking. Hij doet ook een aantal dingen op oorlogsniveau: brengt een ondergedoken piloot eten, verraadt een moffenhoertje. Heel belangrijke dingen voor het verloop van de oorlog op macroniveau zijn dit niet: ze worden in de marge van het bestaan uitgevoerd. De beste titel van de drie is m.i. "Een jongensoorlog", omdat deze titel dubbelzinniger is. Naast de elementen van de oorlog gaat het ook over de strijd die Michiel moet voeren naar de volwassenheid: hij wordt in de tijd dat hij in Driewoude verblijft een stuk volwassener: zo heeft hij o.a. zijn eerste seksuele ervaring (zijn initiatie in de wereld van de grote mensen). Maar hij worstelt met die strijd naar de volwassenwording: de dingen blijken soms heel anders te zijn dan ze aanvankelijk lijken. Het is niet altijd zwart-wit, zoals in zijn kindertijd in Amsterdam, waar helder voor Michiel was, wat goed was en wat slecht. Soms zijn dingen veel grijzer. Aan het einde is hij ook niet echt gelukkig. Tijd en decor De roman begint in de eerste weken van april 2005 (blz. 7) en eindigt met de bevrijding door de geallieerden (blz. 132). Dat is begin mei 1945. De vertelde tijd is dus ongeveer vier weken. Afgezien van de flashback die in Amsterdam speelt, wordt de rest van de handeling gesitueerd in het fictieve dorp Driewoude. Het is op fietsafstand van Amsterdam en ook met paard en wagen is de afstand aan te rijden. Ander dorpen die genoemd worden, zijn Beest en Valkendam. De drie dorpen moeten in Noord-Holland gesitueerd worden, met als uiterste grens West-Friesland. Thematiek In de roman zit sterk verweven de thematiek van het volwassen worden van een puber: een ontwikkeling die gesterkt wordt door de gebeurtenissen in de laatste oorlogsperiode. Michiel komt als een vreemde in een kleine dorpsgemeenschap Driewoude. Waar de oorlog in Amsterdam voor hem heel helder is geweest (Duitsers zijn fout en Amerikanen zijn goed) liggen de verhoudingen in het dorp heel anders. Allereerst is hij een buiten geslotene: in het gezin, waar hij gepest wordt door het kleine 8-jarige loedertje Gerie en waar hij niet meer bekeken wordt door haar oudere zusje Alie als hij niet hoe hij seksueel moet omgaan met haar. Ook is hij een buitengeslotene op school: de jongens van zijn klas moeten hem niet. Hij laat zich manipuleren om bepaalde zaken te doen die hij eigenlijk niet wil. Bij gebrek aan werkelijke gebeurtenissen zoekt hij steun bij een verhaal, ditmaal gevormd door zijn eigen seksuele fantasie, want ook wat dit betreft was er veel voor hem verborgen gehouden. Michiel is dus een vreemde in de wereld van het plattelandsdorp, en blijft dat: 'Er was veel dat voor hem verborgen werd gehouden.' Dat verborgene heeft deels te maken met de oorlog. Het is hem niet duidelijk waarom hij buurman Soutenbakker, die zaken doet met de vader van het gezin Tulp, toch niet mag groeten.. Het is hem niet duidelijk waarom de vrouw met de blonde krullen, Liza, een hoer wordt genoemd of waarom Alie Tulp in bed tegen hem aankruipt. Wanneer hij Jan Tulp samen treft met de vrouw van de dokter, is zijn verwarring groot. Michiel voelt zich in die verwarring net zo als de Bijbelse figuur Ismaël die door Abraham samen met zijn moeder wordt verstoten en in de woestijn op zijn einde wacht, totdat een engel redding komt brengen (Genesis 21). Michiel kent de geschiedenis uit het boekje dat hij van zijn moeder op 14 januari 1945 heeft gekregen en dat hij al keer op keer doorgelezen heeft. Ook hij lijkt gered te worden door een engel uit de hemel, (De Amerikaanse piloot die is neergestort) maar ook dan blijkt later dat het toch weer niet het geval is. De symboliek met de Bijbelse geschiedenis wordt wel heel opzichtig in de roman gebracht. De tijd die in de roman wordt beschreven, is slechts twee maanden, maar in die tijd wordt Michiel een stuk volwassener (hij heeft zijn eerste seksuele ervaring met Alie, hij liegt er op los, hij helpt een Amerikaanse piloot die later toch weer opgepakt wordt, hij is getuige van de dag der wrake na de Bevrijding). Het zijn allemaal verwarrende gebeurtenissen voor een jongen van twaalf jaar, die dus sneller volwassen wordt door de chaotische en voor hem onbegrijpelijke voorvallen in de oorlog. Motieven die ook een rol spelen in deze kleine roman, zijn: - Oorlog en wat ermee samenhangt (NSB’er, verraad, moffenhoer) - Verzet tegen de (burgerlijke) maatschappij - Liefde en haat - Seksualiteit en erotiek: de eerste seksuele ervaring (actief en passief) - Schoolleven - Ouders en kinderen (vooral moeder-zoonrelatie) - Eenzaamheid (Michiel voelt zich als Ismaël , die door zijn vader wordt verstoten) - Bijbelmotief (het spiegelverhaal van Ismaël) - Het motief van de buitengeslotene Samenvatting van de inhoud In het eerste hoofdstuk is Michiel, twaalf jaar oud, op weg naar een adres bij kennissen in een borendorp Driewoude. Hij is gehaald door Jan Tulp. Tijdens het rijden op de boerenkar, denkt Michiel terug aan de dag ervoor, toen hij ook met de ponytaxi reed vanuit het ziekenhuis naar huis. Hij is zonder verdoving van zijn keelamandelen beroofd en dat deed helse pijn. Bij thuiskomst vertellen zijn ouders hem dat hij naar het platteland wordt gestuurd. Het is op zich wel een beetje vreemd om een dag na zo’n ingreep al weggestuurd te worden. Hij voelt zich hetzelfde als de Bijbelse figuur Ismaël die met zijn moeder Hagar wordt weggestuurd door Abraham. Hij heeft daarover een boekje ("Moeder leest voor") gekregen van zijn moeder en daaruit leest hij elke dag de geschiedenis door. Als hij in Driewoude aankomt, wordt hij welkom geheten door een dikke vrouw, tante Merel. Later maakt hij ook kennis met de twee dochters van deze familie Tulp, van wie de jongste Gerie (8 jaar oud) een echte pestkop is en dan niet op een leuke manier. De oudste dochter heet Alie en is op een andere manier wel geïnteresseerd in Michiel. Hij slaapt op de kamer bij Jan Tulp, de oudste zoon van de familie. Ze beloven hem echte klompen en hij mag de volgende dag Oom Johan helpen in de fabriek. Die maakt namelijk van suikerbieten stroop. 's Nachts wordt hij wakker van Jan Tulp die "Christine" murmelt en zich lijkt te bevredigen op de gedachtenis aan die vrouw. Maar Michiel herkent die situatie uiteraard nog niet: hij weet nog niets van seks. De volgende dag helpt Michiel zijn oom en hij hoort dan van een boze Jan dat diens vader stroop levert aan de buurman die NSB’er is. Na afloop van de werkdag wordt hij door tante merel naakt in een teil gewassen en daarna krijgt hij zijn beloofde, nieuwe klompen. Als hij daar de volgende dag een rondje in het dorp op maakt, hoort hij de stem van Jan Tulp die met ene Christine vrijt. Deze vrouw is blijkbaar getrouwd, ook al met een NSB'er. Hij hoort haar zeggen dat ze Dulieu heet. Wanneer Michiel later mijnheer Soutenbakker groet, krijgt hij van zijn oom een standje: een NSB'er groet je niet (Maar blijkbaar mag je hem wel als klant hebben). Michiel vond de oorlog in Amsterdam veel overzichtelijker: daar wist je wie goed was en wie fout. Alie komt op een vroege zondagmorgen bij hem op de kamer. Ze zegt dat haar ouders het niet mogen weten en ze benadert hem seksueel. Zo ziet hij voor het eerst een behaard vrouwelijk geslachtsdeel. Hij weet niet goed met de situatie om te gaan en Alie verlaat boos de kamer. Later die dag mag hij helpen met het roskammen van het paard Maja, maar Gerie komt hem alweer pesten. Die dag maken ze ook een wandeling en komen langs het huis van de dokter die Dulieu blijkt te heten. Oom Johan zegt dat het hun dokter niet is. Als ze thuiskomen, leest Michiel opnieuw de geschiedenis van Hagar en Ismaël door, hij voelt zich net zo eenzaam als Ismaël. Vanwaar zal de hulp komen? Tante Merel kan met moeite twee schriften voor hem kopen en dan moet hij naar de dorpsschool waar meester Van der Pol (!) de scepter zwaait. Als snel worden Michiel de verhoudingen in de klas duidelijk. Verkerk heeft de leiding in de groep en deze knul verzint elke woensdag opdrachten die aan de oorlog gerelateerd zijn: ze spelen als het ware de oorlog na: het is een "jongensoorlog". Als Michiel een keer over een meisje met blonde krullen spreekt, zegt Verkerk dat het Liza is, die met Soutenbakker neukt. Michiel moet van Verkerk nu voor spion spelen en verslag uitbrengen van wat hij ziet. Als hij thuiskomt, staat er een Duitse vrachtwagen voor de deur die de spullen uit De Fabriek van oom Johan meeneemt. Johan denkt dat hij door de buurman Soutenbakker verraden is. Wanneer hij de volgende dag op weg naar school gaat, wordt hij binnengeroepen door Christine Dulieu die hem allerlei vragen stelt over het weghalen van de spullen en ook allerlei insinuerende opmerkingen maakt. Het is onduidelijk wat ze van hem wil. Hij vlucht min of meer naar school en krijgt nogmaals de opdracht te gaan spioneren. Maar hij kan natuurlijk niet echt iets ontdekken en keert terug naar zijn kamer, om opnieuw de geschiedenis van Hagar en Ismaël te lezen. De volgende dag fantaseert hij dat hij Liza en Soutenbakker in hun blote kont heeft zien lopen. En dat Liza beharing op haar geslachtsdeel had. Hij maakt daarmee indruk. Als hij uit school thuiskomt, is er een brief van zijn moeder aangekomen, waarin ze schrijft dat ze binnenkort op de fiets naar hem toekomt. Hij blijft fantasieverhalen over Liza en Soutenbakker rondstrooien en is ook elke woensdag van de partij in de "oorlog" van Verkerk. Op één van die middagen is er ineens een Amerikaans toestel dat de brug in het dorp bombardeert. Hij schrikt en thuis bij Tulp leest hij de geschiedenis van Hagar en Ismaël opnieuw door. Hij voelt zich erg eenzaam, want zijn moeder kan nu ook niet meer naar hem komen. De symboliek van de brug is ook wel duidelijk: het is de verbinding met zijn ouderlijk huis, maar omdat de brug wordt gebombardeerd, kan zijn moeder hem niet meer opzoeken en wordt hij van zijn milieu gescheiden. Midden in de nacht wordt hij wakker van Jan die met zijn oom een door hem afgeluisterd, stiekem gesprek over een geheim voert. De volgende dag vraagt Jan hem een op de hooizolder ondergedoken Amerikaanse piloot eten te brengen, maar hij mag daarover helemaal niets zeggen, tegen niemand. De Amerikaan is blij dat hij eten krijgt en verder lijkt niemand in het gezin iets van de piloot te weten. In de geschiedenis van Hagar en Ismaël is er een engel die de bevrijding komt brengen en Michiel trekt de parallel met de piloot die ook uit de hemel is gekomen om hem te bevrijden. De volgende dag is de Amerikaanse piloot echter alweer verdwenen en het lijkt net of Michiel gedroomd heeft. Hij ziet wel dokter Dulieu naar buurman Soutenbakker gaan. Weer later is er onrust in het dorp en blijkt dat de Amerikaan samen met dokter Dulieu en Christine is opgepakt door de Duitsers. Heeft de dokter via Christine misschien iets willen doen voor de piloot, omdat hij voelde dat de Duitsers de oorlog gingen verliezen? Wanneer de Amerikaan hem ziet, glimlacht hij naar Michiel. Hij lijkt het niet te ernstig op te nemen. Mede natuurlijk omdat de oorlog steeds meer zijn einde lijkt te naderen. In het gezin gaat het pesten van Gerie gewoon door: zij heeft zijn boek afgepakt en later blijkt dat ze erop gekrast heeft. De magie van het boek is meteen doorbroken, maar hij wil een vlakgummetje hebben om dat uit te krassen. Hij weet dat alleen meester Van der Pol een exemplaar heeft. Op een onbewaakt ogenblik pakt hij het gummetje weg, maar hij wordt verraden door een medeleerlinge. Voor straf mag hij een dag niet op school komen, maar tante Merel vindt het allemaal niet zo erg. De bevrijding is immers nabij. Ook oom Johan geeft aan dat de Amerikanen komen en het hele dorp Driewoude loopt uit om hen op te wachten. Dan komen er ook voedseldroppings. Er wordt over gesproken om Michiel weer naar Amsterdam terug te brengen, maar eerst is er de dag der wrake. Op Soutenbakkers stoep staat een hakenkruis geschilderd en Oom Johan haalt met de kar Liza af. Haar blonde krullen worden afgeknipt, omdat het een moffenhoer zou zijn. Michiel krijgt een paar krullen in zijn bezit. Hij neemt dit met een paar andere spullen als relikwieën mee terug naar huis. Michiel voelt zich niet langer blij over die zolang verwachte Bevrijding. De volgende dag brengt Jan hem weer terug naar Amsterdam in een vertelsituatie die precies gespiegeld is aan de beginsituatie. Het leven krijgt zijn gewone gangetje weer. "Het lijkt alsof er niets gebeurd is". Recensies Vanzelfsprekend gaan de grote kranten niet meer in op de verschijning van een boek in de derde versie. Dat gebeurt zeker niet, wanneer er alleen stilistische veranderingen worden aangebracht. Op het internet zijn wel enkele publicaties te vinden bijvoorbeeld uit het blad. 8weekly: Monique Jacobs concludeert op 6 juni 2005:
"De nadruk op schijnbaar onbeduidende details is typisch voor Bernlef, zij het dat hij dit procédé hier niet zo vergaand heeft uitgewerkt als in zijn beroemde Hersenschimmen. Ook scoort dit boek lager qua originaliteit. Sommige plotlijnen - zoals die rond een op zolder verborgen, neergestorte Amerikaanse piloot - zijn zelfs ronduit cliché. In deze tweede herziening heeft Bernlef typische beginnersfouten als onlogische perspectiefwisselingen eruit gehaald. Toch blijft duidelijk dat de roman oorspronkelijk een debuut was. Hoewel het boek best onderhoudend is, moet de schrijfstijl van Bernlef nog tot volle wasdom komen. Maar voor de echte fan van Bernlef mag dat de pret niet drukken. Een roman die de auteur zo na aan het hart ligt dat hij hem twee keer in herziene versie uitgeeft, is voor deze lezer een must." Ook op recensieweb.nl verschijnt een recensie die voornamelijk de inhoud van de roman beschrijft. Op literom.nl zijn nog 3 recensies te vinden van de eerste uitgave "Stukjes en beetjes". Over de schrijver De Nederlandse schrijver J. Bernlef werd geboren in 1937 te Sint Pancras bij Alkmaar als Hendrik Jan Marsman. Het gezin woonde in Amsterdam en Haarlem. Bernlef studeerde na de HBS een half jaar aan de universiteit. J. Bernlef richtte in 1958 met G. Brands en K. Schippers het literaire tijdschrift Barbarber op. Aan het begin van de jaren zestig was hij werkzaam bij een boekenimporteur in Amsterdam. Bernlef debuteerde in 1960 als dichter met de bundel "Kokkels". Hij heeft een omvangrijk oeuvre geschreven, dat naast gedichten bestaat uit romans, verhalen, essays en toneelwerken. Zijn eerste roman was "Stukjes en beetjes" (1965) die in 1989 werd herschreven onder de titel "Achterhoedegevecht". "Sneeuw" en "Meeuwen" werden populaire romans op boekenlijsten van scholieren. "Hersenschimmen" (1984) was de meest succesvolle roman tot nu toe. Het verhaal over een demeterende man werd bewerkt voor toneel en in 1988 verfilmd. Van 1977 tot 1987 was Bernlef redacteur van Raster. Bernlef was ook als criticus van poëzie actief voor de Haagse Post. Hij bekleedde verschillende bestuursfuncties in de culturele wereld. Hij zette zich bijvoorbeeld in voor het PEN Emergency Fund. Dit fonds helpt onderdrukte schrijvers. De Constantijn Huygensprijs werd in 1984 aan hem toegekend. Ook werd zijn werk bekroond met de AKO- Literatuurprijs en de P.C. Hooftprijs. Andere belangrijke werken van J. Bernlef zijn: - Stenen spoelen (1960) - Stukjes en beetjes (1965) - Het verlof (1971) - Sneeuw (1973) - Meeuwen (1975) - Zwijgende man (1976) - Anekdotes uit een zijstraat (1978) - Onder ijsbergen (1981) - Alles teruggevonden / niets bewaard (1982) - Regen (1982) - Winterwegen (1983) - Eclips (1993) - Boy (2000) - Een onzichtbare jongen is zijn meest recente roman.

REACTIES

S.

S.

Beste docent,
Ik zag ook weer bij dit boekverslag een hele lange samenvatting, ik (in de 3 van vwo) zou dit echt nooit mogen inleveren. (niet dat ik dit zal kopieren of anders zal misbruiken) bij ons moet je het of in minder dan 100 woorden doen of in minder dan 10 zinnen.
Ik vraag me af of dit misschien te streng is.
Toch een mooie beschrijving!

13 jaar geleden

M.

M.

Grote maar goede samenvatting

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Een jongensoorlog door J. Bernlef"

Ook geschreven door Cees