Opdracht 1: Lees een boek van A.C. Baantjer waarvan de titel begint met “De Cock en……..” Deze serie bestaat ondertussen uit ongeveer 60 verschillende titels.
Ik heb gekozen voor het boek “De Cock en moord eerste klasse” omdat ik toen ik het boek zag en de titel las wist ik echt niet wat die titel zou moeten betekenen. Daarom besloot ik dit boek te kiezen om uit te vinden wat de titel betekent.
Opdracht 2: Maak een voorblad met daarop de naam van de schrijver, de titel van het boek, jouw naam en klas en een toepasselijke illustratie (tekening, foto, of iets dergelijks).
Zie de voorkant van het dossier.
Opdracht 3: Schrijf een stukje van ongeveer 100 woorden over de schrijver. Wie is A. C. Baantjer? Hoe komt hij aan de inspiratie om zo veel boeken te schrijven? enz. enz.
In bibliotheken is de informatie over hem over het algemeen schaars. Maak daarom ook gebruik van andere bronnen om aan je informatie te komen. Geef niet te snel op. Wie zoekt, zal vinden!
A. C. Baantjer werd geboren in Urk, nog voor zijn achtste verhuist hij met zijn ouders naar Amsterdam naar het Bickerseiland. Na de Tweede Wereldoorlog weet Appie nog steeds niet wat hij wil worden. Na een tijdje meldt zijn vader, zonder dat Appie het weet, hem aan bij de Amsterdamse gemeente politie. Op een zekere dag zei vader: ”Je moet je morgen melden bij de politie”. Appie zei: “Wat heb ik misdaan?” “Niets, zei hij”, ik heb voor je gesolliciteerd.”
Appie was 22 jaar, toen nog wijkagent. Later bij de radio-, auto- en motordienst en als laatste rechercheur.
Hoe begon Baantjer met zijn romans?
Het begon allemaal met een prijsvraag van Het Parool. Het ging erom wie het beste korte verhaal schreef. Het verhaal van Baantjer heette: Het moraal van het cliché. Het verhaal wint en Baantjer besluit daarna door te gaan met schrijven. Eerst schrijft hij nog korte stukjes voor verschillende tijdschriften en schrijft boekjes en dan begint echt zijn schrijfcarrière. Iemand vraagt Baantjer of hij niet eens een roman wil schrijven. Dit wordt Een strop voor Bobby. Een verhaal waar Albert Versteegh het onderzoek leidt, maar De Cock komt er nog nauwelijks in voor. En in de rest van de De Cock boeken komt hij er wel in voor. De Baantjer boeken zijn ook in verschillende talen vertaald, bijvoorbeeld: in het Engels, Russisch, Chinees, Koreaans, enz.
Opdracht 4: Zoek op het Internet naar informatie over het boek dat je leest. Maak een samenvatting van je gelezen boeken en stop de informatie van het Internet en je eigen samenvatting beide in je fictiedossier.
De Cock en de moord eerste klasse door A.C. Baantjer
Titel?
De Cock en de moord eerste klasse
Schrijver?
A.C. Baantjer
Wie spelen er een belangrijke rol?
De Cock, Vledder, Louise de Coligny, Paul de Coligny, Stella Bernhard, Suzette de Tournes
Waar spelen de gebeurtenissen zich af?
Op het station, in Amsterdam en in Utrecht
Wanneer spelen de gebeurtenissen zich af?
In deze tijd want er komen allemaal moderne dingen in voor
Ontknoping?
De Cock komt er achter dat Paul de Coligny de moord heeft gepleegd op Suzette de Tournes terwijl hij zijn derde moord wil plegen maar hij springt uit de trein en dan is hij dood.
Waar slaat de titel op?
De moorden worden gepleegd in een eerste klas coupe
Hoe vond je het boek?
Ik vond het een leuk en spannend boek want je gaat meedenken wie het heeft gedaan en dan wil je doorlezen ik heb het boek ook op 1 middag uitgelezen en dat vind ik echt goed aan het boek
Verslag:
De Cock kwam zoals gewoonlijk veelte laat en de Vledder was een beetje chagrijnig en maakte zich daar een beetje boos over de Vledder gooide hem een dossier toe van een moord van 4 jaar geleden de Cock vroeg wat moet ik daar nou mee de Vledder antwoord een beetje boos de officier van justitie belde net en die vroeg of jij dat even wou doornemen het is een moord in een eerste klas coupe gewurgd met flinke handen 4 jaar geleden was dat gebeurd het was de trein van utrecht naar Enkhuizen.
Toen ging de telefoon de Vledder zegt ja we komen er meteen aan en de Vledder hangt op en Cock vraagt wie was dat de spoorpolitie een moord in een eerste klas coupe de Cock en de Vledder gaan er naar toe de Vledder stond allang te wachten bij de auto terwijl de Cock de Vledder zegt schiet nou eens op De Cock antwoord nuchter wat denk je nou dat de dader nog bij het lijk daar in de eerste klas coupe aan het wachten is op ons
Ze komen op het station aan en gaan naar de spoorwegpolitie en die wijst hun de weg ze komen bij het lijk en het valt meteen op dat het een vrouw is en dat ze daar poedelnaakt ligt De Cock en de Vledder wachten op de lijkschouwer en de dokter daar komt de lijkschouwer hij zegt dat ze gewurgd is en verder geen sporen van een ander soort moord
De Cock en de Vledder zitten op hun kantoor te praten over de moord en opeens wordt er op de deur geklopt en er komt een beeldschone vrouw binnen De Cock schat haar rond de 25 en de vrouw stelt zich voor als Louise de Coligny ze vraagt aan de Cock of hij de moord behandelt die is gepleegd op dat meisje in de eerste klas coupe De Cock antwoord ja zegt dat de dader in de war is en dat zij eigenlijk het slachtoffer moest zijn en dat ze al een tijdje dreigtelefoontjes kreeg van een onbekende dat zei het volgende slachtoffer zou zijn De Cock vroeg het volgende? Ja, de eerste was stella Bernhard zoals Louise dat zei ik nam die dreig telefoontjes niet zo serieus ik kreeg ze al vier jaar lang en dat vond ik wel erg lang duren voordat ze me dan daadwerkelijk zou vermoorden zei Louise de Coligny
De Cock en de Vledder zaten weer wat te praten over de moord ze zaten vol met vragen toen er op de deur werd geklopt.
Het was een man van achter in de 30 hij stelde zich voor als Jean de Tournes en zei dat zijn dochter was vermoord ze heten in die beruchte eerste klas coupe Suzette de Tournes heette ze en hij toonde totaal geen emotie dat vonden De Cock en de Vledder maar heel apart. Hij zei dat zijn dochter op weg was naar hem in Amsterdam, en dat hij en zijn ex vrouw waren gescheiden dat ze daarom kwam.
De Cock en de Vledder waren nu al een heel eind verder ze wisten nu wie het slachtoffer was Suzette de tournes en waarom ze naar Amsterdam was gegaan maar het belangrijkste ontbrak nog het motief voor de moord en de dader. Ze wisten 1 ding zeker dat de oplossing nog een eind weg was toen kwam weer Jean de tournes binnen hij zei dat hij dacht dat Louise de Coligny de dader was omdat Suzette en Louise vroeger een keer ruzie hadden gehad om een jongen en dat had Suzette gewonnen en daarom dacht Jean de tournes dat zei het gedaan had.
Zoals gewoonlijk zaten ze weer op het kantoor toen er werd gebeld door Louise de Coligny. De Cock nam op en ze belde vanuit het ziekenhuis ze zei dat ze was aangereden door iemand met een licht blauwe Mercedes de Cock hing op en de Vledder vroeg meteen wie er belde en hij zei het en de Vledder wist meteen wie het had gedaan dat was Jean de tournes die heeft zo’n auto.
De Cock komt terug van een gesprek met Jean de tournes en hij zegt Jean heeft een alibi en heeft een man die daar bij kan getuigen het is Richard Bernhard de vader van de eerder vermoorde Stella Bernhard.
De Cock gaat naar peet de boer een steward die op de trein van Utrecht naar Amsterdam aan het werk was hij zei dat hij Suzette de tournes in de eerste klas coupe had zien zitten er zat ook iemand bij een vrouw met een zwart jasje en een witte broek erg opvallend vond peet de boer zij had ook een kopje koffie gedronken. Voor de rest wist peet de boer niks meer, maar wat hij wist was van groot belang voor het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek van de eerste klas coupe waren binnen en opmerkelijk was dat het bekertje waar de koffie in zat van de vrouw in dat zwarte jasje met die witte broek er niet bij zat wat ook opmerkelijk was dat er een papiertje van Richard Bernhard waar zijn naam op staat van een tijdschrift. En duizenden handafdrukken en greepjes daar hebben ze dus weinig aan. Maar dat papiertje van Richard Bernhard is erg opmerkelijk waarom zou iemand dat papiertje van Richard Bernhard wel in de prullenbak gooien en dat koffie bekertje niet. Ik denk dat iemand ons op het verkeerde been wil zetten zegt de Cock. Maar wie in ieder geval iemand die Richard Bernhard kent.
De Cock komt weer eens te laat en de Vledder vraagt heb jij variabele werktijden? De Cock reageert niet maar vraagt of er nog gebeld is. Op dat moment wordt er op de deur geklopt er komt een man binnen hij stelt zich voor als Paul de Coligny hij zegt dat hij de broer is van Louise en zegt dat hij alles weet wat zij verteld heeft en wou even weten hoe het er voor stond de Cock zegt ja slecht we kunnen alle kanten op maar bedankt voor uw interesse.
De Cock komt terug van een gesprek met Richard Bernhard hij komt dan alleen op het kantoor samen met Vledder daar ligt een briefje er staat op Mareille Lorraine begraafplaats zorgvliet 2de gang rechts dan het 3de graf
De Cock wil daar per se nog heen maar dan komen ze in de file en is het al dicht ze klimmen er gewoon over heen ze gaan de 2de gang rechts en dan het 3de graf op het graf staat Mareille Lorraine 1938 1952 ze gaan het na checken en komen dan er bij dat ook zij op de wijze is vermoord als Stella Bernhard en Suzette de Tournes erg opvallend want dit is erg lang terug maar er staat ook een moordenaar bij Michael de Coligny dat wijst op Louise of Paul de Coligny
De Cock zit te wachten in de kamer van Louise de Coligny hij ziet de typmachine waar het briefje mee is getypt want de E drukt niet goed door en de N is maar half net als op het briefje. Dan komt Louise thuis en schrikt zich wild.
De Cock zit in de trein vermomd net als Vledder, Prins en Keizer en Antoinette de la Croix zit in de eerste klas coupe dan komt er een vrouw met een witte broek en zwarte jas dat moet de moordenaar(es) zijn de Cock en Vledder zitten in de 2de klas en Prins en Keizer zitten zo dat ze in de eerste klas coupe kunnen kijken dan word er opeens op de noodrem gedrukt merkt de Cock ligt bij de deur en de moordenaar(es) ligt buiten de Cock en Vledder gaan er heen Ze zien meteen dat hij/zij dood is de Cock haalt de pruik er af de Vledder hijgt in zijn nek Paul...., Paul de Coligny.
Eigen Samenvatting:
De Cock en de moord eerste klasse
De Cock slentert naar het kantoor en komt zoals gewoonlijk te laat aan en doordat Vledder al een beetje chagrijnig was maakt hij zich daar een beetje boos over en gooit een dossier van een moord van vier jaar oud op het bureau en zegt dat het een moord is in een eerst klasse coupé en wat erg veel lijkt op een moord die die dag heeft plaatsgevonden.
Ze komen op het station aan en gaan naar de spoorwegpolitie en die wijst hun de weg ze komen bij het lijk en het valt meteen op dat het een vrouw is en dat ze daar naakt ligt. De Cock en de Vledder wachten op de lijkschouwer en de dokter wanneer de lijkschouwer is aangekomen zegt hij dat ze gewurgd is en verder geen sporen van een ander soort moord is te bekennen.
De Cock en de Vledder zitten op hun kantoor te praten over de moord en opeens word er op de deur geklopt en er komt een beeldschone vrouw binnen en De Cock schat haar rond de 25. De vrouw stelt zich voor als Louise de Coligny en vraagt aan De Cock of hij de moord behandelt die is gepleegd op dat meisje in de eerste klas coupé. Dan zegt ze dat de dader in de war is en dat zij eigenlijk het slachtoffer moest zijn en dat ze al een tijdje dreigtelefoontjes kreeg van een onbekende die zei dat zij het volgende slachtoffer zou zijn.
De Cock en de Vledder zaten weer wat te praten over de moord ze zaten vol met vragen toen er weer op de deur werd geklopt.
Het was een man van achter in de 30 hij stelde zich voor als Jean de Tournes en zei dat zijn dochter was vermoord. Hij zei dat ze Suzette de Tournes heette maar hij toonde totaal geen emotie en dat vonden De Cock en de Vledder maar heel apart. Hij zei dat zijn dochter op weg was naar hem in Amsterdam, en dat hij en zijn ex vrouw waren gescheiden dat ze daarom kwam.
De Cock en de Vledder waren nu al een heel eind verder ze wisten nu wie het slachtoffer was, Suzette de Tournes en waarom ze naar Amsterdam was gegaan. Maar het belangrijkste ontbrak nog, het motief voor de moord en de dader. Ze wisten een ding en dat was de oplossing een eind weg was. Toen kwam Jean de Tournes binnen hij zei dat hij dacht dat Louise de Coligny de dader was omdat Suzette en Louise vroeger een keer ruzie hadden gehad om een jongen en dat had Suzette gewonnen en daarom dacht Jean de Tournes dat zij het gedaan had.
Zoals gewoonlijk zaten ze weer op het kantoor toen er werd gebeld door Louise de Coligny. De Cock nam op en ze belde vanuit het ziekenhuis ze zei dat ze was aangereden door iemand met een licht blauwe Mercedes de Cock hing op en de Vledder vroeg meteen wie er belde en Vledder wist meteen wie het had gedaan, dat was Jean de Tournes want die heeft ook zo’n auto.
De Cock komt terug van een gesprek met Jean de tournes en hij zegt dat Jean een alibi heeft en een man die daar bij kan getuigen. Het is Richard Bernhard de vader van de eerder vermoorde Stella Bernhard.
De Cock gaat naar Peet de Boer een steward die op de trein van Utrecht naar Amsterdam aan het werk was. Hij zei dat hij Suzette de Tournes in de eerste klas coupé had zien zitten er zat ook iemand bij, een vrouw met een zwart jasje en een witte broek. Ze had ook een kopje koffie gedronken. Voor de rest wist Peet de Boer niks meer.
De resultaten van het onderzoek van de eerste klas coupé waren binnen en opmerkelijk was dat het bekertje waar de koffie in zat van de vrouw in dat zwarte jasje met die witte broek er niet bij zat wat ook opmerkelijk was dat er een papiertje van Richard Bernhard waar zijn naam op staat van een tijdschrift. En duizenden handafdrukken en greepjes, daar hebben ze dus weinig aan. “Ik denk dat iemand ons op het verkeerde been wil zetten,” zegt de Cock. Maar wie in ieder geval iemand die Richard Bernhard kent.
De Cock en Vledder zitten weer in het kantoor. De Cock vraagt of er nog gebeld is en op dat moment wordt er op de deur geklopt en er komt een man binnen. Hij stelt zich voor als Paul de Coligny en hij zegt dat hij de broer is van Louise en zegt dat hij alles weet wat zij verteld heeft en wou even weten hoe het er voor stond waarop De Cock zegt: “Ja slecht we kunnen alle kanten op maar bedankt voor uw interesse.”
De Cock komt terug van een gesprek met Richard Bernhard op het kantoor ligt een briefje waarop staat: Mareille Lorraine begraafplaats Zorgvliet 2de gang rechts dan het 3de graf.
De Cock wil daar persé nog heen maar dan komen ze in de file en is de begraafplaats al dicht. Ze klimmen er gewoon over heen ze gaan naar het graf waarop staat: Mareille Lorraine 1938 1952. Ze gaan het na checken en komen dan er bij dat ook zij op de wijze is vermoord als Stella Bernhard en Suzette de Tournes, erg opvallend want dit is erg lang terug maar er staat ook een moordenaar bij: Michael de Coligny, dat wijst op Louise of Paul de Coligny.
De Cock zit te wachten in de kamer van Louise de Coligny hij ziet de typemachine waar het briefje mee is getypt want de E drukt niet goed door en de N is maar half net als op het briefje. Dan komt Louise thuis en schrikt zich wild.
De Cock zit in de trein vermomd net als Vledder, Prins en Keizer en Antoinette de la Croix zitten in de eerste klas coupé. Dan komt er een vrouw met een witte broek en zwarte jas. Dat moet de moordenaar(es) zijn! de Cock en Vledder zitten in de 2de klas en Prins en Keizer zitten zo dat ze in de eerste klas coupé kunnen kijken. Dan wordt er opeens aan de noodrem getrokken. De Cock valt en ligt bij de deur en de moordenaar(es) ligt buiten. De Cock en Vledder gaan er heen en ze zien meteen dat hij/zij dood is de Cock haalt de pruik van het hoofd af, de Vledder hijgt in zijn nek: “Paul...., Paul de Coligny.”
Opdracht 5: In de inleiding werd al gesproken over de begrippen literatuur en lectuur. Zoek in twee verschillende bronnen naar de betekenis van deze begrippen.
a. Geeft twee begrijpelijke betekenissen van het begrip literatuur.
b. Geeft een begrijpelijke betekenis van het begrip lectuur.
a.Woordenboek
Literatuur [li•te•ra´tuur,]
1. letterkunde, letterkundige wetenschap
2. geschiedenis der letterkunde
3. gezamelijke letterkundige voortbrengselen van een volk
4. hetgeen over een bepaald onderwerp is geschreven
5. alle proza-, poezië- en toneelstukken van een bepaald niveau
Encarta
Literatuur [tijdschrift], Nederlands populair-wetenschappelijk, tweemaandelijks tijdschrift over Nederlandse en Vlaamse letterkunde, opgericht in 1983. Het tijdschrift bevat artikelen over literatuur, schrijvers en allerlei aspecten die daarmee samenhangen. De bijdragen zijn veelal van literair-historische aard.
b. Woordenboek
Lectuur [lec´tuur]
1. het lezen;
2. belezenheid;
3. geschriften; leesstof
Opdracht 6: de hoofdpersonen in jouw boek zijn De Cock en zijn assistent Vledder.
a. Wanneer noemen we een personage een karakter?
b. Wanneer noemen we een personage een type?
c. Zijn De Cock en Vledder karakters of typen? Motiveerde antwoord.
d. Geef minstens twee karaktereigenschappen van De Cock.
e. Geef minstens twee karaktereigenschappen van Vledder.
f. Bij vraag c. heb je moeten kiezen voor karakter of type. Waarom is A. C. Baantjer wel verplicht om De Cock en Vledder als karakters/typen* neer te zetten?
*) doorhalen wat niet van toepassing is?
a. We noemen een personage een karakter als hij of zij in de loop van het boek karakter ontwikkelingen doormaakt. Het personage verandert: wordt wijzer en gaat anders over dingen denken.
b. Een type is een personage in een boek die van begin tot het einde dezelfde karakter trekken behoudt.
c. De Cock en Vledder zijn typen want ze veranderen niet van karakter. Dat merk je ook want De Cock blijft proberen om zijn hoedje op de kapstok te gooien en blijft missen en Vledder blijf veel te snel conclusies trekken.
d. De Cock is heel rustig en wordt boos als er wordt gezegd dat hij zijn werk niet goed doet.
e. Vledder is altijd veel te snel met conclusies trekken en is veel speelser.
f. A. C. Baantjer is verplicht om De Cock en Vledder als typen neer te zetten, omdat ze in elk boek niet veranderen en in alle boeken zijn ze weer precies hetzelfde.
Opdracht 7: een politieroman/detective/thriller is niet spannend als er geen misdaad in beschreven wordt.
a. Welke misdaad/misdaden wordt/worden in jouw boek gepleegd?
b. Wie is/zijn daarvan het slachtoffer/de slachtoffers?
c. Wie is/zijn de dader(s)?
d. Wat is het motief om de misdaad/misdaden te plegen?
a. Er worden drie (bijna vier) misdaden gepleegd in een eerste klasse coupé.
b. De slachtoffers zijn Mareille Lorraine, Stella Bernhard en Suzette de Tournes.
c. De daders zijn Paul de Coligny en Michael de Coligny.
d. Het enige motief wat ik kon vinden was dat ze gewoon een moord wilden plegen voor niets
Opdracht 8: Een boek kan een open of een gesloten einde hebben.
a. Wat bedoelen we als we zeggen dat het boek een gesloten einde heeft?
b. Wat bedoelen we als we zeggen dat het boek een open een einde heeft?
c. Heeft het boek van A. C. Baantjer dat je net gelezen hebt een open of gesloten einde? Motiveer je antwoord.
a. We bedoelen als we zeggen dat het boek een gesloten einde heeft dat het verhaal is afgelopen en het probleem is opgelost.
b. We bedoelen als we zeggen dat het boek een open een einde heeft dat het verhaal nog alle kanten op kan gaan, dat komt doordat het probleem nog niet is opgelost en dus nog op elke manier kan worden opgelost.
c. Het boek van A. C. Baantjer dat ik net heb gelezen heeft een gesloten einde want het probleem is opgelost (De Cock en Vledder weten wie de moordenaar is en de moordenaar is niet meer in staat om nog meer moorden en te plegen).
Opdracht 9: Geef in ongeveer 75 woorden je mening over het boek van A. C. Baantjer dat je gelezen hebt. Maak gebruik van de beoordelingswoorden die je kunt vinden op bladzijde 183 bij het onderdeel Fictiedossier punt 14 in het boek Nieuw Nederlands 4mavo/vmbo kgt..
Ik vind het boek dat ik gelezen heb erg spannend, vooral omdat ze steeds weer iets belangrijks ontdekten precies aan het einde van elk hoofdstuk. Ik vind de titel ook wel leuk bedacht omdat het eerste klasse moorden zijn en tegelijkertijd in een eerste klasse coupé worden gepleegd. Verder vind ik het verhaal goed compact omdat ik vind dat de meeste boeken voor hetzelfde verhaal soms wel 200 bladzijden nodig hebben. Het was wel allemaal erg hetzelfde, daarmee bedoel ik dat de twee hoofdpersonen jammer genoeg geen karakter ontwikkelingen doormaakten.
Opdracht 10: Wat vind jij? Hebben de docenten Nederlands gelijk als ze vinden dat de boeken van A. C. Baantjer NIET in het leesdossier thuishoren? Motiveer je antwoord!
Ik vind inderdaad dat de docenten Nederlands gelijk hebben, omdat ik ook in opdracht 9 heb staan dat de boeken allemaal op elkaar lijken qua de karaktereigenschappen van de hoofdpersonen. Dus de boeken van A. C. Baantjer zijn eigenlijk lectuur en horen dus niet in het (literatuur) leesdossier thuis.
Ik heb gekozen voor het boek “De Cock en moord eerste klasse” omdat ik toen ik het boek zag en de titel las wist ik echt niet wat die titel zou moeten betekenen. Daarom besloot ik dit boek te kiezen om uit te vinden wat de titel betekent.
Opdracht 2: Maak een voorblad met daarop de naam van de schrijver, de titel van het boek, jouw naam en klas en een toepasselijke illustratie (tekening, foto, of iets dergelijks).
Opdracht 3: Schrijf een stukje van ongeveer 100 woorden over de schrijver. Wie is A. C. Baantjer? Hoe komt hij aan de inspiratie om zo veel boeken te schrijven? enz. enz.
In bibliotheken is de informatie over hem over het algemeen schaars. Maak daarom ook gebruik van andere bronnen om aan je informatie te komen. Geef niet te snel op. Wie zoekt, zal vinden!
A. C. Baantjer werd geboren in Urk, nog voor zijn achtste verhuist hij met zijn ouders naar Amsterdam naar het Bickerseiland. Na de Tweede Wereldoorlog weet Appie nog steeds niet wat hij wil worden. Na een tijdje meldt zijn vader, zonder dat Appie het weet, hem aan bij de Amsterdamse gemeente politie. Op een zekere dag zei vader: ”Je moet je morgen melden bij de politie”. Appie zei: “Wat heb ik misdaan?” “Niets, zei hij”, ik heb voor je gesolliciteerd.”
Appie was 22 jaar, toen nog wijkagent. Later bij de radio-, auto- en motordienst en als laatste rechercheur.
Hoe begon Baantjer met zijn romans?
Het begon allemaal met een prijsvraag van Het Parool. Het ging erom wie het beste korte verhaal schreef. Het verhaal van Baantjer heette: Het moraal van het cliché. Het verhaal wint en Baantjer besluit daarna door te gaan met schrijven. Eerst schrijft hij nog korte stukjes voor verschillende tijdschriften en schrijft boekjes en dan begint echt zijn schrijfcarrière. Iemand vraagt Baantjer of hij niet eens een roman wil schrijven. Dit wordt Een strop voor Bobby. Een verhaal waar Albert Versteegh het onderzoek leidt, maar De Cock komt er nog nauwelijks in voor. En in de rest van de De Cock boeken komt hij er wel in voor. De Baantjer boeken zijn ook in verschillende talen vertaald, bijvoorbeeld: in het Engels, Russisch, Chinees, Koreaans, enz.
Opdracht 4: Zoek op het Internet naar informatie over het boek dat je leest. Maak een samenvatting van je gelezen boeken en stop de informatie van het Internet en je eigen samenvatting beide in je fictiedossier.
Titel?
De Cock en de moord eerste klasse
Schrijver?
A.C. Baantjer
Wie spelen er een belangrijke rol?
De Cock, Vledder, Louise de Coligny, Paul de Coligny, Stella Bernhard, Suzette de Tournes
Waar spelen de gebeurtenissen zich af?
Op het station, in Amsterdam en in Utrecht
Wanneer spelen de gebeurtenissen zich af?
In deze tijd want er komen allemaal moderne dingen in voor
Ontknoping?
De Cock komt er achter dat Paul de Coligny de moord heeft gepleegd op Suzette de Tournes terwijl hij zijn derde moord wil plegen maar hij springt uit de trein en dan is hij dood.
Waar slaat de titel op?
De moorden worden gepleegd in een eerste klas coupe
Hoe vond je het boek?
Ik vond het een leuk en spannend boek want je gaat meedenken wie het heeft gedaan en dan wil je doorlezen ik heb het boek ook op 1 middag uitgelezen en dat vind ik echt goed aan het boek
De Cock kwam zoals gewoonlijk veelte laat en de Vledder was een beetje chagrijnig en maakte zich daar een beetje boos over de Vledder gooide hem een dossier toe van een moord van 4 jaar geleden de Cock vroeg wat moet ik daar nou mee de Vledder antwoord een beetje boos de officier van justitie belde net en die vroeg of jij dat even wou doornemen het is een moord in een eerste klas coupe gewurgd met flinke handen 4 jaar geleden was dat gebeurd het was de trein van utrecht naar Enkhuizen.
Toen ging de telefoon de Vledder zegt ja we komen er meteen aan en de Vledder hangt op en Cock vraagt wie was dat de spoorpolitie een moord in een eerste klas coupe de Cock en de Vledder gaan er naar toe de Vledder stond allang te wachten bij de auto terwijl de Cock de Vledder zegt schiet nou eens op De Cock antwoord nuchter wat denk je nou dat de dader nog bij het lijk daar in de eerste klas coupe aan het wachten is op ons
Ze komen op het station aan en gaan naar de spoorwegpolitie en die wijst hun de weg ze komen bij het lijk en het valt meteen op dat het een vrouw is en dat ze daar poedelnaakt ligt De Cock en de Vledder wachten op de lijkschouwer en de dokter daar komt de lijkschouwer hij zegt dat ze gewurgd is en verder geen sporen van een ander soort moord
De Cock en de Vledder zitten op hun kantoor te praten over de moord en opeens wordt er op de deur geklopt en er komt een beeldschone vrouw binnen De Cock schat haar rond de 25 en de vrouw stelt zich voor als Louise de Coligny ze vraagt aan de Cock of hij de moord behandelt die is gepleegd op dat meisje in de eerste klas coupe De Cock antwoord ja zegt dat de dader in de war is en dat zij eigenlijk het slachtoffer moest zijn en dat ze al een tijdje dreigtelefoontjes kreeg van een onbekende dat zei het volgende slachtoffer zou zijn De Cock vroeg het volgende? Ja, de eerste was stella Bernhard zoals Louise dat zei ik nam die dreig telefoontjes niet zo serieus ik kreeg ze al vier jaar lang en dat vond ik wel erg lang duren voordat ze me dan daadwerkelijk zou vermoorden zei Louise de Coligny
De Cock en de Vledder zaten weer wat te praten over de moord ze zaten vol met vragen toen er op de deur werd geklopt.
Het was een man van achter in de 30 hij stelde zich voor als Jean de Tournes en zei dat zijn dochter was vermoord ze heten in die beruchte eerste klas coupe Suzette de Tournes heette ze en hij toonde totaal geen emotie dat vonden De Cock en de Vledder maar heel apart. Hij zei dat zijn dochter op weg was naar hem in Amsterdam, en dat hij en zijn ex vrouw waren gescheiden dat ze daarom kwam.
De Cock en de Vledder waren nu al een heel eind verder ze wisten nu wie het slachtoffer was Suzette de tournes en waarom ze naar Amsterdam was gegaan maar het belangrijkste ontbrak nog het motief voor de moord en de dader. Ze wisten 1 ding zeker dat de oplossing nog een eind weg was toen kwam weer Jean de tournes binnen hij zei dat hij dacht dat Louise de Coligny de dader was omdat Suzette en Louise vroeger een keer ruzie hadden gehad om een jongen en dat had Suzette gewonnen en daarom dacht Jean de tournes dat zei het gedaan had.
Zoals gewoonlijk zaten ze weer op het kantoor toen er werd gebeld door Louise de Coligny. De Cock nam op en ze belde vanuit het ziekenhuis ze zei dat ze was aangereden door iemand met een licht blauwe Mercedes de Cock hing op en de Vledder vroeg meteen wie er belde en hij zei het en de Vledder wist meteen wie het had gedaan dat was Jean de tournes die heeft zo’n auto.
De Cock gaat naar peet de boer een steward die op de trein van Utrecht naar Amsterdam aan het werk was hij zei dat hij Suzette de tournes in de eerste klas coupe had zien zitten er zat ook iemand bij een vrouw met een zwart jasje en een witte broek erg opvallend vond peet de boer zij had ook een kopje koffie gedronken. Voor de rest wist peet de boer niks meer, maar wat hij wist was van groot belang voor het onderzoek.
De resultaten van het onderzoek van de eerste klas coupe waren binnen en opmerkelijk was dat het bekertje waar de koffie in zat van de vrouw in dat zwarte jasje met die witte broek er niet bij zat wat ook opmerkelijk was dat er een papiertje van Richard Bernhard waar zijn naam op staat van een tijdschrift. En duizenden handafdrukken en greepjes daar hebben ze dus weinig aan. Maar dat papiertje van Richard Bernhard is erg opmerkelijk waarom zou iemand dat papiertje van Richard Bernhard wel in de prullenbak gooien en dat koffie bekertje niet. Ik denk dat iemand ons op het verkeerde been wil zetten zegt de Cock. Maar wie in ieder geval iemand die Richard Bernhard kent.
De Cock komt weer eens te laat en de Vledder vraagt heb jij variabele werktijden? De Cock reageert niet maar vraagt of er nog gebeld is. Op dat moment wordt er op de deur geklopt er komt een man binnen hij stelt zich voor als Paul de Coligny hij zegt dat hij de broer is van Louise en zegt dat hij alles weet wat zij verteld heeft en wou even weten hoe het er voor stond de Cock zegt ja slecht we kunnen alle kanten op maar bedankt voor uw interesse.
De Cock komt terug van een gesprek met Richard Bernhard hij komt dan alleen op het kantoor samen met Vledder daar ligt een briefje er staat op Mareille Lorraine begraafplaats zorgvliet 2de gang rechts dan het 3de graf
De Cock wil daar per se nog heen maar dan komen ze in de file en is het al dicht ze klimmen er gewoon over heen ze gaan de 2de gang rechts en dan het 3de graf op het graf staat Mareille Lorraine 1938 1952 ze gaan het na checken en komen dan er bij dat ook zij op de wijze is vermoord als Stella Bernhard en Suzette de Tournes erg opvallend want dit is erg lang terug maar er staat ook een moordenaar bij Michael de Coligny dat wijst op Louise of Paul de Coligny
De Cock zit te wachten in de kamer van Louise de Coligny hij ziet de typmachine waar het briefje mee is getypt want de E drukt niet goed door en de N is maar half net als op het briefje. Dan komt Louise thuis en schrikt zich wild.
De Cock zit in de trein vermomd net als Vledder, Prins en Keizer en Antoinette de la Croix zit in de eerste klas coupe dan komt er een vrouw met een witte broek en zwarte jas dat moet de moordenaar(es) zijn de Cock en Vledder zitten in de 2de klas en Prins en Keizer zitten zo dat ze in de eerste klas coupe kunnen kijken dan word er opeens op de noodrem gedrukt merkt de Cock ligt bij de deur en de moordenaar(es) ligt buiten de Cock en Vledder gaan er heen Ze zien meteen dat hij/zij dood is de Cock haalt de pruik er af de Vledder hijgt in zijn nek Paul...., Paul de Coligny.
Eigen Samenvatting:
De Cock en de moord eerste klasse
Ze komen op het station aan en gaan naar de spoorwegpolitie en die wijst hun de weg ze komen bij het lijk en het valt meteen op dat het een vrouw is en dat ze daar naakt ligt. De Cock en de Vledder wachten op de lijkschouwer en de dokter wanneer de lijkschouwer is aangekomen zegt hij dat ze gewurgd is en verder geen sporen van een ander soort moord is te bekennen.
De Cock en de Vledder zitten op hun kantoor te praten over de moord en opeens word er op de deur geklopt en er komt een beeldschone vrouw binnen en De Cock schat haar rond de 25. De vrouw stelt zich voor als Louise de Coligny en vraagt aan De Cock of hij de moord behandelt die is gepleegd op dat meisje in de eerste klas coupé. Dan zegt ze dat de dader in de war is en dat zij eigenlijk het slachtoffer moest zijn en dat ze al een tijdje dreigtelefoontjes kreeg van een onbekende die zei dat zij het volgende slachtoffer zou zijn.
De Cock en de Vledder zaten weer wat te praten over de moord ze zaten vol met vragen toen er weer op de deur werd geklopt.
Het was een man van achter in de 30 hij stelde zich voor als Jean de Tournes en zei dat zijn dochter was vermoord. Hij zei dat ze Suzette de Tournes heette maar hij toonde totaal geen emotie en dat vonden De Cock en de Vledder maar heel apart. Hij zei dat zijn dochter op weg was naar hem in Amsterdam, en dat hij en zijn ex vrouw waren gescheiden dat ze daarom kwam.
De Cock en de Vledder waren nu al een heel eind verder ze wisten nu wie het slachtoffer was, Suzette de Tournes en waarom ze naar Amsterdam was gegaan. Maar het belangrijkste ontbrak nog, het motief voor de moord en de dader. Ze wisten een ding en dat was de oplossing een eind weg was. Toen kwam Jean de Tournes binnen hij zei dat hij dacht dat Louise de Coligny de dader was omdat Suzette en Louise vroeger een keer ruzie hadden gehad om een jongen en dat had Suzette gewonnen en daarom dacht Jean de Tournes dat zij het gedaan had.
Zoals gewoonlijk zaten ze weer op het kantoor toen er werd gebeld door Louise de Coligny. De Cock nam op en ze belde vanuit het ziekenhuis ze zei dat ze was aangereden door iemand met een licht blauwe Mercedes de Cock hing op en de Vledder vroeg meteen wie er belde en Vledder wist meteen wie het had gedaan, dat was Jean de Tournes want die heeft ook zo’n auto.
De Cock komt terug van een gesprek met Jean de tournes en hij zegt dat Jean een alibi heeft en een man die daar bij kan getuigen. Het is Richard Bernhard de vader van de eerder vermoorde Stella Bernhard.
De Cock gaat naar Peet de Boer een steward die op de trein van Utrecht naar Amsterdam aan het werk was. Hij zei dat hij Suzette de Tournes in de eerste klas coupé had zien zitten er zat ook iemand bij, een vrouw met een zwart jasje en een witte broek. Ze had ook een kopje koffie gedronken. Voor de rest wist Peet de Boer niks meer.
De resultaten van het onderzoek van de eerste klas coupé waren binnen en opmerkelijk was dat het bekertje waar de koffie in zat van de vrouw in dat zwarte jasje met die witte broek er niet bij zat wat ook opmerkelijk was dat er een papiertje van Richard Bernhard waar zijn naam op staat van een tijdschrift. En duizenden handafdrukken en greepjes, daar hebben ze dus weinig aan. “Ik denk dat iemand ons op het verkeerde been wil zetten,” zegt de Cock. Maar wie in ieder geval iemand die Richard Bernhard kent.
De Cock komt terug van een gesprek met Richard Bernhard op het kantoor ligt een briefje waarop staat: Mareille Lorraine begraafplaats Zorgvliet 2de gang rechts dan het 3de graf.
De Cock wil daar persé nog heen maar dan komen ze in de file en is de begraafplaats al dicht. Ze klimmen er gewoon over heen ze gaan naar het graf waarop staat: Mareille Lorraine 1938 1952. Ze gaan het na checken en komen dan er bij dat ook zij op de wijze is vermoord als Stella Bernhard en Suzette de Tournes, erg opvallend want dit is erg lang terug maar er staat ook een moordenaar bij: Michael de Coligny, dat wijst op Louise of Paul de Coligny.
De Cock zit te wachten in de kamer van Louise de Coligny hij ziet de typemachine waar het briefje mee is getypt want de E drukt niet goed door en de N is maar half net als op het briefje. Dan komt Louise thuis en schrikt zich wild.
De Cock zit in de trein vermomd net als Vledder, Prins en Keizer en Antoinette de la Croix zitten in de eerste klas coupé. Dan komt er een vrouw met een witte broek en zwarte jas. Dat moet de moordenaar(es) zijn! de Cock en Vledder zitten in de 2de klas en Prins en Keizer zitten zo dat ze in de eerste klas coupé kunnen kijken. Dan wordt er opeens aan de noodrem getrokken. De Cock valt en ligt bij de deur en de moordenaar(es) ligt buiten. De Cock en Vledder gaan er heen en ze zien meteen dat hij/zij dood is de Cock haalt de pruik van het hoofd af, de Vledder hijgt in zijn nek: “Paul...., Paul de Coligny.”
Opdracht 5: In de inleiding werd al gesproken over de begrippen literatuur en lectuur. Zoek in twee verschillende bronnen naar de betekenis van deze begrippen.
a. Geeft twee begrijpelijke betekenissen van het begrip literatuur.
b. Geeft een begrijpelijke betekenis van het begrip lectuur.
a.Woordenboek
Literatuur [li•te•ra´tuur,]
1. letterkunde, letterkundige wetenschap
2. geschiedenis der letterkunde
3. gezamelijke letterkundige voortbrengselen van een volk
4. hetgeen over een bepaald onderwerp is geschreven
5. alle proza-, poezië- en toneelstukken van een bepaald niveau
Encarta
b. Woordenboek
Lectuur [lec´tuur]
1. het lezen;
2. belezenheid;
3. geschriften; leesstof
Opdracht 6: de hoofdpersonen in jouw boek zijn De Cock en zijn assistent Vledder.
a. Wanneer noemen we een personage een karakter?
b. Wanneer noemen we een personage een type?
c. Zijn De Cock en Vledder karakters of typen? Motiveerde antwoord.
d. Geef minstens twee karaktereigenschappen van De Cock.
e. Geef minstens twee karaktereigenschappen van Vledder.
f. Bij vraag c. heb je moeten kiezen voor karakter of type. Waarom is A. C. Baantjer wel verplicht om De Cock en Vledder als karakters/typen* neer te zetten?
*) doorhalen wat niet van toepassing is?
b. Een type is een personage in een boek die van begin tot het einde dezelfde karakter trekken behoudt.
c. De Cock en Vledder zijn typen want ze veranderen niet van karakter. Dat merk je ook want De Cock blijft proberen om zijn hoedje op de kapstok te gooien en blijft missen en Vledder blijf veel te snel conclusies trekken.
d. De Cock is heel rustig en wordt boos als er wordt gezegd dat hij zijn werk niet goed doet.
e. Vledder is altijd veel te snel met conclusies trekken en is veel speelser.
f. A. C. Baantjer is verplicht om De Cock en Vledder als typen neer te zetten, omdat ze in elk boek niet veranderen en in alle boeken zijn ze weer precies hetzelfde.
Opdracht 7: een politieroman/detective/thriller is niet spannend als er geen misdaad in beschreven wordt.
a. Welke misdaad/misdaden wordt/worden in jouw boek gepleegd?
b. Wie is/zijn daarvan het slachtoffer/de slachtoffers?
c. Wie is/zijn de dader(s)?
d. Wat is het motief om de misdaad/misdaden te plegen?
a. Er worden drie (bijna vier) misdaden gepleegd in een eerste klasse coupé.
b. De slachtoffers zijn Mareille Lorraine, Stella Bernhard en Suzette de Tournes.
c. De daders zijn Paul de Coligny en Michael de Coligny.
Opdracht 8: Een boek kan een open of een gesloten einde hebben.
a. Wat bedoelen we als we zeggen dat het boek een gesloten einde heeft?
b. Wat bedoelen we als we zeggen dat het boek een open een einde heeft?
c. Heeft het boek van A. C. Baantjer dat je net gelezen hebt een open of gesloten einde? Motiveer je antwoord.
a. We bedoelen als we zeggen dat het boek een gesloten einde heeft dat het verhaal is afgelopen en het probleem is opgelost.
b. We bedoelen als we zeggen dat het boek een open een einde heeft dat het verhaal nog alle kanten op kan gaan, dat komt doordat het probleem nog niet is opgelost en dus nog op elke manier kan worden opgelost.
c. Het boek van A. C. Baantjer dat ik net heb gelezen heeft een gesloten einde want het probleem is opgelost (De Cock en Vledder weten wie de moordenaar is en de moordenaar is niet meer in staat om nog meer moorden en te plegen).
Opdracht 9: Geef in ongeveer 75 woorden je mening over het boek van A. C. Baantjer dat je gelezen hebt. Maak gebruik van de beoordelingswoorden die je kunt vinden op bladzijde 183 bij het onderdeel Fictiedossier punt 14 in het boek Nieuw Nederlands 4mavo/vmbo kgt..
Opdracht 10: Wat vind jij? Hebben de docenten Nederlands gelijk als ze vinden dat de boeken van A. C. Baantjer NIET in het leesdossier thuishoren? Motiveer je antwoord!
Ik vind inderdaad dat de docenten Nederlands gelijk hebben, omdat ik ook in opdracht 9 heb staan dat de boeken allemaal op elkaar lijken qua de karaktereigenschappen van de hoofdpersonen. Dus de boeken van A. C. Baantjer zijn eigenlijk lectuur en horen dus niet in het (literatuur) leesdossier thuis.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
B.
B.
beste boudewijns, ik heb net jouw verslag van het baantjer boek gelezen en ik heb een vraag aan je. Heb jij toevallig op het fioretti college in lisse gezeten? Ik heb nu namelijk precies de zelfde opdrachten als die jij had.
greetz
17 jaar geleden
Antwoorden