1. Zakelijke gegevens
a. Auteur: J. Bernlef
b. Titel: Buiten is het maandag, Querido, Amsterdam, 2003-I, 114 blz. (eerste druk 2003) c. Genre: Psychologische roman
d. Secundaire literatuur: uittrekselboek en KLL Samenvatting: Stijn Bekkering handelt in tweedehandse spullen. Hij koopt inboedels op en slaat ze op in een enorme loods in Obdam, die tevens als verkooppunt dienst doet. Hij houdt ervan om elk voorwerp uit een net opgekochte boedel nauwkeurig te omschrijven in een schrift. Officieel heet zijn zaak ‘Venduhuis De Oorsprong, maar hij geeft toe dat het meer op een uitdragerij lijkt. Op 13 mei 1999 krijgt Stijn, die dan 64 jaar is, een ernstig verkeersongeluk. Hij raakt met zijn auto van de weg en vliegt tegen een boom aan. Hij ligt tien dagen in coma. Als hij ontwaakt blijkt zijn vrouw Geesje, die naast hem in de auto zat, dood en begraven te zijn. Stijn kan zich niets van het ongeluk herinneren. De politie vermoedt dat hij ergens van geschrokken is, bijvoorbeeld van een overstekend veest, want Stijn had die avond niet gedronken. Sinds het ongeluk heeft Stijn problemen met zijn geheugen. De huisarts raadt hem aan dagboekaantekeningen in zijn agenda te maken, zodat hij meer begrip op de dagen krijgt. Het is zwaar voor Stijn geen afscheid van zijn vrouw te hebben kunnen nemen. Hij pr9beert krampachtig zijn herinneringen aan haar te bewaren, maar hij merkt dat die steeds vager worden. De eerste tijd na het ongeluk eet Stijn dagelijks bij Harry en Sandra, zijn zoon en schoondochter. Hij kan het goed vinden met Sandra en praat veel met haar over Geesje. Zijn kleinzoon Martijn is twaalf. Vroeger hadden zij een innige band en speelden ze samen tussen de spullen in de loods. Nu ontloopt Martijn zijn opa, omdat hij diens verdriet niet aankan. Met Harry heeft Stijn geen innige band. Harry is een gesloten type voor wie exacte cijfers belangrijker lijkt te zijn dan gevoelens. Hij is makelaar en kijkt neer op de zaak van zijn vader. Met diens verdriet kan hij niet overweg. Op 17 juli 1999, twee maanden na het ongeluk, is Harry opeens verdwenen. Hij blijkt dertigduizend gulden van zijn rekening te hebben opnomen. Sandra en Stijn begrijpen niet wat er gebeurt kan zijn. Sandra kan niet geloven dat Harry een nieuwe leven begonnen zou zijn. Zij is in paniek en heeft nu op haar beurt steun aan Stijn. Met Martijn gaat het slecht. Hij trekt zich terug en spijbelt veel. Sandra zet een signalement van Harry op een website voor vermiste personen: ”Missing Link”. Eind maart 2000 krijgt zij een e-mail uit Lenfield, Nova Scotia in Canada. De schrijver, Bruce Grady, beweert hem te kennen. Hij woont vlak bij hem in de buurt. Stijn besluit er onmiddellijk heen te vliegen. Zo belandt Stijn in Nova Scotia, bij een afgelegen huisje, waar Harry blijkt samen te wonen met een twintigjarig Nederlands meisje, Tracy Tuin. Het zien van zijn vader is een breekpunt voor Harry. Hij vertelt dat hij sinds april 1999 een verhouding met Tracy heeft. Ze waren dolverliefd en Harry had nog nooit zoiets meegemaakt. Ze besloten er samen van door te gaan en hun levens achter zich te laten. Maar nu in de verliefdheid gevlogen en beseft Harry dat hij verlangt naar zijn vrouw en kind. Halsoverkop pakt hij zijn koffers en vertrekt. Stijn besluit nog even te blijven; hij heeft net een lange reis achter de rug. Zo blijft Stijn bij Tracy wonen in het afgelegen huis, vele kilometers van het dichtstbijzijnde gehucht Lenfield. Hij mag de jonge, ondoorgrondelijke Tracy graag. Ze praten veel samen. Hij vertelt over het verlies van zijn vrouw en zijn poging zijn herinneringen aan haar vast te houden. Tracy vertelt juist geen herinneringen te willen hebben. Ze heeft een rot jeugd gehad en werd op haar vijftiende jaar het huis uitgezet, omdat ze zwanger was. Tracy biedt Stijn als vanzelfsprekend haar lichaam aan, maar daar moet hij niks van hebben. Hij had haar opa kunnen zijn. De 60-jarige Bruce Grady heeft wel een verhouding met Tracy en wordt een vriend van Stijn. Hij stookt illegaal alcohol en schenkt pittige borrels. Hij stimuleert Stijn opnieuw een zaak in tweedehandse spullen te beginnen en helpt hem op weg. Bruce snuffelt graag door de opgekochte inboedels en maakt kunstwerken van gevonden spulletjes, die hij voor grof geld verkoopt. Ook legt hij junkbooks aan. Bij elk opgekocht voorwerp verzint hij een verhaaltje over de nu verdwenen of gestorven bezitter zo geeft hij de dingen een geschiedenis. Bruce vertelt graag over het gedachte goed van de Nieuw-Zeelandse Maori’s, van wie hij afstamt. Maori’s blijven hun dode voorvaderen koesteren en voelen zich door hen omringt. Dit idee trekt Stijn aan: zo voelt hij dat met Geesje. Af en toe schrijft Stijn met Sandra. Hij vertelt in Canada te willen blijven. Sandra schrijft dat Harry vanwege zijn verdwijning op staande voet ontslagen werd en nu de zaak van zijn vader in Obdam voortzet. Half november vertrekt Tracy opeens. Ze wil naar New York. In de hoop een plek te vinden waar ze zich thuis zou voelen. Stijn blijft alleen achter en mist haar gezelschap. Om hem heen raakt het landschap zwaar besneeuwd. De oudejaarsavond brengt Stijn bij Bruce thuis door. Ze drinken veel en als Bruce in slaap valt, besluit Stijn door de sneeuwbuien naar huis te rijden. Plotseling doemt er een op de wegstaande eland voor hem op. Hij remt, de auto slipt en beland in de berm. Op dat moment schieten heldere beelden van Geesje door zijn hoofd: haar kuiten, haar rug en haar hals. Maar vooral haar gezicht met de kraaienpootjes en sproetjes. Stijn is ongedeerd. Het is 1 januari 2001. Creatieve opdracht nr. 3 1. Maak een foto(collage) die de sfeer van (een essentieel deel van) het boek weergeeft en licht die toe. - Ik heb om mijn collage zwart papier gedaan, omdat dit het zwarte gat is. Dat wil zeggen de vergetelheid van Stijn. Dit kwam telkens voor in het boek, en telkens werd het zwarte gat kleiner. Zoals bijvoorbeeld dat hij weer weet wat hij op een dag had gedaan. Stijn zijn herinneringen worden steeds meer en duidelijker. En op het laatst is zijn zwarte gat verdwenen en heeft hij alle herinneringen aan Geesje weer terug. - Ik heb gekozen voor de auto, omdat Geesje en Stijn een auto-ongeluk hebben gehad. Geesje is hierbij om het leven gekomen. Dit is ook de belangrijkste gebeurtenis in het boek. Op het einde van het boek krijgt Stijn weer een auto-ongeluk. Hierbij komt de herinnering terug over Geesjes’s uiterlijk. Vanaf dat moment zijn al zijn herinneringen terug. - Voor het ziekenhuis heb ik gekozen, omdat na het ongeluk Stijn in het ziekenhuis belandde. Hij was in coma geraakt en volgens de doktoren zou hij er niet meer uit komen. Maar na 10 dagen was hij uit coma komen en was zijn vrouw Geesje al begraven. Stijn heeft van haar geen afscheid kunnen nemen. En doordat hij geen herinneringen meer van haar had, door de coma, kon hij het verdriet niet verwerken. - Ik heb gekozen voor het kruis, omdat het een symbool is voor de dood van Geesje. - Voor sneeuw heb ik gekozen, omdat in Canada alles bezaaid was met sneeuw. Wanneer Stijn op nieuwjaarsdag terug naar zijn huis in Canada rijdt, raakt hij van de weg en maakt hij het ongeluk waarbij hij Geesje’s uiterlijk herinnert. - Ik heb voor een agenda gekozen, omdat Stijn problemen heeft met zijn geheugen. De huisarts heeft hem aangeraden om dagboekaantekeningen in zijn agenda te maken, zodat Stijn meer grip op de dagen krijgt. In “buiten is het maandag” bladert hij terug in zijn agenda en probeert hij zich te herinneren wat er die dag gebeurt is. Een voorbeeld is “kerstmis 1999, staat hier. Alleen” (blz 85) - Voor het huis heb ik gekozen, omdat hij in Canada in een afgelegen omgeving in een huis woont met Tracy. Zijn buurman is Bruce Grady en vanuit Canada blik je terug op allerlei gebeurtenissen. - Ik heb voor de eland gekozen, omdat Stijn toen hij naar huis reed op nieuwjaarsdag, kreeg hij een ongeluk door de eland. Dit dier stond plotseling op de weg en doordat het glad was vloog hij van de weg af. Stijn’s herinnering zijn dan weer terug. - Voor een bak bier heb ik gekozen, omdat van oud op nieuw Bruce en Stijn veel hebben gedronken. Dit heeft ook het ongeluk veroorzaakt. 2. Zoek minstens twee muziekfragmenten /songs o.i.d die volgens jou passen bij (een essentieel deel van) het boek en zet die op een cassettebandje. Leg omstandig uit waarom die muziek zo goed past bij het boek. Ik heb als eerste voor het lied “waarom nou jij” van Marco Borsato gekozen, omdat er in het leven van Stijn veel mensen zijn verdwenen. Zoals Harry, die plotseling verdwenen is en Tracy, die plotseling vertrekt naar New York. In het liedje zingt Marco: ”Als er iemand bij me weg ging, even slikken en weer doorgaan, even woelen en gewoon weer opstaan. Het deed me weinig”. Maar bij het overlijden van Geesje was het anders. Zoals Marco ook zingt:” Maar om jou ben ik verdrietig, zonder jou ontzettend nietig. Stijn mist haar ontzettend en probeert door te gaan met zijn leven. Maar kan er gewoon niet goed mee omgaan, omdat bijna al zijn herinneringen zijn verdwenen. Wat Marco ook zingt. En Geesje zal nooit meer terug komen. Zoals in het liedje: “Maar de dagen worden weken, en de weken worden jaren. Ik denk ook dat Stijn zich heeft afgevraagd waarom zij nou net is omgekomen. Het liedje zegt:” waarom ben jij nou uit mijn leven”. Stijn probeert haar vast te houden in zijn gedachten, ook al heeft hij weinig herenneringen aan haar. Het tweede liedje dat ik heb gekozen heet “Dromer” en is ook een liedje van Marco Borsato. Wanneer Stijn uit zijn coma komt, hoort hij het vreselijke nieuws van Geesje. Hij heeft het er erg moeilijk mee dat zij is begraven in de tijd dat hij in coma lag. Eigenlijke heeft hij zijn ogen geopend in de wereld die hem niets meer biedt. Zoals het liedje ook zegt. Ik denk dat Stijn weer wilde dromen over haar en nooit meer zijn ogen wilde openen. In het liedje zeggen ze: “ik wil het terug, dus ik ga weer vlug naar waar zij is. Laat mij maar dromen, al wordt het licht, ik houd gewoon mijn ogen dicht”. 3. Stel dat je een onderzoeker bent die zich bezig houdt met het probleem dat met de thematiek van het boek te maken heeft. Om een beter inzicht te krijgen interview je de hoofdpersoon en eventueel zijn tegenspelers over dat probleem. Schrijf dat interview (vragen en antwoorden) uit. De antwoorden moeten voor het overgrote deel niet letter uit het boek komen. Interview op januari 2000 (het midden van het boek) 1. Wat is uw naam? - Stijn Bekkeringen
2. Hoe oud bent u?
- 64
3. Bent u getrouwd? - Ik ben getrouwd met Geesje. Zij is helaas 13 mei 1999 overleden door een auto-ongeluk. 4. Was u zelf ook betrokken bij het auto-ongeluk? - Ja, ik heb daarna 10 dagen in coma gelegen. De artsen dachten dat ik het niet zou redden. Mijn vrouw Geesje hebben ze in de tussentijd begraven. Het is erg zwaar als je geen afscheid hebt genomen van je vrouw. 5. Heeft u dan wel veel herinneringen aan haar? - Dat is nou juist het probleem. Ik weet niet eens meer hoe ze eruit ziet, want sinds het ongeluk heb ik veel problemen met mijn geheugen. Het is een groot zwart. Van de dokter moet ik een agenda bijhouden, zodat ik meer grip op de dagen krijg. 6. Heeft dit al effect? - Ja, dit heeft al veel effect. Ik herinner me steeds meer over de dagen voor het ongeluk, maar over de dag van het ongeluk nog niets. Ik zie dan in mijn agenda staan: kerstmis alleen. Ik ga dan aan terug denken wat ik op die dag heb gedaan en probeer ik me steeds meer te herinneren. 7. Kunt u uw problemen aan iemand kwijt? - In het begin praatte ik er veel over met mijn schoondochter Sandra. Maar sinds ik hier in Canada woon, kan ik veel kwijt aan Tracy. Door mijn herinneringen aan iemand anders te vertellen kan ik het beter onthouden en ze niet kwijt raken. 8. Wie is Tracy? - Dat is een ingewikkeld verhaal. Op een dag is mijn zoon Harry van Sandra weggegaan. Wij dachten dat hij vermist was. Toen we Harry op een website voor vermisten gezet hadden, kregen we een reactie terug. Iemand had hem in Canada gezien. Ik ben naar hem toegegaan en zag dat hij daar met een andere vrouw was. Deze vrouw was Tracy. Maar de verliefdheid was over met Tracy en Harry ging weer terug naar Holland. Ik ben hier gebleven met Tracy. 9. Waarom blijft u in Canada? - Ik kan nu pas beginnen met het verwerken van Geesje’s dood. Hier komen langzamerhand mijn herinneringen terug en kan ik ze rustig een plaats geven. Op een dag weet ik hoe het ongeluk is gebeurd en pas dan kan ik het afsluiten. 10. Wat is uw laatste herinnering? - Ik weet van haar dat ze mij vrolijk maakte en door haar zin had in het leven. Veel succes met het verwerken en hoop dat al uw herinneringen terug koment. Bedankt voor het interview.
b. Titel: Buiten is het maandag, Querido, Amsterdam, 2003-I, 114 blz. (eerste druk 2003) c. Genre: Psychologische roman
d. Secundaire literatuur: uittrekselboek en KLL Samenvatting: Stijn Bekkering handelt in tweedehandse spullen. Hij koopt inboedels op en slaat ze op in een enorme loods in Obdam, die tevens als verkooppunt dienst doet. Hij houdt ervan om elk voorwerp uit een net opgekochte boedel nauwkeurig te omschrijven in een schrift. Officieel heet zijn zaak ‘Venduhuis De Oorsprong, maar hij geeft toe dat het meer op een uitdragerij lijkt. Op 13 mei 1999 krijgt Stijn, die dan 64 jaar is, een ernstig verkeersongeluk. Hij raakt met zijn auto van de weg en vliegt tegen een boom aan. Hij ligt tien dagen in coma. Als hij ontwaakt blijkt zijn vrouw Geesje, die naast hem in de auto zat, dood en begraven te zijn. Stijn kan zich niets van het ongeluk herinneren. De politie vermoedt dat hij ergens van geschrokken is, bijvoorbeeld van een overstekend veest, want Stijn had die avond niet gedronken. Sinds het ongeluk heeft Stijn problemen met zijn geheugen. De huisarts raadt hem aan dagboekaantekeningen in zijn agenda te maken, zodat hij meer begrip op de dagen krijgt. Het is zwaar voor Stijn geen afscheid van zijn vrouw te hebben kunnen nemen. Hij pr9beert krampachtig zijn herinneringen aan haar te bewaren, maar hij merkt dat die steeds vager worden. De eerste tijd na het ongeluk eet Stijn dagelijks bij Harry en Sandra, zijn zoon en schoondochter. Hij kan het goed vinden met Sandra en praat veel met haar over Geesje. Zijn kleinzoon Martijn is twaalf. Vroeger hadden zij een innige band en speelden ze samen tussen de spullen in de loods. Nu ontloopt Martijn zijn opa, omdat hij diens verdriet niet aankan. Met Harry heeft Stijn geen innige band. Harry is een gesloten type voor wie exacte cijfers belangrijker lijkt te zijn dan gevoelens. Hij is makelaar en kijkt neer op de zaak van zijn vader. Met diens verdriet kan hij niet overweg. Op 17 juli 1999, twee maanden na het ongeluk, is Harry opeens verdwenen. Hij blijkt dertigduizend gulden van zijn rekening te hebben opnomen. Sandra en Stijn begrijpen niet wat er gebeurt kan zijn. Sandra kan niet geloven dat Harry een nieuwe leven begonnen zou zijn. Zij is in paniek en heeft nu op haar beurt steun aan Stijn. Met Martijn gaat het slecht. Hij trekt zich terug en spijbelt veel. Sandra zet een signalement van Harry op een website voor vermiste personen: ”Missing Link”. Eind maart 2000 krijgt zij een e-mail uit Lenfield, Nova Scotia in Canada. De schrijver, Bruce Grady, beweert hem te kennen. Hij woont vlak bij hem in de buurt. Stijn besluit er onmiddellijk heen te vliegen. Zo belandt Stijn in Nova Scotia, bij een afgelegen huisje, waar Harry blijkt samen te wonen met een twintigjarig Nederlands meisje, Tracy Tuin. Het zien van zijn vader is een breekpunt voor Harry. Hij vertelt dat hij sinds april 1999 een verhouding met Tracy heeft. Ze waren dolverliefd en Harry had nog nooit zoiets meegemaakt. Ze besloten er samen van door te gaan en hun levens achter zich te laten. Maar nu in de verliefdheid gevlogen en beseft Harry dat hij verlangt naar zijn vrouw en kind. Halsoverkop pakt hij zijn koffers en vertrekt. Stijn besluit nog even te blijven; hij heeft net een lange reis achter de rug. Zo blijft Stijn bij Tracy wonen in het afgelegen huis, vele kilometers van het dichtstbijzijnde gehucht Lenfield. Hij mag de jonge, ondoorgrondelijke Tracy graag. Ze praten veel samen. Hij vertelt over het verlies van zijn vrouw en zijn poging zijn herinneringen aan haar vast te houden. Tracy vertelt juist geen herinneringen te willen hebben. Ze heeft een rot jeugd gehad en werd op haar vijftiende jaar het huis uitgezet, omdat ze zwanger was. Tracy biedt Stijn als vanzelfsprekend haar lichaam aan, maar daar moet hij niks van hebben. Hij had haar opa kunnen zijn. De 60-jarige Bruce Grady heeft wel een verhouding met Tracy en wordt een vriend van Stijn. Hij stookt illegaal alcohol en schenkt pittige borrels. Hij stimuleert Stijn opnieuw een zaak in tweedehandse spullen te beginnen en helpt hem op weg. Bruce snuffelt graag door de opgekochte inboedels en maakt kunstwerken van gevonden spulletjes, die hij voor grof geld verkoopt. Ook legt hij junkbooks aan. Bij elk opgekocht voorwerp verzint hij een verhaaltje over de nu verdwenen of gestorven bezitter zo geeft hij de dingen een geschiedenis. Bruce vertelt graag over het gedachte goed van de Nieuw-Zeelandse Maori’s, van wie hij afstamt. Maori’s blijven hun dode voorvaderen koesteren en voelen zich door hen omringt. Dit idee trekt Stijn aan: zo voelt hij dat met Geesje. Af en toe schrijft Stijn met Sandra. Hij vertelt in Canada te willen blijven. Sandra schrijft dat Harry vanwege zijn verdwijning op staande voet ontslagen werd en nu de zaak van zijn vader in Obdam voortzet. Half november vertrekt Tracy opeens. Ze wil naar New York. In de hoop een plek te vinden waar ze zich thuis zou voelen. Stijn blijft alleen achter en mist haar gezelschap. Om hem heen raakt het landschap zwaar besneeuwd. De oudejaarsavond brengt Stijn bij Bruce thuis door. Ze drinken veel en als Bruce in slaap valt, besluit Stijn door de sneeuwbuien naar huis te rijden. Plotseling doemt er een op de wegstaande eland voor hem op. Hij remt, de auto slipt en beland in de berm. Op dat moment schieten heldere beelden van Geesje door zijn hoofd: haar kuiten, haar rug en haar hals. Maar vooral haar gezicht met de kraaienpootjes en sproetjes. Stijn is ongedeerd. Het is 1 januari 2001. Creatieve opdracht nr. 3 1. Maak een foto(collage) die de sfeer van (een essentieel deel van) het boek weergeeft en licht die toe. - Ik heb om mijn collage zwart papier gedaan, omdat dit het zwarte gat is. Dat wil zeggen de vergetelheid van Stijn. Dit kwam telkens voor in het boek, en telkens werd het zwarte gat kleiner. Zoals bijvoorbeeld dat hij weer weet wat hij op een dag had gedaan. Stijn zijn herinneringen worden steeds meer en duidelijker. En op het laatst is zijn zwarte gat verdwenen en heeft hij alle herinneringen aan Geesje weer terug. - Ik heb gekozen voor de auto, omdat Geesje en Stijn een auto-ongeluk hebben gehad. Geesje is hierbij om het leven gekomen. Dit is ook de belangrijkste gebeurtenis in het boek. Op het einde van het boek krijgt Stijn weer een auto-ongeluk. Hierbij komt de herinnering terug over Geesjes’s uiterlijk. Vanaf dat moment zijn al zijn herinneringen terug. - Voor het ziekenhuis heb ik gekozen, omdat na het ongeluk Stijn in het ziekenhuis belandde. Hij was in coma geraakt en volgens de doktoren zou hij er niet meer uit komen. Maar na 10 dagen was hij uit coma komen en was zijn vrouw Geesje al begraven. Stijn heeft van haar geen afscheid kunnen nemen. En doordat hij geen herinneringen meer van haar had, door de coma, kon hij het verdriet niet verwerken. - Ik heb gekozen voor het kruis, omdat het een symbool is voor de dood van Geesje. - Voor sneeuw heb ik gekozen, omdat in Canada alles bezaaid was met sneeuw. Wanneer Stijn op nieuwjaarsdag terug naar zijn huis in Canada rijdt, raakt hij van de weg en maakt hij het ongeluk waarbij hij Geesje’s uiterlijk herinnert. - Ik heb voor een agenda gekozen, omdat Stijn problemen heeft met zijn geheugen. De huisarts heeft hem aangeraden om dagboekaantekeningen in zijn agenda te maken, zodat Stijn meer grip op de dagen krijgt. In “buiten is het maandag” bladert hij terug in zijn agenda en probeert hij zich te herinneren wat er die dag gebeurt is. Een voorbeeld is “kerstmis 1999, staat hier. Alleen” (blz 85) - Voor het huis heb ik gekozen, omdat hij in Canada in een afgelegen omgeving in een huis woont met Tracy. Zijn buurman is Bruce Grady en vanuit Canada blik je terug op allerlei gebeurtenissen. - Ik heb voor de eland gekozen, omdat Stijn toen hij naar huis reed op nieuwjaarsdag, kreeg hij een ongeluk door de eland. Dit dier stond plotseling op de weg en doordat het glad was vloog hij van de weg af. Stijn’s herinnering zijn dan weer terug. - Voor een bak bier heb ik gekozen, omdat van oud op nieuw Bruce en Stijn veel hebben gedronken. Dit heeft ook het ongeluk veroorzaakt. 2. Zoek minstens twee muziekfragmenten /songs o.i.d die volgens jou passen bij (een essentieel deel van) het boek en zet die op een cassettebandje. Leg omstandig uit waarom die muziek zo goed past bij het boek. Ik heb als eerste voor het lied “waarom nou jij” van Marco Borsato gekozen, omdat er in het leven van Stijn veel mensen zijn verdwenen. Zoals Harry, die plotseling verdwenen is en Tracy, die plotseling vertrekt naar New York. In het liedje zingt Marco: ”Als er iemand bij me weg ging, even slikken en weer doorgaan, even woelen en gewoon weer opstaan. Het deed me weinig”. Maar bij het overlijden van Geesje was het anders. Zoals Marco ook zingt:” Maar om jou ben ik verdrietig, zonder jou ontzettend nietig. Stijn mist haar ontzettend en probeert door te gaan met zijn leven. Maar kan er gewoon niet goed mee omgaan, omdat bijna al zijn herinneringen zijn verdwenen. Wat Marco ook zingt. En Geesje zal nooit meer terug komen. Zoals in het liedje: “Maar de dagen worden weken, en de weken worden jaren. Ik denk ook dat Stijn zich heeft afgevraagd waarom zij nou net is omgekomen. Het liedje zegt:” waarom ben jij nou uit mijn leven”. Stijn probeert haar vast te houden in zijn gedachten, ook al heeft hij weinig herenneringen aan haar. Het tweede liedje dat ik heb gekozen heet “Dromer” en is ook een liedje van Marco Borsato. Wanneer Stijn uit zijn coma komt, hoort hij het vreselijke nieuws van Geesje. Hij heeft het er erg moeilijk mee dat zij is begraven in de tijd dat hij in coma lag. Eigenlijke heeft hij zijn ogen geopend in de wereld die hem niets meer biedt. Zoals het liedje ook zegt. Ik denk dat Stijn weer wilde dromen over haar en nooit meer zijn ogen wilde openen. In het liedje zeggen ze: “ik wil het terug, dus ik ga weer vlug naar waar zij is. Laat mij maar dromen, al wordt het licht, ik houd gewoon mijn ogen dicht”. 3. Stel dat je een onderzoeker bent die zich bezig houdt met het probleem dat met de thematiek van het boek te maken heeft. Om een beter inzicht te krijgen interview je de hoofdpersoon en eventueel zijn tegenspelers over dat probleem. Schrijf dat interview (vragen en antwoorden) uit. De antwoorden moeten voor het overgrote deel niet letter uit het boek komen. Interview op januari 2000 (het midden van het boek) 1. Wat is uw naam? - Stijn Bekkeringen
3. Bent u getrouwd? - Ik ben getrouwd met Geesje. Zij is helaas 13 mei 1999 overleden door een auto-ongeluk. 4. Was u zelf ook betrokken bij het auto-ongeluk? - Ja, ik heb daarna 10 dagen in coma gelegen. De artsen dachten dat ik het niet zou redden. Mijn vrouw Geesje hebben ze in de tussentijd begraven. Het is erg zwaar als je geen afscheid hebt genomen van je vrouw. 5. Heeft u dan wel veel herinneringen aan haar? - Dat is nou juist het probleem. Ik weet niet eens meer hoe ze eruit ziet, want sinds het ongeluk heb ik veel problemen met mijn geheugen. Het is een groot zwart. Van de dokter moet ik een agenda bijhouden, zodat ik meer grip op de dagen krijg. 6. Heeft dit al effect? - Ja, dit heeft al veel effect. Ik herinner me steeds meer over de dagen voor het ongeluk, maar over de dag van het ongeluk nog niets. Ik zie dan in mijn agenda staan: kerstmis alleen. Ik ga dan aan terug denken wat ik op die dag heb gedaan en probeer ik me steeds meer te herinneren. 7. Kunt u uw problemen aan iemand kwijt? - In het begin praatte ik er veel over met mijn schoondochter Sandra. Maar sinds ik hier in Canada woon, kan ik veel kwijt aan Tracy. Door mijn herinneringen aan iemand anders te vertellen kan ik het beter onthouden en ze niet kwijt raken. 8. Wie is Tracy? - Dat is een ingewikkeld verhaal. Op een dag is mijn zoon Harry van Sandra weggegaan. Wij dachten dat hij vermist was. Toen we Harry op een website voor vermisten gezet hadden, kregen we een reactie terug. Iemand had hem in Canada gezien. Ik ben naar hem toegegaan en zag dat hij daar met een andere vrouw was. Deze vrouw was Tracy. Maar de verliefdheid was over met Tracy en Harry ging weer terug naar Holland. Ik ben hier gebleven met Tracy. 9. Waarom blijft u in Canada? - Ik kan nu pas beginnen met het verwerken van Geesje’s dood. Hier komen langzamerhand mijn herinneringen terug en kan ik ze rustig een plaats geven. Op een dag weet ik hoe het ongeluk is gebeurd en pas dan kan ik het afsluiten. 10. Wat is uw laatste herinnering? - Ik weet van haar dat ze mij vrolijk maakte en door haar zin had in het leven. Veel succes met het verwerken en hoop dat al uw herinneringen terug koment. Bedankt voor het interview.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden