Het wonder van Frieswijck door Thea Beckman

Het boek is geschreven door Thea Beckman. Het is een uitgave van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek ter gelegenheid van de Kinderboekenweek van 1991. De illustratie van de voorkant is van Jan Wesseling. Het boek heeft 96 blz. De belangrijkste personen uit het boek zijn: • Alijt: Een 12 jarige schepenendochter uit Kampen. Ze is erg eigenwijs, nieuwsgierig en erg dapper. Ook is ze erg ondernemend en lijkt ze dus veel op haar vader, schepen Kuinretorf. Ze houdt van de buitenlucht en is erg gehecht aan haar hond Tieske. • Agnes: Wordt ook wel Niese genoemd, ze is 4 jaar ouder dan haar zusje Alijt en ze is vaak ziek, ze is minder avontuurlijk dan haar zusje maar laat zich niet op haar nummer zetten. • Tieske: De hond van de familie Kuinretorf. Hij is heel lief en zachtaardig behalve als een van zijn eigenaars worden aangevallen. Hij moet als straf een bedevaart naar een heilig oord in het Oversticht voor het eind van de zomer maken, omdat hij Kootje heeft aangevallen. • Aagje: De huismeid van de familie Kuinretorf. Ze is snel bang en erg bijgelovig. Ze kan goed klagen en zeuren over iets waar ze geen zin heeft maar ze houdt zich aan haar beloftes en doet bijna alles wat moeder Mette haar opdraagt ook al is dat soms tegen haar zin. • Schepen Kuinretorf: Hij is een rijke koopman. Hij is getrouwd met Mette en heeft 2 dochters: Alijt en Agnes. Hij is erg ondernemend en eigenwijs. • Danga: een zwarte slaaf in dienst van den rijke Portugees, veel mensen vinden hem eng omdat hij een andere huidskleur heeft. Ze roepen dat hij een duivel is, ze stoppen daarmee als hij door “een wonder” wordt bevrijd van zijn ketting. • Senhor Carvalho: Hij is een Portugees die naar Amsterdam trekt om daar zijn goederen te verkopen. Hij belandt in een storm en hij wordt ontvangen door schepen Kuinretorf. Het bijzondere van dit boek is dat schepen Kuinretorf en zijn familie echt hebben bestaan. Het verhaal klopt niet helemaal met wat er in het echt met de familie is gebeurd maar het kon wel. Er zijn namelijk geen delen in het boek waarvan je denk dat het niet echt gebeurd zou kunnen zijn. De wat minder belangrijke personen uit het boek: schepen van den Vene, Kootje, Mette, schepen Hendrik Kuinretorf, de gerechtsdienaar, schepen ten Acker, schepen Bartold van Wilsen, Senhor Carvalho. Het verhaal in het kort gaat zo: Tieske, Alijt, Agnes, Aagje, Senhor Carvalho en Danga gaan naar Frieswijck om een bedevaart te maken. Tieske omdat hij een schepenzoon heeft gebeten, Alijt omdat dat haar hond is, Agnes omdat ze net beter is geworden van een zware griep en ze wil Maria daarvoor bedanken. Aagje gaat mee omdat schepen Kuinretorf en zijn vrouw graag willen dat ze meegaat, Senhor Carvalho omdat hij op zee tijdens een storm bijna omkwam en god plechtig beloofde een bedevaart te maken zodra hij op vast land zou komen en Danga gaat mee omdat hij het slaafje van Senhor Carvalho is. Tijdens hun tocht raakt Alijt een beetje bevriend met Danga en probeert hem een beetje Nederlands te leren. Onderweg pikt Alijt de sleutel van de rijke Portugees en als ze in Frieswijck aangekomen zijn zet in scène dat Danga bevrijd wordt door het heilige Maria standbeeld. Hierdoor is Danga vrij en gaat hij tegen betaling werken als huishulp bij de familie Kuinretorf. Het probleem van de hoofdpersoon is lastig uit te leggen omdat er eigenlijk niet precies een hoofdpersoon is. Ik denk dat er eigenlijk 2 hoofdpersonen zijn met hun eigen probleem: 1. Alijt. Toen ze aan het buitenspelen was werd ze lastiggevallen door en jongen die ze kende, Kootje, hij trok aan haar haren en noemde haar heksenkind. Haar hond Tieske komt haar te hulp en bijt Kootje, maar Kootje (ook een schepenkind) verteld alles aan zijn vader en Tieske moet voor het gerecht komen. Hier wordt hij veroordeeld tot een bedevaart naar Frieswijck. En omdat hij een hond is moet er iemand mee, Alijt, de eigenares van Tieske, gaat dus mee. 2. Danga. Zoals ik al eerder zei is hij een slaaf, hij kan geen Nederlands praten en hij zijn leven als slaaf is niet wat je noemt leuk. Hij wil dus graag vrij zijn. Ik vind het erg moeilijk om dit verhaal in een of een paar woorden samen te vatten maar ik vind dat het onderwerp “een wonder” is. Het verhaal speelt zich af in augustus 1470 in Nederland, in de buurt van Kampen, waar de familie Kuinretorf woont, en in de omgeving van Frieswijck, de plaats waar de bedevaart naar toe gaat. De tijd in het verhaal loopt in logische volgorde, dus geen flashbacks en dergelijke of dingen die in de toekomst zouden gebeuren er tussendoor. Persoonlijk vind ik dat altijd wel prettig want dat leest wat makkelijker, ik raak anders zo erg in de war. Je maakt het verhaal door de ogen van Alijt mee. Ze vertelt het verhaal misschien niet maar toch leef je met haar mee en zie je haar gedachten, je wilt ook dat Alijt wint in de rechtszaak ookal zou je, als je alleen Kootje’s deel van het verhaal hoort, helemaal niet aan haar kant staan. Normaal zijn Thea Beckman’s verhalen altijd lang en gedaitalieerd . Ik vind dat leuk om te lezen. Nu was dat echter niet zo. Het was een vrij kort boek en met minder details dat vond ik wel jammer. Ik vond het wel een boeiend boek met een interessant verhaal en het was vrij origineel. Ik begrijp wel dat Alijt Danga bevrijd heeft, ookal is dat nogal voorspelbaar. Ik vond het boek niet leerzaam, niet spannend en er zat weinig fantasie in. Dat waren wel minpunten. Ook was het een beetje voorspelbaar. Wel vond ik het makkelijk te lezen en geloofwaardig. Ik raad het iemand zeker aan vooral als je van een snel een makkelijk boek houdt om te lezen, ook zou ik het iemand aanraden als je niet van lange boeken houdt maar toch een keer iets van Thea Beckman wil lezen. Het is zeker haar stijl alleen een beetje kort. Ik geef dit boek een 7.5 als cijfer.