Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3260 woorden
  • 18 mei 2005
  • 59 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
59 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Mülisch, H - de Aanslag
2. Wolters-Noordhoff/Bulboek, Groningen/Amsterdam, 34e druk, augustus 1999
3. 1982 te Amsterdam
4. Ik heb het boek gekozen omdat iedereen het moest lezen zodat we het verslag samen konden maken. 5. Samenvatting Proloog Anton Steenwijk woont in de Tweede Wereldoorlog met zijn ouders en broer Peter aan de rand van Haarlem. Zijn huis staat in een rijtje van 4: Welgelegen, waar de Beumers wonen, een bejaard echtpaar, Buitenrust, waar Anton woont, Nooitgedacht waar mr. en Karin Korteweg wonen en Rustenburg, waar het echtpaar Aartsen woont. Eerste episode: 1945 's Avonds rond halfacht, het is januari, zit het gezin in de achterkamer. Ze gaan mens-erger-je-niet doen. Opeens horen ze 6 geweerschoten en een schreeuw. Peter gaat kijken. Fake Ploeg, de plaatselijke NSB-er, blijkt voor het huis van Kortweg neergeschoten te zijn. Peter komt weer naar binnen en dan zien ze, dat Karin en haar vader Kortweg het lijk verplaatsen en het voor hun huis neerleggen. Peter rent na een discussie naar buiten om Ploeg terug te leggen. Dan komen de Duitsers eraan, en Peter vlucht met het pistool van Ploeg in zijn hand. Na een tijdje komen er Duitsers en die vallen hun huis binnen. De Duitsers nemen hen mee en scheiden Anton van zijn ouders. Een soldaat stopt Anton in een auto. De Duitsers steken hun huis in brand. Anton dat er gevangenen uit een vrachtauto worden gehaald en dan hoort hij een mitrailleur ratelen. Ze brengen Anton naar het politiebureau, waar hij in de cel moet bij een mevrouw. Ze praten met elkaar en zij troost hem. Ook vertelt ze hem, nooit te vergeten dat de Duitsers zijn huis in brand hebben gezet. Na een paar uur komt een boze, hoge SS'er hem uit de cel halen die het een schande vindt dat hij bij een terroriste is opgesloten. Anton heeft bloed op zijn gezicht. Hij wordt naar de Ortskommandantur gebracht. Daar krijgt hij eten. Dan wordt hij naar Amsterdam gebracht. Onderweg wordt het konvooi echter aangevallen door een Spitfire. Schulz, die hem kleren had gegeven, wordt gedood. In Amsterdam, in 'Wehrmachtheim Erika' krijgt hij chocola. Een uur later komt zijn oom Peter hem halen. In zijn zak heeft Anton nog steeds de dobbelsteen van het spelletje mens-erger-je-niet. Tweede episode: 1952. Anton wordt opgevoed door zijn oom en tante in Amsterdam. Hij doet gymnasium en gaat medicijnen studeren. Zijn ouders en broer blijken te zijn vermoord op de avond van de aanslag. Anton gaat niet op onderzoek uit naar wat er is gebeurd. In 1952, als hij tweedejaars is, gaat hij naar een feestje in Haarlem. Dat blijkt niet echt leuk te zijn en hij gaat een ommetje maken. Waar zijn huis was, is nu niets. Mevrouw Beumers woont er nog steeds en hij gaat even op bezoek. Ze vertelt hem over het oorlogsmonument en Anton gaat kijken. De naam van Peter staat er niet bij, Hij gaat terug naar Amsterdam, waar hij aan zijn oom vraagt waarom hij niet had verteld dat er een monument was opgericht. Oom had dat wel verteld, alleen kon het Anton niet schelen. Voor het eerst begint hij te voelen wat het gebeurde eigenlijk heeft betekend. Derde episode: 1956
Anton studeert af, gaat in 1953 op kamers wonen in Amsterdam. Hij heeft af en toe last van migraine. Hij wordt anesthesist. De politiek interesseert hem niet. In 1956 vallen de Russen Boedapest binnen en er wordt door anticommunisten in de straat van Anton geprotesteerd, want in het gebouw Felix Meritis is het hoofdkwartier van de communistische partij gevestigd. Als Anton thuiskomt na een bioscoopbezoek, ontmoet hij Fake Ploeg jr. voor de deur. Fake is ook aan het demonstreren. Hij vraagt Fake mee naar boven. Fake legt daar een kei die hij in zijn hand heeft op de vleugel. Ze hebben een heftige discussie, o.a. over wie schuldig was aan de dood van Ploeg en Antons familie: Fakes vader, de communisten, de Duitsers. Fake wordt boos en gooit de steen naar de spiegel en de kachel ontploft, waardoor de hele kamer vol rook staat. Fake rent weg en komt dan weer terug (Anton grijpt een tennisracket om zich te verdedigen) en Fake bedankt hem dat hij, toen ze bij elkaar in de klas zaten, hem niet minachtte omdat hij het uniform van de NSB droeg. Vierde episode: 1966

In 1960 gaat Anton op kerstvakantie in Londen en ontmoet daar zijn eerste vrouw, Saskia de Graaff. Haar vader zat in de Tweede Wereldoorlog in het verzet. Begin juni 1966 overlijdt een vriend van Saskia's vader. Ze gaan er samen met hun 4-jarige dochtertje Sandra heen. Na de begrafenis gaan ze naar een café, waar Anton een gesprek opvangt over de moord op Ploeg. De man, Cor Takes, neemt hem mee naar buiten als Anton zegt dat het voor hun huis gebeurde. Anton wil eigenlijk helemaal niet praten, maar Cor Takes wel. Het blijkt dat de vriendin van Cor Takes, Truus Coster, met wie hij de aanslag op Ploeg had gepleegd, de vrouw was die bij Anton in de cel zat. Dan gaat Anton met Saskia, Sandra en zijn schoonouders naar een restaurant en Takes geeft hem zijn adres. Na het restaurant gaan Anton, Saskia en Sandra naar Wijk aan zee, naar het strand. Thuis kijkt Anton naar een foto van Saskia en weet opeens dat dat zijn beeld is van Truus Coster. Hij besluit de volgende dag bij Takes langs te gaan. Het is er heel rommelig. In de kelder ziet hij een foto van Truus Coster. Ze heeft dezelfde blik in haar ogen als Saskia. Takes vertelt hem over Truus. Dan gaat Anton weg, erg geëmotioneerd door dit alles. Laatste episode: 1981
Anton trouwt na zijn scheiding van Saskia met Liesbeth, die kunstgeschiedenis studeert. Ze krijgen een zoon, Peter. Ze brengen de vakanties door in Toscane. Soms heeft Anton last van migraine. Op een dag in Toscane zit hij te lezen als hij de witte tafelaansteker in de vorm van een dobbelsteen ziet. Hij krijgt een aanval waarin de hele wereld donker lijkt. Op een dag wil zijn dochter Sandra Haarlem zien. Op de plaats waar zijn huis stond staat een nieuwe bungalow. Ze gaan samen naar het monument. Ook gaan ze naar het graf van Truus Coster. Opeens weet Anton weer wat Truus tegen hem heeft gezegd in de cel en hij wil het aan Takes gaan vertellen, maar zijn huis is inmiddels afgebroken en nu weet hij niet meer hoe hij hem kan vinden. In november 1981 krijgt hij pijn in zijn kies en hij belt zijn tandarts. Die is bereid hem te helpen als hij ook gaat demonstreren tegen de atoombewapening. Anton stemt toe en samen met zijn zoon Peter loopt hij mee in de demonstratie. Ook zijn dochter met haar vriend loopt mee. Hij komt Karin Kortweg tegen. Zij vertelt hem dat Peter de avond van de aanslag bij hen binnen was geweest en dat hij heel boos was. Toen waren de Duitsers gekomen en die schoten Peter neer. Ze vertelt dat mr. Kortweg Ploeg voor Antons huis had neergelegd omdat hij zijn hagedissen wilde beschermen. Toen bleek wat het gevolg was van zijn actie, trapte hij alle hagedissen dood. Mr. Kortweg en Karin hadden Ploeg voor Antons huis neergelegd en niet bij Aartsen, omdat daar 3 joden waren ondergedoken. Anton loopt dan verder met Peter en laat Karin achter. Hij weet nu alles. 6. Analyse Tijd en structuur 1.1a. Er is sprake van een informatieve opening. Door middel van een proloog wordt de lezer ingeleid in het verhaal. De schrijver vertelt een aantal dingen over de personen die in het boek voorkomen, de periode waarin het verhaal zich afspeelt en de plaats waar het zich afspeelt. 1bc. De functie van de opening is dat je als lezer weet waar het over gaat. Zo weet je bijvoorbeeld dat er oorlog is op het moment dat je begint te lezen. 1.2a. Chronologisch met terugwijzingen
2bc. Het verhaal wordt chronologisch verteld omdat je zo het makkelijkst het leven van Anton kunt volgen. De gedachten en gebeurtenissen zijn beter te volgen als het verhaal chronologisch verloopt. Soms wordt er een gedachte of een eerdere gebeurtenis beschreven. Dat zijn dan de terugwijzingen. 1.3ab. In het gesprek met Cor Takes denken Anton en Cor terug aan het moment van de aanslag. Ze vertellen elkaar hun deel van het verhaal, en zo kan Anton zijn deel aanvullen met dat van Cor, en andersom. Als hij aan de praat raakt met Karin Korteweg, gebeurt eigenlijk precies hetzelfde. Ze kijken samen terug, en zo wordt alles duidelijker. De flashbacks zijn bedoeld om de ‘puzzelstukjes op hun plaats te laten vallen’. 1.4a. Het draaiende fietswiel van Fake Ploeg komt later voor in films. 4b. Er is sprake van een indirecte flash-forward. 1.5a. De aanslag – Fake (gesprek) – Cor (gesprek) – Karin (gesprek) Gebeurtenissen 5b. Ik vond vooral het moment van de Aanslag erg spannend, en het gesprek met de zoon van Fake Ploeg. 1.6a. Er kan sprake zijn van een gesloten, maar ook van een open einde. 6b. Het raadsel waar het hele boek over gaat, (hoe en waarom de aanslag gebeurde, waarom het lijk verplaatst werd en waarom het juist naar die plek verplaatst werd) is opgelost. Er is een antwoord gegeven op alle dingen die de hoofdpersoon en de lezer zich afvragen. Zo is er sprake van een gesloten einde. Antons leven gaat verder. Je weet niet wat hij de rest van zijn leven gaat doen. Er zijn dus nog vragen over. Als je het vanuit dit opzicht bekijkt, is het einde open. Ruimte 2.1. Het huis in de wijk in Haarlem, is een belangrijke ruimte in het verhaal. Steeds wordt er weer teruggedacht aan wat zich daar heeft afgespeeld. In de gevangenis gebeurt ook iets wat grote indruk maakt op de hoofdpersoon. Hij denkt steeds weer terug aan het samenzijn met Truus Coster. Ook de demonstratieplek is een ruimte die belangrijk is in het verhaal. Hier worden door een toevallige ontmoeting de laatste antwoorden op de vragen gegeven, en is het verhaal als het ware ‘afgerond’. 2.2abc. Er is sprake van een functionele ruimtebeschrijving. De meeste ruimtes worden zo beschreven dat je er genoeg van weet om het verhaal goed te kunnen volgen. 2.3abc. Over het weer is nauwelijks iets bekend. Alleen als Anton, zijn vrouw en zoon op vakantie gaan naar Italië, wordt verteld dat het daar mooi weer is. 2.4a. Het sociale milieu is intellectueel. Antons ouders zijn hoger opgeleid, zijn broer doet gymnasium en het is de bedoeling dat Anton later ook gaat studeren. 2.4bc. Fake Ploeg komt uit een heel ander milieu dan Anton. Hij is nooit gaan studeren, terwijl Anton chirurg is geworden. Fake neemt Anton dit kwalijk, omdat Anton altijd als het slachtoffer wordt gezien, maar Fake is ook zijn vader verloren. 2.5.6. De tijd is verdeeld in episodes. De episodes geven de volgende tijden weer: in de oorlog, de naoorlogse wederopbouw, de jaren 60 waarin veel politieke demonstraties zijn en de vredesdemonstratie van 1981 op het museumplein. De tijden zijn zeer functioneel in dit boek. Als het bijvoorbeeld geen oorlogstijd was geweest, was de aanslag ook helemaal niet gebeurd en had het boek niet geschreven kunnen worden.
Perspectief 3.1ab. Het verhaal wordt verteld vanuit een auctoriaal perspectief. De verteller is alwetend, en wendt zich soms tot de lezer, om bijvoorbeeld te vertellen in welke tijd het zich nu afpeelt, en wat de politieke situatie is. Toch is het ook een beetje personaal, omdat alles door de ogen van Anton wordt bekeken. 3.2. Het is een psychologische roman, waarin de ontwikkeling van Anton Steenwijk wordt gevolgd. Verhaalfiguren 4.1.2ab. Anton Steenwijk; in het begin is hij verlegen en onzeker. Langzamerhand wordt hij steeds zelfverzekerder. Hij doet vooral steeds alsof hij niet wil weten wat er precies gebeurd is en waarom. Toch blijft hij nieuwsgierig. Cor Takes; hij zat in oorlogstijd in het verzet, en kan de oorlog nog steeds niet van zich afzetten. Door Anton weet hij wat er met zijn geliefde Truus is gebeurd in de oorlog. Hij is inmiddels een koppige, oude man die eigenlijk nog steeds een beetje in de oorlog leeft, wat te zien is in zijn huis. Truus Coster; zij is de geliefde van Cor Takes, en heeft Fake Ploeg vermoord. Doordat Fake haar in haar been schoot, is ze gewond geraakt, opgepakt en geliquideerd. Ze speelt een grote rol in het leven van Cor, en in dat van Anton. Fake Ploeg jr.; hij is de zoon van Fake Ploeg. Tegen Anton is hij erg agressief en hij beweert dat zijn vader niks ergs heeft gedaan in de oorlog, terwijl dat wel het geval is. Ook hij heeft geen vrede met wat zich tijdens de aanslag heeft afgespeeld. 4.3ab. In de tekst is alleen Anton een round-character. Hij maakt een verandering door in de loop van het verhaal. Hij groeit op, wordt volwassen. Je leest zijn gevoelens, gedachten en handelingen. Van de rest van de personages kom je niet veel te weten. Je ziet alleen de buitenkant, en hoe Anton ze ziet. Dit zijn de flat-characters. 4.4ab. Er is sprake van speaking names in het boek. De initialen van Cor Takes (CT) zijn gespiegeld met die van zijn vriendin Truus Coster (TC). 2.5ab. Truus en Cor (contrasterend); geweld met geweld bestrijden
Anton en Fake (contrasterend); de ene heeft een ‘goede’ vader, terwijl de andere juist een hele ‘foute’ vader heeft. Ook komen ze uit een tegengesteld milieu. Truus en Sandra (parallel); als Anton Sandra ontmoet, heeft hij het gevoel dat hij Truus ziet. Als hij later een foto van Truus bekijkt, blijken ze ook heel erg op elkaar te lijken. Titel 5.ab. De titel is ‘de Aanslag’. Het hele boek gaat over de aanslag zelf, waarom, hoe, wanneer en waar het gebeurde en over de dingen die er mee te maken hebben in het verdere leven van de hoofdpersoon. 5.3ab. "Overal was het al dag, maar hier was het nacht, neen, meer dan nacht." uit: C. Plinius Caecilius Seundus
Epistulae, VI, 16
Hiermee wordt bedoeld: de oorlog was voorbij, maar door de aanslag leefde Anton nog steeds in duisternis, in de nacht. De aanslag heeft een drastische invloed gehad op Antons leven erna. Thema 8.1. Het thema is: warboel van schuld en verantwoordelijkheid
8.2 Truus en Cor hebben Fake vermoord, dus die zijn schuldig aan de moord op Fake Ploeg. De represaille die hierop volgde was dat de Duitsers de familie van Anton vermoorden. De Duitsers waren dus schuldig aan de moord op Antons familie. ‘Wie het gedaan heeft, heeft het gedaan, en niemand anders,’ zegt Truus in het verhaal. Zo is het een grote warboel van schuld en verantwoordelijkheid. Literatuurhistorie 9.1ab. Het boek is een ongebruikelijke oorlogsroman. Maar een deel gaat over de oorlog, het gaat meer over het verband tussen de oorlog en de generatie erna. Het is een psychologische roman, omdat de hoofdpersoon, Anton, een ontwikkeling doormaakt.
Waardeoordeel 10.1. Het verhaal begint spannend, met de aanslag. Ik vind dit ook meteen het meest spannende deel van het boek. De ontknoping is redelijk verrassend. Het feit dat Karin Korteweg ermee komt dat zij en haar vader het lijk hebben verplaatst, alleen maar omdat zij hagedissen in huis hadden, is best schokkend. Het idee dat in plaats van de hagedissen je hele familie is vermoord, lijkt me verschrikkelijk. Ik vind dat er onvoldoende actie in het boek zit. Er gebeurt niet veel, Anton voert alleen belangrijke gesprekken waarin veel duidelijk wordt. Na de aanslag gebeurd verder niet veel. Er is wel aardig wat afwisseling, als Anton bijvoorbeeld naar Haarlem gaat, en de plek waar zijn huis stond sinds jaren weer ziet. 10.2ab. Er is nauwelijks toeval in het verhaal. Alles is gebeurd om een reden. Alleen de plaats waar Ploeg precies is neergeschoten is toeval. Het had net zo goed 10 meter verderop kunnen zijn. De straat was wel expres gekozen, omdat ze zo de grootste kans hadden dat het goed zou gaan. 10.3. De lengte van de zinnen is normaal, ze zijn niet erg kort of lang. Soms worden er Latijnse uitdrukkingen gebruikt; bijv. Sunt pueri pueri pueri puerilia tractant. Dat deed hij om het verhaal kracht bij te zetten denk ik. Grammaticaal klopte alles. 10.4ab. Het verhaal is origineel door de manier waarop het geschreven is. De meeste oorlogsromans spelen zich (bijna) geheel in de oorlog af. Deze gaat maar een klein stukje over de oorlog en de rest van het verhaal speelt zich erna af. De gebeurtenissen zijn over het algemeen niet erg origineel. Er wordt een veelvoorkomende gebeurtenis in de oorlog geschreven. Mensen uit het verzet vermoordden mensen die een gevaar vormden, en die moorden hadden zo hun gevolgen. 10.5ab. Er is sprake van een eenheid in de handeling. Alle handelingen zijn gedaan om een reden, en hebben met elkaar te maken. 10.6ab. Het thema is niet actueel. Op het moment is er geen oorlog in Nederland, en is het ook al een tijd geen oorlog geweest. Toch is er wel oorlog in andere landen, dus als je het zo bekijkt is het wel actueel. Thema en Motieven Thema: warboel van schuld en verantwoordelijkheid
Motief: oedipus ( 2, 4, 5, 9) Anton is in gedurende het verhaal op zoek naar een vader – en moederfiguur. Deze vindt hij in Cor en Truus. 2. Dit motief wordt niet letterlijk herhaald, maar je krijgt wel het idee tijdens het lezen. 4. Het is een abstract motief, het is niet aanwijsbaar of aantastbaar. 5. Dit motief komt voor in dit boek, of het ook in andere werken van Mülisch voorkomt weet ik niet. 9. Dit motief staat los van het thema. Motief: verwerking van het verleden ( 2, 4, 5, 9) Gedurende het verhaal probeert Anton te verwerken wat er vroeger is gebeurd. 2. Door wat hij zegt en doet, krijg je als lezer in de gaten dat Anton zijn verleden probeert te verwerken. 4. Het is een abstract motief, het is niet aanwijsbaar of aantastbaar. 5. Dit motief komt voor in dit boek, of het ook in andere werken van Mülisch voorkomt weet ik niet. 7. Dit motief staat los van het thema. Motief: Onwetendheid (2, 4, 5, 8) Er zijn heel veel dingen die Anton niet weet over de aanslag, maar wel wil weten. Aan het einde van het verhaal zijn ze duidelijk. 2. Anton vraagt veel, en krijgt zo antwoorden op dingen die hij niet wist. Zo wordt de onwetendheid steeds minder. 4. Het is een abstract motief, het is niet aanwijsbaar of aantastbaar. 5. Dit motief komt voor in dit boek, of het ook in andere werken van Mülisch voorkomt weet ik niet. 8. Dit motief is een onderdeel van het thema. Motief: Schuld/onschuld (2,4,5,8) Een van de grote vragen in het boek is ‘wiens schuld is het?’ 2. Hoe verder het verhaal is, hoe meer je te weten komt over wie wat gedaan heeft, en wie dus waar schuldig aan is. 4. Het is een abstract motief, het is niet aanwijsbaar of aantastbaar. 5. Dit motief komt voor in dit boek, of het ook in andere werken van Mülisch voorkomt weet ik niet. 9. Dit motief is een onderdeel van het thema. Motief: Het onderdrukken van gevoelens (2,4,5,9) Anton onderdrukt heel erg vaak zijn gevoelens, en doet alsof het hem niet kan schelen, terwijl het hem juist wél iets kan schelen. 2. Door wat hij zegt en doet merk je dat Anton heel erg nieuwsgierig is naar wat er is gebeurd, maar ondertussen ook bang is voor wat hij te horen krijgt. 4. Het is een abstract motief, het is niet aanwijsbaar of aantastbaar. 5. Dit motief komt voor in dit boek, of het ook in andere werken van Mülisch voorkomt weet ik niet. 10. Dit motief staat los van het thema. 7. Optionele verwerkingsopdracht 4 Verleden tijd De tijd vliegt
raast maar door
Nooit kun je even stoppen
Pauze nemen
Je kan niet rusten
Je moet meegaan met de tijd
Kan niet achterblijven
Maar toch...

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"