Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De kleine Johannes door Frederik van Eeden

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
Boekcover De kleine Johannes
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2434 woorden
  • 22 april 2005
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
16 keer beoordeeld

Boekcover De kleine Johannes
Shadow

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt in de Nederlandse literatuur. Vertaald in tientallen talen, onderwerp van talloze studies en boekverslagen van scholieren heeft het zichzelf bewezen als een klassiek werk dat met het verstrij…

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt i…

Ik zal je iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch allemaal echt gebeurd. De kleine Johannes is een uniek hoogtepunt in de Nederlandse literatuur. Vertaald in tientallen talen, onderwerp van talloze studies en boekverslagen van scholieren heeft het zichzelf bewezen als een klassiek werk dat met het verstrijken van de tijd zijn glans heeft behouden. Deze hertaling heeft de hindernissen die opgeworpen werden door het negentiende-eeuwse taalgebruik opgeheven. In sprankelende taal worden de ontwikkelingsfasen van de kleine Johannes verbeeld door personages die de natuur, de liefde, het geluk, de kennis, het spirituele en de vluchtigheid van het leven vertegenwoordigen. De herkenbaarheid en de diepte van dit klank- en kleurrijke sprookje is in al haar eenvoud zo schitterend dat het blijft fascineren.

De kleine Johannes door Frederik van Eeden
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1 Deel A: Samenvatting Johannes woont met zijn vader in een oud huis met een grote tuin. Johannes bidt vaak om een wonder, en hij is er van overtuigd dat het ooit zal gebeuren. Op een dag drijft Johannes met zijn hond Presto in een bootje op de vijver en opeens komt er een blauwe waterjuffer aanvliegen die in een elf verandert. Hij heet Windekind en hij is de zoon van de zon en de maan. Hij wil wel de vriend van Johannes zijn, op voorwaarde dat Johannes nooit de naam van Windekind aan een mens zal vertellen. Door een kus van Windekind wordt Johannes kleiner en verstaat hij de taal van de planten en de dieren. Windekind vertelt hem dat hij dat hij Johannes de dingen van de natuur zal leren, veel beter dan leraren dat doen. Hierna brengt Windekind hem naar een feest in een konijnenhol. Daar krijgt hij van elfenkoning Oberon een gouden sleuteltje waarbij Oberon zegt: “Dat sleuteltje kan Uw geluk zijn. Het past op een gouden kistje dat kostbare schatten bevat. Maar wie dat heeft, kan ik U niet zeggen. Gij moet ijverig zoeken. Als Gij goede vrienden met mij en Windekind blijft en standvastig trouw zijt, zal het U gelukken.” De volgende dag komt Windekind hem weer halen om het sleuteltje op te bergen, omdat zijn wasdag eraan komt en dan zou het sleuteltje zichtbaar zijn voor zijn vader. Na drie weken wil Johannes Windekind weer zien en een duif geeft hem een veertje waardoor hij kan vliegen. Duiven leiden hem naar Windekind en samen gaan ze naar de Vredemieren. Ze hebben oorlog met de Strijdmieren. Daar ziet Johannes hoe een groep mensen in het bos de rust verstoort. Dat maakt hem bedroefd en hij besluit bij Windekind te blijven. Dan ontmoet Johannes Wistik die het ‘ware boekje’ kent. Windekind zegt dat het boekje niet bestaat en dat hij niet naar Wistik moet luisteren, maar nadat Wistik verdwenen is gaat Johannes toch weer naar Wistik op zoek. Johannes denkt dan dat hij het kistje (van het gouden sleuteltje) kan vinden en hij wil terug naar Windekind, maar hij kan hem niet vinden. Johannes dwaalt verdrietig door het bos. Dan komt hij bij een tuinman, waar hij gedurende de winter mag blijven. Daar lezen ze uit ‘een boek waarover God gesproken wordt’, maar dit is volgens Johannes niet het ‘ware boekje’. In de lente ontmoet hij een meisje, Robinetta. Met haar brengt Johannes een leuke tijd door. Robinetta denkt te weten wat het ‘ware boekje’ is. Haar vader laat hem de Bijbel zien, maar als Johannes zegt dat het niet het ‘ware boekje’ is, wordt haar vader kwaad en stuurt hij Johannes weg. Dan ontmoet hij Pluizer. Pluizer zegt dat Johannes alles gedroomd heeft en dat alleen hij echt is. Bij Pluizer thuis ontmoet Johannes Hein (de Dood). Dan gaan ze naar dokter Cijfer. Hij wil Johannes wel helpen met het boekje zoeken, als hij sterk is en niet teerhartig. Pluizer laat Johannes de armoede en ellende van de mensen in de stad zien. Dan gaan ze naar het kerkhof. Daar is het een eeuw later, want voor Pluizer bestaat gen tijd. Als Johannes dan zijn eigen graf ziet, valt hij flauw. Dan gaat Johannes maandenlang leren en langzamerhand vergeet hij Windekind en Robinetta. Hij moet net zo worden als dokter Cijfer. In de lente verlangt Johannes weer naar de duinen en hij gaat naar zijn vader…die opsterven ligt. Als zijn vader dood is wil Pluizer hem ontleden. Op dat moment verzet Johannes zich voor het eerst tegen Pluizer en Pluizer vlucht weg. Hein prijst Johannes daarmee en Johannes wil mee met Hein, maar die weigert: Johannes hield veel van de mensen hoewel hij dat zelf niet wist. Buiten ziet Johannes Windekind met het gouden sleuteltje en hij rent hem achterna naar het strand. Daar ziet hij Windekind en Hein in een boot zitten, van de andere kant komt een mens aan. Johannes moet kiezen naar het Grote Licht of naar de mensheid te gaan. Hij kiest voor het laatste. Deel B: Objectieve analyse 1.A Verklaring van de titel De titel van het boek slaat op de hoofdpersoon Johannes. Het hele verhaal draait om hem.
1.B Motto Er is geen motto bij dit boek. 1.C Thema van het boek Van kind naar volwassenheid en de zin van het leven. In dit boek gaat het om de geestelijke ontwikkeling van kind naar volwassenheid. Het kind stelt voortdurend vragen, die vragen leiden uiteindelijk tot de zin (essentie) van het leven maar ook naar de dood. 2. Genre van het boek Het is een sprookje. Dat zegt de schrijver zelf ook. Er worden typische sprookjesfiguren gebruikt zoals kabouters en elfen. Ook de typische tegenstelling tussen goed en kwaad komt hierbij naar boven. 3. Motieven • Liefde, de liefde die Johannes eerst heeft voor zijn vader en Presto (redelijk constant) en die hij later krijgt voor Windekind, Wistik en Robinnetta (meer wisselend). • Opgroeiend kind, Johannes die opgroeit tot een "volwassen" man (figuurlijk). • Natuur, Johannes houdt erg veel van de natuur, Windekind maakt hem klein en laat hem de natuur van "dichtbij" zien, maar daarvoor wandelde Johannes ook al heel vaak met zijn vader door het bos. • Tegenstellingen tussen goed en kwaad (stad en natuur; fantasie en wetenschap).Johannes ontmoet eerst het lieve en aardige Windekind en daarna de kwaadaardige en harde Pluizer. Ook de tegenstelling tussen de mooie en schone natuur aan de ene kant en de vieze en drukke stad aan de andere kant hoort daarbij. 4. Perspectief De vertelsituatie in dit verhaal is de alwetende vertelsituatie. De schrijver weet meer dan de hoofdpersoon Johannes. Hij vertelt de gevoelens van Johannes. Maar de gevoelens van de andere personen zie je door de ogen van Johannes.
5. Tijd Het verhaal is chronologisch verteld. Af en toe zijn er flashbacks als Johannes terugdenkt aan eerdere ervaringen. De vertelde tijd is +/- twee jaar, met sprongen in de tijd en tijdsverdichting. De verteller vertelt het verhaal achteraf waardoor het verhaal in de verleden tijd is geschreven.Een echte tijdsaanduiding staat er niet in het boek, het zal zich waarschijnlijk in de 19e eeuw afspelen. 6. Ruimte Er is één duidelijke tegenstelling van ruimte: de natuur tegenover de stad. Het huis waar Johannes woont -met zijn familie en zijn huisdieren: Presto de hond en de kat Simon- ligt dicht bij zee in een duin- en bosrijke omgeving. Voor Johannes is dit zijn wereld en daar voelt hij zich gelukkig. De tochten met Windekind vinden daar ook plaats. In de grote stad voelt Johannes zich ongelukkig, het stinkt er, is groot, armoedig, druk, ellendig en vol ziektes. Johannes ervaart het als een plaats waar geen mens gelukkig kan worden. 7. De Opbouw Het boek bestaat uit 3 delen. Daarvan is dit deel 1, dit deel bestaat uit 14 hoofdstukken die zijn aangegeven met Romeinse Cijfers. Het boek bevat 111 bladzijden. 8. Personages In dit boek zijn naast Johannes nog 5 andere personen belangrijk: * Johannes. Hij is de hoofdpersoon. Hij is een kleine jongen met een grote fantasie en een grote liefde voor planten en dieren. Hij vraagt en zoekt (naar waarheid). In het verhaal groeit hij op van kind tot jong volwassene, hij ontmoet daarbij achtereenvolgens Windekind, Wistik, Robinetta, Pluizer, de Dood en dokter cijfer. Zij oefenen allemaal een tijdelijke of blijvende invloed op hem uit. * Windekind. Hij is een elf en zoon van de zon. Hij leert Johannes alles van de natuur, leert hem de planten/dierentaal te verstaan, maar vervreemdt hem van de mensen. Windekind, en bijna alle dieren en planten, haat mensen, hij vindt hen lomp, dom en heerszuchtig. Hoewel Johannes een mens is laat Windekind hem toch alles zien omdat hij zijn vriend is. * Robinetta. Zij is een meisje dat Johannes in contact brengt met de kinderlijke liefde. Johannes heeft een leuke tijd met haar. Zij symboliseert de beginnende seksualiteit. * Wistik. Hij is de meest wijze van de kabouters, maar praat te veel. Wistik spoort de naar waarheid en helpt de zoekende Johannes aan om het 'ware boekje te zoeken, wat gedoemd is te mislukken. Windekind wil niet dat Johannes naar Wistik luistert, maar doet dit toch en Windekind verlaat hem. * Pluizer. Hij symboliseert samen met zijn leerling dokter Cijfer de materialistische wetenschap. Hij ontkent het bestaan van alles wat bovenmenselijk is, heeft minachting voor gevoelens en vindt het leven zinloos. Pluizer leert Johannes alles van de zin van het bestaan en de dood. * Hein, de Dood. Pluizer brengt Johannes met hem in contact. Eerst is hij bang voor hem, maar later wil Johannes zelfs dat hij hem meeneemt opdat hij Windekind terugvindt. Hoofdstuk 2 De Auteur Biografische gegevens (bron:
http://www.ned.univie.ac.at/lic/autor.asp?aut_id=286) Frederik van Eeden
Nederlands dichter, toneelschrijver, romanschrijver en essayist (Haarlem, 3.4.1860 – Bussum, 16.6.1932). Hij werd geboren als zoon van de bekende botanicus en publicist Frederik Willem van Eeden (1829-1901). In 1878 begon hij medicijnen te sturen in Amsterdam, waar hij met veel succes aan het studentenleven deelnam. Hij schreef regelmatig voor de studentenalmanak en in oktober 1882 werd hij preses van het corps. In datzelfde jaar debuteerde hij in het maandblad Nederland. In oktober 1885 stichtte hij samen met Kloos, Verwey, Van der Goes en Paap het tweemaandelijkse tijdschrift De Nieuwe Gids, waarvan het eerste nummer geopend werd met De kleine Johannes, een in sprookjesvorm verhulde autobiografie die van Eedens meest gelezen boek zou worden. Zijn toenemende sociale belangstelling en zijn aandacht voor de religieusethische factor leidden in 1893 tot een breuk met de redactie van De Nieuwe Gids. Hoewel hij als psychiater uitstekend werk verrichtte, wijdde hij zich geheel aan de letterkunde en aan maatschappelijk werk. Een van zijn meest besproken sociale experimenten was: ‘Walden’, een door hem in 1898 gestichte religieussociale kolonie in het plaatsje Walden, die weliswaar in 1907 al te gronde ging, maar toch navolging vond tot in Noord-Amerika. Kort voor de Eerste Wereldoorlog, die voor de wereldverbeteraar van Eeden een grote teleurstelling betekende, stierf zijn zoon Paul. Vanaf dat moment liet het doodsprobleem hem niet meer los. Na de Eerste Wereldoorlog was hij zonder al te veel succes een paar jaar mederedacteur van De Groene Amsterdammer. In 1922 bekeerde hij zich tot het katholicisme. Zijn laatste jaren worden overschaduwd door een steeds erger wordende geestesziekte. Verbanden: Door deze tekst kun je meteen zeggen waarom de natuur zo veel voorkomt in zijn boek, zijn vader was namelijk een bekende botanicus. Waarschijnlijk zal hij zijn liefde voor de natuur van zijn vader hebben gekregen. Ook het feit dat hij psychiater was kun je wel een beetje terugzien omdat hij in dit boek nadruk legt op de psychische (geestelijke) ontwikkeling van de hoofdpersoon Johannes. Hoofdstuk 3 De cultuurhistorie De tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Dit wordt niet echt duidelijk in het boek. Er staan geen jaartallen in het verhaal. Maar omdat het boek in de 19e eeuw is geschreven neem ik aan dat het ook wel rond die tijd zich zal afspelen. Je kunt het ook een beetje zien aan de stukjes die zich in de stad afspelen. Mensen die in de fabrieken werken en een soort lopende band werk doen lijkt veel op de industrialisatie aan het eind van de 19e eeuw. Hoofdstuk 4 De lezer, jijzelf en een recensent. De lezer 1) Het onderwerp: Ik vond het onderwerp wel verrassend. Ik heb nog nooit zoiets gelezen. Ik vond het wel een interessant boek maar het las zich niet echt gemakkelijk. De uitwerking vond ik even interessant. Het onderwerp vond ik wel zware kost en het lag buiten mijn belevingswereld. 2) De gebeurtenissen: De verhaallijn is helder. Het gaat om wat Johannes allemaal meemaakt, er lopen niet meerdere gebeurtenissen door elkaar heen. Ik vind de gebeurtenissen niet echt herkenbaar of geloofwaardig maar dat is meestal met een sprookje. Wel zijn er wat dramatische gebeurtenissen voor Johannes zoals het moment waarop zijn vader doodgaat. Het is einde van het boek is redelijk open, Johannes moet een keuze maken tussen teruggaan naar de mensenwereld of meegaan naar het Grote Licht. Ik vind het einde niet echt bevredigend en daarom zal de schrijver ook wel een vervolg geschreven hebben voor dit verhaal. Soms maakten de gebeurtenissen wel wat indruk op me, b.v. het moment dat hij zichzelf dood en begraven ziet. Het boek bleef me toch wel boeien, je wist niet wat Johannes nu weer zou gaan ontdekken of wie hij ging ontmoeten en dat zorgde er wel voor dat je door bleef lezen. 3) De bouw: Het boek begint met een korte beschrijving van het huis en de omgeving waar Johannes woont waarbij verteld wordt dat Johannes verschillende plekjes een speciale naam gegeven heeft. Daarna komt de vaart erin als Johannes zijn verlangen naar een wonder werkelijkheid wordt als hij Windekind ontmoet. Hierna stapelen de spannende gebeurtenissen en ontmoetingen voor Johannes zich op en blijft de vaart erin zitten. Ik vind de bouw van het boek niet ingewikkeld, dat komt ook omdat er maar één verhaallijn is en dat maakt het altijd minder lastig.
4) De personages: Ik heb niet het gevoel dat de personages voor me gingen leven maar dat heb ik eigenlijk nooit. Ook de herkenbaarheid is natuurlijk niet zo groot omdat het toch gaat om een soort sprookjesfiguren. (zoals Windekind of Pluizer) Ik raakte soms wel een beetje betrokken bij de problemen van Johannes, hij wist niet naar wie hij moest luisteren, naar Windekind, Wistik, Pluizer of de gewone mensen. In zo’n probleem kan ik me wel verplaatsen omdat je dat zelf ook wel eens meemaakt. Nee, niet helemaal. Ik vind het niet netjes van Johannes dat hij zijn vader zomaar verlaat omdat hij het “ware boekje” wil vinden. Voor de rest kan ik niet zeggen of de personages zich gedragen zoals het hoort omdat het figuren zijn die in het echt niet bestaan. Sympathiek: Hein, de dood. Het klinkt misschien raar maar Hein vond ik wel sympathiek ook omdat hij Johannes niet meenam omdat hij wist dat Johannes de mensen liefhad en Johannes een goed mens was. Niet sympathiek: Pluizer. Hij was de slechte persoon in dit verhaal, hij liet Johannes allemaal slechte en erge dingen zien. Ook was hij de baas over Johannes en deed hij dingen die Johannes liever niet zag gebeuren. 5) Het taalgebruik Het was soms een beetje ingewikkeld door het ouderwetse taalgebruik en dat zorgde ervoor dat het lezen wat langzamer ging als bij een modern boek. Dit boek is rond 1900 geschreven en er waren toen toch een wat ander woordgebruik. ( b.v. woorden als: doch, gij of moogt) Ook viel het me op dat er alleen nette woorden werden gebruikt en geen scheldwoorden. Ik vind de verhouding tussen beschrijving, dialoog en weergave van gevoelens en gedachten plezierig. Het paste allemaal goed bij elkaar en bij het verhaal.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kleine Johannes door Frederik van Eeden"