De man in het midden door J. Bernlef

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
Boekcover De man in het midden
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 2674 woorden
  • 18 april 2005
  • 35 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
35 keer beoordeeld

Boekcover De man in het midden
Shadow
De man in het midden door J. Bernlef
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Bernlef, J, De man in het midden, Amsterdam 19761
157 bladzijden, gelezen en verwerkt in juni 2004. Waarom ik voor De man in het midden koos Voordat ik in de bieb op zoek ging naar een boek om te lezen voor dit verslag, had ik nog nooit van De man in het midden gehoord. Het is geen bekend boek, althans niet voor zover ik weet. Ik was op zoek naar Hersenschimmen van Bernlef, maar alle exemplaren van dat boek waren helaas al uitgeleend. Ik wilde toch graag een boek van hem lezen, al was het maar om te kijken hoe Bernlef mij beviel. De meningen over Hersenschimmen zijn namelijk nogal verdeeld; mijn zus en ouders hebben het met veel plezier gelezen en mijn vrienden met... minder enthousiasme. Kort gezegd drukten ze me op het hart dit boek links te laten liggen en te kijken of er niet een spannende pot biljarten op televisie was. Nu zijn mijn vrienden wellicht niet de beste literatuurcritici, maar dat terzijde. Mijn vrienden negerend heb ik uiteindelijk toch maar een boek van Bernlef gepakt, met de natte vinger. Omslag en kafttekst doen er voor mij nooit zoveel toe - don’t judge a book by its cover zegt men immers. Ik oordeelde in dit geval een beetje naar dikte, aangezien de sectie Nederlands nogal kwistig met opdrachten strooit en ik dus weinig tijd had. Verwachtingen had ik dan ook niet of nauwelijks, al moet ik toegeven dat de sepia getinte foto op de kaft me niet vrolijk stemde. Verhalen over de Tweede Wereldoorlog beginnen me zo onderhand namelijk een beetje de keel uit te hangen. Mijn eerste reacties Een uurtje geleden heb ik De man in het midden uitgelezen. Ik heb het nu ook wel zo’n beetje gehad moet ik zeggen. Het boek is rommelig; warrig op een bepaalde manier. Bernlef strooit als een pekelwagen met flashbacks en anekdotes die weliswaar tekenend zijn voor de karakters van de personages maar tegelijkertijd willekeurig lijken te zijn uitgekozen. Personen met een ‘bijrolletje’ worden vaak niet of nauwelijks voorgesteld, waardoor je pas aan het eind van een anekdote begrijpt waar het over gaat. Ook kreeg ik sterk het gevoel dat Bernlef zijn best heeft gedaan om van De man in het midden en literair werk te maken. Op mij kwamen veel passages, met hun rommelige opbouw en vele werkwoordloze zinnen, in ieder geval erg geforceerd over. Ik kan niet zeggen dat ik heb genoten van dit boek. Helemaal niet zelfs. Tegelijkertijd besef ik ook dat ik veel dingen gewoon niet begrijp, met name de ingewikkelde laatste paar zinnen van ieder hoofdstuk, waarin Bernlef de lezer aan het denken wil zetten doordat de hoofdpersoon en verteller zijn gedachtegang niet afmaakt. Misschien ben ik nog te jong voor dit boek; veel personen - politici, schrijvers en dergelijke - worden bekend verondersteld maar ik ken ze totaal niet. Misschien heb ik gewoon te gehaast gelezen. Het boek kon me hoe dan ook niet overtuigen.
Korte samenvatting Een man zit in het huis van zijn pas overleden grootvader en haalt herinneringen op. De grootvader hield van feiten en van machines. Hij stelde lijstjes op met feitelijke informatie over dingen als de buitentemperatuur, maar ook de dood van zijn vrouw beschrijft hij als een lijstje feiten. Hij uitte geen emoties en zweeg aan het eind van zijn leven vrijwel de hele tijd. Hij is een gematigd communist tot de dood van Stalin, wanneer hij zijn hele droombeeld van het communisme in elkaar ziet zakken. Zijn hele leven was de grootvader tegen het misbruik van alcohol, maar als hij oud en zwak is, doet hij ’s avonds de gordijntjes dicht en drinkt hij een hele melkfles wodka leeg. De man wordt steeds vergeetachtiger en zwakker, tot hij - al dan niet expres - verdrinkt in een niet nader te noemen kanaaltje. Dan begint het tweede deel van het verhaal, dat eigenlijk vooral uit onsamenhangende anekdotes bestaat. De man beschrijft zijn eigen leven, beginnend met de hongerwinter. Via een reisje naar Boedapest, een demonstratie tegen de oorlog in Vietnam waaraan de man meedoet met een of andere Bo en Bill Clayton, en een reisje naar Amerika komen we uiteindelijk terecht op de dag waarop hij met zijn eigen zoontje een aangereden hond begraaft. Dit alles staat in het teken van de twijfel van de hoofdpersoon tussen het communisme en het kapitalisme. Volgt u me nog? Ik vond het ook erg vreemd allemaal hoor. Persoonsbeschrijving van de grootvader Ik had voor deze persoonsbeschrijving eigenlijk de keuze uit twee personen. De hoofdpersoon van het boek is de volwassen kleinzoon - zonder naam - die eerst over zijn grootvader vertelt en vervolgens zijn eigen memoires uitspuwt, doorspekt met verwijzingen naar de grootvader. Toch heeft deze persoon vooral de rol van verteller; over de grootvader kom je veel meer te weten en hij is bovendien als persoon interessanter. Daarom heb ik besloten een persoonsbeschrijving van de grootvader te maken. Deze zit anders in elkaar dan een doorsnee persoonsbeschrijving aangezien ik slechts flarden van het leven van de grootvader ken, en de volgorde van gebeurtenissen bovendien niet bekend is. Van een ‘persoonsbeschrijving met behulp van een navertelling’ kan dan ook vrijwel geen sprake zijn. Laat ik toch maar een poging wagen. De grootvader, die nergens met naam en toenaam wordt genoemd, is een heel eigenaardig persoon. Hij werkt zijn hele leven bij een en dezelfde machinefabriek, zonder dat hij ooit hogerop komt. Hij werkt hard, harder dan de rest van de arbeiders, maar hij heeft plezier in zijn werk en wil niet per se meer geld verdienen. De werknemers komen ’s ochtends met een kater op het werk en drinken ’s middags hun loon weer op. De grootvader komt echter iedere dag met een flesje melk naar het werk; hij is geheel tegen het gebruik van sterke drank. De werknemers noemen hem grappend de ‘machinedokter’ omdat hij altijd machines repareert voor het bedrijf. Af en toe mag de grootvader zelfs naar het buitenland om iets te repareren; zo moet hij een keer naar Zweden om een lift die is vastgelopen weer op gang te krijgen. Uit zulke landen neemt hij kiezels mee als aandenken. Opvallend is zijn liefde voor machines; zelfs als hij een keer in het buitenland is (hij gaat nooit op vakantie) dan beschrijft hij in zijn aantekeningen alleen de machines die hij er is tegengekomen. Net als de machines laat de grootvader nooit zijn emoties zien; hij is een man die doet wat hij moet doen zonder verdere omhaal. Hij houdt van muziek en speelt dwarsfluit, maar hij ziet het als een emotieloos tijdverdrijf waarbij het de kunst is zo precies en harmonieus mogelijk te spelen. De liefde voor machines komt voort uit een liefde voor precisie. De grootvader houdt niet van emoties en onnodig gedoe; hij heeft liever doelmatigheid zonder verdere omhaal; de doelmatigheid van machines. Hij is dol op feiten en noteert van alles. De buitentemperatuur houdt hij elke dag weer bij, zonder verder doel. In alle boeken die hij leest noteert hij in de kantlijn en achterin bij de rectificaties elk spelfoutje dat de schrijver heeft gemaakt. Ook als zijn vrouw sterft (de enige keer dat zijn kleinzoon hem ziet huilen) blijft hij lijstjes van feiten opstellen. Hij noteert iedere dag de tijd waarop de zuster langs is gekomen, en hij schrijft in een of twee woorden op hoe het met zijn vrouw gaat. Hij tekent zelfs een plattegrondje van de ziekenhuiskamer. In de boekenkast van de grootvader staan allerlei boeken over het communisme en over de mens en zijn handelen in het algemeen. De man is een communist: hij geeft Stalin gelijk in diens handelen en hij onderstreept de passages over het communisme in de werken van Quack. Zijn mening over het leven en over de maatschappij ontleent de grootvader ook aan deze boeken. Ik denk dat hij het communisme goed vindt vanwege de opbouw ervan: in theorie werkt een communistische samenleving als een goed geoliede machine. Geen onnodige luxe, maar arbeiders die samen bijdragen aan brood op een ieders plank. Als Stalin sterft valt de droom van het communisme uiteen, althans voor de grootvader. Het werkt in de praktijk niet zoals het zou moeten werken; mensen blijven hebzuchtige wezens en geen machines. Naarmate de grootvader oud wordt gaat het steeds slechter met hem. Hij kan op een gegeven moment nauwelijks meer lopen. Ook zijn geestelijke toestand gaat achteruit; hij zwijgt eigenlijk altijd. Af en toe wisselt hij enkele woorden met zijn kleinzoon als deze op bezoek komt. Ook zijn geheugen wordt slechter; soms weet hij niet meer wat er een uurtje geleden is gebeurt. Zijn kleinzoon komt er na zijn dood achter wat de oorzaak van zijn slechte toestand is: waar hij vroeger nog geheelonthouder was, drinkt hij nu iedere dag een melkfles vol wodka leeg. Dit vind ik heel illustratief voor de levenswijze van de grootvader: hij heeft geen idealen meer en hij is erin gefaald om emoties te vervangen door feiten. De man is diep ongelukkig, maar naar de buitenwereld laat hij niets zien. Hij praat er niet over, en hij bezat zich uit een melkfles zodat de buurvrouw niets merkt. Uiteindelijk verdrinkt hij, nadat hij al dan niet per ongeluk in het water is gevallen. Verdiepingsopdracht I: het perspectief Het perspectief in het eerste deel van het verhaal is op zijn minst bijzonder te noemen. De grootvader is net begraven, en de kleinzoon gaat naar zijn huis en haalt herinneringen op. Zo worden delen van het leven van de grootvader door de kleinzoon verteld. De kleinzoon is daarbij gebonden aan zijn eigen beleving van zijn grootvader. Deze man liet nooit zijn emoties zien, behalve dan op de begrafenis van zijn vrouw toen hij in tranen de zaal uit holde. Verder kunnen buitenstaanders slechts gissen naar wat er in het hoofd van de oude man om is gegaan gedurende zijn latere levensjaren. Veel van de herinneringen die de kleinzoon vertelt beginnen met een onderstreept regeltje uit een werk van Quack over het socialisme. De kleinzoon, die het verhaal dus vertelt, is het eens met de meeste ideeën van het socialisme en zal dus de neiging hebben de lezer te overtuigen van de goede kanten van de socialistische denkwijze. Dat gebeurt inderdaad hier en daar, al gaat het niet zo ver dat hij zijn grootvader beschrijft als een held vanwege zijn communistische idealen. Het valt wat dat betreft wel mee. Wel is het zo dat de kleinzoon vertelt over een opa waarvan hij veel hield en die bovendien pas is overleden. Hij zal dus allicht vooral de positieve verhalen vertellen en de slechte eigenschappen van zijn grootvader even vergeten. Verdiepingsopdracht VI: thema’s In het leven van de grootvader komen twee thema’s duidelijk naar voren. De wil om de voorspelbaarheid van machines toe te passen op het dagelijks leven is er een van. De grootvader is heel handig met machines maar met emoties kan hij minder goed uit de voeten. Hij probeert emoties uit te bannen en te leven als een machine. In zijn notities schrijft hij altijd feiten op, of hij onderstreept meningen van anderen die het vast beter weten dan hij. Het enige moment waarop de man enige emotie toont is op de begrafenis van zijn vrouw, wanneer hij huilend de kerk uit rent. Haar ziekte die aan het sterfbed vooraf ging heeft hij echter gewoon samengevat in een rijtje feiten en afkortingen, plus een plattegrond van de ziekenhuiskamer. Aan het eind van zijn leven is hij er denk ik niet gelukkiger op geworden; hij bezat zichzelf iedere avond om te ontsnappen aan de harde werkelijkheid. Ook is hij vrijwel de hele dag alleen; af en toe komt zijn kleinzoon langs. Hij lijkt deze eenzame opsluiting op te zoeken, maar ik denk dat hij in werkelijkheid niet meer tot normale omgang met anderen in staat is geweest door zijn machinale manier van doen. Het tweede thema is de kijk op het socialisme en communisme. De grootvader is aanvankelijk een aanhanger van het communisme, en hij onderstreept allerlei passages uit Quacks De Socialisten, personen en stelsels als zijnde zeer juist. Pas als Stalin sterft ziet hij verder af van het communisme. Ik denk dat dat zo is omdat hij met Stalin de laatste echte communist zag vertrekken: Stalin was een man van veel daden en weinig woorden. Chroestsjov was meer een man van veel woorden en weinig daden. Het communisme kwam niet naar Nederland, en zelfs in de Sovjet-Unie deed het communisme niet wat het moest doen; van de samenleving één goed geoliede machine maken. Dit moet een enorme desillusie zijn geweest voor de grootvader. De kleinzoon voelt een vergelijkbare neiging naar het socialisme, maar ook hij wordt uiteindelijk gedesillusioneerd door een nogal teleurstellend interview met Fidel Castro. Ik heb van dit alles geleerd dat niet iedereen in de jaren vijftig en zestig felt tegen de ‘roden’ was. Weliswaar slikte het volk de films waarin het communisme werd afgeschilderd als de dreigende wereldvernietiging voor zoete koek, er waren er ook die wel voelden voor een gemeenschap die als één geheel functioneerde. En laten we wel wezen, de grondbeginselen van het communisme zijn goed bedoeld; voor elkaar zorgen en alles eerlijk verdelen is een prachtig ideaal. Helaas werkt het in praktijk voor geen meter, dat communisme. Verdiepingsopdracht VII: visies Het viel me tijdens het lezen van dit boek op dat er erg veel wordt gesproken over het communisme; voornamelijk door de verteller, de kleinzoon. Hij is het eens met de grondgedachtes van het communisme, al wordt niet duidelijk uitgelegd waarom. Ik denk vooral uit onvrede met het kapitalisme. Op een zeker moment beschrijft de kleinzoon de moord op president Kennedy. In dit stuk laat hij heel duidelijk merken dat hij walgt van de kapitalistische samenleving, en van Amerika als geheel. De kleinzoon is wel op zoek naar vrijheid, maar niet zoals dat in Amerika bestaat. Hij neigt daarom naar het communisme. Veelvuldig citeert hij uit Quacks De Socialisten, personen en stelsels, en hij is het vaak roerend met deze Quack (de eerlijk gebiedt me te zeggen dat ik nog nooit van hem had gehoord voor ik aan dit boek begon) eens. Aan het eind van het boek gaat echter zijn droombeeld van het communisme aan diggelen als Fidel Castro in een interview hele andere antwoorden geeft dan de kleinzoon zou willen. Hij is gedesillusioneerd, zoals zijn grootvader dat ook ooit was toen Stalin stierf. Het socialisme is niets beter dan het kapitalisme. Ik heb het niet zo op het communisme, omdat het veelal neerkomt op kapitalisme maar dan in een ander jasje. In de praktijk heeft de elite in een communistische samenleving toch de macht. Het socialisme daarentegen vind ik al beter, natuurlijk omdat de ideeën van de socialisten gematigder zijn en dus beter te bevatten. Diep van binnen ben ik echter een klein liberaaltje.
Eindoordeel Het schijnt zo te zijn dat na het maken van deze opdrachten mijn mening over het gelezen boek plotsklaps een stuk genuanceerder is. Nou, daar gaan we dan. Ik vind De man in het midden nog altijd een chaotisch boek, waarin de schrijver zichzelf veel te veel toestaan van de hak op de tak te springen. De thema’s zijn wel mooi uitgewerkt; vooral de manier waarop de grootvader wil leven als een machine intrigeerde mij zeer. Het perspectief geeft een leuke draai aan het eerste deel van het boek: niet alleen wordt het een volkomen ongeregeld geheel, maar ook zorgt de ‘tribuneplaats’ van de kleinzoon in het leven van zijn grootvader voor leuke effectjes in de zin van flashbacks en eigen herinneringen die worden gecombineerd met notities van de grootvader. Een soort whodunnit is het geworden, maar niet over een moord maar over een man die steeds eenzamer wordt. Het communisme is een leuke achtergrond voor het verhaal; de morele vraagstukken die de schrijver er hier en daar tegenaan gooit zorgen voor wat afwisseling in de brei van volkomen willekeurige herinneringen. Met als prachtig hoogtepunt het doodrijden van een straathond, waaraan Bernlef enkele tientallen pagina’s weet te wijden. Al met al een absolute aanrader!

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.