Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Triomf van de verschroeide aarde
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 2670 woorden
  • 3 februari 2005
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
62 keer beoordeeld

Boekcover Triomf van de verschroeide aarde
Shadow
Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens Titel van het boek: Triomf van de verschroeide aarde
Auteur: Thea Beckman
Uitgever: Lemniscaat
Jaar van verschijnen: 1ste druk in 1977 Inhoud: Dit boek bestaat uit 3 delen. Deel 1:De strijd om Rennes 1356-1358, Bretagne, Frankrijk
Matthis Cuvelier verlaat zijn pleegouders en gaat opzoek naar een oude vriend van hen, Betrand du Guesclin. Hij vindt hem uiteindelijk voor de bezette stad Rennes die word aangevallen door 2000 Engelsen onder leiding van de Hertog van Lancaster. Hij wordt ingelijfd bij de troep van Betrand du Guesclin, die het de Engelsen moeilijk maakt. Matthis is met zijn 16 jaar niet sterk, maar kan lezen en schrijven en hij lokt de Hertog van Lancaster weg met 1500 man door een brief te schrijven naar de bewoners van Rennes, waar in stond dat ze binnekort een enorme voedselkonvooi konden verwachten. Ze laten de brief expres onderscheppen en zodoende. De groep van Betrand du Guesclin, bestaand uit 100 man snijd s’nachts als een mes door de boter door het Engelse kamp. Later komt een woedende Hertog van Lancaster terug en belegerd hij de stad. Dit lukt niet, waarop hij het op zijn oude manier doet. Alle steden erom heen bezetten. Hij trekt met 1000 man naar Dinan maar ook daar lukt het niet. Er wordt vrede gesloten tussen de poorters uit Dinan en de Hertog van Lancaster. Het vredesverdrag loopt nog als de broer van Betrand du Guesclin, Olivier, door de Engelse ridder Thomas van Canterbury. Betrand is woedend en daagt hem uit voor een duel. Ridder Canterbury accepteert, met het leven van Olivier als inzet. Du Guesclin wint en krijgt zijn broer terug. De Engelsen trekken weer terug van Dinan om weer volop op Rennes te gaan. Het lukt ze niet na een 2de stormloop. De Engelsen beginnen met de bouw van 3 torens waarop ongeveer 50 boogschutters komen te zitten. Na 2 maanden zorgt een nachtelijke uitval van de Rennenaren. Daarbij worden de torens vernield. De Hertog van Lancaster nodigt Betrand du Guesclin uit voor een etentje waarop hij probeert hem om te kopen. Du Guesclin weigert en krijgt ruzie met Guillaume Bramborc, die hem uitdaagt voor een duel. Du Guesclin wint heel gemakkelijk, maar moet dan snel terugkeren naar Rennes omdat die voor de 3de keer word aangevallen. De poorters van Rennes slaan de 3de stormloop ook af, waarop du Guesclin een brief dicteert aan Matthis, die naar de Hertog van Lancaster moet. In de brief nodigt du Guesclin hem uit om zicht te komen overtuigen van de welvaart in de stad Rennes. De Hertog accepteert. In werkelijkheid is de stad helemaal uitgehongerd, maar door van de laatste zakken meel, brood te maken, dat is opgevuld door hout en door kussens onder de jurken van de vrouwen te doen, lijkt het alsof heel Rennes leeft in overvloed. De Hertog van Lancaster ziet dit alles en capituleert voor de Rennenaren. Omdat het teveel op een nederlaag zou lijken perst de Hertog nog een afkoopsom af, maar de Rennenaren willen die maar al te graag betalen. Ze denken, wat heb je aan geld in een verhongerde stad. Zo komt Rennes weer vrij. De koning van Frankrijk zit al een tijdje in Engels gevangenschap en dus zit zijn zoon op de kroon. Hij is degene die Betrand du Guesclin tot ridder slaat. Deel 2: De Revolutie 1358, Parijs, Frankrijk

Matthis word door Betrand du Guesclin naar Parijs gestuurd om daar geld te halen voor de oorlog in Bretagne. Hij wordt vergezeld door de schildknaap van du Guesclin, Clopin. Als ze aankomen in Parijs belanden ze midden in de Franse Revolutie. Clopin vind het allemaal maar niks en keert terug naar Bretagne. Matthis heeft in elke stad wel wat vrienden, omdat hij vroeger een jonge trouvere (straatmuzikant) was. Hij trok dan samen met zijn pleegouders rond in Frankrijk. Hij zoekt Jean Maillart op, die stadshouder is. Daar komt hij aan de inlichtingen dat koning Charles V, is gevlucht uit Parijs, en dat Ettiene Marcel het bestuur heeft overgenomen. Matthis is helemaal vol vuur en wil graag aan de Revolutie meewerken. Elke dag worden er in Parijs wel een paar mensen onthoofd omdat ze tegenstander van De Revolutie zijn. Karel van Navarra biedt zijn hulp aan bij Ettiene Marcel. Marcel accepteert en Karel de Slechte treed met 200 gehuurde soldaten de stad binnen. Marcel heeft zich vergist in Karel de Slechte, die de Bastille inneemt. Een enorm fort, midden in de stad. Die nacht word het weer teruggewonnen door Marcel. Tijdens al deze gebeurtenissen komt Matthis zijn pleegouders, Marie-Claire en Berton de Fleur tegen. Zij zijn grote tegenstanders van de Revolutie en helpen de prins. Ze proberen in de stad de Parijzenaars op te zetten tegen Ettiene Marcel. Die komt er achter en stuurt een arrestatiebevel. Omdat Matthis medeplichtig is word ook hij gevangen genomen en in de cellen van de Bastille geworpen. Marie-Claire kan vluchten en zet het volk er op aan om de Bastille te veroveren. Het volk verovert en vernielt de Bastille en Matthis en Berton zijn weer vrij.Ettiene Marcel wil de nacht daarop ontsnappen met 5 handlangers van hem, word opgewacht door Jean Maillart, die vergezelt word door zeker 20 man. Ettiene Marcel en zijn vrienden worden vermoord en voor het Huis met de Pilaren geworpen, het huis waaruit Ettiene Marcel regeerde. 2 Weken later doet de kroonprins zijn intocht in de bevrijde stad. De Revolutie is gestopt door Marie-Claire. Hoofdpersoon: Matthis Cuvelier. Deel 3: Verschroeide Aarde 1360, Frankrijk
Matthis gaat met Marie-Claire en Berton de Fleur mee terug naar Ponterson, het landgoed van Ridder Betrand du Guesclin. Onderweg sterft hun paard, waarna ze gevangen worden genomen door de bandiet, Jake de Wyn. Ze worden naar het kasteel van Jake de Wyn worden gebracht. Jake de Wyn is een arrogante man, die altijd vrolijk is en de bijnaam draagt, De Eeuwige Verliefde. Ze brengen er een paar maanden door en moeten daarna mee met Jake de Wyn , die zich met zijn compagnie wilt aansluiten bij de Engels koning, Edward III, die is gekomen om Frankrijk de genadeklap te geven. Het enorme leger van Edward III trekt in een rukt door naar de kroningstad Reims. Als hij die in handen zou hebben dan zou hij zich koning van Frankrijk en Engeland kunnen noemen. Jake de Wyn weet van Matthis muzikale kunsten en stelt hem aan als trompetter. Tijdens de stormloop op Reims, blaast Matthis expres allemaal verkeerde signalen. Als de stormloop is afgeslagen gaat Matthis terug naar de tent van Jake de Wyn waar hij hem verslagen aantreft. Jake de Wyn lied zich altijd vergezellen door Marianne, die hij altijd als slavin behandelde. Matthis komt erachter dat Jake de Wyn verliefd was op het jonge meisje en dat zij nu doodsziek was. 2 Dagen later sterft Marianne. Edward III komt erachter dat Frankrijk niet te verslaan is en wordt overwonnen door de verschroeide aarde, waar niks meer op groeide, waarop Edward III zich wel terug moest trekken. Er was geen eten meer voor de Engelsen Matthis moet met ze mee terug en Marie-Claire en Berton de Fleur mogen weg. Onderweg komt de legerkaravaan in een wervelwind terecht. Matthis raakt gewond aan zijn hoofd maar als hij weer bij bewustzijn is ligt hij in het bed van een oude vrouw, die hem verzorgd heeft. Matthis kon eerst niet vluchten omdat hij dan als oneervol zou worden behandeld, maar als hij nu zou vluchten zou het lijken alsof hij was omgekomen in de wervelwind. Matthis gaat terug naar Ponterson waar hij Marie-Claire, Berton de Fleur en Betrand du Guesclin aantreft. Er wordt die avond een groot feest gehouden. Hoofdpersoon Matthis: Hij is een onzekere jongen die vaak 2 keer moet nadenken voordat hij iets beslist. Matthis is aan het begin van dit boek 16 jaar en aan het einde 20. Verder kan hij heel goed met mensen overweg. Hij kon vroeger zingen als een engel maar hij zit nu in de puberteit en heeft de baard in de keel. Midden in het boek komt hij weer van de baard in de keel af en kan hij zo mogelijk nog mooier zingen dan dat hij eerst al kon. Matthis heeft blond haar met heldere blauwe ogen. In het verhaal wisselt de kleding steeds dus die kan ik niet goed beschrijven. Bijpersoon: (Ridder)Betrand du Guesclin. Is in tegenstelling tot Matthis zeker van zijn beslissingen en is en betrouwbare man die nooit zijn beloftes breekt. Hij is sterk als een olifant en slaat ieder Engelsman een halve meter de grond in. Verder is Betrand een vrij grote man, maar oerlelijk. Betrand is straatarm en draagt allemaal van de Engelse buitgemaakte stukken harnas. Hij wordt op het eind van het verhaal tot ridder geslagen door Charles V, waarna hij trouwt met het zigeunerachtige meisje, Tiphaine Raguenel. Bijpersoon: Berton de Fleur Berton de Fleur is de peetvader van Matthis. Hij is een trouvere (straatmuzikant) en is getrouwd met Marie-Claire, de peetmoeder van Mathis dus. Berton de Fleur komt in dit verhaal niet zoveel voor omdat hij zich rustig moet houden nadat hij gevangen was genomen, had beloofd dat hij niet zou vluchten, en toen vluchte. Hij was oneervol gevonden door Charles V. Berton had belangrijke informatie voor hem maar hij wou niet luisteren. De Fransen werden toen in de pan gehakt door de Engelsen. Die slag staat nu bekend als de Slag van Poitiers.
Bijpersoon: Marie-Claire Heet eigenlijk Marije Klasendochter en komt uit Brugge. Ze is uit Brugge gevlucht omdat ze moest trouwen met een man die ze haatte. Ze trok naar Frankrijk, waar ze Berton de Fleur tegenkwam, die gewond in een kleine hut lag na de Slag bij Crecy, waar hij als trompetter in dienst van de Fransen stond. Marie-Claire is een beeldschone vrouw en is in dit verhaal rond de 30 jaar oud. Ze bezit een enorme kracht van binnen. Marie-Claire is smoorverliefd op Frankrijk en heeft dus een hekel aan de Engelsen die het land zo hebben verwoest. De verhaalsoort: Het is een avontuurlijk en realistisch verhaal en bijna alles in dit boek is echt gebeurd. Marie-Claire en Berton de Fleur zijn verzonnen en de rest is allemaal echt waar. Matthis Cuvelier heeft later een boek geschreven over Betrand du Guesclin. Het heet: ‘le vie de Betrand du Gueslin.’ In het Nederlands staat er: ‘Het leven van Betrand du Guesclin’ Dit boek sluit aan op ‘Geef me de ruimte’ en word vervolgd door ’Het rad van fortuin’ Ze zijn wel allemaal apart te lezen. Mening Ik vind dit een enorm goed boek. Dit komt doordat Thea Beckman alles erg nauwkeurig beschrijft. Ik ben sowieso al een groot fan van haar boeken. Het zijn altijd van die boeken waar je gewoon moet doorlezen. Elke vrije minuut zit je in dat boek. Beoordelingwoorden: Werkelijk, droevig, begrijpelijk, verrassend, nieuwsgierig makend. Het duel tussen Betrand du Guesclin en Thomas van Cantebury (overgetypt uit het boek) De strijders staan elk aan een kant van de kamplaats opgesteld. De vurige hengst van Thomas danst ongeduldig. Dan geeft de Engelsman het dier de sporen, hij schreeuwt,klemt de lans stevig onder de rechterarm en stormt op zijn tegenstander af. Met gevelde lans rijden de beide geweldenaars op elkaar in. De paardenhoeven dreunen, de toeschouwers houden hun adem in. Met een formidabele klap stoten de twee ruiters op elkaar. Zo hevig is de botsing dat de lansen versplinteren op de schilden. Thomas went meteen zijn paard, rukt zijn zwaard uit de schede en stormt opnieuw op Du Guesclin af. De Breton heeft ook zijn zwaard getrokken, wacht Thomas op en vangt de zwaardhouw op met zijn schild. Nu word er niet langer meer op elkaar ingereden. Dicht bijeen draaien de twee paarden rond, terwijl de zwaarden flitsen en knetterend op elkaar slaan, zodat de vonken er vanaf springen……. Dit was maar een kort fragment ervan. Het leuke hieraan vind ik dat Thea Beckman alles zo detailleert. Als je het leest heb je het gevoel dat je er midden inzit. Je ziet alles gewoon voor je. Informatie over de auteur. Biografie: Thea Beckman is geboren op 23 juli 1923 in Rotterdam. Ze was enig kind. Ze groeide op in de crisistijd. Haar vader kwam zonder werk te zitten, daardoor kon ze niet gaan studeren. Vroeger was het trouwens ongewoon dat meisjes gingen studeren en ook haar ouders wilden dat ze een ‘nuttig’ vak ging leren. Ze werd na de lagere school op de industrieschool opgeleid tot naaister. Dit was niets voor haar en ze werd van school gestuurd. Ze ging naar de MULO en werkte tot ze ging werken op een kantoor. Ze trouwde in 1945 met Dirk Hendrik Beckman en kreeg 3 kinderen: Rien, Jerry en Marianne. In 1993 overleed haar man. Nadat ze haar kinderen had opgevoed besloot ze alsnog te gaan studeren. En in 1981 behaalde ze haar doctoraal in de psychologie. Haar doctoraalscriptie ging over de invloed van jeugdboeken op kinderen. Met schrijven begon ze in 1947. Eerst verhalen in jeugdtijdschriften (korte (kinder)verhalen in 'Kris Kras' en 'Taptoe')en
journalistieke stukjes in kranten (de Haagse Post) daarna begon ze met boeken schrijven. Ze debuteerde in 1957 met een roman voor volwassenen: 'Anjers voor Adèle'. In de jaren 70 begon ze met het schrijven van jeugdboeken. Thea Beckman schrijft vooral historische boeken. Voor haar historische kinderboeken documenteert Thea Beckman zich uitvoerig. Ze wil alles weten van de kleding en de gebruiksvoorwerpen van die tijd. Ze leest veel en reist naar de plaatsen waar het verhaal gaat spelen. Soms duurt zo'n voorbereiding wel anderhalf jaar, voordat ze echt gaat schrijven. In de boeken van Thea Beckman komt altijd wel een kind voor dat kritisch, onafhankelijk en zelfs koppig is. Omdat ze graag wil laten zien dat meisjes net zoveel waard zijn als jongens, gaan haar vrouwelijke figuren vaak de strijd aan tegen een door mannen beheerste wereld. Zelf zegt ze dat ze twee belangrijke redenen heeft om Jeugdliteratuur te schrijven namelijk dat ze dol is op kinderen en dat ze boeken schrijft die ze vroeger als kind zelf had willen lezen. Werk van Thea Beckman is vertaald in allerlei talen, bijv.: Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Fries, Hongaars, IJslands, Japans, Russisch, Spaans (Castiliaans, Catelaans en Baskisch) en Zuid-Afrikaans. En voor haar als voor haar meeste hoofdpersonen geld dit motto: ‘laat je niet van de wijs brengen en zet door’. Thea Beckman stierf in de nacht van 4 op 5 mei 2004, na een ziekbed van 2 maanden, op 80 jarige leeftijd in haar huis in Bunnik aan de gevolgen van kanker. Ze schrijft zoals al in de biografie staat, meestal historische boeken. Ze heeft ook boeken die over de toekomst gaan. Dat is een omnibus wat zich afspeelt na de 3de wereldoorlog, in Thule (groenland) en waar vrouwen de macht hebben. Het is dan wel in de toekomst maar de mensen daar zijn nog even ver als in de Middeleeuwen. De boeken van Thea Beckman, worden door (bijna) iedereen tot goed of zeer goed beschreven. Deze boeken staan in onderstaande lijst. (Kinderen van Moeder Aarde, Het helse Paradijs en Het Gulden Vlies van Thule). Andere boeken van Thea Beckman zijn: 1957 De ongelooflijke avonturen van Tim en Holderdebolder (Ploegsma) 1964 Bertus en het wonderkrijtje (Kris Kras) 1966 Mickey en de vreemde rovers (Kris Kras) 1970 Met Korilu de Griemel rond (Lemniscaat / 9e druk 1998) 1972 Mickey en de Fiebeldewiebels (Lemniscaat) 1973 Heremijntijd... wat een lastpost! (Van Holkema en Warendorf) 1973 Kruistocht in spijkerbroek (Lemniscaat / 64e druk 2000) 1974 Mijn vader woont in Brazilië (Lemniscaat / 10e druk 1995) 1976 Geef me de ruimte! (Lemniscaat / 31e druk 1998) 1977 Triomf van de verschroeide aarde (Lemniscaat / 21e druk 1996) 1978 Het rad van fortuin (Lemniscaat / 25e druk 1999) 1979 Stad in de storm (Lemniscaat / 18e druk 1998) 1980 Wij zijn wegwerpkinderen (Lemniscaat / 16e druk 1998) 1981 Zwerftocht met Korilu (heruitgave van 'Met Korilu de Griemel rond') 1982 De gouden dolk (Lemniscaat / 12e druk 1998) 1983 Hasse Simonsdochter (Lemniscaat / 17e druk 1999) 1984 Wonderkinderen (Lemniscaat / 14e druk 1996) 1985 Kinderen van Moeder Aarde (Lemniscaat / 16e druk 1999) 1987 Het helse paradijs (Lemniscaat / 12e druk 1998) 1988 Een bos vol spoken (Lemniscaat / 7e druk 1996) 1988 De val van de Vredeborch (Lemniscaat / 11e druk 1997) 1989 Het gulden vlies van Thule (Lemniscaat / 10e druk 1998) 1990 Het geheim van Rotterdam (Lemniscaat / 12e druk 1999) 1991 Het wonder van Frieswijck (Stichting CPNB) 1992 De Stomme van Kampen (Lemniscaat / 6e druk 1999) 1993 De verloren schat (Lemniscaat / 7e druk 1997) 1994 De doge-ring van Venetië (Lemniscaat / 5e druk 1995) 1996 Saartje Tadema (Lemniscaat / 3e druk 1996) 1998 Vrijgevochten (Lemniscaat) 2003 Gekaapt! (Lemniscaat)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Triomf van de verschroeide aarde door Thea Beckman"