Hoe overleef ik met/zonder jou? door Francine Oomen

Titel van het boek: Hoe overleef ik met/zonder jou? Naam van de auteur: Francine Oomen
Uitgever: Van Holkema en Warendorf
Jaar van uitgave: 2004
Aantal bladzijden: 157 (B) Vooraf 1. Waarom heb je dit boek gekozen? Ik heb al eerder boeken uit deze serie gelezen en dit is een hele leuke serie. Toen dit boek uit kwam heb ik het van boekenbonnen die ik voor mijn verjaardag heb gekregen gekocht. 2. Hoe ziet de omslag eruit? Roze met de titel, schrijfster en tekenaar erop. Op de voor grond zie je Rooz en Neuz tegen elkaar aan staan en op de achter grond staat een grafatie tekening met No Fear. 3. Welke verwachting had je van het boek, voordat je het begon te lezen? Dat het net zo tof zou zijn als de vorige boeken uit de serie. 4. Geef je persoonlijke reactie. Een super leuk boek om in een klap uit de lezen. En zeker om nog een heleboel keer te lezen. (C) Genre Tot welke genre behoord dit boek? Je kunt meerdere antwoorden aankruizen. Motiveer je antwoord. liefdesverhaal  Rooz en Neuz zijn verliefd op elkaar

historisch verhaal
maatschappelijk geëngageerd
detectiveverhaal
science fiction verhaal
dagboek verhaal
oorlogsverhaal
eigentijdsverhaal  het speelt af in deze tijd, want rooz sms’t, msn’t en e-mailt met haar vriend(inn)en. dierenverhaal
reisverhaal
avonturenverhaal
anders, nl. (D) Korte inhoud van het verhaal 1. Geef een titelverklaring Rooz kan niet met Neuz overleven omdat zijn moeder tegen Rooz heeft gezegd dat Neuz’ school onder hun verkering lijd en zijn sociale leven. Rooz gaat naar Amsterdam verhuizen en dan kan ze eigenlijk niet zonder Neuz overleven maar ze moet natuurlijk mee verhuizen. 2. Schrijf in één zin op waar het over gaat Een meisje die gaat verhuizen kan eigenlijk niet kan overleven zonder haar vriendje. 3. Maak een samenvatting van ongeveer 200 woorden. Nadat Alexander is overleden door een auto-ongeluk is Rosa's moeder zwaar depressief: ze is alocoholiste, ligt de hele dag op bed voor zich uit te staren en Rooz moet alles in het huishouden doen. De enige reden van hoe ze dit vol kan houden is Neuz, die nog steeds der vriendje is. Neuz is lief, behulpzaam, mooi en het beste wat Roos ooit is overkomen. Als Rooz op een dag haar moeder op grond ziet liggen (met haar ogen dicht), denkt ze dat haar moeder zelfmoord gepleegd heeft. Zonder dat ze er ergin heeft belt ze Neuz op, de moeder van Neuz neemt op in plaats van Neuz zelf en die komt er meteen aan. Uiteindelijk blijkt dat ze er niks aan de hand was, maar dat ze teveel slaappillen had genomen. Doordat de moeder van Neuz met Rooz’ haar moeder ging praten komt de moeder van Neuz erachter dat er bij hun thuis veel problemen zijn. Rosa en Appie blijven een week bij Neuz logeren en op de laatste dag verteld de moeder van Vincent dat Rooz slechte invloed voor Neuz is in zijn schoolwerk en vrienden.. En ze moeder vergelijkt haar met een "uit het nest gevallen vogeltje".. waar Neuz dus alleen maar medelijden mee zou hebben en meer niet. Rooz maakt het uit met Neuz doordat zijn moeder dat gezegd heeft. Rooz verhuist naar Amsterdam omdat haar moeder daar een baan heeft gevonden. Ze heeft het daar niet leuk, maar krijgt er later toch een vriendin bij: Joya. Zij kan aura’s zien en ziet dat Rooz niet zo lekker in haar vel zit terwijl Rooz gezegd heeft dat ze dat wel zit. Rooz legt haar alles uit en sluit hele goede vriendschap met Joya. Het gaat dan ook weer beter met haar moeder. Maar de “super” buurman van Roos die haar eerst wel eens hielp met huiswerk en haar te troosten als ze ruzie met haar moeder heeft, is toch niet zo super, als hij eerst Rosa wil verkrachten en een dag later haar moeder. Ezzie stuurt op een gegeven moment een mailtje naar Rooz, waarin ze Rooz verteld dat ze een e-mailtje heeft gestuurd naar Neuz met haar nieuwe adres. Als Rooz buiten komt staat er op de muur heel groot No Fear. Wat Neuz zijn “zinnetje” was. Op de letters is een briefje geplakt als Rooz kijkt wat het is, is het een treinkaartje naar Groningen waar ze eerst woonde… (E) Personages 1. Geef een persoonsbeschrijving van de hoofdpersoon. Bespreek de volgende punten: Hoe ziet hij/zij eruit? Hoe denkt hij/zij? Wat doet hij/ zij? Wat vinden anderen van hem? Rosa (haar vriendinnnen noemen haar Rooz) ze is een meisje van ongeveer 15. Ze moet veel voor haar broertje zorgen omdat haar moeder depresief is. Dat vind Rosa niet leuk en zit zelf daardoor ook niet zo lekker in haar vel. Ze heeft blonde haren en is een klein beetje mollig. Ze gaat gewoon elke dag naar school en thuis msn’t en e-mailt ze veel. Ik denk dat de andere mensen haar wel aardig vinden. 2. Welke belangrijke beslissing(en) neemt de hoofdpersoon? Kijk daarbij naar hun mening over goed en kwaad. Vaak kom je er dan achter waarom ze iets doen. Vergelijk jouw mening met die van de personage. Dat ze nadat Neuz’ moeder zegt dat Rooz zegt dat Rooz Neuz zijn schoolwerk en vrienden beïnvloed. Besluit ze maar om het uit te maken terwijl ze dat eigenlijk liever niet wil. 3. Wie zijn de belangrijkste bijfiguren en welke rol spelen zij in het boek? Neuz, dat is Rooz´vriendje waar ze dus mee heeft. Ezzie is Rooz´ beste vriendin maar daar kan ze niet veel mee afspreken omdat ze zo ver van elkaar af wonen. Ze hebben wel veel contact over de e-mail en een keer zoekt Ezie Rooz op in Amsterdam. Jonaz is ook een vriend van Rooz, daar e-mailt ze ook mee omdat hij te ver weg woont. Rooz woont woont bij haar moeder en speelt dus moeder en bij haar broertje: Appie, die is 3 jaar. En die wil graag alles “zelluf doen” terwijl hij het nog niet zo goed kan.
(F) Ruimte 1. In welke plaats speelt het verhaal zich af? Aan het begin in Groningen waar Rooz woont en daarna verhuist ze naar Amsterdam en dan speelt het zich verder daar af. 2. In welk milieu (bij wat voor soort mensen) speelt het verhaal zich af? Rooz woont bij haar moeder en broertje in huis. Haar moeder drinkt aan het begin teveel alcohol maar later houd ze dat beter in de gaten. Haar broertje is 3 jaar en daar moet zij vaak voor zorgen omdat haar moeder niet uit bed komt. 3. Had het boek ook op een andere plaats of in een ander milieu kunnen spelen? Motiveer je antwoord. Nee, want dan kon ze niet over de dingen e-mailen en msn’n waar zij over e-mailt en msn’t.. En sms’n kon eerst ook nog niet. (G) Tijdv 1. Er zijn twee mogelijkheden waarop een verhaal wordt verteld: A; de gebeurtenissen worden verteld in de volgorde waarin ze plaatsvinden (chronologisch). B; in een verhaal gaan we terug in de tijd (niet-chronologisch). Welke mogelijkheid past bij jou verhaal? Bij mijn verhaal past A. 2. In welke tijd speelt het verhaal en waaraan merk je dat? Nu, omdat ze msn’t sms’t en e-mailt, dat kon vroeger nog niet. 3. Hoeveel tijd verloop er tussen het beging en het einde van het boek? Vanaf 14 oktober tot 3 december, ander halve maand ongeveer. 4. Komen er vooruitwijzingen (als de schrijver al iets zegt over wat er later gaat gebeuren of over de afloop van het verhaal) en/of flashbacks (een stukje verleden dat beschreven wordt) voor in het verhaal? Nee, dat gebeurd in mijn boek niet. (H) Werkelijkheid en fantasie Kan dit verhaal ook in de werkelijkheid voorkomen? Leg uit waarom dit wel of niet kan. Ja, want de dingen die in het boek gebeuren zijn niet dingen die in het
echt nooit gebeuren. (I) Verteller 1. Met welke verteller heb je in dit boek te maken? (ik-verteller, hij/zij- verteller of alwetende verteller) Een alwetende verteller. 2. Door wiens ogen volg je het verhaal? Door je eigen ogen. (J) Waardering 1. Geef het boek een cijfer. Leg uit waarom je dit cijfer geeft. Een 10+ omdat het gewoon een super gaaf boek is, het is gewoon heel leuk om te lezen wat Rooz mee maakt. En het is ook grappig dat je de e-mails en msn gesprekken kan lezen. 2. Vind je de inhoud van het boek interessant? Leg uit. Nou, het is niet echt interessant dat je er iets van leert, maar het is wel interessant hoe het afloopt en wat er allemaal gebeurd. 3. Vind je het verhaal moeilijk of makkelijk? Leg uit. Ik vind het een makkelijk verhaal want ik snap gewoon alles. 4. Is het verhaal spannend? Leg uit hoe dat komt. Ja, want je weet niet wat er gaat gebeuren, zoals je niet weet of het weer beter gaat met Rooz’ moeder nadat ze verhuizen. 5. Welke persoon vind jij het leukst? Leg uit. Rooz omdat ik die zelf ook wel zou kunnen zijn, als ik naar de leeftijd kijk. En Rooz is ook de hoofdpersoon en daarvan weet je ook het meest. 6. Zou je anderen dit boek aanraden? Waarom wel/niet? Ja, zeker het is een heel leuk boek. Ik denk alleen dat jongens het minder leuk vinden dan meisjes. 7. Ga je nog een boek van deze schrijver lezen? Waarom wel/niet? Zo ja, welk boek? Dat heb ik al gedaan. En ik wil alle boeken gaan lezen die nog in de Hoe overleef ik… serie komen en de boeken van Lena lijstje. (K) Verwachting 1. Voldeed het boek aan de verwachting die je had voordat je het ging lezen? Ja, ik verwachte dat het net zo leuk zou zijn als de andere Hoe overleef ik… boeken en dat was ook zo. 2. Kwamen er in dit boek zaken voor waarover je nog niet eerder gelezen had? Zo ja, welke? Ja, een vriendin van Rooz Joya, kan aura’s zien en soms gedachte lezen daarover heb ik nog nooit gelezen. 3. Was de vorm waarin het boek geschreven is nieuw voor je? Zo ja, hoe dan? Nee, want ik had al 6 boeken zo gelezen, uit dezelfde serie.
(L) Auteur 1. Vertel in het kort iets over het leven en werk van de schrijver/schrijfster: wie is hij/zij en wanneer is hij/zij geboren (eventueel ook sterfjaar)? Wat heeft hij/zij allemaal gedaan? Wat voor soort boeken schrijft hij/zij meestal? Waarover gaan ze vaak? Wat wil de schrijver met zijn/haar boek bereiken? Francine Oomen is op 27 maart 1960 in Laren geboren (Noord-Holland). Van kleins af aan was ze altijd al aan het tekenen, lezen en schrijven. Na de middelbare school twijfelde ze tussen een studie psychologie en iets creatiefs. Het werd de Design Academy in Eindhoven. Boeken maken, op welke manier dan ook, was Francines droom. Ze begon met het ontwerpen van ‘novelty-boeken. Dat zijn boeken met iets nieuws, zoals knisperboekjes, de rammelaarboekjes en nog veel meer. Daarna ging ze schrijven en ook zelf illustreren. De Saartje en Tommie-serie samen met Dagmar Stam, was haar eerste internationale succes. Daarna volgden vele (prenten)boeken, die ook in andere landen verschenen. Toen haar eigen kinderen groter werden, ging Francine ook voor oudere kinderen schrijven. Haar grote doorbraak kwam met de Hoe overleef ik…-serie. In totaal heeft Francine ruim honderd boeken gemaakt. Haar droom is dus wel uitgekomen! Zeker toen ze in het jaar 2003 het kinderboekenweek geschenk mocht schrijven: Het Zwanenmeer (maar dan anders). En ze is nog lang niet uitgeschreven! 2. Welke boeken heeft hij/zij nog meer geschreven? Als hij/zij veel boeken geschreven heeft, schrijf er dan vijf op. Heeft hij/zij ook prijzen gewonnen? Vertel dan welke prijs dat is en voor welk boek. Hoe overleef ik mezelf? (Bekroond door de kinderjury 2003 en de jonge jury 2004) Hoe overleef ik een gebroken hart? (Bekroond door de kinderjury 2004) Lena Lijstje (kinderboekwinkelprijs 2002) Ezzie’s dagboek Ze heeft nu in totaal 7 Hoe overleef ik… boeken geschreven, 3 Lena Lijstje boeken en 6 computer heks boeken waarvan 2 een omnibus zijn. 3. Heb je al meer boeken van deze schrijver gelezen? Zo ja, zijn die boeken met elkaar te vergelijken en wat vind je van de andere boeken? Ik heb alle Hoe overleef ik… boeken gelezen en Het Zwanenmeer (maar maar dan anders) en Ezzie’s dagboek heb ik in de tina gelezen voordat het boek uit kwam. (M) Recensie Zoek een recensie van het boek en plak deze erbij. Vertel in het kort of je het wel of niet eens bent met de recensent en beargumenteer je mening. Dit schreef Selin op www.mijnstempel.nl : Ik vond het verhaal makkelijk te lezen. Ik vond het boek mooi, spannend, zielig, herkenbaar, kei-goed en ik zou het boek aanraden aan mijn klasgenoten, omdat
Het een kei-goed boek is. Francine Oomen weet wat ze wil en waar ze over schrijft. En ze werkt het boek heel mooi uit. Natuurlijk beeindigt ze het boek weer ZO dat je NIET KAN WACHTEN op het nieuwe deel!!!