(C) Genre
Tot welk genre behoort dit boek? Oorlogsverhaal. (D) Korte inhoud van het verhaal
1.Geef de titelverklaring. Het verhaal speelt zich af in de Boesbosch en de hoodpersoon wordt de Vos genoemd. 2. Schrijf in een paar woorden/één zin op waar het verhaal over gaat. (= thema) Over een groep die aan verzetswerk doet, in de oorlog, zij helpen mensen in nood. 3. Maak een samenvatting van ongeveer 200 woorden. Dirk besluit om naar zijn ouders in de Biesbosch te komen, dan besluit hij te gaan wandelen, hij ziet hij een paar W.A. mannen, zij achtervolgen een jongen en hij besluit de jongen te helpen. Het blijkt een oude bekende te zijn, het is Chiel van Kerkum, hij kent hem van vroeger en nu kon hij niet naar huis omdat de Duitsers er achter zijn gekomen hoe hij heet en waar hij woont, Dirk en Chiel gaan een woonplek zoeken, ze vinden een oude onbewoonde woonboot, verscholen in het riet. Later in de trein ontmoet hij Jan de Zoete, hij is ook op de vlucht voor Duiters. Op een avond zien ze bij de woonboot een verdwaalde Duitser, ze nemen hem mee en brengen hem naar een andere verzetsgroep, die nog meer Duitsers heeft. Op een dag horen ze dat Judith Koperman, een Joodse, onderdak zoekt, ook zij komt in de woonboot, haar ouders en broertjezijn veilig in Dordrecht. Piet probeerde op een keer Judith te zoenen, zij wou niet en Dirk werd boos en sloeg Piet, het draaide uit op een gevecht. Piet is kwaad weg gelopen maar dit was geen goed plan want hij liep regelrecht in de armen van de Zwarte Meester, toen Dirk dit hoorde zette hij direct een reddingsactie in, en die slaagde! Dirk wilde de ouders van Judith uit Dordrecht halen, toen ze met de hele familie koperman in het ziekenhuis waren bleek het omsingeld te zijn door Duitsers, inclusief de Zwarte Meester. Maar Dirk verzon een plan, ze werden veilig naar een boerderij in de nabije omgeving gebracht. Dirk ging naar huis en zag daaraangekomen dat er Duitsers waren die zijn ouders gevangen hadden genomen, de Vos redde zijn ouders nog voordat de Zwarte Meester ze in de wagen kon stoppen, Dirk slaat de Zwarte Meester en nu moesten zijn ouders ook naar de woonboot, maar ze waren wel veilig.
(E) Personages
1. Beschrijf de hoofdpersoon. Bespreek de volgende punten: Hoe ziet hij/zij eruit? Hoe denkt hij/zij? Wat doet hij? Wat vinden anderen van hem? Dirk Kromvoort is een jongen van 18 jaar, hij heeft bruin/blond haar, hij is eigenwijs, hij zit bij het verzet en helpt mensen. 2. Welke belangrijke beslissing(en) neemt de hoofdpersoon? Kijk daarbij naar hun mening over goed en kwaad. Vaak kom je er dan achter waarom ze iets doen. Vergelijk jouw mening met die van de personage. Hij besluit verzetswerk te gaan doen, hij doet dit omdat hij een beetje actie in zijn leven wil maar hij doet het ook om mensen te helpen, zijn vrienden zitten ook bij het verzet. 3. Wie zijn de belangrijkste bijfiguren en welke rol spelen zij in het boek? Piet van Dijk, hij is een vriend van dirk en zat bij hem op de universiteit, hij komt later in de zelfde verzetsgroep, Piet is erg opvliegend. Chiel van kerkum heeft bij dirk in de klas gezeten en ook hij komt erbij. Jan de Zoete is een jongen uit Rotterdam. Judith Koperman is een Joodse, zij moet worden onder gebracht, ze schuilt bij de verzetsgroep. Richard Bloks is landverader, hij wordt ook wel de zwarte meester genoemd omdat hij zo harteloos is, Klaas Kromvoot is de vader van Dirk, hij is dapper en zat vroeger bij het Biesbosch verzet. (F) Ruimte 1. In welke plaats speelt het verhaal zich af? In de Biesbosch, en omliggende dorpen. 2. Had het boek ook op een andere plaats kunnen spelen? Motiveer je antwoord. Ja, als het dezelfde omgeving had, net als de Biesbosch, met de greppeltjes en slootjes en dergelijke. (G) Tijd 1. Welke mogelijkheid past het best bij jouw verhaal? Chronoligisch of niet? Het verhaal is gronologisch. 2.
In welke tijd speelt het verhaal en waaraan merk je dat?
In oorlogs tijd, er zijn bezetters en razzia’s, er gebeuren dingen die ook in oorlogstijd gebeuren.
Tot welk genre behoort dit boek? Oorlogsverhaal. (D) Korte inhoud van het verhaal
1.Geef de titelverklaring. Het verhaal speelt zich af in de Boesbosch en de hoodpersoon wordt de Vos genoemd. 2. Schrijf in een paar woorden/één zin op waar het verhaal over gaat. (= thema) Over een groep die aan verzetswerk doet, in de oorlog, zij helpen mensen in nood. 3. Maak een samenvatting van ongeveer 200 woorden. Dirk besluit om naar zijn ouders in de Biesbosch te komen, dan besluit hij te gaan wandelen, hij ziet hij een paar W.A. mannen, zij achtervolgen een jongen en hij besluit de jongen te helpen. Het blijkt een oude bekende te zijn, het is Chiel van Kerkum, hij kent hem van vroeger en nu kon hij niet naar huis omdat de Duitsers er achter zijn gekomen hoe hij heet en waar hij woont, Dirk en Chiel gaan een woonplek zoeken, ze vinden een oude onbewoonde woonboot, verscholen in het riet. Later in de trein ontmoet hij Jan de Zoete, hij is ook op de vlucht voor Duiters. Op een avond zien ze bij de woonboot een verdwaalde Duitser, ze nemen hem mee en brengen hem naar een andere verzetsgroep, die nog meer Duitsers heeft. Op een dag horen ze dat Judith Koperman, een Joodse, onderdak zoekt, ook zij komt in de woonboot, haar ouders en broertjezijn veilig in Dordrecht. Piet probeerde op een keer Judith te zoenen, zij wou niet en Dirk werd boos en sloeg Piet, het draaide uit op een gevecht. Piet is kwaad weg gelopen maar dit was geen goed plan want hij liep regelrecht in de armen van de Zwarte Meester, toen Dirk dit hoorde zette hij direct een reddingsactie in, en die slaagde! Dirk wilde de ouders van Judith uit Dordrecht halen, toen ze met de hele familie koperman in het ziekenhuis waren bleek het omsingeld te zijn door Duitsers, inclusief de Zwarte Meester. Maar Dirk verzon een plan, ze werden veilig naar een boerderij in de nabije omgeving gebracht. Dirk ging naar huis en zag daaraangekomen dat er Duitsers waren die zijn ouders gevangen hadden genomen, de Vos redde zijn ouders nog voordat de Zwarte Meester ze in de wagen kon stoppen, Dirk slaat de Zwarte Meester en nu moesten zijn ouders ook naar de woonboot, maar ze waren wel veilig.
1. Beschrijf de hoofdpersoon. Bespreek de volgende punten: Hoe ziet hij/zij eruit? Hoe denkt hij/zij? Wat doet hij? Wat vinden anderen van hem? Dirk Kromvoort is een jongen van 18 jaar, hij heeft bruin/blond haar, hij is eigenwijs, hij zit bij het verzet en helpt mensen. 2. Welke belangrijke beslissing(en) neemt de hoofdpersoon? Kijk daarbij naar hun mening over goed en kwaad. Vaak kom je er dan achter waarom ze iets doen. Vergelijk jouw mening met die van de personage. Hij besluit verzetswerk te gaan doen, hij doet dit omdat hij een beetje actie in zijn leven wil maar hij doet het ook om mensen te helpen, zijn vrienden zitten ook bij het verzet. 3. Wie zijn de belangrijkste bijfiguren en welke rol spelen zij in het boek? Piet van Dijk, hij is een vriend van dirk en zat bij hem op de universiteit, hij komt later in de zelfde verzetsgroep, Piet is erg opvliegend. Chiel van kerkum heeft bij dirk in de klas gezeten en ook hij komt erbij. Jan de Zoete is een jongen uit Rotterdam. Judith Koperman is een Joodse, zij moet worden onder gebracht, ze schuilt bij de verzetsgroep. Richard Bloks is landverader, hij wordt ook wel de zwarte meester genoemd omdat hij zo harteloos is, Klaas Kromvoot is de vader van Dirk, hij is dapper en zat vroeger bij het Biesbosch verzet. (F) Ruimte 1. In welke plaats speelt het verhaal zich af? In de Biesbosch, en omliggende dorpen. 2. Had het boek ook op een andere plaats kunnen spelen? Motiveer je antwoord. Ja, als het dezelfde omgeving had, net als de Biesbosch, met de greppeltjes en slootjes en dergelijke. (G) Tijd 1. Welke mogelijkheid past het best bij jouw verhaal? Chronoligisch of niet? Het verhaal is gronologisch. 2.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden