De aansprekers door Maarten 't Hart

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover De aansprekers
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 1795 woorden
  • 12 augustus 2004
  • 17 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
17 keer beoordeeld

Boekcover De aansprekers
Shadow

In het voorjaar van 1973 kreeg Maarten 't Hart van de huisarts van zijn ouders te horen dat zijn vader nog maar ten hoogste een half jaar te leven had. De huisarts achtte het, in overleg met Maarten 't Hart, beter dat zijn vader, zolang hij nog gezond was, niet ingelicht zou worden. Dat betekende dat Maarten 't Hart alleen en in het geheim moest verwerken dat zijn vad…

In het voorjaar van 1973 kreeg Maarten 't Hart van de huisarts van zijn ouders te horen dat zijn vader nog maar ten hoogste een half jaar te leven had. De huisarts achtte het, in o…

In het voorjaar van 1973 kreeg Maarten 't Hart van de huisarts van zijn ouders te horen dat zijn vader nog maar ten hoogste een half jaar te leven had. De huisarts achtte het, in overleg met Maarten 't Hart, beter dat zijn vader, zolang hij nog gezond was, niet ingelicht zou worden. Dat betekende dat Maarten 't Hart alleen en in het geheim moest verwerken dat zijn vader spoedig zou sterven. In dit boek beschrijft hij dit proces en geeft hij tegelijkertijd een beeld van zijn vader en zijn beroep: grafmaker. Zodoende wordt voor het eerst in de Nederlandse literatuur deze bedrijfstak beschreven, vaak gezien door de ogen van een kind. De aansprekers is een boek geworden over de dood in tweeërlei opzicht. De dood en alles wat ermee te maken heeft als beroep en de dood als verschrikking, als iets waar je niet tegen opgewassen bent om het te verwerken, zelfs niet als de dood je van huis uit vertrouwd is, of misschien juist daarom niet. Hoewel hier in feite sprake is van een autobiografisch werk heeft het boek toch een romanstructuur. De aansprekers is een roman van een vader en een zoon. Het is ook een boek waarin Maarten 't Hart een aantal uit zijn eerdere romans en verhalen bekende thema's ondergeschikt maakt aan het dominerende vader-zoonmotief. Het is een dramatisch, ontroerend boek geworden, een realistische inventarisering van een jeugd en tegelijkertijd het verslag van de mythe daarin.

De aansprekers door Maarten 't Hart
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Motto: Soms kun je eenzaam wandelen op straat
en naar de lucht zien en de stille daken, het lijkt of je de wolken aan kunt raken
en even is het of je echt bestaat
en of er nooit een ogenblik zal komen
waarop je stiller zijn zult dan in slaap. Maar vogels strijken op de daken neer
en om de hoek verschijnt een oude man. Het boek gaat over Maarten ’t Hart, de schrijver, zelf. Het speelt zich af op verschillende plaatsen. In Leiden, waar Maarten en zijn vrouw Hanneke wonen. In Maassluis, waar de ouders van Maarten wonen, en wat tevens zijn geboorteplaats is. En in Zwitserland, waar hij en Hanneke even op vakantie zijn. Het vindt plaats in het jaar 1973, met tussendoor flashbacks van de tijden waarin Maarten nog jong was. De vader van Maarten, Pau, had al 30 jaar last van zijn maag. In het voorjaar van 1973 werd hij er eindelijk aan geopereerd. De operatie duurde kort, en Pau voelde zich weer springlevend. Maarten daarentegen, had er geen vertrouwen in. Hij maakte een afspraak met de huisarts van Pau, en kwam erachter dat zijn vader kanker had aan zijn alvleesklier. Hij zou nog maar een half jaar te leven hebben, maar de huisarts vond dat het misschien wel beter was als Pau het niet zou weten. Zodat hij de laatste periode van zijn leven nog zou kunnen genieten, en niet alleen maar op de dood zou moeten wachten. Maarten was het daar mee eens, maar dat hield dus in dat hij al die tijd met het geheim rond zou moeten lopen. Maarten had het zwaar. Zijn vader voelde zich beter als ooit tevoren, en Maarten wist dat het niet lang meer zou duren of hij lag zelf onder de grond (Pau was grafwerker). Pau had zelf ook wel het idee dat er iets mis was omdat hij zich zo goed voelde. Toch vertelde Maarten het niet. In de laatste dagen van het voorjaar gaat Maarten bij zijn vader op bezoek op het kerkhof. Uiteindelijk eindigden ze in het baarhuisje waar ze ruzie maakten om het geloof. Pau beweerde dat Maarten geen karakter heeft. Maarten leed zo onder het feit dat zijn vader doodging, en dat hij wist dat het snel zou gebeuren maar dat hij het aan niemand kon vertellen, dat het hem allemaal teveel werd, en dus besloten hij en Hanneke dat ze wel even aan vakantie toe waren. Ze gingen naar Binn, in Zwitserland. Hanneke wist trouwens ook niet van het geheim. Daar in Zwitserland gingen Maarten en Hanneke een stuk wandelen, ze kwamen uit bij een punt waar ze voetsporen zagen die ineens ophielden. Ze gingen nergens anders heen, ze stopten gewoon. Ze vroegen zich af wat er gebeurd zou zijn. Dit leek op het incident op de kade aan het begin van het boek waar Maarten ook voetsporen in de sneeuw aantrof die ineens ophielden. Een paar dagen later haalden reddingswerkers een lichaam uit het water. Hij had zelfmoord gepleegd vanaf het punt waar Maarten en Hanneke de voetsporen hadden gezien. Ook hier werd hij dus geconfronteerd met de dood. Op drie oktober is er in Leiden een feestdag. Maarten houdt daar absoluut niet van en besloot die dag zijn vader te helpen op het kerkhof. Het plan was eigenlijk ook om zijn vader de waarheid te vertellen, maar ze worden verstoord en Maarten besluit om het toch maar niet te doen. In een flashback naar 1953 beschrijft Maarten hoe hij toen hij een jaar of 9 was, hoe hij naar de tuin van zijn vader loopt. Het is een heel eind lopen, maar hij vindt dat hij oud en wijs genoeg is om dat hele stuk in zijn eentje te lopen. Hij wist de weg toch wel. Maar terwijl hij liep dacht hij aan het verhaal van Henoch, waar beschreven werd hoe Henoch werd meegenomen door God. Maarten werd bang omdat hij dacht dat God hem ook zou meenemen omdat hij meer van God zou houden dan van zijn vader. Uiteindelijk besluit hij dat hij meer van zijn vader houdt, en dat God hem dan toch niet meer zou willen. Uiteindelijk krijgt Maarten een telefoontje van zijn zwager, die vertelt dat Pau in het ziekenhuis is opgenomen. Hij heeft een hartaanval gehad. Maarten gaat meteen naar het ziekenhuis, en hij besluit te overnachten. Hij heeft die avond het geheim aan zijn moeder verteld. Die nacht overlijdt hij waar Maarten bij is. Thema Het thema van dit boek is overduidelijk de dood. Alles wat Maarten zegt, denkt en doet heeft uiteindelijk wel te maken met de dood.
Titelverklaring Een aanspreker was vroeger iemand die aan een familielid moest gaan vertellen dat er iemand gestorven was. In dit boek is Maarten de belangrijkste aanspreker. Ook komen er minder belangrijke aansprekers in het verhaal voor zoals de agenten in het begin van het verhaal, zij veroorzaken een sfeer van vaag, maar naderend onheil. Dan komt het bericht dat Pau in het ziekenhuis ligt. Ook komt de titel letterlijk terug in het boek, wanneer een man Pau aanspreekt met de vraag waar hij komt te liggen als hij zelfmoord gaat plegen. Analyse Dit boek is realistisch. Het is autobiografisch, dus het zou niet goed zijn als het niet realistisch was. Realistischer kan waarschijnlijk niet. Personages De hoofdpersoon is uiteraard Maarten ’t Hart. Hij is de round-character en ook de auteur van het boek. Hij is een bioloog en getrouwd met Hanneke van der Muyzenberg. Hij is verlegen, zachtmoedig, angstig, dromerig, onzeker en laf: ‘Ik begrijp er niets van,’ zei hij, ‘dat je zo geworden bent. Vroeger was je zo’n doerak, een echte zoon van mij, zo’n levenslustig kind, voor niemand bang, en nou ben je net zo’n schijterd als je moeder.’ (blz 82) Daarnaast speelt zijn vader Pau ook een hele grote rol. Hij is een grafmaker. Hij heeft kanker aan zijn alvleesklier, en heeft nog maar een paar maanden te leven. Hij weet dit alleen niet. Hij kan heel vrolijk en aardig zijn, maar kan ook boos, verdrietig en agressief zijn. ‘Ik was wel gewend aan die plotselinge wolkbreuken bij mijn vader maar hij snikte nu zo hartverscheurend dat ik me geroepen voelde hem te troosten.’ (blz 83) Maar je krijgt alles te weten van Maarten. Zijn gedachtes en zijn beweegredenen, dus je leeft je het meest in in Maarten. Pau roept eigenlijk alleen maar medelijden op. Het is een heel moeilijke man. En dan ook nog het verhaal dat hij Maarten mishandelde, en uiteindelijk dan ook nog het feit dat hij doodgaat, maar het zelf niet weet. Eén en al dilemma’s. Hanneke van Muyzenberg, Maarten´s vrouw, is in dit boek een flat character. Perspectief Het boek is geschreven vanuit de ik-perspectief. Ruimte en tijd Het verhaal speelt zich af in Maassluis, Leiden en Binn (Zwitserland). De ruimte is beeldvormend. Je vormt je een beeld van de ruimte, hoewel Maarten wel sommige ruimtes heeft beschreven, soms ook in detail, hebben ze weinig indruk op me gemaakt. Het zijn juist de gedachtes die dat deden. Ook de dialogen vond ik erg sterk. De vertelde tijd is ongeveer een jaar. Het boek begint met een flash-forward, wat zich afspeelt in 1974, wanneer Pau al een jaar dood is. De rest speelt zich af in 1973, met flashbacks naar toen hij jong was, waar hij meestal geconfronteerd werd met de dood en zijn vader. De verteltijd is 202 bladzijdes. Het boek is chronologisch verteld als je beseft dat het begin een flash-forward is, en de rest van het boek vol staat met flashbacks. Beoordeling Het boek was makkelijk en snel door te komen. 202 Bladzijdes is niet echt super dik, maar dun is anders. En toch had ik het boek heel snel uit. Het boek leest gewoon erg lekker door. Het is best een aangrijpend boek, doordat ik me echt inleefde in Maarten. Ook omdat je weet dat het gebaseerd is op de werkelijkheid, dat het allemaal echt is gebeurd, is het allemaal nog levensechter, en kan je je nog beter inleven. Normaal gesproken vind ik flashbacks erg vervelend, hier was daar alleen geen sprake van. Zijn flashbacks waren interessant, en belangrijk voor de rest van het boek. Niet echt voorspelbaar, maar je wist wel al vanaf het begin dat Pau dood zou gaan. Maar het boek zit goed in elkaar, en is gewoon goed geschreven. Geen moeilijk vakjargon.
De schrijver Maarten ‘t Hart werd op 25 november 1944 geboren als oudste zoon in een gereformeerd gezin in Maassluis. Zijn vader werkte eerst in de tuinderij en werd later grafmaker voor de gemeente en beheerder van de plaatselijk kerkhof. Maarten had een zusje en een broertje. Na de lagere school op aandringen van ’t hoofd van de school is hij naar de HBS van het Groen van Prinstererlyceum in Vlaardingen gegaan. Mede om aan militaire dienst te ontkomen ging Maarten in 1962 biologie studeren in Leiden. In 1968 studeerde hij af en was hij inmiddels getrouwd met Hanneke van der Muyzenberg. Maarten was gespecialiseerd in de ethologie: dat is het bestuderen van het gedrag van dieren. In 1970 werd hij medeschappelijk medewerker op het zoologische laboratorium van de universiteit van Leiden. Hij is toch in militaire dienst geweest en die bracht hij door op het TNO in Rijswijk. Tijdens zijn vrije uren in diensttijd heeft hij zijn eerste roman geschreven die hij vervolgens instuurde voor de Reina Prinsen Geerlingsprijs. Hij krijgt hiervoor een eervolle vermelding en 2 uitgevers zijn in hem geïnteresseerd geraakt en zo debuteert hij in 1971 met Stenen voor een ransuil. Onder pseudoniem Martin Hart. Deze roman en het vervolg daarop ‘Ik had een wapenbroeder’ werden zo slecht verkocht dat zijn vriend en collega-schrijver Maarten Biesheuvel hem aanspoorde om zich op het autobiografische genre te richten. In 1975 komt het vrome volk op de markt en een jaar later werd die roman bekroond met de Multatuliprijs. Maarten krijgt veel naamsbekendheid met artikelen in Vrij Nederland en het NRC. Vanaf 1977 gebruikt hij voor zijn werk zijn echte naam. In 1978 ‘Een vlucht regenwulpen’: doorbraak groot publiek: 100.000 exemplaren in 1 jaar
Vijf jaar hiervoor is zijn vader overleden en daar schrijft Maarten ’t Hart een roman over de Aansprekers. “ik wilde mijn vader terughebben zoals hij was, zoals hij praatte, zoals hij handelde.” 1987: op aandrang van collega’s gaf hij zijn baan aan universiteit op en werd fulltime huisman en schrijver. Op het boekenbal van 1991 ging ’t Hart als vrouw verkleedt: hij noemde zichzelf Maartje ’t Hart. 1993: ‘Het woeden der gehele wereld’. Deze roman werd een jaar later bekroond met de Gouden Strop. Dit is een jaarlijkse prijs voor de beste misdaadroman in Nederland. Hij heeft met dit boek ook de Zweedse Gouden Strop gekregen voor best vertaalde misdaadroman. In najaar 1993: debuut als tv-presentator: van een litteraire talkshow. 1997: boekenweekthema = mijn God. Daarvoor heeft hij een bundel geschreven: ‘Wie God vertaald heeft niets te vrezen.’

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aansprekers door Maarten 't Hart"