Eclips door J. Bernlef

Beoordeling 8
Foto van een scholier
Boekcover Eclips
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 3987 woorden
  • 29 juli 2004
  • 119 keer beoordeeld
Cijfer 8
119 keer beoordeeld

Boekcover Eclips
Shadow

Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur verloren heeft, kan hij niet voorkomen dat zijn auto te water raakt. Met een uiterste krachtsinspanning weet hij aan de kant te komen en merkt dan tot zijn ontsteltenis dat de helft van de wer…

Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur ve…

Op weg naar een oud-collega krijgt Kees Zomer een hersenbloeding. Plotseling heeft hij geen gevoel meer in het linkergedeelte van zijn lichaam. Omdat hij de macht over het stuur verloren heeft, kan hij niet voorkomen dat zijn auto te water raakt. Met een uiterste krachtsinspanning weet hij aan de kant te komen en merkt dan tot zijn ontsteltenis dat de helft van de wereld verdwenen is. Dat niet alleen: hij kan ineens niet meer op zijn eigen naam komen en er is ook iets in zijn spreken verschoven. In het contact met de omgeving is een storing opgetreden. Stukje bij beetje moet hij zich gaan herinneren wie, wat en waar hij is, moet hij de taal weer leren beheersen, en zich bewust worden van de simpelste dingen.

Eclips door J. Bernlef
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Complete titelbeschrijving Schrijver: J. Bernlef
Titel: Eclips
Eerste uitgave: 1993
Amsterdam
Em. Querido’s Uitgeverij B.V. 1993, tweede druk 2. Titelverklaring De titel van het boek is “Eclips”. In eerste instantie kon ik niet de link brengen waarom je een boek over “geheugenverlies” zo zou noemen. Maar al lezende werd het me wel duidelijk. De titel "Eclips", een verduistering van de zon of een ander hemellichaam, slaat op het tijdelijk verliezen, "verduisteren", van de linkerhelft van zijn lichaam, welke later weer "terugkomt", net als bij een "echte" eclips, het desbetreffende hemellichaam komt weer terug. 3. Motivering van je boekkeuze Omdat Eline en ik een week naar Den Bosch mochten om daar onze school en ‘Frankrijk’ mochten vertegenwoordigen in het E.J.P. kwam ik er eigenlijk vrij laat achter dat we ook nog een boekverslag voor Nederlands moesten maken. Vervolgens ben ik in de bibliotheek in made naar een mogelijk geschikt gaan zoeken, hierbij kwam eigenlijk Eclips wel naar voren, ik was erg benieuwd hoe iemand ermee om gaat wanneer hij aan geheugenverlies lijdt. Op de achterflap stond verder dat Kees Zomer in een “.. half onzichtbare wereld terechtkomt”. Dit nodigde mij ook uit om het boek te lezen, ik kon me verder ook niet zoveel voorstellen bij deze omschrijving, het klonk zo onwerkelijk. Verder had ik in het laaglandboek had ik al een fragment gelezen van dit boek wat me best aansprak en bovendien ook erg nieuwsgierig maakte.
4. Korte inhoud De hoofdpersoon in dit boek is Kees Zomer, een vader en echtgenoot. Op een dag is hij op weg naar de verjaardag van een collega die zeventig jaar wordt, als hij een ongeluk krijgt en in een sloot terechtkomt. Als hij het water probeert uit te komen, functioneert naar zijn gevoel alleen zijn rechterkant van zijn lichaam. Hij voelt heel zijn linkerkant niet, ook zijn linkerkant van zijn gezichtsveld kan hij niet gebruiken. Hij kan zich ook niks herinneren over hoe hij hier terecht is gekomen en waar hij nu is. Ook zijn naam weet hij zich niet te herinneren. Hij komt daarna al strompelend en kruipend terecht in een soort volkstuinencomplex waar hij in een klein huisje komt. Als hij daar een radio vindt en hem aanzet, begint zijn linkerkant te tintelen. Hij voelt weer wat. Als hij op zoek gaat naar eten, met de radio om zijn hals, ontmoet hij in een café Toos, een vrouw die ook geen huis heeft. Hij probeert haar de situatie een beetje uit te leggen, maar kan geen goede zinnen formuleren. Toch snapt Toos een beetje wat hij bedoelt. Hij kan zich plotseling zijn naam weer herinneren, maar het komt er niet juist uit: wat hij denkt kan hij niet uitdrukken in woorden. Maar als ze op een vuilnisstortplaats komen en een naaimachine vinden, laat Toos Kees in de steek. Hij vindt hier een Electrospel, die hij herkent maar hij weet niet waarvan. Zonder dat hij het weet, slaat dit Electrospel een beetje op hem. Als hij daar een tijdje zit, ontmoet hij daar Karel en Cor, 2 broers die samen onderdelen van auto’s stelen en die verkopen. Ze dumpen daar wat spullen en nemen Kees gevangen omdat ze denken dat hij naar de politie zou gaan om ze te verraden. Maar ze komen erachter dat hij niet helemaal goed is en ze worden ‘vrienden’. Ze wonen in een stacaravan op een autostortplaats. Naarmate de tijd vordert en als hij zijn radio maar aan heeft staan, lukt het hem om steeds meer dingen te doen. Maar nog steeds kan hij zijn gedachten niet in woorden uitdrukken. Als de broers op een avond er op uit gaan om onderdelen van auto’s te gaan stelen, gaat Kees mee; hij moet op wacht staan en kijken of er niemand aankomt die ze betrapt. Als dit klusje geklaard is en ze terug naar hun ‘huis’ rijden, wordt Kees uit de auto gesmeten en alleen gelaten. De volgende ochtend wordt hij wakker en functioneert heel zijn linkerkant weer, ook al beseft hij dit niet meteen. Hij zoekt hevig naar zijn radio, maar merkt dan dat hij de radio niet meer nodig heeft om zijn linkerhelft te laten functioneren. Kees bevindt zich op het land van IJe, een dove, oude boer die hem gevonden heeft. Als hij daar een tijdje bevindt, begint hij zich steeds meer dingen te herinneren, dingen uit zijn jeugd. Allemaal voorwerpen die ze vroeger thuis ook hadden, het dorp dat op zijn dorp lijkt, allerlei dingen die hem herinneren aan dingen die hij vroeger deed etc. Als ze zich ’s zondags gaan douchen in de douche op het kerkhof, zelf heeft IJe geen douche, ziet hij op een graf een naam staan die hem ergens aan herinnert en dan wil hij zo snel mogelijk weg van die plek, dat dorp. Voor hij het weet, is hij (denkt hij?) in het dorp waar hij opgegroeid is. Hij gaat een winkel binnen waarvan hij denkt dat deze de winkel van zijn vader is, maar de winkeleigenaar weet daar niets van. Daarna komt hij terecht in een boekwinkel, waar hij Richard Fielemieg ontmoet, die hem kent en Kees kent hem ook, maar waarvan kan hij zich niet goed voor de dag halen. Kees kan niet goed uit zijn woorden komen en meneer Fielemieg snapt het ook niet helemaal. Hij verlaat de winkel en de stad snel, gaat met de fiets, die hij had gevonden/gestolen.Hij ziet al gauw een bordje met Bergen erop staan en hij fiets daar naar toe. Hij denkt dat hij op een berg komt te staan als hij naar Bergen toe fietst. Hij kan dan al zijn problemen overzien en zijn leven weer op orde brengen. Maar hij ziet geen bergen en hij wordt paniekerig. Hij komt bij de duinen, op het strand terecht. Hij zwemt daar wat en als hij het strand verlaat, ziet hij in zijn verbeelding zijn vrouw Marion. Hij ziet haar hoe ze in hun huis iets staat te doen. Hij praat met haar, zonder ook een foutje in een zin te maken en zonder zijn mankement van zijn linker lichaamshelft. Als hij die verbeelding weg haalt, weet hij weer wie hij is en wat hij doet. Hij herinnert zich alles weer wat zich voor “ het incident” plaatsvond. Dat hij op weg was naar een verjaardag. Dat hij getrouwd is en vader van Wouter, zijn zoon. Hij beseft ook dat hij niet in de bergen is, maar in Bergen aan Zee, nog geen vijftig kilometer van zijn huis. Hier op het strand zijn jongeren een beetje rel aan het schoppen. Ze vernielen allerlei dingen etc. . Hij wordt hierom zo boos, dat hij zichzelf bijna niet meer beheerst: hij heeft zijn normen en waarden terug gekregen en dit is een goed teken van het “herstel”. Dan komt hij 2 politiemannen tegen, die hem al aan het zoeken waren omdat hij hier gesignaleerd was door een bekende ( Richard Fielemieg). Hij was als vermist opgegeven en was al 10 dagen van huis weg. Alles wat daarna gebeurde ging heel snel: op het politiebureau waar hij ondervraagt werd waar hij die tien dagen was geweest (wat hij overigens zelf niet wist), de ontmoeting met zijn vrouw, zijn thuiskomst. Hij probeert het zijn zoon uit te leggen wat er gebeurt is en dat doet hij door het voorbeeld van het Electrospel te noemen: zoals je bij het Electrospel een plaatje en een woord bij elkaar moet brengen, dat lukte hem niet. Je ziet een ding, je weet het woord ervoor, maar je kunt die twee niet bij elkaar brengen. Zijn ongeluk, waardoor hij in het water herinnert hij zich nu ook. Het lijkt op een gebeurtenis die in zijn jeugd heeft plaatsgevonden. Op een dag ging hij, zonder iemand in te lichten, heel ver weg schaatsen. Hij ging over plassen waar hij nog nooit eerder geweest was. Toen hij al een tijdje onderweg was, viel hij in een wak, waar hij moeilijk uit kwam. Hij was nat en had het ontzettend koud. Door zijn woede gooide hij zijn schaatsen in het wak, die langzaam naar de bodem zakten (net zoals de auto waar hij in zat). Het was een lange weg naar huis, terug naar zijn leven… 5. Eerste persoonlijke reactie Een erg apart boek, er wordt iets in beschreven waar je in eerste instantie niet over na zou denken. Je wordt ook wel geconfronteerd dat het eigenlijk heel snel ‘voorbij’ kan zijn. Wat ik van dit boek wederom heb geleerd, is dat je niet zomaar van alles als vanzelfsprekend aan moet nemen. En dat is iets dat je eigenlijk al lang weet, maar wat je jezelf toch niet altijd lijkt te beseffen. Het zet je dus erg aan het denken. Ondanks het feit dat Kees Zomer een toch al oudere man is (ouder als ikzelf dan, hij heeft ook nog een zoontje dus ik bedoel “ouder” niet in de zin van “opa”) kun je erg met hem meeleven en jezelf echt inleven in de dingen die hij meemaakt, het is allemaal heel uitgebreid beschreven, wat hij voelt, waar hij is. Het lijkt me ook echt vreselijk wanneer je wel weet hoe iets heet, eigenlijk hoe de hele wereld in elkaar steekt, maar dat je dat dan niet aan de buitenwereld bekend kunt maken. Dat was bij Kees Zomer ook zo, hij wist wat hij wilde, maar kon eigenlijk geen normale zin uit zijn mond krijgen. Het is dus erg realistisch. Ook was het ondanks het toch wel vrij zware onderwerp, luchtig geschreven zodat je echt lekker las. 6. Lezen van secundaire literatuur Zie hiervoor de toegevoegde bijlagen 7. Uitgebreide persoonlijke reactie Onderwerp Het boek heeft als onderwerp het verdwijnen van het geheugen door beschadiging van de hersenen van Kees Zomer, als gevolg van het auto-ongeluk, en het langzamerhand terugkrijgen van zijn geheugen. Het onderwerp sprak me heel erg aan, ik vond het op een bepaalde manier wel fascinerend hoe hij ermee om ging. Ik ging mezelf ook gelijk afvragen hoe ik er zelf mee om zou gaan, of hoe ik verwachtte dat ik zelf zou reageren als ik in Kees’ voeten stond. Door het boek ben ik ook wel over dat soort dingen na gaan denken, nu moet ik wel zeggen dat ik het toch af en toe ook best leuk vind om over dat soort dingen na te denken. Gelukkig heb ik in mijn persoonlijke omgeving meegemaakt dat iemand een auto-ongeluk heeft gehad, met dit soort gevolgen. Al hoeft het natuurlijk niet alleen te gebeuren middels een auto-ongeluk, je kunt ook ineens van je fiets vallen. Ik heb ook wel eens een film gezien over een man die in de oorlog getroffen word door een kogel, hij wordt bij anderen mensen opgenomen, dit is naast het tehuis waar hij zijn dochtertje voor de oorlog afzette. Hij weet helemaal niets meer, op het moment dat het dochtertje haar vader herkent, moet hij zelfs niets van haar hebben. Uiteindelijk komt het natuurlijk nog wel allemaal goed als hij op hét cruciale moment zich ineens weer alles herinnerd. (de titel van deze film is: “My Little Princess”) Gebeurtenissen Het begin van het verhaal is een heel goed voorbeeld van “in medias res”. Wanneer je begint te lezen beland je midden in een auto-ongeluk. Het is eigenlijk niet zo dat je uiteindelijk precies weet hoe het nou kwam dat Kees Zomer een sloot in reed. Verder wordt het wel heel erg goed beschreven, vooral de gedachten van Kees Zomer. Eigenlijk leef je mee met zijn gedachten, er worden vaak zinnen gebruikt als “ik denk..” of “het deed me denken aan..”. Hierdoor lees je Kees erg goed kennen, na een tijdje kun je eigenlijk ook al wel een beetje raden dat hij voor zijn werk iets met boeken doet. Wanneer hij af en toe dingen probeert te zeggen komt er alleen maar boekentaal uit, of heel deftige zinnen. Hierdoor wordt eigenlijk ook wel duidelijk dat het niet over een dom iemand gaat, maar een erg intelligente man. De dingen die gebeuren zijn uiteraard wel erg logisch. Kees Zomer maakt een bergopwaartse ontwikkeling door qua spraak en ruimtelijk inzicht.
Personages Kees Zomer vind ik een sympathieke held, omdat hij, ondanks zijn "verkregen handicap", zich toch weer zijn leven wil herinneren en weer naar zijn gezin wil terugkeren. Hij gaat niet bij de pakken neerzitten en probeert weer wat van zijn leven te maken; dit vind ik een goede karaktereigenschap van hem. Het kost hem soms veel moeite om zich uit te drukken, zodat andere mensen hem begrijpen, waardoor het elf dagen duurt voor hij weer bij zijn vrouw en zoon is. De karaktereigenschappen van Kees worden eigenlijk niet beschreven. Het boek is ook geschreven in de ikvertelsituatie, zodat je hem alleen leert kennen door zijn gedachten en zijn handelingen. Het is niet zo dat het echt ‘beschreven’ wordt, je ervaart het meer. Dit wordt wel op een zodanige manier gedaan, dat je jezelf helemaal kunt inleven in de persoon zelf en echt met hem mee gaat leven, voelen en denken. De personages zijn levensecht, want ze zouden allen in het echt kunnen leven. Ook de gebeurtenissen, die ze beleven, zouden in het echt gebeurd kunnen zijn, omdat er dagelijks wel een auto-ongeluk gebeurt. Het enige, wat me onlogisch lijkt, is het feit dat Kees elf dagen heeft gezworven, voordat hij iemand herkende of iemand anders hem herkende. IJe en Kees’ collega Fielemieg vind ik sympathiek, omdat die proberen Kees te helpen weer naar zijn gezin terug te keren. IJe niet bewust denk ik, maar zonder hem zou Kees er waarschijnlijk nog langer over gedaan hebben. Van Kees' vrouw en zoon Wouter kun je niet zeggen of ze sympathiek zijn, omdat ze pas aan het einde van het verhaal "op het toneel komen", waardoor je hen niet goed leert kennen. Cor, Karel en Toos vind ik onsympathieke figuren, omdat ze eigenlijk allemaal willen profiteren van de situatie waarin hij verkeert, in feite misbruiken ze hem gewoon. Opbouw Het verhaal is opgebouwd uit zeven hoofdstukken, die chronologisch en fragmentarisch verteld worden. De chronologische opbouw wordt afgewisseld door diverse flashbacks, waaruit blijkt dat de verhaalfiguur zich dingen herinnert. Het verhaal is niet moeilijk van opbouw, omdat je, ondanks de verscheidene flashbacks, het verhaal toch blijft snappen. De flashbacks helpen om het verhaal beter te snappen en te begrijpen waar Kees aan denkt. Ik vind het verhaal spannend, omdat je helemaal niet weet wat er met Kees zal gaan gebeuren en of hij zijn gezin ooit weer terug zal zien. Door afasie (afasie is het verschijnsel dat een taalgebruiksstoornis optreedt ten gevolge van een hersenbeschadiging) kan de hoofdpersoon nog wel goed denken. Maar doordat hij zich niet in taal kan uitdrukken, is contact met de buitenwereld voor de hoofdpersoon heel moeilijk, zodat bijna niemand hem begrijpt. In het verhaal zaten vrij veel flashbacks, maar dat is in dit verhaal prettig, omdat je zo wel te weten komt dat Kees zich dingen van vroeger herinnert. En nog belangrijker, wat hij zich dan precies herinnert en hoe hij hierover denkt. Over het algemeen zijn die wel allemaal positieve ervaringen, veelal uit zijn eigen jeugd. Wat ik niet had verwacht, maar wat achteraf wel zo bleek te zijn was dat het boek eigenlijk gelijk vanaf de eerste bladzijde boeiend was. Je begint midden in een verhaal en wil gelijk weten hoe het verder gaat. Tot de laatste bladzijde is Bernlef erin geslaagd om je gedachten en nieuwsgierigheid vast te houden. Taalgebruik Het taalgebruik is erg eenvoudig. Er wordt nauwelijks gebruik gemaakt van moeilijke woorden of lange zinnen. Hierdoor is het boek makkelijk te lezen. De lezer kan zich goed inleven in de gebeurtenissen van Kees, doordat ‘meegekeken’ wordt met Kees. De verhouding tussen de dialogen en de gebeurtenissen is absoluut niet in evenwicht, aangezien Kees Zomer amper kan praten zijn er vrij weinig dialogen. Alleen de hoognodige dingen worden er besproken. Maar van echte dialogen kon je niet spreken. Het boek is soms moeilijk te lezen door de symbolische betekenis, die Bernlef geeft aan sommige zaken. (bijv: het electrospel. Het is een spel waarbij met een snoertje het goede woord bij het goede plaatje gezocht moet worden. Als het goed is gaat er een lampje branden. Dit is symbolisch voor het vermogen om verbanden te kunnen leggen in de hersenen. Kees Zomer is dat vermogen tijdelijk kwijt. Hele gewone voorwerpen zoals een radio ziet hij wel, maar hij herkent het niet. Er brandt dus geen lampje dat er vroeger wel brandde.) Wat met wel opviel aan het taalgebruik waren de aparte beschrijvingen en omschrijvingen van bepaalde dingen. Bijvoorbeeld in het begin, wanneer een oude man hem vind en vraagt wie Kees is, wordt dit als volgt geschreven; ‘Neemt u mijn geen excuus,’ zeg ik. ‘Beroep, geboorteplaats. Dat. Ik weet wel waar u op aanvaart. Mijn identiteit. Ten alle tijd. Helaas heb ik geen papier om deze feiten op te boekstaven. Mijn reputatie wilt u weten, hoe ik door vader en moeder lang geleden werd benoemd.’ Hieruit blijkt direct al dat Kees geestelijk nog heel pienter is. Toch moest ik aan deze manier van schrijven, zeker in het begin, erg wennen. Je moet dan zelf ook gaan denken over wat hij hiermee zou bedoelen. Toch is dit niet vervelend, het is juist eerder een uitdaging. Verdiepingsopdracht • Eclips leek me van tevoren een vrij diepzinnig boek. Ik had ook niet verwacht dat het op deze manier uitgewerkt zou zijn, zo realistisch, zo echt. Ik dacht eigenlijk dat het zou gaan over een man die zijn geheugen kwijt raakt door een val of iets dergelijks en vervolgens in een verpleeghuis moet revalideren. • Het boek is opgebouwd uit 7 hoofdstukken. Ieder hoofdstuk beschrijft een deel van zijn terugkomende spraak en dergelijke. Het zijn aparte gedeeltes, maar hangen toch ook erg samen doordat er vaak wordt teruggeblikt op eerdere dingen. Bovendien beschrijven ze hetzelfde; Kees’ revalidatie. Het hele boek bevat maar 1 verhaallijn, er is ook maar 1 hoofdpersoon. De tijd die verstrijkt in het boek zijn in totaal ook slechts 11 dagen. Eigenlijk is het best knap om met slechts 1 verhaallijn, toch een bepaalde spanning in het boek aan te brengen, iets wat Bernlef trouwens uitstekend lukt. Door de manier van opbouw kom je heel dicht bij de belevingswereld van Kees Zomer te staan en maak je heel bewust zijn gedachten en ontwikkelingen mee. Ik denk dat de bedoeling van Bernlef is geweest, zijn lezers laten ervaren hoe het is als je ineens een deel van je lichaam, van je leven kwijt bent. • Het boek is geschreven in de ikvertelsituatie. Alles wordt beschreven door de hoofdpersoon, Kees Zomer. • Kees geeft in het boek eigenlijk over niemand een mening, alleen over zijn vrouw, Marion, op het laatst. Hij laat wel weten hoe hij over mensen denkt, maar dat zijn dan zijn gedachten, hij denkt er dan ook gelijk over door waarom hij die personen zo vind. Ik denk dan ook wel dat je een betrouwbare beschrijving krijgt, het gaat tenslotte ook vooral over het herstel van Kees zelf. Hier kan hij natuurlijk niet veel aan veranderen, hij voelt wat hij voelt en denkt wat hij denkt. Het zou heel anders zijn als bijvoorbeeld een vriend van hem zou beschrijven wat Kees had meegemaakt, dan worden er waarschijnlijk weggecijferd of juist overdreven. Nu gaat het erom wat Kees ervan vind, dus dan moet het wel betrouwbaar zijn. • Doordat het is geschreven is in het ikvertelperspectief weet je precies wat Kees Zomer denkt, voelt, hoe hij dingen ervaart, maar ook hoe hij handelt. Je kunt je dus helemaal inleven in Kees, doordat het zo’n normale man is en doordat het zo uitvoerig beschreven wordt. Het effect van de vertelsituatie is dus dat je jezelf erg goed kunt inleven in de persoon. • Ik heb op verschillende plaatsen gezocht naar secundaire literatuur, zowel op school, in de bibliotheek als in Made. Helaas heb ik nergens iets kunnen vinden wat mij meer vertelde over het perspectief dan wel over de structuur. Wel heb ik meerdere recensies over het boek gevonden, deze heb ik ook als bijlagen toegevoegd. • Het valt dan ook niet mee om mijn eigen ervaringen wat betreft perspectief dan wel structuur. Ik ben ondertussen wel te weten gekomen dat er 2 negatieve recensies waren over het boek (die ik overigens niet heb kunnen vinden) die het beiden commentaar gaven dat Bernlef iets beschrijft wat helemaal niet beschreven kan worden en dat het daardoor allemaal erg onwerkelijk is geworden. Ergens zit hier inderdaad wel iets in, Kees Zomer kon zich van speurtocht naar vrouw en gezin niet herinneren, terwijl het wel beschreven wordt. Overigens vind ik het ook wel erg ver gezocht als dit de enige kritiek is. Ik vind het ook niet helemaal terecht, het blijft tenslotte wel een boek, ik vind het op zich al knap wanneer je over dit soort onderwerpen boeken kunt schrijven van dit niveau. Evaluatie • Ik blijf het een erg goed boek vinden. Het perspectief was in het begin wel wennen, maar dat was eigenlijk ook de opdracht van tevoren, om een boek te vinden met een perspectief waaraan iets te beleven viel. In dat geval is “Eclips” zeker een aanrader. Maar niet alleen dan, ook wanneer je gewoon eens een boek wil lezen over een iets afwijkender onderwerp wat op een hele goede, duidelijke manier geschreven wordt. Het boek zet je echt aan het denken. Het proces wat Kees door loopt wordt erg goed beschreven en overal kwamen zijn gedachtes goed in na voren. Maar ook de omgeving wordt beschreven, je kunt je echt heel goed inleven in het verhaal. • Mijn mening is na het lezen van de secundaire literatuur niet veranderd, ik denk er nog steeds hetzelfde over. De schrijvers van de secundaire literatuur delen ook ongeveer dezelfde mening als die ik heb en had over het boek. De secundaire literatuur heeft mijn mening dus ook niet veranderd. • Over de beschrijvingsopdracht ben ik erg tevreden, dat ging allemaal erg lekker en die snapte ik ook helemaal. De verdiepingsopdracht was daarentegen zoals gewoonlijk een stuk moeilijker. Doordat ik werkelijk helemaal niets kon vinden over de structuur van het boek of over het perspectief zou ik dat liever anders gedaan hebben. Maar helaas ging dat niet. Maar met hetgeen wat ik wel heb en wat ik wel heb kunnen doen ben ik wel tevreden over het resultaat. • Het boek was erg gemakkelijk te lezen. Er stonden helemaal geen moeilijke woorden in en ook de zinsopbouw was niet zo ingewikkeld. Het enige wat af en toe lastig lezen was, waren de gebrekkige woorden en zinnen van Kees Zomer. Hierdoor moest je af en toe net even iets meer nadenken over wat hij wilde zeggen. Ik vond het vaak dan ook leuker om 3 keer te lezen wat Kees zei, dan gelijk te lezen wat erna stond, waarin Kees’ gedachten vaak uitlegden wat hij eigenlijk wilde zeggen. Dat was juist het leuke aan het boek, de verwarrende, soms komische of ingewikkelde uitspraken van een man die plotseling de helft van lichaam kwijtraakt. Waardoor hij later overigens juist wel super bewust wordt van het feit hoe fijn dit eigenlijk wel niet is. • Het uitwerken van de verdiepingsopdracht verliep dus niet helemaal vlekkeloos doordat ik geen secundaire literatuur kon vinden die betrekking had op het perspectief of op de structuur. Overigens denk ik dat wanneer ik deze wel had, ik het waarschijnlijk een erg moeilijke opdracht had gevonden om ze op de gevraagde wijze te verwerken. • Ik heb ook wel het idee dat ik alle vaardigheden voldoende bezat om de verdiepingsopdracht te maken. Ik kwam niets tegen waarvoor ik eerst hulp moest vragen aan anderen wat er mee bedoeld werd. Het was ook niet zo dat ik dingen in mijn boek heb moeten opzoeken voordat ik de vragen kon beantwoorden. Dus daarom denk ik dat ik de vaardigheden en kennis wel beheerste. • Ik ben niet van plan om de volgende keer iets op een andere manier te gaan doen. Ook nu heb ik een boek kunnen vinden wat me erg aansprak, ik hoop eigenlijk dit zo vol te houden.

REACTIES

M.

M.

Hey, ik las je verslag over De eclips van J. Bernlef en vroeg me af of je die 2 bijlagen van de secundaire literatuur nog hebt liggen. Ik heb ern namelijk nogal moeite mee om wat te vinden.

Bedankt, Maikel

19 jaar geleden

K.

K.

Ik vind het een heel bruikbaar uittreksel maar heb jij de secundaire literatuur nog? Ik kan hem namelijk nergens vinden.

mvg Koen

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Eclips door J. Bernlef"