Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De trein der traagheid door Johan Daisne

Beoordeling 8.7
Foto van een scholier
Boekcover De trein der traagheid
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas aso | 3938 woorden
  • 27 juli 2004
  • 130 keer beoordeeld
Cijfer 8.7
130 keer beoordeeld

Boekcover De trein der traagheid
Shadow
De trein der traagheid door Johan Daisne
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Plaats van uitgave: Antwerpen
Uitgeverij: Manteau
Druk: 14e druk Titel De trein der traagheid, de titel verwijst symbolisch naar de ‘wet der traagheid’. Die wet zorgt ervoor dat het leven nog even doorgaat na de dood. Het treinongeluk gebeurde om halfzeven, maar de gedachten van de overlevende slachtoffers leven nog even voort alsof ze nog steeds in de trein zaten. De wet der traagheid houdt in dat een beweging nog voortduurt ook al is de motor afgezet. Personages De hoofdpersonages van het boek zijn de ik-figuur, professor Hernhutter en Val. De ik-figuur is een leraar die ook in een museum werkt. Hij is iemand die vaak nadenkt over zijn leven, het leven. Hij is een introvert persoon omdat hij zelf niet veel zegt, hij laat het bedenken van theorieën over aan de professor, ook al weet hij er net zoveel vanaf. In het boek staat hij tussen professor Hernhutter en Val. Door Val wordt hij aanzien als een grote broer. Behoedzaam en zorgzaam zijn ook belangrijke eigenschappen, hij wil bijvoorbeeld niet dat Val zijn jas vergeet als hij in de tram stapt. Professor Hernhutter is een eenzame, minzame, fijnzinnige, vriendelijke en kalme oude man, die over een grote wijsheid beschikt. Hij is een vaderfiguur voor Val. Van de drie generaties is hij de meest wijze. Voor alles wil de professor een verklaring hebben en hij is erg onderzoekend. Omdat er niet voor alles een verklaring is raakt hij in schok. Zijn gedachten spreekt hij hardop uit, maar zijn gevoelens laat hij niet al te duidelijk blijken. Professor Hernhutter is daarom een wat introvert persoon. Val is een fijne blonde jongen die rechten studeert. Hij is onstuimig, roekeloos, spontaan en optimistisch. Bijvoorbeeld, op het einde van het verhaal gaat hij mee met de tram, al weet hij niet waarom. Val is ook een echte levensgenieter en erg behulpzaam, hij helpt bijvoorbeeld de professor over de sloot. De professor maakt een grote indruk op hem. Val heeft een extrovert karakter. Het boek heeft een traditionele structuur. De naamloze hoofdpersoon, een man van middelbare leeftijd die werkt in een museum en leraar is, reist op een lenteavond met de trein terug naar huis. Hij dommelt even in en wanneer hij zijn ogen weer opent, stelt hij vast dat al zijn medereizigers in een diepe slaap zijn geraakt. Alles is al duister in de onverlichte trein. Het verlangen een andere wakkere persoon te ontmoeten en de behoefte aan een sigaret, zetten hem ertoe aan zijn coupé te verlaten. Hij vraagt zich af wat er aan de hand is en of hij niet in de verkeerde trein terechtgekomen is. In één van de laatste wagons, ontmoet hij een oudere man, die zich voorstelt als professor Hernhutter en die zich ook verwondert over de slapende passagiers. Ze geraken aan de praat en constateren dat hun horloges op hetzelfde ogenblik stilgevallen zijn, namelijk om halfzeven. Enkele ogenblikken later komt de trein tot stilstand. Een jongeman rent in paniek naar de locomotief om te weten wat er gebeurd is. De beide oudere heren stappen ook uit. Wanneer de trein opnieuw vertrekt, besluiten ze niet meer mee te reizen. Ook de jongeman haalt de trein niet meer. Met z'n drieën stappen ze weg, op zoek naar leven in het verlaten landschap. Een gesprek ontstaat tussen de drie mannen. Val, de jongste van de drie, stelt zich eerst voor. Tijdens het gesprek komen de mannen tot de ontdekking dat ze, net voor ze op hetzelfde moment indommelden, alledrie dachten aan het geluk op aarde. Volgens hun redenering bevinden ze zich in het overgangsgebied tussen leven en dood. Dan zien ze een licht afkomstig van een herberg waar ze willen eten. Tot hun verbazing zijn ze de taal die er wordt gesproken niet machtig en ook de "tijd" blijkt daar niet te bestaan. Na de maaltijd toont Val een trucje met de kaarten en ook de kelner waagt zich eraan. Die laatste slaagt in zijn truc behalve bij Val. De hoofdpersoon en Hernhutter merken dat ze hun vrouwen, die overleden zijn, in de juffrouw van de herberg zien. Even later krijgt de professor zomaar opeens een aanval. Op hetzelfde moment klinkt de vrolijke toeter van de buurttram. Val wil meteen dat ze met z’n drieën met de tram meegaan maar de professor kan niet mee. Val gaat alleen. De hele herberg is leeg, op de juffrouw en het overgebleven tweetal na. Wanneer de tram vertrokken is, ziet de verteller diezelfde juffrouw terug. Ze blijkt een verpleegster te zijn die hem helpt na het treinongeval waarin hij betrokken is. Dan kijkt hij om zich heen en ziet allemaal doden. Hij en professor Hernhutter zijn de enige overlevenden van een treinongeval. Ook Val ligt bij de doden met een pakje kaarten in zijn borstzakje. Eerst speelt het verhaal zich in een trein af. Als het ongeluk gebeurd is symboliseert de looptocht naar de herberg de rit in de ambulance, en de herberg de infirmerie. De infirmerie is eigenlijk een hotel dat vlug omgebouwd is tot een tijdelijk ziekenhuis.
Tijd Het verhaal speelt zich af rond 1950. Het is chronologisch naverteld. De tijd in het verhaal zelf staat stil, zolang de personages zich in de schermerzone bevinden. Ze hebben dan absoluut geen besef van tijd. Halfzeven blijkt dan ook de enige tijdsindicatie. In werkelijkheid is dit het tijdstip waarop de trein botste. Doordat het verhaal zo vreemd en mysterieus is, blijf je het hele verhaal door vragen stellen. Je wilt weten hoe het verhaal zal eindigen, waar de hoofdpersonages zich nu bevinden enz.. Vanaf het begin tot het einde wordt er spanning opgewekt. De schrijver geeft in dit boek een eigen visie van de grens tussen leven en dood. De boodschap is: vroeg of laat komt voor iedereen de dood. En dat heeft de schrijver duidelijk willen maken met de dood van Val. Het is niet omdat Val de jongste is, dat hij minder kans maakt om te sterven. Iedereen, welke leeftijd ook, kan op eender welk moment doodgaan. Het verhaal laat je nadenken over het leven, de dood en wat er na de dood komt. Je moet steeds van het leven genieten, want op elk moment kan het afgelopen zijn. Het enige wat je nog kan redden van de dood is denken aan het geluk op aarde. Onderwerp Het onderwerp is de dood, om precies te zijn de grens tussen leven en dood. De dood wordt voorgesteld als een reis naar een onbekende bestemming. Men verwacht dat de drie mannen naar de dood onderweg zijn, maar dit is niet zo. Indien ze op de slapende trein waren gebleven, dan zouden ze hun onbekende bestemming hebben bereikt. De trein stopt in het grensgebied tussen leven en dood. Wie daar afstapt bevindt zich op de grens maar gaat niet op weg naar de dood, wel naar het leven. Wie daarentegen op de trein blijft zitten, gaat op weg naar de dood. De visie van de auteur, namelijk hoe hij de dood ziet, wordt weergeven in het boek. De auteur wil het leven en de wereld uitbeelden als een onbreekbare eenheid van werkelijkheid en droom, die bovendien een bovenzinnelijke dimensie bezit. Het is een interessant onderwerp. De dood is iets waarmee je altijd geconfronteerd wordt, en af en toe ook stil blijft staan. Op elk moment van de dag sterven er mensen. De auteur laat je echt nadenken over de dood. Het is niet helemaal uitgewerkt. Je blijft nog met de vraag zitten: Wat gebeurt nu precies na de dood? enz.. In het boek wordt een verklaring gegeven van hoe de overgang is van leven naar dood, maar niet waar je precies naartoe gaat als je op de trein blijft zitten. Ik vind wel dat de overgang goed wordt uitgewerkt. De trein symboliseert goed deze overgang. Een boek of film met hetzelfde onderwerp heb ik denk ik nog niet gelezen of gezien, toch niet waar de overgang van leven naar dood aan bod komt. Ik weet wel dat het verhaal verfilmd werd door André Delvaux (un soir, un train…). Dat staat op de achterkant van het boek. Maar vermits ik hem niet gezien heb kan ik niet zeggen wat ik het beste vind. Gebeurtenissen De belangrijkste gebeurtenis is het moment waarop de professor en de ik-figuur een andere persoon zagen in de juffrouw van de herberg. Professor Hernhutter zag in de juffrouw de vrouw van de ik-figuur en de ik-figuur zag de vrouw van de professor. Op het einde van dat hoofdstuk zegt de professor: ‘Laten we dan toch blij zijn –hier is dus iets… misschien wel het voornaamste!’. Op dat moment beseft de professor dat er iets aan de hand is, maar hij weet niet juist wat. Het is een belangrijk gegeven in het verhaal. Hier wordt duidelijk dat er iets niet klopt. De professor begint langzaam maar zeker te beseffen dat ze zich ergens bevinden tussen leven en dood. De nadruk ligt meer op de gedachten en gevoelens van de personages. Het boek zou maar saai zijn als alleen de nadruk op de gebeurtenissen lag. Zo zou je nooit te weten zijn gekomen hoe de personages zich voelden, wat er in hen omging. Het geeft je een beeld van hoe drie verschillende generaties op een verschillende manier reageren op wat hen overkomt. Omdat de nadruk op de gevoelens en gedachten van de personages ligt blijft het verhaal je boeien. Er gebeuren dan ook veel dingen om het verhaal boeiend te houden. In het begin van het verhaal begrijp je nog niet goed wat er aan de hand is. Geleidelijk aan kom je het een en ander te weten door wat er gebeurt; bijvoorbeeld, het feit dat het horloge van de ik-figuur en de professor zijn blijven stilstaan op halfzeven. De trein die vertraagt en dan uiteindelijk stopt. De herberg, waar de mensen een taal spreken die niemand verstaat, zelfs de professor niet, enz.. De gebeurtenissen blijven je boeien van in het begin tot het einde wanneer het verhaal duidelijk wordt. Het verhaal is ook zo verteld dat je niet veel moet invullen. Alle gebeurtenissen hangen ook zeer goed samen. Alles wat er gebeurt heeft te maken met het treinongeval en de wet der traagheid, niets staat er echt los van. Daardoor blijft bijvoorbeeld de tijd stilstaan en leven de gedachten van de personages nog even voort. De gebeurtenissen zijn spannend, verrassend, herkenbaar en geloofwaardig. Spannend, omdat niet alles even duidelijk is, je wilt weten hoe het verhaal gaat aflopen. De gebeurtenissen zijn verrassend en ook wel schokkend, je verwachtte niet dat Val ging sterven. Hij nam de verkeerde beslissing door op de tram te stappen. Ik had eerder verwacht dat de professor ging sterven. Natuurlijk was het ook verrassend dat de professor en de ik-figuur nog in leven waren. Herkenbaar, de professor die het nog steeds moeilijk heeft dat zijn vrouw een halve eeuw geleden gestorven is. Iedereen die iemand dierbaars heeft verloren heeft het soms wel moeilijk met het feit dat die persoon er niet meer is. Ook al is het verhaal fictief en verzonnen, het lijkt geloofwaardig. Het is zo geschreven dat je er in begint te geloven dat de grens tussen leven en dood misschien wel zo is. De personages komen geloofwaardig over, ze zijn niet overdreven. Het zijn gewone mensen. Het moment waarop de professor in shock raakt, heeft indruk op mij gemaakt. ‘Opeens hoorde we in Hernhutter als iets doorbreken. Het kwam uit zijn keel, uit zijn borst, maar hij greep zichzelf bij het hoofd, met zijn ellebogen op het tafeltje steunend, terwijl zijn vingers als verloren door zijn weldra helemaal warrige haarbos woelden….’. De professor raakt in shock nadat hij geen verklaring meer vindt, geen theorie meer weet voor wat er gebeurt. Niets verstaanbaars kwam meer over zijn lippen, geen menselijke mededeling viel meer uit zijn trekken af te lezen. Ze waren de professor kwijt. Op het einde van het verhaal, wanneer de ik-figuur terug ‘levend’ is ziet hij de professor zitten. Het enige wat hij zei was ‘Meccano! Meccano!’. Hernhutter deed kinderlijke bewegingen met zijn lege handen, had een stumperige uitdrukking, maar zijn ogen lachten. Deze gebeurtenis heeft mij echt geraakt. Hoe zo’n lieve oude man kan veranderen in een plant is aangrijpend en heeft me ook aan het denken gezet. Het is vreemd hoe iemand zo plots kan veranderen en in zichzelf keren; niet alleen vreemd voor de mensen rondom de professor, maar ook voor de professor zelf. Hoe voelt hij zich nu? Wat denkt hij? Je weet ook niet of het wel ooit terug goed komt met de professor. En dat is ook wel iets om over na te denken. Eigenlijk heeft heel het boek mij aan het denken gezet. Het verhaal laat je echt nadenken over de dood. Je moet het verhaal echt gelezen hebben en er ook voor open staan om het te begrijpen en voelen. Vreemd was dat op het einde van het verhaal Val diegene is die sterft. Hij was de jongste van de drie, waarom niet de professor of de ik-figuur? Zij hebben al een heel leven achter de rug, het leven van Val was nog maar net begonnen. Ook het feit dat zij de enige zijn die het treinongeval overleefd hebben is iets om over na te denken. Volgens de theorie van de professor zijn zij nog in leven omdat ze zich hebben vastgeklampt aan het geluk op aarde. Zelf heb ik niet echt een gebeurtenis meegemaakt uit het verhaal. Ik heb dan ook nooit een ‘bijna dood ervaring’ meegemaakt maar ik kan me het wel inbeelden. Misschien is er wel een gebeurtenis die ik ongeveer heb meegemaakt, namelijk het moment waarop de professor in shock raakt. Het moment waarop er niets meer zeker lijkt en je geen controle hebt over de dingen. En je tot besef komt dat er niet voor alles een verklaring mogelijk is. En ook het moment waarop de ik-figuur, wanneer hij terug ‘levend is’, Val dood op de grond ziet liggen. Fragment uit het boek: ‘Onvergankelijk schoon lag hij daar, zo fijn, zo beminnelijk nog, met steeds die schittering in zijn blik, welke thans was als van heel kostbaar glas. Er kleefde geen bloed aan hem, misschien een druppel toch, als een pareltje in het dons boven zijn lip.’ Het is raar om iemand te zien die dood is, het lichaam ligt voor je, maar de persoon zelf is er niet meer. De auteur zelf schrijft: ‘Ademloos stond ik over hem gebogen’. Ik denk wel dat ik wel eens andere teksten gelezen of films gezien heb over vergelijkbare gebeurtenissen, maar ik zou nu niet kunnen zeggen welke. Personages De personages zijn vaag uitgewerkt maar dat hoort bij het mysterie en vage sfeer van het verhaal, ze blijven boeien. Je vraagt je af wie ze precies zijn, wat ze voelen en denken. Alle drie de personages zijn zo beschreven dat ze voor me gingen leven. Ze komen natuurlijk over en je kan je in hun plaats stellen. Je voelt hun gevoelens en je bent even onwetend als zij doordat er een personele ik-verteller aan het woord is. Je weet met andere woorden maar evenveel als de personages en dat is helemaal niet veel. De personages weten zelf niet waar ze terechtgekomen zijn en wat er allemaal aan de hand is. Ze verstaan de situatie evenmin. Je kan je echt inleven in het verhaal. Je komt het meest te weten over de professor en ik-figuur. Val komt niet veel ter spraken, juist genoeg om zijn gedrag te begrijpen. Je moet dan ook niet zoveel invullen over het innerlijk van de personages. Je weet wat ze voelen en denken, wat eigenlijk best wel leerrijk is. De hoofdpersoon, de ik-figuur, is geen held maar het is wel iemand om naar op te kijken. Hij houdt zich redelijk rustig in alle omstandigheden. De controle over zichzelf verliest hij niet in tegenstelling tot professor Hernhutter die in shock raakt. Wanneer de ik-figuur in het begin van het verhaal wakker wordt in de trein en ziet dat iedereen slaapt en ziet dat het buiten schemert, begint hij niet onmiddellijk te panikeren. Eerst denkt hij rustig na over wat er aan de hand is en dan pas gaat gij op zoek naar iemand die wakker is. Hij is een denker en luistert naar de theorieën van andere. Hij heeft er respect voor. Professor Hernhutter is een wijze, vriendelijke en kalme man, maar hij heeft ook karaktertrekken die ik niet graag zou hebben. De professor is een introvert persoon. Hij laat zijn gevoelens niet blijken en probeert voor alles een verklaring te zoeken. Hierdoor raakt hij uiteindelijk in shock want niet voor alles is er een antwoord te vinden. Val is de jongste van de drie personages, het is dan ook normaal dat hij roekeloos, onstuimig en spontaan is. Het leven is voor hem eigenlijk nog maar net begonnen. Hij is nog onwetend en neemt daardoor een verkeerde beslissing. Op een bepaald ogenblik komt er een tram aangereden, Val wil persé op de tram stappen ook al raadt de ik-figuur hem dat af. Hij stapt op de tram en rijdt naar het dodenrijk. Als ik Val was, had ik toch naar de wijze woorden van de ik-figuur geluisterd en niet op die tram gestapt. Je voelde meteen dat het een verkeerde beslissing was. Professor Hernhutter heeft interessante theorieën die kloppen als je wat nadenkt. Bijvoorbeeld : ‘Mijn vrienden, we moeten ons niet meer over verwonderen, dat we hier samen, in nog onopgehelderde omstandigheden wandelen. We zijn van hetzelfde punt uitgegaan. Op hetzelfde ogenblik als u, heb ik vanavond in die trein een gelijkaardige overpeinzing gekoesterd. Op mijn manier, die van de ouderdom, heb ik mij toen, net als u, in een gedachte die als een omarming was, aan het leven, aan de verrukkelijke betekenis van deze werkelijkheid vastgeklemd!’. De professor bedoelt hiermee dat ze nog in leven zijn doordat ze zich alle drie hebben vastgeklemd aan het leven, door te denken aan alle mooie dingen in het leven. Wat ik persoonlijk toch een mooie uitspraak of theorie vind (van de professor). Alle personages zijn sympathiek. Val die de professor over de sloot helpt, zonder dat de professor het zelfs gevraagd had. De professor die op zijn beurt de jas aan Val geeft. En dan de ik-figuur die de professor niet alleen wil achterlaten. Alle drie zijn ze op hun manier behulpzaam voor elkaar. Bouw De bouw is niet ingewikkeld. Het verhaal begint in medias res, maar je kan wel onmiddellijk volgen. Er zijn geen echte lastige stukken, alles hangt wel goed met elkaar samen. Er is ook maar één verhaallijn, namelijk de drie personages die het treinongeval meemaken. Alles heeft te maken wat ze denken en voelen en wat ze allemaal meemaken op hetzelfde moment. Dat maakt het verhaal makkelijk om te lezen en te begrijpen. Het verhaal is ook boeiend omdat het onderwerp iets alledaags is, maar waarbij we toch nooit echt vaak stilstaan. Je kan je echt in het verhaal inleven. Hoe de personages, van drie verschillende leeftijdscategorieën, omgaan met wat er gebeurt. Hoe ze reageren op bepaalde gebeurtenissen enz.. Eigenlijk wordt er wel met de tijd gespeeld, op een bepaalde manier toch. In werkelijkheid is het treinongeval gebeurd om halfzeven. De tijd staat in werkelijkheid niet stil, maar in het wereldje van de personages wel. De werkelijke tijd zal waarschijnlijk enkele uren geweest zijn. Dit maakte het eigenlijk wel spannend en vreemd, de tijd staat stil en toch leven de gedachten van de personages verder. Je kan hier spreken van tijdvertraging, maar ook weer niet. Het heeft iets mysterieus. Het verhaal beleeft de lezer door de ik-figuur. Het is een fictieve navertelling van een treinongeluk en zou dus door niemand anders geschreven kunnen zijn omdat alles passagiers in de trein dood zijn of in shock zoals de professor. Doordat je alles door de ogen ziet van de ik-figuur blijven nog een aantal vragen onbeantwoord. Zoals: ‘Waarom lacht Val geforceerd als hij in de tram stapt?’. Dit geeft ook een mysterieuze en spannende sfeer aan het boek. Op het einde van het verhaal wordt alles duidelijk, of bijna alles toch. Je komt te weten dat de personages wel degelijk een treinongeval hebben meegemaakt. Terwijl ze een avontuur beleefden werden ze eigenlijk gered uit de trein. Maar je weet wel nog altijd niet waarom Val nu die tram heeft genomen en waarom dat lachje op zijn mond. Dat is goed eigenlijk, want zo blijft er toch nog een spanning over na het lezen van het boek. Dat maakt het verhaal ook geslaagd. Je kan spreken van een gesloten einde omdat je weet van het treinongeval. Maar toch blijf je nog met enkele vragen zitten omtrent de beslissingen, gevoelens van de personages. Je weet bijvoorbeeld ook niet of het ooit nog goed komt met de professor. Vandaar dat je ook kan zeggen dat het verhaal een open einde heeft.
Taalgebruik Het taalgebruik van Daisne is vrij gemakkelijk, de tekst is dus niet moeilijk om te lezen. Het is wel verouderd, dit is normaal aangezien het boek geschreven werd in 1948. Daisne gebruikt veel beeldspraak: vergelijkingen, metaforen, … . Een voorbeeld van een vergelijking: ‘Daarna verscheen het landschap, als een reusachtige, in tegenovergestelde richting wentelende draaischijf’. Daisne maakt ook veel gebruik van kleurrijke adjectieven o.a. ‘prettig, zindelijke velden’ of ‘Tegen de blauwdonkere einder tekenden zich halverwege de witte bloesmens der bongerds om de hofsteden af.’ ,’Dezelfde zwarte velden met de verre vaste sterretjes.’ De verhouding tussen beschrijving, dialoog en weergave van gedachten/ gevoelens is redelijk. Er is voldoende afwisseling tussen enerzijds dialoog en anderzijds de weergave. Alleen heeft de auteur wel veel gebruik gemaakt van beschrijvingen. Waardoor je soms zin hebt om een deel van het verhaal over te slaan omdat het niet zo belangrijk is, hoe het landschap enz. er uit ziet. Maar dat kan je beter niet doen want dan mis je belangrijke details die het verhaal mysterieus maken. De manier van vertellen is zeer goed. Het verhaal is zo geschreven dat je het gemakkelijk in één keer kan uitlezen, zonder te stoppen. Wijdlopig of hoogdravend kan ik de manier van vertellen niet echt noemen. Taalgebruik Het taalgebruik past zeer goed bij de personages. Het jongste personage, Val, spreekt de twee andere personages aan met ‘u’. Val heeft een eenvoudige taal, zonder al te veel gebruik te maken van moeilijke woorden en complexe zinnen. De professor heeft ingewikkelde theorieën die hij op een eenvoudig manier probeert uit te leggen. Hier krijg je wel wat woorden die niet alledaags zijn. Voor de rest is er niets bijzonders aan het taalgebruik. Eindoordeel Ik vond het een erg interessant boek. De filosofieën van de professor waren soms moeilijk te begrijpen maar na twee keer lezen werden ze wel duidelijk. Het boek laat je nadenken over de dood. Wat positief kan zijn, maar soms negatief. Het was een spannend en boeiend boek van het begin tot het einde. Vandaar dat ik het ook in één keer heb uitgelezen. Het leest zeer vlot en is makkelijk om te volgen. Enerzijds omdat er niet veel personages zijn, anderzijds omdat het boek gewoon eenvoudig geschreven is zonder gebruik te maken van allerlei ingewikkelde woorden en zinsconstructies. Het einde van het boek is zeer verrassend. Ik verwachtte echt niet dat Val ging sterven of dat de professor in shock ging raken. Het mysterie van het treinongeval is ontcijferd, maar dat van de dood nog niet. Op het einde wordt het verhaal pas duidelijk, alleen blijf je nog met enkele vragen zitten. Dit betekent dat het een geslaagd boek is. De schrijver zet je echt aan het denken, zelfs al heb je het boek al lang uitgelezen. Kortom, het boek is een aanrader.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De trein der traagheid door Johan Daisne"