De witte door Ernest Claes

Titel: De Witte Van Zichem
Auteur: Ernest Claes
Uitgever : Wereldbibliotheek, Amsterdam
Plaats v/d handeling : Zichem, een boerendorp in Vlaanderen
Tijdperk: Begin 20ste eeuw Na(a)m(en) van de belangrijkste personages: - De Witte, officiële naam Louis Verheyden. Hij is de jongste uit een gezin van drie kinderen, zijn broers heten Nis en Heinke. Hij woont op een boerderij in Zichem, België. Hij heeft wit haar, kleine bruine ogen, een mager gezicht, grote oren en een brede mond. Hij ziet er nogal potig uit. Hij is katholiek opgevoed, eerst moest hij naar de nonnen en daarna naar de jongensschool. Hij ligt altijd overhoop met de leraar en met de pastoor. Hij vindt school saai, maar wil ook niet op het land werken. Hij heeft veel fantasie. Aan het eind van het boek gaat hij op dertienjarige leeftijd, op eigen initiatief naar de monniken om bij hen in de drukkerij te gaan werken. - De Leraar is een kleine magere man, met een zwarte haardos en knevel wordt voorgesteld als een echte gek. Hij probeert tucht te houden in de klas door lijfstraffen te geven, mensen op te sluiten en ze na laten blijven - De vader van de Witte heeft niet zo’n belangrijke rol in de film. Want Louis(= de Witte) ziet hem alleen tijdens het eten. En dan krijgt hij meestal toch een pak slaag. Het lijkt er misschien op dat de Witte het niet naar zijn zin heeft in het gezin, maar volgens mij komt dat omdat hij nog een kind is en ze leven in een heel moeilijke periode. Alhoewel op een keer kreeg hij zo’n hard pak slaag dat hij heel de namiddag bleef uitroepen dat hij zelfmoord wou plegen. Dabbe en Krol zijn goede vrienden van de Witte, samen spreken ze veel af, om de natuur te verkennen, en op één van de vele expedities ontdekken ze een hommelnest. Op weg naar het nest ging De Witte even boodschappen doen en hij had sigaren van de winkeleigenaar gestolen. Aangekomen bij het nest, ontdekten ze dat de Witte rijkdommen bij zich had en er barst een waar gevecht los. Max is de hond van Louis.Tijdens het gevecht tussen de Witte en Dabbe en Krol. Dacht hij zijn baasje te helpen en beet een stuk uit Dabbes broek. Toen was de rel gedaan. Maar de Witte zijn thuiskomst was niet al te leuk: zijn buit werd ontdekt en voor de zoveelste ging hij over de knie. De broers van de Witte zitten constant op de Witte te vitten, te zeuren, te commanderen. Hij verzet zich tegen zijn milieu door kattenkwaad uit te halen. Hun Functie: De Witte is het belangrijkste personage inde film. Hij is een kwajongen en haalt heel de tijd rare streken uit. Maar op religieus vlak is hij heel serieus. Hij heeft geen perfecte relatie met de pastoor maar toch een betere dan met zijn leraar. De Leraar is een heel strenge persoon voor zijn leerlingen. In die tijd hadden de pastoors en leraren een groot aanzien. Zijn functie ?? Simpel: Straffen 99%, lesgeven 1%. Het is echt een klootzak dat niets anders doen kan straffen. Excuseer me voor mijn taalgebruik, maar het laat een beetje emoties loswaaien. De vader van de Witte heeft geen belangrijke functie. Hij is meestal op het veld aan het werk. En als hij dan thuis is dan is hij meer een slaagmachine i.p.v een vader. Dabbe en Krol zijn heel goed bevriend maar ze pesten elkaar gewoon voor de lol. Ze hebben alle 3 dezelfde interesses. Ze trekken allerlei nesten van dieren uit. Stelen, maken veel kabaal enz… En school interesseert hun geen bal. De broers van de Witte hebben volgens mij onbewust een rol gespeeld in het feit hoe dat hun jongere broer zich gedraagt.
Hun Karakter: Alles staat al verteld in rubriek: namen van de belangrijkste personages Onderlinge Relaties: De Witte wordt niet door veel mensen begrepen maar heeft toch goede kwaliteiten zoals alle mensen hier op aarde. Hij heeft toch een redelijk goede relatie met de pastoor. Maar met de rest bijna niet ( buiten Dabbe en Krol). Persoonlijke Mening: Ik heb de film zelf niet kunnen zien want ik vond hem niet meer in de videotheek. Maar van wat ik heb gelezen in de recensie leek het me een goede film. Het thema interesseert me vooral. Ik vind het nu bijna onvoorspelbaar dat mensen zo gelovig waren en naar de pastoor luisterde, hoe dat een héél dorp in de macht van de pastoor lag en ik zie het al voor me, dat de pastoor op een opstapje staat en dan zien hoe heel de massa aan zijn lippen hangt. Prachtig