Friedrich und Friederike door Max von der Grün

1 ~ Samenvatting Het boek is verdeelt in 9 hoofdstukken waarin de hoofdpersonen in elk hoofdstuk weer een ander avontuur beleven. Hieronder heb ik van ieder hoofdstuk een kleine samenvatting gemaakt. Hoofdstuk 1: Das Bad In het begin wordt er verteld dat Friedrichs vader visser is en dat hij altijd opschept over zijn vangst. Daarom steelt Friedrich zijn vaders hengel en gaat zelf vissen vangen, om indruk te maken op zijn vader. Samen met Friederike maakt hij een gat in het ijs van een meer (wat eigenlijk verboden is). Als ze dat gedaan hebben en er een paar visdraden in gehangen hebben met aas, loopt Friederike weg. Friedrich roept haar nog na dat ze de verkeerde kant oploopt en dat het daar gevaarlijk is, omdat het ijs er heel erg dun is. Maar het was al te laat want Friederike zakte door het ijs. Na veel geklauter weet ze er toch uit te komen en gaan ze samen naar het tuinhuisje bij Friedrichs huis. In het tuinhuisje warmt Friedrich Friederike een beetje op door haar warm te wrijven en een straalkacheltje aan te zetten. Friederike krijgt een paar droge kleren van Friedrich en gaat later naar huis. Friedrich gaat die nacht nog kijken bij het gat in het ijs en ziet dat ze een paar forellen gevangen hebben. Hij legt de vissen de volgende dag op de keukentafel en wacht op de reactie van z’n vader. Z’n vader heeft onmiddellijk door dat Friedrich het gedaan heeft. De volgende dag eten ze de forellen op. Als zijn vader vraagt waar hij ze gevangen heeft, vertelt hij dat hij ze bij het meer heeft gevangen. Zijn vader wordt daar boos om, loopt de kamer uit en smijt de deur hard achter zich dicht. Hoofdstuk 2: Die schöne Unbekannte Op Carnavalsdag gaat Friedrich naar het grote carnavalsfeest in de stad. Friedrich denkt dat Friederike er niet is, dus raakt hij aan de praat met een mooi meisje dat verkleed is als buikdanseres en een masker over haar gezicht heeft. Als dat meisje naar zijn vriendin vraagt, maakt Friedrich hele flauwe opmerkingen over Friederike, zo zegt hij dat ze enorm saai is. Het meisje geeft Friedrich haar adres maar als Friedrich haar wil opzoeken, blijkt ze daar helemaal niet te wonen. Als hij ’s middags thuiskomt staat Friederike er. Ze krijgen ruzie, want Friederike was dat meisje en zij is nu hartstikke boos op hem dat hij al die opmerkingen over haar heeft verteld.
Hoofdstuk 3: Tagesflug Als Friedrich en Friederike op klasuitstapje naar Winterberg gaan, dwaalt Friederike af van de groep. Ze valt en verstuikt haar enkel. Samen met een leraar gaat Friedrich haar zoeken. Als ze haar vinden gaat de leraar hulp halen, Friedrich blijft bij haar. Ze praten een beetje en leggen de ruzie weer bij. Later wordt Friederike naar huis gebracht. Hoofdstuk 4: Die Nachtwache Er zijn inbraken gepleegd en Friedrich en Friederike gaan ‘s nachts uit bed om de wacht te houden. Ze komen er achter dat Bräucker de dief is. Hoofdstuk 5: Das Wahrzeichen Friedrich en Friederike klimmen op een watertoren in hun dorp en daarop schrijven ze dat Bräucker de dief is zodat iedereen het lezen kan. Maar niemand gelooft het dus het helpt niets. Hoofdstuk 6: Die Reifenpanne Friedrich en Friederike gingen een eind fietsen, toen ze ergens even stopten maakte Friedrich de fiets van Friederike vast aan een boom en fietste weg. Friederike haalde een zaag en zaagde de boom om en fietste naar huis. Thuis maakten ze ruzie en Friederike zei dat Friedrich maar de zaag moest terugbrengen. De volgende dag deed Friedrich dat en toen hij op de plek was aangekomen sprong Friederike tevoorschijn en zei dat ze het goed van hem vond dat hij de zaag had teruggebracht. Hoofdstuk 7: Baustelle Friederike en Friedrich praten over wat ze later willen worden. Friedrich zegt dat hij later hijskraanmachinist wil worden. Die dag komt hij toevallig een hijskraan tegen en van de machinist mag hij ook heel even de hijskraan besturen. Als hij dit later aan Friederike vertelt komt zij op het idee om de sleutels van de hijskraan te jatten en de hijskraan te besturen. Die nacht doen ze dat en Friederike klimt op de hijskraan. Als plotseling de stroom uitvalt stoppen ze er snel mee en gaan naar huis.
Hoofdstuk 8: Unverhoffter Reichtum Friedrich en Friederike zijn in het bos en zien een man iets begraven. Als ze het opgraven blijkt het 50.000 Mark te zijn. Friedrich wil ermee naar de politie maar Friederike wil het houden. Als ze in het tuinhuisje het geld in twee stapeltjes verdelen komt plotseling de vader van Friedrich binnen. Hij neemt het geld mee naar de politie samen met Friedrich en Friederike. Het geld blijkt niet gestolen te zijn, maar een man had het begraven omdat zijn vrouw wilde scheiden en hij wilde het geld voor zichzelf houden. Hoofdstuk 9: Die Straβensperre In het dorp wordt er aan een weg gewerkt. Er zijn een heleboel omleidingbordjes geplaatst. Friedrich komt op het idee om een hele omleiding te maken en aan het einde een bordje neer te zetten “uitstappen om te pissen”. Als beide ouders net weg zijn, jatten ze de borden en maken de omleiding. 2 ~ Analyse ~ Titelverklaring ~ Friedrich en Friederike zijn de hoofdpersonen in het boek. Ze hebben een relatie met elkaar, maar ze hebben ook wel eens ruzie. Daarom heeft de titel als ondertitel: Oder ist schon die Liebe? ~ Thema ~ Het thema van dit boek is avontuur, omdat de hoofdpersonen samen veel avonturen beleven en dat ze daardoor af en toe ruzie krijgen, maar het toch daarna weer goed maken. ~ Tijd ~ In het boek wordt niet echt verteld wanneer het verhaal zich afspeelde. Het boek is uitgegeven in 1985 dus ik denk dat het boek rond 1980 geschreven is. De vertelde tijd is ongeveer een half jaar, omdat het verhaal begint in de winter en aan het einde is het zomer. De verteltijd is 94 bladzijden. Het verhaal wordt niet echt chronologisch verteld, want elk hoofdstuk beleven ze weer een ander avontuur. De hoofdstukken lopen niet mooi in elkaar over er is sprake van tijdssprongen. 3 ~ Recensie Friedrich und Friederike oder Ist das schon die Liebe?, Max von der Grün “Hilfe! Fritz! Hilfe! Hierher!” Dit bovenstaande werd geroepen door Friederike toen ze in een wak van het meer was gevallen. Dat vond ik het leukste hoofdstuk, omdat daarin het meest gebeurde. De andere verhalen waren minder leuk. De titel van het boek vind ik erg goed gekozen, omdat er precies mee gezegd wordt waar het boek over gaat. Dan weet je eigenlijk meteen of het een soort boek is dat je leuk vindt of juist niet. De dingen die Friedrich en Friederike meemaken kunnen echt gebeurd zijn, maar dan zou het denk ik alleen kinderen kunnen overkomen, omdat de meeste gebeurtenissen een beetje kinderachtig zijn. Bijvoorbeeld toen Friedrich de fiets van Friederike vastmaakte aan een boom. Dat het boek is ingedeeld in hoofdstukken vind ik wel handig, omdat je zo niet snel de draad kan kwijtraken. Bij ieder hoofdstuk begint er weer een ander verhaal. Het boek was daarom ook niet echt lastig om te lezen. Er waren geen flashbacks en flashforwards. Het taalgebruik vond ik niet moeilijk. Er werd in het algemeen Duits gesproken. Ik hoefde daarom ook weinig woorden op te zoeken. Af en toe kwam er een uitdrukking of uitspraak tussendoor die alleen in spreektaal voorkomt. Bijvoorbeeld: “Ja, ich bins.” Ik heb met geen van de hoofdpersonen raakvlakken, omdat ik ze allebei vrij kinderachtig vind. Ze doen beide stomme dingen, zoals Friederike de sleutels van een hijskraan jatte en Friedrich een fiets vastmaakte aan een boom. Friedrich liet zich ook steeds overhalen door Friederike om dingen te doen en dat vind ik slap van hem. Ik zou dit boek wel aanraden aan mijn klasgenoten. Niet omdat de verhalen zo leuk zijn, maar omdat het boek makkelijk te lezen is en daar gaat het bij ons om.