Het adres door Marga Minco

Genre Na oorlogsverhaal Auteur 1. Marga Minco werd geboren op 31 maart 1920 in het Brabantse Ginneken. Zij was de jongste in een Orthodox-joods gezin met drie kinderen. Toen Marga Minco geboren werd was haar broer Dave vijf jaar en haar zus Bettie één jaar. De voornaam Marga is voortgekomen uit haar onderduiktijd. Haar geboortenaam is Sara, dit verandert al snel in Selma. Als Marga vijf jaar oud is verhuist Marga met haar familie naar Breda, waar haar vader een belangrijke positie in de joodse gemeente kreeg. Daar ging Marga Minco naar de lage-re school. Na de lagere school bezocht Marga de Nutsschool voor meisjes, waar bleek dat ze veel hield van lezen en schrijven. Na een paar verhalen geschreven te hebben werd ze in 1938 aangenomen bij de Bredase Courant als journalist. Daar werkt ze tot het moment dat de directie verplicht wordt joodse personeelsleden te ontslaan. Behalve haar werk als journaliste schreef ze voor deze krant ook stukjes onder de naam Hus. In 1941 verhuisde samen met haar ouders naar Amersfoort. Kort daarna ging ze op een joodse lagere school in Amsterdam tekenlessen geven. In de oorlog werden haar orthodox-joodse ouders om-gebracht door de Duitsers. Marga overleefde de oorlog door steeds op verschillende plaat-sen onder te duiken. In 1946 trouwde ze met Bert Voeten. Hij was een beginnend en als journalist werkzaam bij een andere krant. Ze was zo gewend geraakt aan haar onderduik-naam "Marga" dat ze die maar als echte naam hield. De boeken die ze schreef: 1957 Het bittere kruid. - een kleine roman
1959 De andere kant - Verhalen

1963 Kijk 'ns in de la - kinderboek
1965 Het huis hiernaast novelle - in 1966 ingepast in Een leeg huis
1965 Terugkeer - novelle
1966 Een leeg huis - roman
1968 De trapeze kinderverhalen
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Je mag van geluk spreken - verhalen
1982 Verzamelde verhalen 1951-1981
1983 De val - roman
1986 De glazen brug - Boekenweekgeschenk
1991 De zon is maar een zeepbel - droomverslagen
1994 De verdwenen bladzij - verhalenbundel voor kinderen
1997 Nagelaten dagen – roman
2. De schrijver heeft me niet echt aan het denken gezet. Wel een beetje dat de nasleep van een oorlog nog zo erg kan zijn. 3. De schrijver wil met dit boek denk ik vertellen wat er na de oorlog nog allemaal gebeurde, het vertellen van de nasleep van de oorlog. 4. Het adres. Slaat op de terugkeer van de ik-figuur naar het adres van mevrouw Dorling. Het adres van mevrouw Dorling staat in het verhaal namelijk centraal. 5. De ik-figuur gaat op bezoek bij mevrouw Dorling in de flat, om hun spullen daar mevrouw Dorling op gepast heeft zolang de oorlog was op te halen. Maar als ze daar komt om de goederen mee te nemen, blijkt dat mevrouw Dorling zelf deze spullen als servies goed enz. te gebruiken! Omdat mevr. Op dat moment niet zelf thuis is en haar dochter haar binnen liet, gaat de ik-figuur maar gewoon weer naar huis toe, met de conclusie dat ze al die gestolen spullen toch niet op haar donkere kamertje kan bergen. 6. Bij het thema van dit boek denk ik aan oorlog en ellende ook omdat de nasleep van de oorlog zulke nare herinneringen met zich mee kan brengen. Tijd en ruimte 1. Aangezien de ik-figuur nog verduisteringspapieren op haar kamer heeft hangen, moet het vlak na de oorlog gebeurd zijn, zo rond 1946 of 1947. 2. Nou de tijd in dit boek zal hoog uit een paar dagen zijn na de 2e keer dat de ik-figuur weer bij mevrouw Dorling langsgaat waar ze dan een dochter aan treft. 3. Er komen flashbacks in het verhaal voor naar herinneringen van de moeder van de ik-figuur als een warm en zorgzame moeder. Het verhaal loopt chronologisch. 4. Ik heb geen idee waar het verhaal zich afspeelt het zal wel afgespeeld zijn in een van de grote steden in ons land. 5. Het verhaal loopt niet chronologisch omdat er daarvoor te veel flashbacks in terugkomen.
Personen 1. De hoofd persoon is het Ik-figuur. Ik-figuur: vanuit haar krijgen we het verhaal te zien. Ze is eenzaam en verwacht van mevrouw Dorling de spullen terug te krijgen, voordat ze erachter komt, dat de vrouw de joodse familie opgelicht heeft. 2. Ik weet niet van alle personen evenveel: Personen waar ik wat meer van weet: Mevr. Dorling: een hebberig persoon, die de joodse familie heeft opgelicht. Ze paste niet op de familiespullen, maar ze hield de spullen voor zichzelf. Bovendien houdt ze haar dochter voor de gek en wijst ze de ik-figuur zomaar de deur. Dochter mevrouw Dorling: Goed van vertrouwen, denkt dat de joodse spullen van haar moeder zijn. Ze vertelt dat ook vol trots en enthousiasme. Ze is nogal goedgelovig. De persoon waarvan ik minder weet: Moeder ik-figuur: Haar zien we enkel in flashbacks, want in de tijd dat het verhaal speelt is de moeder dood. Ze was een warm en zorgzaam persoon. Het verhaal/vertelperspectief/werkelijkheid. 1.Het is een ik-verhaal, Ik-figuur: vanuit haar krijgen we het verhaal te zien. Ze is eenzaam en verwacht van mevrouw Dorling de spullen terug te krijgen, voordat ze erachter komt, dat de vrouw de joodse familie opgelicht heeft. De ik-figuur heeft in de werkkampen van Hitler gezeten en haar hele familie verloren. 2. Ik vind niet dat je hier echt een film van kunt maken, het is zo’n kort verhaal, het enige waar je misschien een film kunt maken is dat ze bij mevrouw Dorling voor de deur staat en ze daar niet welkom is, dus dat ze moedeloos weer naar huis gaat. 3. Ik vind het een beetje ongeloof waardig dat de moeder van de ik figuur er in trapte om al die goederen mee te geven aan mevrouw Dorling. 4. Het boek is wel realistisch, het zou best echt gebeurd kunnen zijn! Samenvatting De ik-figuur gaat op bezoek bij mevrouw Dorling in de flat. Voordat de joodse familie in de oorlog weggetransporteerd werd naar werkkampen, bood mevrouw Dorling (hun buurvrouw) aan op de familiespullen van de joodse familie te passen. Het is vlak na de oorlog, wanneer de ik-figuur langsgaat bij mevrouw Dorling om de spullen op te halen voor haar nieuwe kamer. Haar hele familie is omgekomen in de werkkampen van Hitler. Bij het eerste bezoek stuurt mevrouw Dorling haar kwaad weg. Dan gaat ze de 2e keer op bezoek en treft ze de dochter van mevrouw Dorling. Zij is zich van geen kwaad bewust en laat de ik-figuur binnen. De dochter vertelt vol trots over het tafelzilver, de kandelaar en alle andere dure spullen, waarvan de dochter denkt, dat ze van mevrouw Dorling zijn. De ik-figuur mag wachten op mevrouw Dorling. De dochter blijft enthousiast door vertellen, over hoe ze ooit met het dure tafelzilver mocht eten van haar moeder. Wanneer mevrouw Dorling bijna thuiskomt komt het niet tot een confrontatie, want de ik-figuur gaat weg met de gedachten, dat mevrouw Dorling hen gewoon bestolen heeft en dat ze de spullen toch niet op haar eenzame donkere kamer kan wegzetten. Eigen mening 1. Ik heb geen idee of ik deze schrijfster een christelijke auteur kan noemen, omdat daarover niets in dit verhaal voorkomt. 2. Ook kan ik daar dan geen voorbeelden van noemen. 3. Ik vind de stemming in dit verhaal een beetje teleurgesteld, neerslachtig, pessimistisch, ik vind de ik-figuur dan ook eenzaam en alleen overkomen. 4. Het boek heeft mij het meest getroffen dat de na sleep van de oorlog zo lang nog duurde, ik had het idee dat iedereen elkaar na zo’n oorlog weer probeert verder te helpen, maar dat is in dit verhaal duidelijk niet het geval. 5. Het verhaal geeft mij dan ook het gevoel van teleurstelling, vooral het punt dat ik in de vorige vraag genoemd heb!