Titel: Het bittere kruid
Ondertitel: Een kleine Kroniek
Uitgeverij: Bert Bakker; Amsterdam
Jaar van 1e druk: mei 1957
Dit boek is gedrukt in september 1995 (41ste druk) Aantal blz.: 90
Hoofdfiguur: ik-verteller. Bijfiguren: vader en moeder Minco, de broer van de ik-verteller, Dave en zijn vrouw Lotte. Plaats van handeling: Breda, Amersfoort, Amsterdam, Aalsmeer en Heemstede. Genre: Het boek behoort tot de epiek. Het is proze met diepe woord-voor-woord betekenis. Het is een novelle. Twee spreuken staan als motto: 1. "Er rijdt door mijn hoofd een trein vol joden, ik leg het verleden als een wissel om…."(Bert Voeten) verklaring: Marga Minco wil haar gebeurtenissen die ze tijdens de tweede wereldoorlog heeft meegemaakt, van zich afschrijven. 2. "Knechten heersen over ons, er is niemand die ons uit hunne hande rukke." Verklaring: Onvoldoende steun om zich te verweren tegen de Duitsers. 2. GEGEVENS OVER DE AUTEUR. Marga Minco is het pseudoniem van Sara Minco, die op 31 maart 1920 geboren wordt in Ginneken. Ze is de enige die het wegvoeren van haar familie in de oorlog overleeft. De voornaam Marga is een overblijfsel van haar onderduikersnaam Marga Faes. Ze trouwt met de schrijver/dichter Bert Voeten, waar zij na enkele jaren van scheidt. Haar werk wordt grotendeels door oorlogservaringen gekleurd. Haar debuut is Het bittere kruid uit 1957, dat in 1985 wordt verfilmd door Kees van Oostrum. Marga Minco distantieert zich echter volledig van deze verfilming. Als haar verhalen niet over de oorlog gaan, dan spelen eenzaamheid en isolement een grote rol. Het toeval is ook belangrijk in haar boeken. Ze schrijft ook korte verhalen en kinderboeken, onder andere Kijk ´ns in de la (1963) en De verdwenen bladzij (1994). Ze krijgt in 1957 de Multatuli-prijs voor het verhaal Het adres en in 1958 ontvangt ze de Vijverbergprijs voor Het bittere kruid.
alles om. Kenmerken van de novelle zijn. - één plaats van handeling - geen uitvoerige karakterbeschrijvingen - zo weinig mogelijk verhaalfiguren 5. WAAROM IS MINCO AAN HET SCHRIJVEN BEGONNEN? “Ik heb van begin af aan al geschreven, in schriftjes. Dat waren fragmenten, aanzetjes, zinnen, de opzet van een karakter. Ik slaap slecht en soms valt me midden in de ancht een zinsnede in. Er ligt altijd een notitieboekje naast mijn bed. Om Bert niet wakker te maken schrijf ik mijn inval vaak in het donker op. De plotselinge invallen zijn vrijwel altijd goed. Je hoeft er later niets meer aan te veranderen.’’ ‘’In het najaar van 1982 ben ik begonnen stukken op de typemachine te schrijven en vanaf januari ben ik iedere ochtend gaan zitten, toen werd het serieuw. Als ik eenmaal op gang ben en consquent aan iets werk, groet het altijd enorm uit. Het bittere kruid en Een legg huis waren aanvakelijk ook veel groeter. In de loop der jaren is dat mijn methode geworden: eerst een uitgebreide opzet maken en dan de zaak weer terugbrengen tot kleinere stukjes. 5.2 De relatie tussen verschillende teksten
Veel van de verhalen van Marga Minco gaan over oorlogservaringen. Ook schrijft ze boeken over eenzaamheid en isolement. Dit is haar manier om haar oorlogstrauma te verwerken. Naast de boeken die ze schrijft doet ze niets. 5.3 Relatie tussen tekst en context
Dit verhaal is pas na de oorlog geschreven en gaat over de tweede wereldoorlog. In de jaren 50 wisten er nog weinig mensen van het lot van de joden en van de concentratiekampen. Mensen hadden het namelijk jarenlang druk gehad met het opbouwen van het land en hadden daarbij niet veel aandacht geschonken aan de Joden. Het boek van Marga Minco was dus al een niet veel voorkomend genre en boeide dus veel mensen. 6. TITELVERKLARING subtitel: Het Bittere Kruid. Voor dit boek ontving Marga Minco de Vijverbergprijs en het is vertaald in acht talen. Hoofdstuk 16 uit het boek is zo getiteld. De titel is ontleend aan Exodus 12:8. Dit heeft betrekking op het eten van bittere kruiden wat een Joods gebruik is. Het herinnert hen aan de bitterheid der slavernij in Egypte en de ongzuurde broden voor de haast waarmee men wegtrok. En daarmee ook de bittere tijden die de joden meemaakten. Nu beleeft Marga Minco deze zelf. Ook heeft het kruid een lange nasmaak. Hiermee wordt bedoeld dat een lange nasmaak hebben van de oorlog. ondertitel
Het thema van het boek is: de problemen en angsten die de joden in de Tweede Wereldoorlog hebben gehad en hoe lang deze tijd nog zal nawerken in de periode die er na komt. Ook al is Marga als overlevende uit de tweede wereldoorlog gekomen, de titel is niet voor niets “Het Bittere Kruid”. De dingen die ze heeft meegemaakt zullen nog lang een rol blijven spelen in haar verdere leven. Ze zal nog lang de pijn en verdriet kennen omdat ze eigenlijk zonder reden haar hele familie is kwijtgeraakt. 7.2 de motieven
Oorlog: Doordat het verhaal zich afspeelt in de oorlog wordt je er constant aan herinnerd en is het terugkerend
Dood: Dit maakte indruk. Om Marga heen worden veel mensen opgepakt, waaronder ook haar ouders, haar broer en zijn vrouw en haar zus. Joden Vervolging: de Duitsers die mensen oppakken zoals de razzia op de Lepelstraat en in het bejaardentehuis. Vervolgingen: Door de Duitsers waren er een heleboel dingen verboden voor Joden zoals het zwembad, het badhuis, het openbaar vervoer en de bioscoop. De verboden komen veelvuldig in het boek voor en geven de onmacht van de Joden weer. Angst: Dit gevoel maakt zowel indruk als dat het herhaald wordt. Er is altijd de angst om gepakt geworden door de Duitsers. Het gevoel van angst hebben Marga en haar familie altijd, in de trein, in de bioscoop en thuis het is een steeds terugkerend onderwerp. 8. TIJD, RUIMTE, SPANNING, PERSPECTIEF 8.1 Tijd
De tijd die in het boek verloopt is vanaf het begin van de oorlog tot na de oorlog, dus ongeveer vijf jaar. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat alle gebeurtenissen elkaar opvolgen. Er zitten wel gedachten van Marga in. Dan denkt ze vooral terug aan de dingen die in haar jeugd gebeurd zijn, zoals het bijna zien verdrinken van haar zus Bettie of het gepest als ze door de Kloosterstraat moest lopen, waarin veel kinderen waren die haar pestten omdat ze Joods was. Dit zijn flash -backs. De verteltijd is korter dan de vertelde tijd. Ik had ongeveer 3½ uur nodig om het boek te lezen, maar in het boek verstrijkt er 5 jaar. Er zitten verschillende tijdssprongen in, want niet elke gebeurtenis in die 5 jaar wordt verteld. Ik denk dat het beste voorbeeld de sprong van het einde van het boek naar de epiloog is, want dan is de oorlog ineens afgelopen. Ook is er wel sprake van tijdsversnelling, omdat niet alles uitvoerig beschreven wordt. Als voorbeeld zijn dat de verhuizingen van Breda naar Amersfoort of de keuringen die vader en Dave krijgen voor het werkkamp. Ook zijn er in het boek vertragingen door de gedachten die door Marga's hoofd gaan. Als ze door de man in de Lepelstraat wordt aangehouden bijvoorbeeld beschrijft ze hoe deze man eruit ziet en daardoor krijg je niet echt een doorlopend verhaal. Verhaalbegin en verhaaleinde
Het verhaal begint met actie en informatie want er wordt gelijk geopend met een gesprek. Daarna wordt wel verteld dat de hele stad had moeten evacueren en dat vormt de informatie, omdat je dan gelijk weet dat de oorlog al aan de gang is. Het einde is een gesloten einde. Je komt te weten hoe het is afgelopen met Marga, dat 'goed' is gegaan en dat zij niet opgepakt is en er wordt ook gezegd dat Marga geen hoop meer heeft dat haar ouders en andere familie ooit nog terug zal komen. Dat is het einde van het verhaal. 8.2 Ruimte
De spanning in het boek wordt opgebouwd door de lezer op te zadelen met een vraag: Lukt het de familie van Marga Minco om uit de handen van de Duitsers te blijven? En als de familie opgepakt is gaat het over in: Zal het Marga lukken om niet opgepakt te worden? Ook wordt de spanning in het verhaal opgebouwd door vertragingen. Bijvoorbeeld als er mensen in de Lepelstraat worden opgepakt en Marga ook bijna moet instappen. Een ander voorbeeld is als de familie in Amsterdam wordt opgepakt, maar Marga nog net via de tuindeur kan ontsnappen. Er wordt zoveel omheen verteld van de situatie die er op dat moment speelt (uiterlijk van mensen e.d.) dat je daardoor een vertraagde werking krijgt, omdat je de dialogen op deze manier niet direct kan volgen. Toch wil je zo snel mogelijk te weten komen wat er gaat gebeuren. Door de omgeving en personen goed te beschrijven bouwt de schrijfster ook spanning op. Ze beschrijft namelijk precies hoe de Duitsers eruit zagen en hoe ze zich gedroegen. Omdat ze zo star en bevelend waren (ze worden dan ook beschreven als tinnen soldaatjes) gaf dat een nare situatie was en het verhaal spannend maakte. 8.4 Perspectief
Het verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief. Je leest met de gedachten van de 'ik' in het verhaal mee. Het is dus een 'ik-verhaal'. Je kan de naam van het ik- figuur niet opmaken uit het boek. Maar omdat het boek een waar gebeurd verhaal en omdat het boek gaat over Marga's belevenissen in de Tweede Wereldoorlog weet je dat de ik-figuur Marga heet. 9. PERSONAGES Marga: Marga is een hoofdpersoon. Je kan je in haar situatie inleven en ze heeft namelijk rechtstreeks te maken met het probleem van de Jodenvervolging. Doordat het een autobiografie is, is het dus door Marga geschreven en gaat het hele boek over haar en krijgt zij de meeste aandacht. Daarbij is Marga een karakter, omdat ze in het boek ouder en wijzer wordt. Ze leert namelijk dat de Duitsers wel gevaarlijk zijn, terwijl ze aan het begin van het boek, net als haar vader, er vrij optimistisch was en niet bang. Ook is Marga angstig voor de Duitsers en voelt ze zich schuldig als ze haar ouders heeft achtergelaten. Vader: achtergrondpersoon, hij geeft diepte aan de hoofdpersoon door haar te beïnvloeden met zijn positieve kijk op de oorlog, verder is hij een type, want je weet alleen maar van hem dat hij optimistisch is. Hij is ook niet uitgebreid beschreven. Moeder: zij is een achtergrondpersoon, je kan namelijk niet met haar gevoelens meelezen en ze krijgt niet zoveel aandacht. Doordat je maar een eigenschap van haar te weten komt, dat ze zorgzaam en bezorgt is, is de moeder een type. Dave: dit is de broer van Marga. Hij is een achtergrondfiguur. Ook zijn gevoelens zie je niet echt en je weet eigenlijk alleen dat hij een dappere jongen was, omdat hij dat drankje nam voordat hij naar de keuring voor het werkkamp moest, en dus is hij daarbij een type. Lotte: Marga kan het goed met Lotte vinden. Lotte is de vrouw van Dave. Ze wordt niet uitgebreid beschreven en ze is dan ook een type. De enige karaktereigenschap die je van haar te weten komt is dat ze net als de moeder van Marga een zorgzaam type is. Ze is ook een achtergrondfiguur. Ze krijgt namelijk haast geen aandacht, je kan je niet in haar inleven en ze heeft niet rechtstreeks te maken met het probleem. Bettie: Bettie is de een jaar oudere zus van Marga en een type. Je weet namelijk alleen dat ze dapper was. Als voorbeeld kan ik daar de Kloosterlaan van geven. Bettie liep altijd gewoon door als er kinderen stonden die hun eventueel konden gaan pesten. Ook is zij een achtergrondfiguur, want ze geeft diepte aan de persoon, je ziet dat Marga vroeger niet zo sterk was (o.a. Ook de kloosterlaan) «Ieder achtergrond figuur is ook nog eens belangrijk voor de handeling, omdat Marga door het verdwijnen van haar familie ongelukkig en verdrietig wordt. 10. BIBLIOGRAFIE 1957 Het bittere kruid: een kleine kroniek (novelle) 1959 De andere kant: Verhalen
1961 Tegenvoeters (een novelle en gedichten) 1963 Kijk ‘ns in de la (Kinderboek) 1964 Moderne Joodse verhalen
1965 Het huis hiernaast (novelle0 Terugkeer (novelle) 1966 Een leeg huis (roman) 1968 De trapeze, 6
1970 De dag, dat mijn zuster trouwde (novelle) 1973 Enige jaren na de oorlog was ik voor een paar
1974 Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren
1975 Je mag van geluk spreken
1976 Het adres en andere verhalen
1982 Verzamelde verhalen: 1951-1981
1983 De val
1986 De glazen brug
1990 De zon is maar een zeepbel: twaalf droomverslagen
Grammofoonplaat
1961 Bomen
Bekroningen
1957 mutatorprijs (eerste prijs) voor Het adres
1958 Vijverbergprijs voor Het bittere kruid. 1958 Regeringsreistoelage. 1960 Reistoelage van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
1963 Opdracht van de gemeente Amsterdam tot het schrijven van een novelle (Het huis hiernaast) 1979 Riestoelage van het Fonds voor de Letteren. 11. LITERATUUR GESCHIEDENIS Marga Minco ook wel Sara Voeten-Minco. Zij werd in Nieuw-Ginne-ken geboren uit Joodse ouders. Zij is getrouwd met de schrijver en Shakespeare-vertaler Bert Voeten. Tijdens de bezetting dook zij onder in Amsterdam; haar hele familie werd gedeporteerd en kwam om. In de novelle "Het Bittere Kruid" (bekro-ond met de Vijverbergprijs van de Jan Campert stichting) geeft zij een kroniek van haar persoonlijke ervaringen tijdens WOII. Het boek is in verscheidene talen vertaald. In 1966 verscheen haar roman "Een leeg huis". Marga Minco heeft ook kinderboeken, verhalen en televisiespelen geschreven. Haar verhalenbundels "De andere kant" (1959) en "Meneer Frits en andere verhalen uit de vijftiger jaren" hebben een groot lezerspubliek gevonden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
realisme
19 jaar geleden
AntwoordenD.
D.
bij de samenvatting is het gewoon een naamloze ik-persoon want op wikipedia staat dit:
'Het boek is in de ik-vorm geschreven, maar de hoofdpersoon heeft geen naam. Zij valt niet samen met de echte Marga Minco (die in werkelijkheid in de oorlog ouder was). Het boek is uiteraard vanuit joods oogpunt geschreven, maar in nuchtere bewoordingen, zonder dat de emotie expliciet wordt.'
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
sgoed verslag:d
12 jaar geleden
AntwoordenN.
N.
De naam Marga klopt niet, het is gewoon de ik-figuur. Ik kreeg een hele preek van m'n lerares ;)
11 jaar geleden
Antwoorden