Nachtlopers door Mieke van Hooft

Titel: Nachtlopers
Auteur: Mieke van Hooft Wie zijn de hoofdpersonen in het boek? Gerard, Toon, Ubbe en Ivo zijn de hoofdpersonen uit het boek. Gerard is twaalf jaar oud, klein, mager, witblond en rustig. Hij heeft een broer die Peter heet en hij is vijftien. Regelmatig komt Gerard met zijn vrienden Toon, Ubbe en Ivo in de snackbar van Annie. Ubbe en Ivo zijn tweelingbroers. Donderstenen, vlug en lenig als apen. Toon is het tegenovergestelde. Hij is twaalf, net als de anderen maar hij is minstens een kop groter. Alles aan hem is groter; zijn handen lijken wel mannenhanden, zijn buik hangt bol over de riem van zijn broek. Zijn hoofd lijkt vierkant, met rode wangen, dikke lippen en gemillimeterd haar. In welke tijd speelt het verhaal? Het verhaal speelt zich in deze tijd af. Er rijden auto’s, fietsen en er zijn computers en kleurentelevisies. Aan meer dingen kan ik het niet zien, maar het lijkt me duidelijk dat je aan deze dingen kunt zien dat het verhaal zich afspeelt in deze tijd!
Wat is de vertelde tijd in het boek? De vertelde tijd is ongeveer één maand. Het verhaal begint ongeveer een week voor kerstmis, want de snackbar van Annie is versierd met kerststukjes. Ook gaan de jongens een keer met school schaatsen en dat doe je ongeveer rond december, januari. Het verhaal eindigt waarschijnlijk een paar dagen na oud en nieuw. Is het verhaal chronologisch of niet chronologisch verteld? Het verhaal is chronologisch verteld, want het verhaal begint in de kerstmis en eindigt een paar dagen na oud en nieuw. Vanuit welk perspectief wordt het verhaal verteld? Het verhaal wordt in de hij/zij vorm geschreven. Je kent de gevoelens van de personen. Citaat: ‘Doe me een lol en houd daar mee op,’ zegt Annie. Ze pakt een zilverkleurige bus en strooit zout over de frites. Gerard grijnst en trommelt rustig door. Annie schept de frites in een plastic bakje en spuit er mayonaise bij. ‘Hier pestkop, eten.’ Hij lacht, pakt het bakje van haar aan en sloft naar zijn vaste plaats. De inhoud van het boek. Als Gerard met zijn vader en moeder een kerstboom gaan kopen, ziet de vader van Gerard, Peter aan de overkant van de straat lopen met een groepje jongens en meisjes. Ze houden een spandoek omhoog en er staat met rode letters op; STOP DE KERSTBOMENMOORD! De volgende dag om vier uur s’nachts wordt Gerard wakker, hij hoort buiten allemaal vreemde geluiden. Als hij naar buiten kijkt ziet hij dat er brand is in de snackbar van Annie. Er worden nog meer branden gepleegd en de jongens gaan uitzoeken wie de dader(s) zou(den)kunnen zijn. De politie zegt dat het een pyromaan is. In de Jagerstraat op nummer zevenentwintig woont een man die ‘De Bok’ heet. De vier jongens vinden de man maar een gluurder. Hij let op alle dingen die de jongens doen. Op een dag gaan de jongens naar een wit huis in de Berkenstraat. Het is een huis wat al heel lang leegstaat. De jongens gaan naar binnen en ze vinden het eigenlijk wel een goede plek om bij elkaar te komen, net als in de snackbar bij Annie. Het witte huis word hun nieuwe vaste ontmoetingsplaats. Op een dag krijgen de jongens op school te horen dat het witte huis is afgebrand. Ze schrikken erg. Niet alleen dat ze er niet meer kunnen komen, maar ze zijn bang dat ze verdacht worden van de brand. Nu willen ze echt weten wie nou de dader is van al die branden. Ze denken dat ‘De Bok’ het heeft gedaan, omdat ze hem wel vaker s’avonds buiten zien lopen. Ze zoeken bewijsmateriaal en Gerard zoekt zelfs in het huis van ‘De Bok’ met behulp van Toon, Ubbe en Ivo. Gerard komt erachter dat Peter s’nachts nog wel eens op pad gaat en denkt dat hij de pyromaan is. Op een nacht wordt Gerard wakker en hoort iemand de trap af lopen. Het is Peter en Gerard wil nu zeker weten of Peter nou echt de pyromaan is. Hij achtervolgd hem, totdat Peter een huis binnengaat op het plein van Annie’s snackbar. Na een minuut of twee komt Peter met een lange jongen naar buiten en ze stappen in een lelijke eend. De auto rijdt de straat door en slaat een zijstraat in. Gerard is de auto kwijt. Als Gerard weer op een nacht wakker wordt, komt dat door dat er brand is bij de overburen. Gerard en zijn vader en moeder gaan naar beneden om te kijken, maar Gerard wil eigenlijk meteen weten waar Peter is, dus pakt hij zijn fiets en gaat opzoek. Nadat hij een kwartier heeft rondgereden en hem niet heeft gevonden, gaat hij naar huis. De brandweer en politie zijn weg. Er is op straat geen mens meer te bekennen. Als hij dichterbij zijn huis komt, ziet hij dat zijn vader ijs van de autoruit probeert te krabben. Zijn moeder komt naar buiten en zegt dat Peter een auto ongeluk heeft gehad op een viaduct. Als ze in het ziekenhuis zijn brengt een zuster Gerard en zijn vader en moeder naar een wachtkamer. Een andere zuster zegt dat er niks ernstigs is met Peter, maar dat hij alleen een hersenschudding heeft en wat inwendige kneuzingen. Ook zegt ze dat Peter met een andere jongen in de auto zat en dat die niet gewond is. Even later komt die jongen binnen. Hij heet Harm en zegt dat hij met Peter en met nog een paar vrienden in een milieuwerkgroep zit. Harm vertelt, dat hij met Peter s’nachts aanplakbiljetten ophangt over het milieu. Hij zegt dat ze dat s’nachts doen omdat het eigenlijk illegaal is. Gerard is er van overtuigd dat Peter de pyromaan niet kan zijn. Als ze weer naar huis gaan en Gerard ligt net in zijn bed hoort hij beneden gerommel. Als hij halverwege de trap is, ziet hij een hand door de brievenbus gaan met een brandende lap. Snel loopt hij naar benenden en trapt het vuur uit. Hij doet de deur open en ziet dat er een man wegrent met politieagenten achter zich aan. Voor hem staat ‘De Bok.’ De Bok vertelt dat de pyromaan Arnout van Doorn is. Een man die ook regelmatig in de snackbar kwam. De Bok vertelt dat hij s’avonds over straat liep omdat hij detective wilde spelen. Hij had vroeger namelijk een hondje en daar wandelde hij dan mee, maar dat hondje is nu dood en daarom maakt hij in zijn eentje de wandelingen. Mijn mening. Ik vond het een erg spannend boek! Ik vind detective verhalen eigenlijk veel leuker worden. Ik was erg benieuwd wie de pyromaan zou zijn en ik had echt niet verwacht dat Arnout van Doorn het was. Het boek was niet moeilijk en misschien wordt mijn volgende boek weer een detective boek!