I stripete genser door Else Breen

Beoordeling 8.4
Foto van een scholier
Boekcover I stripete genser
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1563 woorden
  • 20 november 2003
  • 27 keer beoordeeld
Cijfer 8.4
27 keer beoordeeld

Boekcover I stripete genser
Shadow
I stripete genser door Else Breen
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
A) Samenvatting van de inhoud Berit leidt een normaal leventje totdat haar moeder ziek wordt. Haar wordt verteld dat het niets ernstigs is, gewoon een griepje. Maar de dingen beginnen toch erg te veranderen. Haar moeder wordt niet boos meer als Berit te laat thuiskomt; ze houdt de kinderen niet meer zo streng aan de huisregels terwijl die vroeger altijd stipt nageleefd moesten worden. Op school krijgt Berit een invaller voor godsdienst. De hele klas mocht hem en Berit ook. Een vriend van Jens, Leo, wil graag bij het clubje van de vier vrienden Jens, Peter, Ellen en Berit. Als Berit hem bij haar thuis uit moet leggen dat ze hem niet bij de club willen, komt ze erachter dat Leo en haar moeder het goed met elkaar kunnen vinden. Hij komt steeds vaker over de vloer, maar niet voor Berit maar voor haar moeder.Hij neemt zelfs cadeautjes voor haar mee. Als Berit op een dag haar zelfgebreide streepjestrui gaat zoeken in de kelder bij de vuile was hoort ze haar ouders binnenkomen. Ze krijgt zin om zich te verstoppen in de kast en dan heel hard BOE te roepen. Maar als haar ouders een meningsverschil krijgen blijft ze maar zitten want dit was niet het juiste moment. Na een tijdje kreeg Berit de schrik van haar leven; haar moeder was stervende. Berit hoorde haar zeggen dat ze het nog niet aan de kinderen wilde vertellen, dus ze zat met een vreselijk geheim opgescheept. Ze wou er toch met iemand over praten en kwam bij haar godsdienstleraar Michael uit. Ze vertelde hem het hele verhaal en hij werd degene bij wie ze altijd terecht kon om over haar moeder te praten. Ze begon te dagdromen, te hopen dat haar moeder toch nog beter werd, dat er een nieuw geneesmiddel kwam tegen haar moeders ziekte, dat ze in het ziekenhuis een foutje hadden gemaakt en ze haar moeder hadden omgewisseld met iemand anders. Berit stortte zich maar op haar school. Dit was haar beste jaar. Na een tijdje werd Leo echt een kind aan huis en hij ging zelfs in de oude rommelkamer wonen. Michael gaf geen les meer, want de zieke lerares was weer beter. Berit ging bij hem langs, maar er deed steeds een vrouw open die zei dat hij niet thuis was. Nu stond ze er echt helemaal alleen voor. Ze werd erg eenzaam en kreeg het gevoel niemand meer te hebben om mee te praten. Een hele tijd later kwam ze Michael tegen en uiteindelijk had hij haar overtuigd om aan haar vader te vertellen wat ze wist. De dagen daarop ging ze niet naar school en haar broertje en zusje Per en Mai werden ook ingelicht; nu wist iedereen het. Iedereen probeerde er het beste van te maken maar na een paar maanden stierf de moeder van Berit. B) De verhaalanalyse 1 De titel

De titel: ‘De laatste regels’ wijst naar de diepere bedoeling van het boek. Het gaat om de briefjes die de moeder altijd schreef. 2 Soort boek
Dit boek is een probleemroman
3 Personages - de hoofdpersoon: Berit - de bijfiguren : Anne-Cathrine Peter Karsten Jens Mai Ellen Per Michael Leo
Berit is een roundkarakter omdat je haar gevoelens en gedachten te weten komt. Ze ontwikkelt zich in het boek. Alle bijfiguren zijn typen, omdat ze in het verhaal maar één typerende karaktertrek hebben en altijd hetzelfde reageren. Berit is 15 jaar oud. Het is een meisje dat zichzelf wegcijfert voor andere mensen, ze denkt over dingen na en is erg begripvol. Ze heeft lang donker haar en is verder een gewoon meisje om te zien. Berit kan af en toe best brutaal zijn, maar ze probeert ook de situatie van haar ouders en de gevoelens van haar moeder te begrijpen. Berit is de dochter van Anne-Cathrine en Karsten en de grote zus van Mai en Per. Peter en Jens zijn goede vrienden van Berit en Ellen is heel lang haar beste vriendin geweest. Berit is erg geëmancipeerd voor iemand uit de jaren ’70. Bijfiguren: Anne-Cathrine is de moeder van Berit, Mai en Per en is getrouwd met Karsten. Ze wordt ziek en wil dat niet graag toegeven. Ze denkt na over de dingen. Ze was er erg op gesteld dat iedereen zich aan de huisregels hield en zijn/haar taken deed. Karsten is de vader van Berit, Mai en Per en is getrouwd met Anne-Cathrine. Hij is psycholoog en ook thuis gedraagt hij zich als psycholoog. Hij is de enige thuis die weet van de ziekte van Anne-Cathrine en doet alles om dat geheim te houden. Mai is het kleine zusje van Berit en de grote zus van Per. Het is een heel lief meisje en is erg recht voor z’n raap. Per is het kleine broertje van Berit en Mai. Hij verzamelt allemaal kleine frutsels en hij is degene die Berit heel af en toe een beetje vrolijker kan maken door gewoon zichzelf te zijn. Leo is een vriend van Jens en later ook van de famile van Berit. Hij houdt ervan om bezig te zijn en is altijd extra aardig voor de moeder van Berit. Peter zit bij Berit op school en ze zijn goede vrienden. Hij presteert goed op school en hij houdt ervan om over politiek te praten. Jens is een jongen die of piano speelt of achter meisjes aanzit. Hij is min of meer het vriendje van Ellen. Ellen en Berit waren vroeger heel goede vriendinnen, maar nu probeert Ellen zich een beetje van Berit los te maken. Ze is afstandelijk naar Berit toe. Michael is de invalleraar en degene met wie Berit over alles kan praten. Hij is erg zorgzaam en medelevend. 4 Tijd Het verhaal speelt zich in 1970 en 1971 af. Er verlopen een paar maanden tussen begin en eind van het verhaal. Van de herfst (oktober of november) tot aan het begin van de lente. Het verhaal is niet chronologisch verteld, want het begint bij het einde en dan gaan ze terug in de tijd en wordt het hele verhaal verteld. Er komen geen terugblikken in voor. Er komen niet erg veel sprongen in de tijd voor. 5 Vertelsituatie We beleven het verhaal door de ogen van Berit. De ik-vertelsituatie wordt gebruikt.
6 Ruimte Het verhaal speelt zich in Noorwegen af. De belangrijkste ruimte is het huis van Berit en haar familie, omdat ze daar met het verbergen van haar gevoelens te maken heeft. In het huis gebeuren ook de meeste dingen. 7 Opbouw Het verhaal begint met een soort inleiding. De hoofdpersoon, Berit, krijgt iets vreselijks te horen wat ze geheim moet houden. Dat is een probleem voor haar, want ze gaat zich erg eenzaam voelen. Ze lost dit op door aan haar vader te vertellen wat ze weet. De belangrijkste gebeurtenis is als Berit erachter komt dat haar moeder ziek is. Het hoogtepunt uit het boek is als ze niet meer met Michael kan praten en zich nog eenzamer voelt dan ze al deed. Aan het einde gaat de moeder dood en het gezin probeert de draad weer op te pakken. 8 Thema en motieven Het thema van dit boek is dood en eenzaamheid. Ik heb geen informatie over de motieven kunnen vinden. 9 Bedoeling De schrijver hoopt dat de lezers zich in haar boeken zullen herkennen, en dat zij meer oog krijgen voor degenen met wie ze samen leven. 10 Taal Het taalgebruik was niet erg moeilijk. Het verhaal bevat niet veel en ook niet weinig dialogen. C) Je mening In het begin was het best wel saai, want er gebeurde helemaal niks bijzonders, totdat Berit erachter kwam dat haar moeder ziek was. Toen begon het verhaal eigenlijk pas echt. Ik kwam eigenlijk alleen iets over Berit te weten. De andere personages werden amper beschreven. Dat vond ik toch wel jammer. Ik had niet het gevoel dat ik de personages echt leerde kennen. Het onderwerp is natuurlijk helemaal niet leuk, maar wel leuk om te lezen. Ik vond het heel interessant en ook best wel zielig voor Berit, want ze wist dat haar moeder dood zou gaan en ze dacht dat ze er niks over kon zeggen. Je gaat ook best wel meeleven met Berit. De bouw was best interessant, omdat het eigenlijk bij het einde begon, maar dat je nog niet wist hoe het af zou lopen. De afloop was niet erg verrassend, want het was niet zo moeilijk om te raden dat iemand met een ongeneeselijke dodelijke ziekte dood zou gaan. Maar het ging ook niet allemaal om de afloop, dus dat was niet erg. Het taalgebruik was niet erg moeilijk. Er werden geen moeilijke woorden of zinnen gebruikt. D) Informatie over de schrijver Else Breen is op 15 maart 1927 geboren. Nadat ze gymnasium A gedaan had ging ze studeren. Ze studeerde theologie en Scandinavische taal- en letterkunde. Haar speciale interessen zijn muziek en toneel. Ze is begonnen met schrijven op de middelbare school (o.a. opstellen) en daarna dagboeken en zo verder. Ze schrijft niet totaal autobiografisch. Ze heeft natuurlijk veel gegevens over haar man en kinderen in haar boeken verwerkt, maar ook ervaringen die ze opdeed toen ze bij de kinderbescherming werkte, in een schoolbestuur, de redactie van een krant, of tijdens haar studie. Else Breen schreef een tiental jeugdboeken en twee toneelstukken. Ze heeft de derde prijs van het beste Noorse jeugdboek voor:” Tegen de draad in” gekregen. “De laatste regels” hebben haar de Oostenrijkse jeugdboekenprijs en de Katholische Kinderbuchpreis opgeleverd.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.