Inhoud.
1 Titel: Confetti conflict.
2 Auteur: Carry slee
3 Gernre: Liefde en school
4 Samenvatting: Mark wordt opgevoed door zijn vader Ger, die kunstenaar is. Ze hebben het erg naar hun zin op hun woonboot. Ger heeft een vriend, Rob. Rob helpt Mark met zijn huiswerk en speelt videofilms over Dracula enz voor hem. Mark vindt hem erg aardig, maar hij schrikt ontzettend als hij merkt dat zijn vader verliefd op Rob is. Hij schaamt zich voor zijn vrienden, en vooral voor zijn vriendin Jasmijn.Jasmijn wil haar carrière storten op turnen nu wil ze naar een sportinternaat maar haar ouders vinden het niet goed. Jasmijn doet er alles voor om in dat sportinternaat te komen en mark helpt haar daarbij. Jasmijn heeft een inschrijfformulier te pakken gekregen en schrijft zich in, ze krijgt bericht dat ze de test mag doen om te kijken of ze geschrikt is voor het sportinternaat. Jasmijn´s opa probeert de ouders van Jasmijn over te halen maar haar vader laat haar niet gaan omdat hij vroeger ook zijn carrière opgegeven heeft voor iets wat hij graag wou doen en daarom laat hij zijn dochter niet dezelfde fout maken. Maar wat haar vader ook deed ze bleef bij haar keus om naar dat sportinternaat te gaan. Jasmijn wordt toegelaten en verteld het haar opa die belde haar ouders om te vragen of ze even naar hem toe kwamen hij moest hun wat vertellen en toen ze er waren vertelde ze het hele verhaal dat ze de test mocht doen en dat ze toegelaten is toen dachten de ouders van Jasmijn er anders over want je werd alleen maar toe gelaten als je heel goed was en dat was Jasmijn en dus mocht Jasmijn naar het sportinternaat. Johan, een jongen uit hun klas, wordt Krentje genoemd. Hij verkoopt zakjes confetti die hij zelf voor niets heeft gekregen. Voor een klasgenoot die in het ziekenhuis ligt heeft hij maar een kwartje over. Mark en zijn vrienden bedenken een plan om dit af te straffen. Ze verkopen valse munten aan Johan, die denkt dat ze echt zijn. Johan verkoopt ze door voor meer geld aan Harde Henkie. Als Henkie er achter komt dat ze vals zijn, wordt Johan gestraft. Mark en zijn vrienden bevrijden hem en hij trakteert iedereen op patat (en is dus niet meer krenterig). 5 Apart noteren: a) De hoofdpersoon het karakter en het uiterlijk (Is de hoofdpersoon veranderd tijdens het verhaal? Heeft de persoon iets geleerd?) De hoofdpersoon is Mark. Hij is wijzer geworden eerst dacht hij dat homoseksualiteit niet kan en later wel. Mark is een lieve jongen met een zacht karakter
b) Zijn er eventueel andere belangrijke personen? Ook het karakter en het uiterlijk omschrijven. Een belangrijke persoon is Jasmijn ze is een aardige, behulpzame persoon ze heeft haar zin gekregen dus beschikt over doorzettingskracht. c) Plaats waar het afspeelt. In de buurt van Arnhem
d) Tijd waarneer het afspeelt. Dat weet ik niet precies maar aan de manier waarop het geschreven is zou het in deze tijd kunnen zijn.
e) Hoe begint het boek. Het boek begint met dat Mark wakker wordt. Hij moet zijn biologieproefwerk leren maar wil eigenlijk liever in bed blijven. Als hij de lucht uit de keuken van gebakken eieren met spek ruikt komt hij toch maar uit bed want zijn vaders gebakken eieren zijn heerlijk.
f)
a) Hoe loopt het boek af? Goed Jasmijn mag naar het sportinternaat Dalenberg. Mark ziet in dat homoseksualiteit niet voor schut is en hij krijgt verkering met Jasmijn.
Johan (krentje) wordt gered en is minder krenterig geworden .
Vader Ger en zijn vriend blijven bij elkaar.
b) Door wiens ogen beleef je het verhaal? De schrijver/ lezer
g) De verhaallijn
Het boek heeft verschillende verhalen, die weer in elkaar overlopen. Zo begint het boek met het probleem van Jasmijn. Zij wil graag een toelatingsexamen doen voor het sportinternaat. Maar haar ouders zijn het daar niet mee eens. En zonder ouders kan je niet aan een inschrijfformulier komen, denkt ze. Maar daar is Mark het niet mee eens. Hij belt naar het sportinternaat en doet net of hij de vader van Jasmijn is en vraagt om een inschrijfformulier op te sturen. Ze trappen er in en Jasmijn heeft haar inschrijfformulier. Maar nu zijn ze er nog niet, nu moet ze nog toelatingsexamen doen, en dat valt op een gewone schooldag. 's Morgens vroeg gaan Jasmijn en Mark op pad, ze gaan met te trein naar Arnhem. Want daar moeten ze zijn. Jasmijn slaagt voor het toelatingsexamen maar ze hebben geen geld meer voor de trein terug naar huis. Ze komen op het idee om te gaan liften naar het huis van de opa van Jasmijn die zal hun wel willen helpen. En inderdaad, maar hij belt meteen naar de ouders van Jasmijn om te zeggen dat ze veilig bij hem zijn, want haar ouders waren heel ongerust. Dan gaat de opa van Jasmijn met haar ouders praten om voor elkaar zien te krijgen dat Jasmijn naar het sportinternaat mag. Hij krijgt het voor elkaar en de ouders van Jasmijn zijn niet meer boos. Het tweede verhaal is het probleem dat Mark heeft als hij erachter komt dat zijn vader geen nieuwe vriendin heeft maar een vriend, Mark's moeder is namelijk overleden toen Mark nog heel klein was. Mark komt er dus achter dat zijn vader homofiel is. Hij schaamt zich er voor en probeert allerlei uitvluchten te verzinnen zodat ze er op school niet achter komen en vooral Jasmijn niet. Zo blijft hij thuis en zegt dat hij zich niet lekker voelt zodat Jasmijn niet komt. Als hij een keer gaat kijken in het atelier van zijn vader, samen met Jasmijn, wordt de deur niet geopend als hij aanklopt. Hij kijkt door de brievenbus en schrikt geweldig, zijn vermoedens waren dus toch waar. Zijn vader staat te vrijen met Rob. Hij trekt Jasmijn mee voor ze door de brievenbus kan kijken, en zegt dat hij naar huis moet. Hij weet alleen niet dat Jasmijn nog terug gegaan is om ook te kijken. Dus zonder dat Mark het weet, weet Jasmijn allang dat Mark's vader een vriend heeft. Aan het eind van het boek wil hij het haar vertellen, maar dan zegt ze doodleuk, oh, dat, wist ik toch allang. Hij heeft zich dus zorgen zitten maken om niks. Het derde verhaal is Johan, een jongen uit Mark's klas, hij is vreselijk krenterig en de vrienden van Mark ergeren er zich vreselijk aan. Zo heeft Mark van z'n vader confetti gekregen, dat had hij over van z'n atelier. En Johan weet dat Mark die confetti heeft, hij zegt tegen Mark dat hij confetti nodig heeft voor een feest. Mark geeft hem gratis een heleboel confetti. Maar wat doet Johan, hij verdeelt de confetti over kleine zakjes en gaat ze verkopen op school, Mark is woest. Ze gaan hem een lesje leren. Zo verkopen ze hem nepmunten en doen alsof die vreselijk waardevol zijn. Johan trapt erin, en verkoopt de munten met veel winst, maar aan de verkeerde persoon. Hij verkoopt ze aan Harde Henkie. Die komt er achter en dan zijn de rapen gaar. Als je Harde Henkie iets flikt moet je namelijk oppassen want hij slaat je zo in elkaar. En dat willen Mark en z'n vrienden nu ook weer niet en gaan Johan helpen. Ze zeggen dat Johan het eerlijk tegen Henkie moet zeggen en dat hij het geld moet terug geven. Ze spreken af dat als Johan het geld gaat terugbrengen ze zorgen dat ze in de buurt zijn, Johan weet dit alleen niet. De club van Harde Henkie pakt Johan inderdaad hard aan, ze binden hem vast aan een boom ergens in het bos, en als Mark en z'n vrienden hem vinden zit hij helemaal onder de confetti. Daan zegt, nou krentje, daar gaat je handeltje, daar ligt minstens voor twee gulden, maar Johan is allang blij dat hij bevrijd is, en trakteert de hele groep op friet, en dat kunnen ze nauwelijks geloven. Want krentje? Die trakteert nooit!!!!! Maar nu dus wel... h) Citeer een belangrijk fragment uit het boek
Ik citeer een stuk uit het boek van hoofdstuk “Het atelier” blz. 36, 37 en een stukje van 38. Het atelier
Mark fietst onder het viaduct door. Niet eens zo´n gek idee om naar het atelier te gaan. Kan hij gelijk zien hoe dat grote schilderij is geworden. Hij heeft een tijdje geleden de opzet gezien, best geinig, met die felle kleuren. Hij slaat rechtsaf de Singel op. Dan ziet hij aan de waterkant een meisje zitten. ‘Jasmijn!’ Hij schiet het gras op. ‘Jasmijn’ weet je wat Harde Henkie heeft…..’ zijn woorden blijven in zijn keel steken. Hij ziet het verdrietige gezicht van Jasmijn. Hij legt zijn fiets in het gras en gaat naast haar zitten. ‘Heb je weer ruzie?’ vraagt hij voorzichtig. Jasmijn knikt. ‘Ik begon onder het eten over Dalenberg. Toen kregen we heel erge ruzie. Mijn vader wil er geen woord over horen. Hij denkt er zelfs over mij van turnen af te halen.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat ik een onvoldoende had voor mijn geschiedenisproefwerk. Hij keek in mijn agenda en toen begon hij te dreigen. Als hij dat durft, dan….’Jasmijn rukt woedend en paar graspollen uit de grond. ‘Wacht nou even,’ sust Mark. ‘Er moet toch iemand zijn die je vader kan overhalen.’ ‘Mijn vader! Met mijn vader valt niet te praten. Die kan niet luisteren naar een ander. Hij raast alleen maar en hij….. ‘Wat dacht je ervan als we het aan mijn pa vragen?’ ‘Jouw vader?’ Mark knikt. ‘Die laat hem rustig uitrazen. En daarna komt hij met spijkerharde argumenten waarom jij toch naar Dalenberg moet.’ ‘Zou hij dat willen doen?’ vraagt Jasmijn. ‘Ga mee naar het atelier, dan vragen we het meteen. Het is hier vlakbij.’ En voordat Jasmijn er iets tegenin kan brengen, steekt Mark zijn hand uit er trekt haar overeind. ‘Zie je dat ik heb gehuild?’vraagt Jasmijn als ze voor het atelier staan. ‘Valt wel mee. Alleen je ogen zijn een beetje rood. Je kan net zo goed verkouden zijn. ‘Mark wijst op zijn vaders fiets. ‘Hij is er gelukkig.’ Mark kleppert met de brievenbus, maar er wordt niet opengedaan. ‘Hij heeft zeker de muziek op staan;’ zucht Mark. ‘Waarom bel je niet gewoon aan?’ ‘De bel doet het niet.’ Mark bukt. Hij tuurt door de brievenbus het atelier in. Zijn hart staat stil. Is dat zijn vader die met Rob staat te vrijen? Verschrikt schiet Mark omhoog. Hij ziet spierwit. ‘Wat heb je?’ Jasmijn kijkt hem vragend aan. Mark trilt over zijn hele lichaam. Hij kan geen woord uitbrengen. Jasmijn bukt zich om naar binnen te kijken. ‘Niet doen!’ Mark sleurt haar bij het atelier vandaan. ‘Kom mee, we moeten hier weg.’ Met trillende vingers pakt hij zijn fiets. ‘Wat is er nou opeens?’ dringt Jasmijn aan. ‘Het kan niet,’ stottert Mark. ‘We kunnen niet naar binnen. Ik breng je wel thuis.’ Hij trekt haar op de stang. ‘Ik hoef nog helemaal niet naar huis,’ stribbelt Jasmijn tegen. Maar Mark hoort haar niet eens. Hij racet de straat uit. Voor het huis van Jasmijn houdt hij stil. ‘Ga je nog even mee?’ vraagt Jasmijn. ‘Sorry.’ Zegt Mark. ‘Ik moet onmiddellijk naar huis.’ En terwijl Jasmijn hem stom verbaast nagaapt, sjeest hij de hoek om. i) Welke bedoeling zou de auteur kunnen hebben met het schrijven van dit boek? Het onderwerp homoseksualiteit en pesten onder de aandacht brengen en ook om te amuseren
6 Mening
Geef je mening over het boek
Het boek wat ik gelezen heb is er werkelijk want er staan geen dingen in die niet kunnen gebeuren. Het gevoel wat Mark heeft (zich schamen voor zijn vader) vind ik best begrijpelijk/ bekend/ herkenbaar want je hoort het vaker en ik vond sommige stukjes heel gevoelig ik leefde helemaal mee. 7 Schrijver
a) Wat voor boeken zijn er nog meer verschenen? Carry Slee schrijft voor kinderden van alle leeftijden. Soms zijn haar boeken gebaseerd op dingen die echt gebeurd zijn. In andere gevallen zijn de verhalen verzonnen. Carry schrijft heldere taal, die kinderen aanspreekt. De situaties die ze beschrijft zijn heel herkenbaar en de kinderen en mensen die erin voorkomen zijn zo goed uitgewerkt, dat je je er als lezer makkelijk in kunt verplaatsen. Haar boeken zijn altijd spannend en zo geschreven dat je ze in één keer uit wilt lezen. In haar boeken gaat Carry moeilijke onderwerpen niet uit de weg. Ze heeft bijvoorbeeld geschreven over homoseksualiteit, pesten en scheiden. Maar door de grappige stijl worden de boeken nooit ‘zwaar’. Ze schrijft eerlijk over het feit dat ouders twijfelen en niet altijd op iedere vraag een antwoord weten. Ze probeert kinderen aan te moedingen om als ze problemen hebben, daar creatief en met fantasie mee om te gaan.
3 Gernre: Liefde en school
4 Samenvatting: Mark wordt opgevoed door zijn vader Ger, die kunstenaar is. Ze hebben het erg naar hun zin op hun woonboot. Ger heeft een vriend, Rob. Rob helpt Mark met zijn huiswerk en speelt videofilms over Dracula enz voor hem. Mark vindt hem erg aardig, maar hij schrikt ontzettend als hij merkt dat zijn vader verliefd op Rob is. Hij schaamt zich voor zijn vrienden, en vooral voor zijn vriendin Jasmijn.Jasmijn wil haar carrière storten op turnen nu wil ze naar een sportinternaat maar haar ouders vinden het niet goed. Jasmijn doet er alles voor om in dat sportinternaat te komen en mark helpt haar daarbij. Jasmijn heeft een inschrijfformulier te pakken gekregen en schrijft zich in, ze krijgt bericht dat ze de test mag doen om te kijken of ze geschrikt is voor het sportinternaat. Jasmijn´s opa probeert de ouders van Jasmijn over te halen maar haar vader laat haar niet gaan omdat hij vroeger ook zijn carrière opgegeven heeft voor iets wat hij graag wou doen en daarom laat hij zijn dochter niet dezelfde fout maken. Maar wat haar vader ook deed ze bleef bij haar keus om naar dat sportinternaat te gaan. Jasmijn wordt toegelaten en verteld het haar opa die belde haar ouders om te vragen of ze even naar hem toe kwamen hij moest hun wat vertellen en toen ze er waren vertelde ze het hele verhaal dat ze de test mocht doen en dat ze toegelaten is toen dachten de ouders van Jasmijn er anders over want je werd alleen maar toe gelaten als je heel goed was en dat was Jasmijn en dus mocht Jasmijn naar het sportinternaat. Johan, een jongen uit hun klas, wordt Krentje genoemd. Hij verkoopt zakjes confetti die hij zelf voor niets heeft gekregen. Voor een klasgenoot die in het ziekenhuis ligt heeft hij maar een kwartje over. Mark en zijn vrienden bedenken een plan om dit af te straffen. Ze verkopen valse munten aan Johan, die denkt dat ze echt zijn. Johan verkoopt ze door voor meer geld aan Harde Henkie. Als Henkie er achter komt dat ze vals zijn, wordt Johan gestraft. Mark en zijn vrienden bevrijden hem en hij trakteert iedereen op patat (en is dus niet meer krenterig). 5 Apart noteren: a) De hoofdpersoon het karakter en het uiterlijk (Is de hoofdpersoon veranderd tijdens het verhaal? Heeft de persoon iets geleerd?) De hoofdpersoon is Mark. Hij is wijzer geworden eerst dacht hij dat homoseksualiteit niet kan en later wel. Mark is een lieve jongen met een zacht karakter
b) Zijn er eventueel andere belangrijke personen? Ook het karakter en het uiterlijk omschrijven. Een belangrijke persoon is Jasmijn ze is een aardige, behulpzame persoon ze heeft haar zin gekregen dus beschikt over doorzettingskracht. c) Plaats waar het afspeelt. In de buurt van Arnhem
g) De verhaallijn
Het boek heeft verschillende verhalen, die weer in elkaar overlopen. Zo begint het boek met het probleem van Jasmijn. Zij wil graag een toelatingsexamen doen voor het sportinternaat. Maar haar ouders zijn het daar niet mee eens. En zonder ouders kan je niet aan een inschrijfformulier komen, denkt ze. Maar daar is Mark het niet mee eens. Hij belt naar het sportinternaat en doet net of hij de vader van Jasmijn is en vraagt om een inschrijfformulier op te sturen. Ze trappen er in en Jasmijn heeft haar inschrijfformulier. Maar nu zijn ze er nog niet, nu moet ze nog toelatingsexamen doen, en dat valt op een gewone schooldag. 's Morgens vroeg gaan Jasmijn en Mark op pad, ze gaan met te trein naar Arnhem. Want daar moeten ze zijn. Jasmijn slaagt voor het toelatingsexamen maar ze hebben geen geld meer voor de trein terug naar huis. Ze komen op het idee om te gaan liften naar het huis van de opa van Jasmijn die zal hun wel willen helpen. En inderdaad, maar hij belt meteen naar de ouders van Jasmijn om te zeggen dat ze veilig bij hem zijn, want haar ouders waren heel ongerust. Dan gaat de opa van Jasmijn met haar ouders praten om voor elkaar zien te krijgen dat Jasmijn naar het sportinternaat mag. Hij krijgt het voor elkaar en de ouders van Jasmijn zijn niet meer boos. Het tweede verhaal is het probleem dat Mark heeft als hij erachter komt dat zijn vader geen nieuwe vriendin heeft maar een vriend, Mark's moeder is namelijk overleden toen Mark nog heel klein was. Mark komt er dus achter dat zijn vader homofiel is. Hij schaamt zich er voor en probeert allerlei uitvluchten te verzinnen zodat ze er op school niet achter komen en vooral Jasmijn niet. Zo blijft hij thuis en zegt dat hij zich niet lekker voelt zodat Jasmijn niet komt. Als hij een keer gaat kijken in het atelier van zijn vader, samen met Jasmijn, wordt de deur niet geopend als hij aanklopt. Hij kijkt door de brievenbus en schrikt geweldig, zijn vermoedens waren dus toch waar. Zijn vader staat te vrijen met Rob. Hij trekt Jasmijn mee voor ze door de brievenbus kan kijken, en zegt dat hij naar huis moet. Hij weet alleen niet dat Jasmijn nog terug gegaan is om ook te kijken. Dus zonder dat Mark het weet, weet Jasmijn allang dat Mark's vader een vriend heeft. Aan het eind van het boek wil hij het haar vertellen, maar dan zegt ze doodleuk, oh, dat, wist ik toch allang. Hij heeft zich dus zorgen zitten maken om niks. Het derde verhaal is Johan, een jongen uit Mark's klas, hij is vreselijk krenterig en de vrienden van Mark ergeren er zich vreselijk aan. Zo heeft Mark van z'n vader confetti gekregen, dat had hij over van z'n atelier. En Johan weet dat Mark die confetti heeft, hij zegt tegen Mark dat hij confetti nodig heeft voor een feest. Mark geeft hem gratis een heleboel confetti. Maar wat doet Johan, hij verdeelt de confetti over kleine zakjes en gaat ze verkopen op school, Mark is woest. Ze gaan hem een lesje leren. Zo verkopen ze hem nepmunten en doen alsof die vreselijk waardevol zijn. Johan trapt erin, en verkoopt de munten met veel winst, maar aan de verkeerde persoon. Hij verkoopt ze aan Harde Henkie. Die komt er achter en dan zijn de rapen gaar. Als je Harde Henkie iets flikt moet je namelijk oppassen want hij slaat je zo in elkaar. En dat willen Mark en z'n vrienden nu ook weer niet en gaan Johan helpen. Ze zeggen dat Johan het eerlijk tegen Henkie moet zeggen en dat hij het geld moet terug geven. Ze spreken af dat als Johan het geld gaat terugbrengen ze zorgen dat ze in de buurt zijn, Johan weet dit alleen niet. De club van Harde Henkie pakt Johan inderdaad hard aan, ze binden hem vast aan een boom ergens in het bos, en als Mark en z'n vrienden hem vinden zit hij helemaal onder de confetti. Daan zegt, nou krentje, daar gaat je handeltje, daar ligt minstens voor twee gulden, maar Johan is allang blij dat hij bevrijd is, en trakteert de hele groep op friet, en dat kunnen ze nauwelijks geloven. Want krentje? Die trakteert nooit!!!!! Maar nu dus wel... h) Citeer een belangrijk fragment uit het boek
Ik citeer een stuk uit het boek van hoofdstuk “Het atelier” blz. 36, 37 en een stukje van 38. Het atelier
Mark fietst onder het viaduct door. Niet eens zo´n gek idee om naar het atelier te gaan. Kan hij gelijk zien hoe dat grote schilderij is geworden. Hij heeft een tijdje geleden de opzet gezien, best geinig, met die felle kleuren. Hij slaat rechtsaf de Singel op. Dan ziet hij aan de waterkant een meisje zitten. ‘Jasmijn!’ Hij schiet het gras op. ‘Jasmijn’ weet je wat Harde Henkie heeft…..’ zijn woorden blijven in zijn keel steken. Hij ziet het verdrietige gezicht van Jasmijn. Hij legt zijn fiets in het gras en gaat naast haar zitten. ‘Heb je weer ruzie?’ vraagt hij voorzichtig. Jasmijn knikt. ‘Ik begon onder het eten over Dalenberg. Toen kregen we heel erge ruzie. Mijn vader wil er geen woord over horen. Hij denkt er zelfs over mij van turnen af te halen.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat ik een onvoldoende had voor mijn geschiedenisproefwerk. Hij keek in mijn agenda en toen begon hij te dreigen. Als hij dat durft, dan….’Jasmijn rukt woedend en paar graspollen uit de grond. ‘Wacht nou even,’ sust Mark. ‘Er moet toch iemand zijn die je vader kan overhalen.’ ‘Mijn vader! Met mijn vader valt niet te praten. Die kan niet luisteren naar een ander. Hij raast alleen maar en hij….. ‘Wat dacht je ervan als we het aan mijn pa vragen?’ ‘Jouw vader?’ Mark knikt. ‘Die laat hem rustig uitrazen. En daarna komt hij met spijkerharde argumenten waarom jij toch naar Dalenberg moet.’ ‘Zou hij dat willen doen?’ vraagt Jasmijn. ‘Ga mee naar het atelier, dan vragen we het meteen. Het is hier vlakbij.’ En voordat Jasmijn er iets tegenin kan brengen, steekt Mark zijn hand uit er trekt haar overeind. ‘Zie je dat ik heb gehuild?’vraagt Jasmijn als ze voor het atelier staan. ‘Valt wel mee. Alleen je ogen zijn een beetje rood. Je kan net zo goed verkouden zijn. ‘Mark wijst op zijn vaders fiets. ‘Hij is er gelukkig.’ Mark kleppert met de brievenbus, maar er wordt niet opengedaan. ‘Hij heeft zeker de muziek op staan;’ zucht Mark. ‘Waarom bel je niet gewoon aan?’ ‘De bel doet het niet.’ Mark bukt. Hij tuurt door de brievenbus het atelier in. Zijn hart staat stil. Is dat zijn vader die met Rob staat te vrijen? Verschrikt schiet Mark omhoog. Hij ziet spierwit. ‘Wat heb je?’ Jasmijn kijkt hem vragend aan. Mark trilt over zijn hele lichaam. Hij kan geen woord uitbrengen. Jasmijn bukt zich om naar binnen te kijken. ‘Niet doen!’ Mark sleurt haar bij het atelier vandaan. ‘Kom mee, we moeten hier weg.’ Met trillende vingers pakt hij zijn fiets. ‘Wat is er nou opeens?’ dringt Jasmijn aan. ‘Het kan niet,’ stottert Mark. ‘We kunnen niet naar binnen. Ik breng je wel thuis.’ Hij trekt haar op de stang. ‘Ik hoef nog helemaal niet naar huis,’ stribbelt Jasmijn tegen. Maar Mark hoort haar niet eens. Hij racet de straat uit. Voor het huis van Jasmijn houdt hij stil. ‘Ga je nog even mee?’ vraagt Jasmijn. ‘Sorry.’ Zegt Mark. ‘Ik moet onmiddellijk naar huis.’ En terwijl Jasmijn hem stom verbaast nagaapt, sjeest hij de hoek om. i) Welke bedoeling zou de auteur kunnen hebben met het schrijven van dit boek? Het onderwerp homoseksualiteit en pesten onder de aandacht brengen en ook om te amuseren
6 Mening
Geef je mening over het boek
Het boek wat ik gelezen heb is er werkelijk want er staan geen dingen in die niet kunnen gebeuren. Het gevoel wat Mark heeft (zich schamen voor zijn vader) vind ik best begrijpelijk/ bekend/ herkenbaar want je hoort het vaker en ik vond sommige stukjes heel gevoelig ik leefde helemaal mee. 7 Schrijver
a) Wat voor boeken zijn er nog meer verschenen? Carry Slee schrijft voor kinderden van alle leeftijden. Soms zijn haar boeken gebaseerd op dingen die echt gebeurd zijn. In andere gevallen zijn de verhalen verzonnen. Carry schrijft heldere taal, die kinderen aanspreekt. De situaties die ze beschrijft zijn heel herkenbaar en de kinderen en mensen die erin voorkomen zijn zo goed uitgewerkt, dat je je er als lezer makkelijk in kunt verplaatsen. Haar boeken zijn altijd spannend en zo geschreven dat je ze in één keer uit wilt lezen. In haar boeken gaat Carry moeilijke onderwerpen niet uit de weg. Ze heeft bijvoorbeeld geschreven over homoseksualiteit, pesten en scheiden. Maar door de grappige stijl worden de boeken nooit ‘zwaar’. Ze schrijft eerlijk over het feit dat ouders twijfelen en niet altijd op iedere vraag een antwoord weten. Ze probeert kinderen aan te moedingen om als ze problemen hebben, daar creatief en met fantasie mee om te gaan.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden