De witte door Ernest Claes

Hoofdpersoon: Dit boek gaat over Lewie (5) Verheyden, die de bijnaam de (10) Witte heeft, vanwege zijn spierwitte (15) haar. Soms noemt hij zich (20) Ludovicus. Hij haalt veel kattenkwaad (25) uit. Samenvatting: In het begin van (30) het verhaal is hij negen (35) jaar oud. Zijn vader is (40) boer.De Witte heeft een (45) hekel aan school maar wil (50) ook niet op het land (55) werken.Hij heeft veel fantasie. (60) Zijn broers pesten en (65) jennen hem ontzettend, zijn moeder (70) moppert altijd als er iets mis (75) gaat en zijn vader ziet (80) hij alleen tijdens het eten (85). Ondanks dit is de Witte (90) gelukkig. Op het gebied van (90) godsdienst is de Witte wat (95) serieuzer dan dat hij op (100) het gebied van school is (105). De Witte vond de tijd (110) op de jongensschool in het (115) nonnenklooster dan ook fantastisch. Daarna (120) ging hij naar de dorpsschool. De (125) meester duldde absoluut geen kattenkwaad (130), dat viel niet mee voor (135) hem. Het dagelijkse halfuurtje, waarop (140) gezongen werd, vond de Witte (145) het hoogtepunt van een schooldag. (150) Verder gaat het hele boek (155) over de streken van hem (160) en zijn vrienden :Dabbe Krol (165) en Tjeef. Aan het eind (170) van het boek gaat hij (175) op dertienjarige leeftijd, op eigen (180) initiatief naar de (185) monniken om bij hen in (190) de drukkerij te gaan werken.(195) Plaats : Hij woont met zijn vader, (200) moeder en twee oudere broers, (205) Heinke en Nis in het (210) dorpje Zichem in Vlaanderen.
Tijd : Het (215) verhaal speelt zich af rond (220) 1900. Er worden veel flashbacks (225) gebruikt maar het boek is (230) toch in begrijpelijke taal geschreven.(235) Mening : In het boek wordt niet (5) zozeer een avontuur van de (10) Witte vertelt, maar eerder zijn (15) streken en gedrag. Dat is (20) anders dan bij de meeste (25) boeken maar niet minder leuk. (30) Het boek is makkelijk leesbaar. (35) Het nadeel is dat het (40) een Belgisch boek is en (45) er dus ook veel Belgische (50) woorden in staan geschreven. Dat (55) is af en toe moeilijk (60) te begrijpen. Verder zijn er (65) geen nadelen aan het boek. (70) Wat grappig is, is dat (75) er af en toe iets (80) in een oud dialect staat. (85) (Bijvoorbeeld: Moakt da ge der (90) ut zijt, ’t es acht ure!) (95) Je kunt je goed inleven. (100) Schrijver: Ernest Claes werd geboren in Zichem op 24 oktober 1885 als jongste zoon in een groot landbouwersgezin met negen kinderen. Het hoevetje waar Ernest Claes in werd geboren, is nu ingericht als museum.Hij ging op 14-jarige leeftijd naar het College in Herenthals en studeerde vervolgens Germaanse filosofie in Leuven. Hij was korte tijd journalist, daarna was hij ambtenaar. In 1912 trouwde hij met de Nederlandse schrijfster Stephanie Vetter. Ernest Claes overleed in 1968.