Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

De blauwe salon door Boudewijn Büch

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover De blauwe salon
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1999 woorden
  • 24 mei 2003
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
32 keer beoordeeld

Boekcover De blauwe salon
Shadow
De blauwe salon door Boudewijn Büch
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De blauwe salon Auteur: Boudewijn Büch
Uitgeverij: Querido
Aantal blz. : 193
Jaar van de uitgave: 1981 Samenvatting De blauwe salon gaat over een jongen die zijn jeugd doorbrengt in een psychiatrische instelling. Jaren na zijn ontslag uit het huis, ongeneselijk verklaard, houdt hij een grote zwaarmoedigheid over aan die tijd. De instelling werd omgeven door een droge, gele aarde. Zijn eerste kennismaking met deze aarde was te Loon op Zand, waar hij verzameld had met andere welpen. Tegenover de akela had de jongen grot haatgevoelens. Deze had immers ooit eens uitgebloeide bloembollen aan de vader van de jongen verkocht, waarop zoon en vader en hele zomer hebben staan wachten tot de bloemen zouden bloeien, wat dus nooit gebeurde.Nadat de ernstig ziek was geweest had de akela allerlei onsympathieke welpen naar de jongen gestuurd met kransen en saaie verhalen. De jongen had een grote afkeer voor de welperij. Hij had alles vlug door waardoor hij meerdere malen uit een spel werd gesloten om ook de anderen een kans te laten. De jongen, Benidictus, was grootgebracht in een der betere wijken van een villadorp. Zijn vader was een zeer driftige man die regelmatig te verduren kreeg met een driftaanval of een depressie. Eigenlijk was hij het die het leven van de jongen bepaalde, indien hij er niet geweest was had de jongeling misschien niet in de instelling gezeten en had hij zijn tegenslagen beter kunnen verwerken. Maar de vader was er wel en de liefde voor zijn zoon was ook niet zo alledaags. De vader had een enorme passie voor het vissen, zijn vrouw daarentegen vond dit overdreven, wat zij niet meteen wist was dat de vader niet enkel ging vissen
Om enkele vissen die daar in het water zwommen ’s avonds mee naar huis te kunnen nemen, nee hij had ook wel een andere reden voor dat uitstapje. Zijn zoon vergezelde hem regelmatig, maar deze had het niet zo voor het vissen. Terwijl zijn vader viste, keek de jongen voortdurend naar de man die zijn vader was. Hij verafgoodde die man, je zou zelfs kunnen zeggen dat hij er wat verliefd op was. De vader van zijn kant had ook een bijzondere liefde voor de zoon. Hij baadde de zoon in het water van de beek, legde hem te drogen in de zon en daarna bedreven ze de liefde voor zover dit mogelijk was. Thuis gekomen was de jongen niet meer dan zijn broers. Het was alsof de vader thuis niet meer van hem hield en dit maakte Benidictus bang. Door de afgunst van zijn moeder ( die het toch te weten gekomen moest zijn) voor deze daden en op vraag van de pastoor en geneesheer kwam de jongen terecht in de instelling, die hij het Huis noemde. Onderweg naar de instelling werd hij vergezeld door Val, de huishoudster die een frivole verhouding had met de vader.Onderweg trakteerde de vrouw de jongen op allerlei lekkers: chocolade, dropjes, sinaasappels. De jongen hield van deze dame, zij hielp zijn koffers neerzetten in het Zuid-Nederlandse station na de lang reis in derde klas ( geen enkele vernedering mocht hem immers gespaard blijven). Door een staking van het busvervoer, die de jongen normaal naar het Huis zouden brengen, moet hij de hele tocht te voet doen. Onderweg denkt hij dat hij alleen op de aarde is, dat hij zijn vader nooit meer zal zien. In het Huis, een monumentaal landhuis met eindeloze gangen voorzien van dikke tapijten , gebeurde alles op geluid van een klepper. De dagen bestonden er buiten overbodige werkzaamheden, uit gebed, slapen , consumptie en samen zingen met zijn lotgenoten over de slechtheid en zondigheid.Lectuur was er verboden omdat men zo de kinderziel kneedbaar trachtte te maken, waarin iedere vorm van initiatief of elke doelgerichtheid uit zichzelf ontbrak. De zielsgeneeskunde in dit oord bestond dus enkel uit het tot stand brengen van een volmaakt lijdzaam gedragspatroon waarin religieuze hartstocht als enige uiting naar buiten werd toegestaan. Al de andere dingen werden toegewezen aan een vrouwelijke psychiater, tegenover wie Benedictus ook enorme haat koesterde. Door het gebruik van rustgevende middelen verloor hij zichzelf in roesgevende gewoonten en verdrong hij zijn grootste angst: het uiteindelijke onontkoombare lot dat in een redelijke geest geen ervaring onverwerkt kan blijven. Zijn gedrag tegenover anderen was niet te genieten. Hij streefde naar een functie die hem aanzien en macht zou bezorgen. Hij zag af van elke kerkelijke waardigheid door zijn buitensporig gedrag. De gevolgen van zijn opsluiting werden alsmaar duidelijker. Niet alleen zwaarmoedigheid maar ook losbandigheid, ten gevolge van een onevenwichtig streven naar vrijheid en eigenmachtig besturen van zijn gedachten, werd hem eigen. Dit leidde tot zelfdestructie in latere jaren. Het liefdesleven van ons hoofdpersonage is al even verwarrend en veelzijdig als zijn geest. Een van zijn eerst liefdes was deze voor een Indische jongen uit zijn klas. Door overleg van beide moeders met de rector werd deze vriendschap abrupt beëindigd door het verplaatsen van de Indische jongen naar een andere school. Benedictus was hierdoor erg aangegrepen en probeerde uit het leven te stappen door het innemen van goudenregenbloesem. In tegenstelling tot de zelfmoordpoging van Benedictus was deze van de Indische jongen wel gelukt. Hij verdronk in zee. Benedictus verliet hierna het huis en trok naar een havenstadje in Zuid – Europa. In die periode had slechts 1 iemand de liefde tussen de 2 jongens verdedigd, een zeker talenlerares die later ook de moeder van zijn zoon werd. Na enkele mislukte relaties in het havenstadje trekt Benedictus in bij een fotograaf. Hier kreeg hij ambitieuze ambities maar ook deze relatie liep stuk. Uiteindelijk haalt hij een bewijs voor de toelating tot de hogere school, waar hij dan ook gaat verder studeren. Door een gebrek aan vastheid verlangde hij naar geborgenheid, die geborgenheid vindt hij tijdens de bezoekjes aan de talenlerares. Met haar haalt hij herinneringen boven, deelt wat wijn met haar en uiteindelijk delen ze ook het bed. Enkele maanden later krijgt hij van deze vriendin een brief dat ze in blijde verwachting is van zijn kind. Hij vindt dit echter niet zo’n blijde gebeurtenis en dringt meerdere malen aan voor een abortus. Het contact tussen de twee verdwijnt tot Benedictus op een dag een brief krijgt van de vriendin dat ze bevallen is van zijn zoon (Beer). Twee maal per week bezoekt de jonge vader zijn zoon. Op een dag deelt hij de moeder van zijn zoon mee dat hij een nieuwe vriendin heeft ( Benedictus en zij hadden geen relatie meer). Dit wordt door haar slecht opgenomen en ze vervalt in drankzucht. Benedictus besluit dan maar zijn zoon bij haar weg te halen en hem zelf op te voeden. Hiervoor moet hij eerst zijn zoon erkennen, wat hij dan ook doet, en moet hij ook enkel verbouwingen doen aan zijn huis. Terwijl Benedictus een reisje maakt met zijn nieuwe vriendin, verblijft Beer bij vrienden.Hoewel Benedictus meerdere malen had gezegd tegen de vrienden om in geen enkele omstandigheden zijn zoon af te staan aan de moeder gebeurt dit toch ( de vrienden kregen medelijden met de moeder). Terwijl de jongen dus weer bij zijn moeder verbleef (Benedictus was nog steeds op reis), wordt hij ernstig ziek. Enkel de vader bezoekt zijn zoon, de moeder laat niets van zich weten. Na 3 weken sterft de jongen, die toen zo’n 6 jaar oud was. Later zou blijken dat de moeder haar zoon een inspuiting had gegeven waardoor de jongen ernstig ziek werd. De vraag die later ook gesteld zou worden is of de jongen nu de zoon was van Benedictus of van diens vader. Het bleek namelijk dat de vrouw een verhouding had met vader en zoon. Uiteindelijk pleegt Benedictus zelfmoord.
Leesverslag Het viel in het begin helemaal niet mee om het boek te lezen. Het was moeilijk, niet echt de woordenschat maar eerder de manier van schrijven. Dit was iets helemaal anders dan ik gewoon ben. Het boek is een doorlopende tekst met slechts enkele witlijnen en verdeeld in 5 afdelen.Het boek was moeilijk te volgen en nota’s nemen was absoluut vereist. Hiermee bedoel ik dat er geen echte structuur zit in het boek. Men vertelt nu eens over het heden dan terug naar het verleden terwijl men ondertussen al een stukje van de toekomst onthult om daarna terug in het heden te komen. Ik had vaak de neiging om het de bladzijden in het boek eens goed door elkaar te halen, om ze daarna mooi te rangschikken, in chronologische volgorde. Maar, uiteindelijk raakte ik toch gewoon aan de manier van schrijven en was alles, ook de gedachtewereld van het hoofdpersonage wel beter te begrijpen. Ondanks alles, enkel de grote lijnen van het boek in chronologische volgorde gezien, was het een origineel, diepzinnig maar vooral persoonlijk boek. De speciale vaderliefde is volgens mij een ziekelijke vorm van het oeidipus – electra complex. Het verhaal toonde later aan dat Benedictus zijn seksuele geaardheid heel twijfelachtig was : hij had enkele relaties met meisjes, maar die duurden niet lang. Hij had er ook enkele met mannen; de Indische jongen; enkele tijdens zijn losbandig leven. Benedictus dacht gewoon veel te veel en veel te zwart. Hierdoor werd het boek natuurlijjk ook tamelijk zwart, dus niet echt een “ happy” boek. Tijd - Ruimte De gebeurtenissen vinden vlak voordat het boek geschreven is (het is namelijk een biografie geschreven door het hoofdpersoon zelf)plaats in Loon-op-Zand, Nederland en Zuid - Europa. Personages Benedictus: Een knaap die op jonge leeftijd terechtkomt in een psychiatrische instelling, daar wordt alles veel erger. Van genezing is er geen sprake. Nadat hij vrijkomt heeft hij een constante depressie over zich. Dit probeert hij te overwinnen door veel te drinken en een heel losbandig leven te lijden. Motieven geestesgestoordheid
druggebruik
leven
homoseksualiteit drankgebruik Thema Geestesgestoordheid Motto Geen motto in het boek. Identificatie Aangezien er maar over 1 personage uitvoerig wordt vertelt is dit ook de enige waar ik mij kan mee vergelijken. Ik kan mij niet onmiddellijk vereenzelvigen met de hoofdpersoon die gewoon geknakt is door jarenlange opsluiting in een psychiatrische instelling. Hij denkt ook veel te veel en kan zijn emoties de baas niet. Het is niet omdat ik mezelf niet onmiddellijk kan herkennen in hem, dat ik hem op sommige vlakken niet begrijp. Er zijn enkele punten die heel goed te begrijpen zijn als je zijn achtergrond kent (Zijn vader was vaak depressief maakte van elke kleine tegenslag een drama, de jongen kreeg geen ander voorbeeld dan dit waardoor ook zijn doen begrijpelijk wordt) ook zijn morbide gedachten. Begrijpen wil dan ook niet zeggen appreciëren of goedkeuren maar een kennis van zijn verleden maakt alles veel duidelijker. Perspectief Het verhaal wordt verteld uit het perspectief van Benedictus.
Verwerkingsopdrachten Boudewijn Maria Ignatius Büch werd op 14 december 1948 geboren in Den Haag en groeide samen met zijn vijf broers - van wie vier ouder - op in Wassenaar. Als kind leed Büch sterk onder het slechte huwelijk van zijn katholiek geworden joodse ouders, die hun onhandelbare zoon op zijn elfde naar een jeugdpsychiatrische inrichting in Brabant stuurden. Niet lang na zijn thuiskomst, bijna een jaar later, scheidden zijn ouders. Zijn door de oorlog getraumatiseerde vader, met wie Büch als kind een zeer innige band had, zou na verschillende mislukte pogingen daartoe uiteindelijk zelfmoord plegen. Na studies Nederlands, Duits en filosofie debuteerde Büch in 1976 met zijn eerste poëziebundel, Nogal droevige liedjes voor de kleine Gijs. Al voor zijn debuut genoot Büch enige, voornamelijk randstedelijke, bekendheid door zijn bijdragen aan tal van dagbladen en tijdschriften. In 1981 verscheen zijn eerste proza in boekvorm, De blauwe salon. In 1982 kwam een volgend poëziealbum Dood Kind. Zijn enige pseudoniem is Lothar Mantoua, een naam die af en toe in zijn autobiografische romans terug komt. Van 1984 tot 1988 had hij bij de VARA een eigen tv-programma: Büchs Boeken. Vanaf 1988 tot heden presenteert hij bij de VARA De wereld van Boudewijn Büch, waarin hij naar alle uithoeken van de wereld reist. Büch regisseert, presenteert en redigeert zijn eigen televisie- en reisprogramma's. Tevens maakt hij radioprogramma's en had hij de laatste jaren diverse theaterprogramma’s

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.