't Vuur dat eeuwig gloeit door Willem Bilderdijk

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
Boekcover 't Vuur dat eeuwig gloeit
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1389 woorden
  • 1 april 2003
  • 15 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
15 keer beoordeeld

Boekcover 't Vuur dat eeuwig gloeit
Shadow
't Vuur dat eeuwig gloeit door Willem Bilderdijk
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Willem Bilderdijk, ‘t Vuur dat eeuwig gloeit. Hasselt, 19701. Uitgeverij Heideland-Orbis N.V., ISBN 1970 0022 00 66. Eerste reactie Ik heb dit boek gekozen op aanbeveling van mijn leraar Nederlands. Toen ik het boek aan hem liet zien, was hij helemaal opgetogen en las spontaan een van de gedichten voor. De manier waarop mijn leraar het gedicht voorlas liet mij de kwaliteiten van de bundel inzien. Ik besloot dan ook om de bundel verder uit te lezen. Toen ik de bundel verder ging lezen op de manier zoals mijn leraar deze had voorgedragen, genoot ik met veel plezier van deze bundel. De overdreven manier waarmee de gedichten rijmen is geweldig. Het lezen van deze bundel vereist een hoog spraaktechnisch niveau, waardoor het bijzonder hilarisch is om deze bundel hardop voor te lezen. Ook worden de meest onverwachte titels aan de gedichten gegeven. Zo bestaat er een gedicht dat Eierkoken en Mijn uitvaart. Toch komen er ook zeer serieuze onderwerpen in de gedichten voor, die bewijzen dat Bilderdijk ook serieus kan zijn. Verdieping: Eierkoken gaat letterlijk over het koken van eieren en wat er dan met de eieren precies gebeurt. Er zal vast ook een achterliggende gedachte in dit gedicht zijn, maar daar kan ik niet achterkomen. Ik heb dit gedicht uitgekozen omdat het goed de humor van Bilderdijk laat zien, alleen de titel en het onderwerp van het gedicht zeggen al genoeg. In Mijn uitvaart wordt een droevig onderwerp aangesneden. Bilderdijk schrijft een gedicht voor wanneer hij overleden zal zijn. Hierbij legt hij uit dat men niet hoeft te treuren omdat hij niet onder de grond zal blijven maar zal opstijgen naar de hemel. Ook vertelt hij aan zijn geliefde dat zijn liefde voor haar niet met hem doodgaat. Hij belooft dat, wanneer hij in de hemel is aangekomen, hij zijn liefde terug naar aarde zal sturen om weer in het hart van zijn geliefde plaats te nemen. Ik heb Uitvaart gekozen omdat dit hét gedicht is om je spreekvaardigheid te oefenen. Dit gedicht, waarin de beschrijving van een uitvaart centraal staat, worden alle woorden uit de kast gehaald die maar op elkaar kunnen rijmen en toch blijft het een samenhangend geheel met een verhaal. In Oude vrijsters roept Bilderdijk de mensheid op de een of andere manier op om oude vrijsters niet zo hard te beoordelen, zij hebben dit volgens Bilderdijk niet verdiend omdat er niets belachelijks is aan een oude maagd. Verderop in het gedicht spreekt Bilderdijk de jongere generatie toe dat zij zich moest schamen dat zij niet meer respect hebben voor zulke oude vrouwen, die hun eigen belang opzij zetten voor dat van God. De vorm van de gedichten is verschillend; soms zijn de regels van normale lengte maar onder andere in Uitvaart zijn de regels extreem kort, waarschijnlijk om op deze manier de rijm beter tot haar uiting te laten komen. Ik denk dat deze bundel heel typerend is voor de tijd waarin hij is geschreven omdat de woorden die zijn gekozen heel uitbundig en florerend zijn. Dit is een typisch kenmerk van de romantiek, wat je ook terugvind in bijvoorbeeld de bouwkunst. Willem Bilderdijk werd geboren op 7 september 1756 aan de Westermarkt te Amsterdam. In zijn zesde levensjaar werd hij getroffen door een ongeluk aan zijn linkervoet, waardoor ontsteking optrad. De behandeling had geen succes, zodat hij werd gedwongen binnen te blijven, afgesloten van de buitenwereld en zijn leeftijdgenoten. Ruim tien jaar bracht hij grotendeels binnen door, waar hij zich geheel aan de studie en het schrijven wijdde. In 1776 brak voor het eerst zijn dichttalent door. Het Leidse dichtgenootschap Kunst bekroonde zijn vers over de Invloed van de dichtkunst op het staetsbestuur met de gouden medaille. Maar zijn ambitie om zich geheel aan de dichtkunst te wijden, werd door zijn strenge vader, die eerst arts en later belastinginspecteur was, niet getolereerd. In hetzelfde jaar begon hij als boekhouder op het kantoor van zijn vader. In 1780 kon hij, inmiddels bekend als dichter en in literair contact met Rhijnvis Feith en de baronesse De Lannoy, beginnen aan zijn studie rechten te Leiden. Twee jaar later rondde hij deze studie reeds met succes af en vestigde hij zich als advocaat in Den Haag. In 1781 zag zijn bundel met licht erotische verzen, Mijn Verlustiging. Als advocaat verdedigde hij vooral de prinsgezinden. De advocaat Bilderdijk, die in 1785 met Catharina Rebecca Woesthoven in het huwelijk was getreden, koos vaak partij voor de zwaksten. In 1795, met de inval van de Franse legers en de vlucht van de Stadhouder naar Engeland, werd hij als advocaat gedwongen de verworvenheden van de Franse revolutie te erkennen. Hij weigerde en werd gedwongen het land te verlaten. Het inmiddels sterk bekoelde huwelijksleven, onder andere door de vroege dood van drie kinderen, en de vele schuldeisers die hem achtervolgden, deden hem besluiten naar Groningen af te reizen. Van Groningen reisde hij vervolgens naar Hamburg; in de zomer van 1795 maakte hij een korte reis naar Engeland, waar hij de stadhouderlijke familie bezocht. In september was hij weer in Duitsland, maar vertrok in december wederom naar Londen. Hier ontmoette hij de negentienjarige dochter van de schilder Hendrik Willem Schweickhardt, Katharina Wilhelmina op wie hij hevig verliefd raakte. Nadat haar vader hem de toegang tot zijn woning had ontzegd, ontstond een vurige briefwisseling tussen de twee geliefden. In de zomer vertrok hij naar Brunswijk, waar hij door het geven van lessen in een onwaarschijnlijk groot aantal vakken in zijn onderhoud trachtte te voorzien. Katharina Wilhelmina was hem inmiddels gevolgd maar woonde om begrijpelijke redenen elders, namelijk in Peine, op enkele uren afstand van Brunswijk. Ook in ballingschap werd hij getroffen door bittere ellende. Van de vijf kinderen die Katharina hem in Duitsland schonk, stierven er vier op zeer jeugdige leeftijd. De zware tochten van Brunswijk naar Peine waren voor hem, die doorgaans leefde op water en brood, zeer aangrijpend. Pas in 1802, nadat hij officieel van Catharina Rebecca Woesthoven was gescheiden, voegde hij zich bij zijn geliefde. In 1806 kon de vijftigjarige Bilderdijk in het vaderland terugkeren. Ook hier wachtte hem teleurstelling. Het hoogleraarsambt dat voor hem scheen weggelegd, ging aan hem voorbij. Hij gaf Nederlandse les aan Lodewijk Napoleon en werkte aan de totstandkoming van een koninklijke bibliotheek. Na de kruitramp te Leiden in 1807, waarbij Bilderdijks huis onbewoonbaar was geworden, trok het gezin naar Den Haag en vervolgens naar Amsterdam. Ondanks de vele gunsten die Lodewijk Napoleon hem verleende, waaronder een kortstondig verblijf op Soestdijk om hem van zijn slechte gezondheid te laten herstellen, voelde Bilderdijk zich nog altijd ziek en ongelukkig. Hij wilde niets liever dan hoogleraar worden. Tot overmaat van ramp verloor hij met het vertrek van Lodewijk Napoleon in 1810 ook een belangrijk deel van zijn inkomsten. Ondanks de uiterst productieve periode waarin hij veel werk verrichte voor het Koninklijk Instituut, enkele vertalingen verzorgde en treurspelen leefde hij van droog brood en gerstewater en zocht hij veelvuldig zijn toevlucht in het gebruik van opium. Inmiddels was het enthousiasme voor de Fransen omgeslagen in diepe haat. Willem I verleende hem gelukkig wel een jaargeld maar kon hem niet aan het begeerde professoraat helpen. In 1817 vertrok Bilderdijk wederom naar Leiden, waar hij tien jaar onder slechte omstandigheden zou verblijven. Als privaatdocent gaf hij les in de vaderlandse geschiedenis. Zijn voornaamste leerling Isaäc da Costa publiceerde in 1823 het geruchtmakende en geheel in Bilderdijkiaanse trant geschreven De Bezwaren tegen den Geest der Eeuw. Bilderdijk vertrok in 1827 uit Leiden, waar hij ruim vijfentwintig dichtbundels en talloze verhandelingen en vertalingen had geschreven, naar Haarlem. Hier stierf in 1830 zijn vrouw en bleef hij achter met zijn zoon Lodewijk. Op 18 december 1831 stierf de dichter dan op vijfenzeventigjarige leeftijd.
Beoordeling: Zoals de biografie van Bilderdijk al laat blijken was Bilderdijk in zijn tijd niet populair, maar ik denk dat dat veranderd is naar mate de tijd vorderde. Bovendien werd Bilderdijk in zijn tijd gehaat om zijn negatieve karaktereigenschappen, wat eigenlijk niets zegt over de kwaliteiten van de gedichten zelf. Ik denk dan ook dat deze kwaliteit wel de moeite waard is. Alle gedichten hadden op mij een positieve werking en ik raad dan ook iedereen aan deze bundel te lezen en zijn spreekvaardigheid te testen. Ik bewonder Bilderdijk om zijn kwaliteiten in het combineren van humor met de harde realiteit. Zo wisselen humoristische en serieuze onderwerpen elkaar af in deze bundel. Ik hoop dat alle volgende lezers net zo veel plezier zullen beleven aan deze bundel als ik dat deed.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.