2. Ik heb het boek al ongeveer een jaar geleden gelezen. Toen heb ik waarschijnlijk aan mijn moeder om een leuk boek gevraagd, en heeft ze deze uit de kast gepakt. 3. Maarten Klein en zijn vrouw Vera zijn een tijdje na de oorlog vanuit Nederland naar Amerika geëmigreerd, naar het plaatsje Gloucester. Alles gaat goed totdat Maarten erg verstrooid wordt en verder aftakelt. Tegen het einde is hij helemaal afhankelijk van Vera en de vrouw die hen helpt. 4. Nadat ik het boek nog een keer gelezen heb, om alles weer een beetje naar boven te laten komen, viel het me eigenlijk een heel klein beetje tegen. Waarschijnlijk is het in mijn herinneringen net iets mooier geworden dan het eigenlijk is. Maar toch is het nog steeds een intrigerend boek, waar je een andere kant ziet van dementie. Anders zou je een dementerend persoon ‘zien’ en vanuit een ander alles beleven, maar nu kan je ook de machteloosheid van de persoon zelf zien. Je kan erg goed meeleven, omdat je als lezer erg wordt betrokken in zijn gedachten. B. Analyse en interpretatie 1. De hoofdpersoon in het boek is Maarten Klein. Maarten is 71 of 72 jaar, geboren in Alkmaar, maar woont al een hele tijd in Amerika. Hij werkte als secretaris bij de IMCO, een visserijorganisatie, maar is inmiddels al gepensioneerd. Hij is een grote fiere man die altijd een kostuum draagt. Vroeger heeft hij voor zijn werk de halve wereld rondgereisd. Je komt tijdens het verhaal steeds meer te weten over hem, en zijn verleden. Maarten is een lieve man die zijn vrouw heel graag ziet. Als hij kon dan zou hij zijn vrouw nog altijd zo verwennen zoals hij dat vroeger deed. Ook heeft hij nog veel herinneringen aan zijn vader. Maarten leer je het beste kennen omdat hij het verhaal vertelt, je zit in zijn denkwereld. Op het einde is hij enorm verward en weet hij soms niet waar hij is of wat hij doet. Hij kan niet leven zonder zijn vrouw, maar toch heeft hij haar vroeger één keer bedrogen op zakenreis in Parijs met een hele dikke vrouw. Vera, Maartens vrouw, is een belangrijk persoon in het boek. Zij is al bijna vijftig jaar met hem getrouwd moet hulpeloos toekijken hoe hij aan het dementeren is. Ze kennen elkaar door en door. Vera is een sterke vrouw, want ze hebben samen al een zware tijd doorstaan. Als de eerste verschijnselen van dementie bij Maarten zich voordoen, schakelt Vera een dokter in. Het gaat steeds slechter met Maarten en Vera moet steeds meer op Maarten letten om te zorgen dat er geen ongelukken gebeuren. Als de situatie eenmaal ondraaglijk is geworden neemt Vera de beslissing dat er niets anders op zit dan een tehuis waar Maarten verzorgd zal moeten worden, omdat zij hem niet meer in de hand kan houden. Haar hele dag stond bijna in dienst van Maarten en zelfs met een extra hulp in huis kan ze niet genoeg voor Maarten zorgen, zó ernstig is hij er aan toe. Vera leer je vooral kennen door de opmerkingen van Maarten. Ze heeft een tenger maar mooi uiterlijk. Hoewel ze hard is, is ze ook wel een gevoelige vrouw. Phil Taylor is de hulp die in huis komt als Maarten echt duidelijk begint te dementeren. Dan kan Vera het niet allemaal meer in haar eentje en komt Phil haar helpen. Maarten verwart Phil met zijn dochter en met zijn vroegere pianolerares, waar hij een oogje op had. Phil is jong, blond en een beetje stevig. 2. Het boek is niet ingedeeld in hoofdstukken, maar de structuur wordt wel duidelijk gemaakt door de witregels, die vooral aan het einde veel voorkomen. Er zitten veel gebeurtenissen waar je als lezer de samenhang van ziet, maar Maarten er volledig over heen kijkt. Bijvoorbeeld als hij naar zijn werk wil gaan (terwijl hij allang met pensioen is), en de deur is op slot, slaat hij met een hamer en schroevendraaier het slot kapot. Het gereedschap stopt hij in zijn tas. Na een hele tijd vindt hij in zijn tas weer het gereedschap en vraagt zich af wat het daar doet. Dit zijn allemaal samenhangende dingen, die uiteindelijk allemaal weer bij zijn dementie terechtkomen. Het boek bestaat maar uit één verhaallijn, namelijk de gedachten en de wereld van Maarten
Hij is geboren op 14 januari 1937
De genres die hij veel gebruikt zijn: poëzie, roman, kort verhaal, toneel, essay
Bernlef woonde als kind in Amsterdam en Haarlem. Hij volgde de HBS in Amsterdam. Na zijn eindexamen was hij bediende in een boekhandel. Van 1956 tot 1958 zat hij in militaire dienst. Hij is getrouwd met Eva Hoornik
Hij koos als pseudoniem de naam van een blinde Friese dichter uit de achtste eeuw, een zanger van wie alleen de naam en een paar titels zijn teruggevonden. Citaat: 'Gedichten worden in het onderwijs gebruikt om te testen of kinderen wel slim kunnen lezen, in plaats van ze eerst te confronteren met het leuke en aardige ervan. Dus gaan ze poëzie zien als een soort cryptogrammen!' (Het Parool, 10-10-1992) Bernlef debuteerde met de dichtbundel 'Kokkels' (1960
Sinds 1964 wijdt hij zich geheel aan het schrijven. Hersenschimmen (1984) was zijn doorbraak naar het grote publiek
2. Recent werk: -Verloren zoon (1997, roman) -Schijngestalten (1997, bevat tevens Hersenschimmen, Vallende ster en Eclips) -De losse pols (1998, essays), Aambeeld (1998, poëzie) -Meneer Toto-tolk (1999) 3. In het werk van Bernlef komen enkele van zijn fascinaties steeds terug: lege plekken, gaten, vergeten, het waarnemen. D. Persoonlijke reactie 1. Het onderwerp van het boek is de gevolgen van dementie. Dit vind ik heel erg leuk en interessant om te lezen, mede doordat ik er eigenlijk erg weinig over wist. Het is vernieuwend om zo tegen dit onderwerp aan te kijken, omdat je het ‘normaal’ alleen vanaf de buitenkant ziet. Ik vind dat de schrijver het onderwerp heel goed heeft uitgewerkt, vooral als je het gaat analyseren komen er mooie structuren naar boven. Ook het einde van het boek, waar er eigenlijk alleen nog maar losse woorden staan, is erg mooi. Je denkt eerst dat het saai is, en dat is het ook, maar het langdradige ‘lezen zonder inhoud’ is ook zo’n kenmerk van dementie. 2. Er zijn een aantal gebeurtenissen die erg belangrijk zijn, namelijk de eerste tekenen van vergeetachtigheid. Bijvoorbeeld als Maarten met zijn hond gaat lopen, en hij zijn huis niet meer kan vinden. Robert (de hond) loop een tuin binnen, en Maarten herkend het huis niet. Deze soort gebeurtenissen vind ik heel erg goed beschreven, omdat je eigenlijk net als de hoofdpersoon denkt dat het een verkeerd huis is. Je komt er later zelf achter dat Robert wel goed was gelopen, wat je kunt concluderen uit de woorden van Vera. De gebeurtenissen in het boek zijn op zich helemaal niet spannend of boeiend, maar meer ontroerend. Niet in de zin dat je er een traantje bij weg moet pinken, maar omdat Maarten steeds meer wegzakt, en dat is best erg om te lezen, vooral omdat je zo met hem meeleeft. De samenhang van de gebeurtenissen wordt op verschillende manieren weergegeven, de ene keer moet je het echt zelf uitzoeken, maar de andere keer is die link weer wel door de schrijver zelf gelegd. Zo blijft er voor jezelf wel wat te raden over, maar wordt het verhaal niet onduidelijk, dus dat vind ik wel goed gedaan. 3. Het karakter van Maarten wordt niet enorm duidelijk in het boek, maar een deel ervan kom je wel te weten uit bepaalde reacties, of bepaald gedrag. Hij vertelt wel veel over Vera, dus daar kan je dan wat meer van te weten komen. De personages zijn heel erg levensecht, en je zou zo zo’n doorsnee gezin tegen kunnen komen. Dat vond ik ook zo aantrekkelijk aan het boek, het is zo realistisch geschreven dat je het echt gaat geloven. Maarten is eigenlijk best moeilijk te begrijpen, omdat je in zijn gedachten meekijkt en hij er zelf ook niks meer van snapt. Hij kan zijn eigen gedachten en de gedachten van anderen niet helemaal meer volgen, dus kan je het als lezer net zo goed niet volgen. Al kan je wel een aantal links leggen die Maarten ook alweer vergeten is. Het gedrag van Vera is heel erg goed te begrijpen. Zij en Maarten zijn altijd al onafscheidelijk geweest (volgens Maarten) en ze vindt het erg moeilijk om de omschakeling te maken, van man naar ‘kind’. Want eigenlijk kan Maarten op een gegeven moment alleen nog maar denken als een kind. Ze kan de zorgen op een gegeven moment niet meer aan, en neemt iemand in huis. Soms ving Maarten wat gesprekken op, en daar werd duidelijk uit dat ze eigenlijk echt niet meer wist wat ze moest doen. Die gevoelens zou denk ik ieder mens wel hebben. 4. De opbouw van dit boek is niet moeilijk. Het is gewoon chronologisch verteld en er zitten wel een aantal flashbacks in maar die maken het helemaal niet ingewikkeld. Die flashbacks helpen je juist meer in te leven. Want als Maarten terugdenkt aan zijn vroegere werk, weet je wat zijn gevoel daarbij is. En later in het verhaal wil hij elke keer naar zijn werk gaan, hij is gewoonweg vergeten dat hij allang gepensioneerd is. En als hij het er dan over heeft gehad, kan je een veel betere voorstelling maken bij het begrip ‘werk’ in zijn positie. De gebeurtenissen zie je dus alleen door de ogen van Maarten, de hoofdpersoon. Dat is wel vernieuwend denk ik, omdat je normaal gesproken vaker iets meemaakt als buitenstaander, dus vanuit de ogen van Vera bijvoorbeeld. Dit geeft een heel ander beeld, en dat is heel boeiend om te lezen. Er kwamen bij mij tijdens het boek niet heel erg veel vragen naar boven, ook niet erg veel open plekken die niet zijn ingevuld. Het eind van het boek roept maar een paar kleine vraagjes op zoals, hoe zal het verder gaan met Vera en gaat ze weer terug naar Nederland. 5. Het taalgebruik was zeker niet moeilijk maar soms waren de gedachten en de dialogen moeilijk te volgen. Maar dat komt natuurlijk door de verstrooidheid van Maarten. Op het einde was het erg moeilijk de volgen, de zinnen waren geen zinnen meer, de woorden hadden geen betekenis meer. Dat stuk was eigenlijk erg langdradig en saai, maar juist dat typeert ook het einde van een dementiepatiënt. Soms waren er ook kleine engelse dialoogjes, maar dat was niet storend en makkelijk te volgen. Die waren overigens meestal gewoon vertaald in het Nederlands, waarschijnlijk omdat Maarten zelf nog in het Nederlands ‘dacht’.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden