Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

La cantatrice chauve door Eugene Ionesco

Beoordeling 7.9
Foto van een scholier
Boekcover La cantatrice chauve
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1862 woorden
  • 28 december 2002
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 7.9
113 keer beoordeeld

Boekcover La cantatrice chauve
Shadow
La cantatrice chauve door Eugene Ionesco
Shadow
De zakelijke gegevens Titel: La cantatrice chauve
Auteur : Eugène Ionesco
La cantatrice chauve, Gallimard, Groningen, 1954, 81 bladzijden. Genre: humoristisch toneelstuk behorend tot het “theatre absurde” (anti-pièce). Eerste reactie Ik heb het boek gekozen naar aanleiding van de literatuurlessen. Daarin werd het theatre absurde besproken. Ik was nieuwsgierig hoe absurd de toneelspelen van Ionesco waren. De tekst op zich was niet zo moeilijk, het was wel heel lastig de grappen te begrijpen. Ik heb ondervonden dat het lezen van een Frans boek al lastig is, maar dat het nog veel moeilijker is om de grappen in een andere taal te begrijpen. Verdieping
Samenvatting
Scène I

Deze scène speelt zich af in een kamer in het huis van Meneer en mevrouw Smith, een typisch Engels stel. Mr. Smith en zijn vrouw zitten allebei in een luie stoel. Meneer leest de krant en Mevrouw is met het eten bezig. Ze praten over het eten, terwijl meneer zit te lezen en te klakken met zijn tong. Op een gegeven moment wordt Bobby Watson onderwerp van gesprek. Dit is een familie waarin iedereen Bobby heet, dus op een gegeven moment weten ze niet meer over wie ze het hebben. Het gesprek eindigt in gekibbel. Scène II
Mary komt binnen en praat met de Smiths. Scène III
Mary wijst het echtpaar Martin terecht. Zij zegt dat ze te laat zijn, daarna vertrekt ze. Scène IV
Het echtpaar Martin begint een discussie met elkaar en trekt uiteindelijk de conclusie dat ze met elkaar getrouwd zijn en samen een dochtertje Alice hebben. Scène V
Mary haalt de conclusie van het echtpaar Martin geheel onderuit, Alice kan hun kindje niet zijn. Alice heeft een rood en een wit oog. Mary vertelt dat Alice hun kindje niet kan zijn, het rode en witte oog zijn precies omgedraaid ten opzichte van hun kindje. Mary zegt dit tot het publiek, dus Mevrouw en meneer Martin en Smith weten dit niet. Scène VI
Het echtpaar Martin spreekt met elkaar af om elkaar nooit meer kwijt te raken, ze leven door hoe ze altijd geleefd hebben. Scène VII
Er volgt een gesprek tussen het echtpaar Smith en Martin. Ze hebben het over allerlei dingen. Dan wordt er gebeld. Mme Smith gaat kijken bij de deur, maar er is niemand. Er wordt weer gebeld, Mme Smith gaat kijken en er is nog steeds niemand. Een derdemaal wordt er gebeld en Mme Smith weigert de deur open te doen. Er ontstaat een hele discussie tussen haar en haar echtgenoot, over het feit dat als er gebeld wordt, er iemand voor de deur staat. Uiteindelijk gaat ze kijken en er is niemand. Opnieuw wordt er gebeld, enige discussie, M. Smith gaat kijken bij de voordeur en daar staat de kapitein van de brandweer. Scène VIII
Met de brandweerman wordt gesproken over het voorval met de bel. De brandweerman ontkent dat hij al eerder had gebeld. Toch heeft hij drie kwartier voor de deur gestaan. Hij heeft niemand verder gezien. Daarna bevestigt hij dat hij aangebeld had en zich verstopt had. Meneer en mevrouw Smith maken de ruzie weer goed. De brandweerman vertelt dat gekomen is om hen een dienst te bewijzen, hij vraagt het echtpaar of de boel in brand staat. Hij moet namelijk alle branden blussen, zelfs het kleinste brandje. Hij klaagt dat er de laatste tijd zo weinig branden zijn. Het gesprek gaat voort over branden. Dan gaat de brandweerman een stoer brandweermannenverhaal vertellen en vervolgens vertelt iedereen elkaar fabels en verhaaltjes. Scène IX
Mary komt binnen, zij wil ook wat zeggen. Dit wordt eerst afgekeurd. Tot de brandweer Mary herkent en haar ook bij het gesprek betrekt. Zij zegt een gedicht op. Scène X

Ze discussiëren verder over het gedicht van Mary. De brandweerman vertrekt. Vlakvoor zijn vertrek vraagt hij hoe het met de kale zangeres gaat. Scène XI
Het toneelstuk wordt steeds absurder. Men gaat steeds meer woorden en lettergrepen herhalen. De uitspraken worden steeds gekker zoals tien keer “kakatoes” achter elkaar zeggen. Men eindigt in het gezamenlijk zeggen en herhalen van de zin “c’est pas par là, c’est par ici. Zelf zegt Ionesco over La Cantatrice Chauve: "Er is geen sujet, geen psychologie, geen motivatie, geen intrige. Er is alleen een koddige dialoog die zich afwikkelt volgens een klassieke structuur. De personages zijn op het toneel. Herkennen zij elkaar? Misschien niet. Absurde anekdotes. Waarom? Dat weet men niet. Er is geen enkele reden toe, maar er ontstaat opwinding, woede…en uiteindelijk spat de taal zelf uit elkaar." De schrijfstijl In La Cantatrice Chauve is taal heel belangrijk. In ons dagelijks leven lijkt een zin vaak mooi logisch opgebouwd, de belangrijkste informatie in de hoofdzin en bijzaken in de bijzin. Volgens Ionesco lukt het de mens ondanks voegwoorden en stijlmiddelen niet om goed contact met de medemens te krijgen. Ionesco wordt tot de absurdisten gerekend en overdrijft flink in La Cantatrice Chauve. Ionesco trapt als het ware tegen alles waarin vorige generaties geloofden. Dit doet hij doormiddel van woorden. De boodschap van Ionesco is: mensen verstaan elkaar niet, hebben elkaar niets te zeggen of gebruiken de taal als wapen om elkaar te kwetsen. Ionesco inspiratie voor La Cantatrice Chauve kwam door het conversatieboekje waaruit hij Engels leerde, clichés aaneengeregen tot dialogen die een onsamenhangende schijntaal vormen, taalkundig geheel correct, maar nietszeggend. Ruimte (plaats en tijd) Het verhaal speelt zich af in het huis van Meneer en mevrouw Smith. Dit is de enige plek van handeling. De plaats is niet belangrijk voor het verhaal, het had net zo goed in een ander huis af kunnen spelen. De taal is bijvoorbeeld veel belangrijker. Ik denk dat het verhaal zich op een plaats afspeelt omdat dit makkelijker is in verband met de decorwisselingen in een toneelstuk. Het verhaal speelt zich af vlak na WO2, de tijd dat Ionesco af wil van de serieuze gedachten en plaats wil maken voor het absurde. Verhaalfiguren Meneer Smith: Rustige man, luistert veel naar zijn vrouw, heeft zijn woordje klaar. Mevrouw Smith: Praatgrage mevrouw. Meneer Martin: Bezoeker van de Smiths. Mevrouw Martin: Bezoeker van de Smiths. Mary: Speelt in het toneelstuk en spreekt het publiek toe. Brandweercommandant: Vertelt verhalen aan de rest. Er is weinig te vertellen omdat de karakters van de figuren niet uitgediept worden, het gaat om de absurde taal en woorden en niet om de figuren in het stuk. Ionesco wilde laten zien dat iedereen in de plaats kon staan van de verhaalfiguren, de figuren waren niet gebonden aan het verhaal. Situaties Omdat La Cantatrice Chauve een toneelstuk is, is het verdeelt in scènes. Deze scènes zijn steeds bepaalde situaties. Er zijn wel 3 ‘hoofdsituaties’: · De gesprekken van meneer en mevrouw Smith, de relatie tussen man en vrouw. · Het conflict om het dochterje van meneer en mevrouw Martin. · De komst van de brandweercommandant en daarmee de vele absurde fabeltjes en korte verhaaltjes.
Vertelwijze La Cantatrice Chauve is een toneelstuk, er is dus geen verteller. Het boek is een dialoog tussen verschillende personen. Thematiek Het thema is ‘het absurde’. De taal zonder logica is het belangrijkste in het toneelstuk, niets heeft logica. Het doel van het absurde toneel is dan ook vaak het afzetten tegen het traditionele toneel. De kale zangeres, de vertaling van de titel, komt niet in het toneelstuk voor. Dit heeft Ionesco expres gedaan, omdat in de traditionele toneelstukken de titel wel in het toneelstuk voorkwam. In scène X heeft de brandweercommandant het wel over een kale zangeres, maar wat hiermee bedoeld werd kon ik niet achterhalen. Plaats in de literatuurgeschiedenis La Cantatrice Chauve is geschreven in 1948. Ionesco groeide op in Frankrijk, maar keerde terug naar Roemenië met zijn vader nadat zijn ouders scheidden in 1925. Zijn vader wilde dat hij ingenieur werd maar Eugène was geïnteresseerd in andere zaken. Hij studeerde Franse literatuur aan de Universiteit van Boekarest van 1928 tot 1933. In 1928 debuteerde hij bovendien als dichter. Verder zou hij tussen 1928 en 1935 als literair criticus veel artikelen schrijven die gepubliceerd werden in verschillende literaire en politieke tijdschriften. Op de Universiteit leerde hij Rodica Burileanu kennen, een studente filosofie en recht. Hij trouwde met haar in 1936. Vanaf ditzelfde jaar werkte hij als docent Frans, en bij het Ministerie van Onderwijs waar hij verantwoordelijk was voor het departement dat internationale relaties onderhield. Rodica en Eugene kregen samen een dochter, Marie-France, in 1944. Ionesco schreef een hele bundel kinderverhalen voor haar. Ionesco en zijn familie gingen in 1938 in Parijs wonen. Pas rond die tijd begon hij met schrijven van (absurdistisch) toneel. Veel van zijn werk is tot de klassiekers gaan behoren: La Leçon en La cantatrice chauve. Sommige van deze stukken worden onafgebroken opgevoerd sinds 1955. Gedurende zijn hele leven ontving hij veel literaire prijzen voor zijn werk
Ionesco was een voorvechter van de mensenrechten en een fel strijder tegen politieke tirannie. Met zijn werk wilde hij overbrengen wat hij zag als de strijd van de mens om te overleven in een samenleving waarin volgens hem alleen maar barricades tussen mensen werden opgeworpen. Hij was een militante anticommunist en heeft lang actie gevoerd tegen het autoritaire regime van de Roemeense dictator Nicolae Ceausescu, die zijn werk verboden had. Eind jaren '70 begon hij te schilderen. Hij wou eigenlijk niets meer met theater te maken hebben. Hij had naar eigen zeggen "genoeg van de taal en de woorden". Hij kreeg behoefte aan stilte, aan een zwijgende kunst. Een ander voordeel van deze kunstuiting vond hij dat er niemand meer tussen zijn werk en de toeschouwer in gaat staan: eindelijk geen regisseur meer om ruzie mee te maken. In zijn werk schreef hij daarom altijd veel regieaanwijzingen, omdat hij eigenlijk geen enkele regisseur vertrouwde. Ionesco stierf uiteindelijk op 28 maart 1994 op 84-jarige leeftijd in zijn woning in Parijs. Hij werd begraven op het kerkhof van Montparnasse. In de tijd dat Ionesco La Cantatrice Chauve schrijft zien we drie stromingen in het literaire toneel: het absurdistische, het existentialistische en het traditionele toneel. Het absurdistische toneel, presenteert situaties en taal zonder logica, als verzet tegen het klassieke toneel, als therapie of zomaar. Er is een groot publiek dat geboeid raakt door soms verbijsterend absurdistische stukken. La Cantatrice Chauve behoort dus tot het absurdistische toneel, een toneelstroming uit 1940-1960. Beoordeling Ik vind het lezen van La Cantatrice Chauve een aparte ervaring, ik had ten eerste nog nooit een toneelstuk gelezen. De dialoog maakt het verhaal makkelijker te begrijpen, vooral omdat het toneelstuk in het Frans is. Er zitten ontzettend veel grappen in het toneelstuk, vele zal ik door de taalbarrière niet begrepen hebben. Dit vind ik jammer. Hoe verder naar het einde toe, des te minder logica er in het verhaal zit. Er zitten zelfs regels in waar mensen alleen letters zeggen. Dit is absurd, het slaat nergens op. Ik vind het leuk om het een keer gelezen te hebben, maar ik zal nooit meer een absurdistisch stuk kiezen om te lezen. Ik houd meer van een realistisch verhaal. Een leuk punt vind ik dat ik wel de achtergronden van dit toneelstuk ken, via de literatuurlessen. Doordat ik weet met welk doel het stuk geschreven is en waarom het geschreven is, kan ik het toneelstuk beter plaatsen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "La cantatrice chauve door Eugene Ionesco"