A Christmas carol door Charles Dickens

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover A Christmas carol
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vmbo | 5962 woorden
  • 15 december 2002
  • 656 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
656 keer beoordeeld

Boekcover A Christmas carol
Shadow
Ebenezer Scrooge is a mean, miserable, bitter old man with no friends. One cold Christmas Eve, three ghosts take him on a scary journey to show him the error of his nasty ways. By visiting his past, present and future, Scrooge learns to love Christmas and the people all around him.
Ebenezer Scrooge is a mean, miserable, bitter old man with no friends. One cold Christmas Eve, three ghosts take him on a scary journey to show him the error of his nasty ways. By …
Ebenezer Scrooge is a mean, miserable, bitter old man with no friends. One cold Christmas Eve, three ghosts take him on a scary journey to show him the error of his nasty ways. By visiting his past, present and future, Scrooge learns to love Christmas and the people all around him.
A Christmas carol door Charles Dickens
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdstuk 1: Marley is dood, en Scrooge was zijn enige vriend en de enige die om hem rouwde. Scrooge en Marley waren partners, ze hadden heel veel jaren samen gewerkt. En zelfs jaren na Marleys dood, heette hun warenhuis nog steeds Scrooge and Marley. Scrooge hield veel van zijn geld, hij was hard en koud als steen. Niemand hield hem aan op straat om te vragen hoe het met hem ging, niemand durfde in zijn buurt te komen, zelfs de blinden en hun hond niet. Maar het kon Scrooge niet schelen, hij vond het juist fijn. Hij vond het fijn niet dicht bij gevoelens van anderen te komen. Op een kerstavond ( 24 december) zat oude Scrooge in z'n telkamer. Het was daar koud, zonder enige comfort en vochtig. De deur van zijn kamer was open, zodat hij een oogje kon houden op zijn schrijfhulp die brieven aan het kopiëren was. Scrooge had weinig licht, maar zijn schrijfhulpje nog minder. En hij kon er geen kolen bij gooien want die bewaarde Scrooge in zijn kamer. "Vrolijk kerstfeest, oom! God bescherme U!" riep een vrolijke stem van zijn neefje Fred. "Wat een stomme opmerking!" zei Scrooge. "Wat een onzin!" "Kerst onzin, oom!" zei Fred. "Dat meent u toch niet, of wel?" Jawel, vrolijk kerstfeest! Welke reden heb je om vrolijk te zijn, je bent arm genoeg. Welke reden heeft u dan om zo verdrietig en somber te zijn, U bent rijk genoeg. Hoe kan ik anders zijn als ik in een wereld vol stommelingen leef? Laat mij maar op mijn eigen manier kerst vieren, oftewel niet! Zei Scrooge. En laat me nou maar alleen. Ik dacht bij kerstmis niet alleen aan een gelovige tijd, maar aan aardige, vergevende, plezierige tijd! herhaalde zijn neefje. En daarom, oom, ondanks dat kerst me nooit goud of zilver heeft opgeleverd, geloof ik dat het me goed heeft gedaan en dat het met nog steeds goed doet; en ik zeg, God zegene U! Hoera riep Scrooge's schrijfhulp. "Stil jij!" zei Scrooge. Wordt nou niet boos oom en kom morgen bij ons eten. " Ik weiger te komen!" zei Scrooge. "Waarom niet?" vroeg Fred. Goede middag! Zei Scrooge
Vrolijk kerstfeest oom! Goede middag! zei Scrooge

En een gelukkig nieuwjaar! En zijn neefje vertrok zonder enig kwaad woord te zeggen. De schrijfhulp liet het neefje door de deur en ze wensten elkaar een vrolijk kerstfeest. En terwijl het neefje vertrok kwamen er twee dikke mannen binnen. Ze vroegen naar meneer Scrooge of meneer Marley. Scrooge vertelde dat op deze avond meneer Marley precies zeven jaar dood was. Het is kerstmis en in deze tijd moeten we de armen helpen zei één van de mannen. Zijn er geen gevangenissen dan vroeg Scrooge. Er zijn er genoeg zei de man. En het armenhuis, is die nog steeds in werking vroeg Scrooge. Jammer genoeg wel zei de man. Maar we proberen nu geld in te zamelen om de mensen in de armenhuizen wat te eten en te drinken en wat warms te geven zei de man. Dus hoeveel wilt u geven? Niets zei Scrooge. Ik steek al genoeg geld in de gevangenissen en armenhuizen, dus de mensen die arm zijn gaan daar maar heen. Maar de meesten gaan liever dood zei de man. Dan moeten ze dat vooral doen, er zijn toch al te veel mensen op deze wereld, het is niet mijn zaak om op de armen te concentreren riep Scrooge. De mannen zagen in dat dit zinloos was en ze vertrokken. Buiten werd het donkerder en mistig, een koude jonge persoon stopte voor de deur van Scrooge en begon een kerstlied te zingen. Scrooge sloeg met een liniaal keihard op z'n bureau en de jongen rende snel weg. Toen de zaak ging sluiten vroeg Scrooge aan z'n schrijfhulp: " Jij wilt morgen zeker de hele dag vrij?" Dat wou de schrijfhulp inderdaad, maar Scrooge was het er niet mee eens. Want de hulp zou niet werken maar kreeg wel betaald en wel een halve kroon ( dat is 2 shilling en 6 pence) en dat was oneerlijk vond Scrooge. De hulp kreeg wel vrij, maar hij moest beloven de volgende morgen extra vroeg te komen. Scrooge liep naar buiten met gegrom en de hulp rende naar zijn huis. Scrooge zat z'n sombere maaltijd op te eten in een donker restaurant, hij las de krant en z'n bankiersboek en ging daarna naar huis om naar bed te gaan. Hij woonde in kamers die van Marley waren geweest. Het waren sombere kamers en de kamers stonden in een donkere vochtige smalle steeg. Scrooge vond z'n weg naar de deur, op de deur zat een grote deurklopper. Scrooge was gewend deze te zien elke avond en elke morgen, maar nu zag hij in plaats van de klopper Marley's gezicht. Het gezicht keek naar Scrooge zoals Marley ook altijd deed. Toen Scrooge nog een keer keek was het weer gewoon een klopper. Hij deed voorzichtig de deur open en keek eerst, voor hij naar binnen stapte en luid de deur dicht deed. Het echode door elke kamer en elke ton die in de kelder stond. Hij deed de deur op slot en liep de trap op, hij dacht een lijkkoets voor zich te zien maar hij liep gewoon door. Voor hij de deur dicht deed liep hij door alle kamer om te controleren of alles nog was zoals het hoorde. Alles was normaal, tevreden deed hij de deur op slot. Hij deed z'n badjas en slippers aan en deed z'n slaapmuts op. Hij ging in de stoel voor het vuur zitten om z'n dunne pap op te eten( hij was namelijk ziek). Opeens begonnen alle bellen in het huis te rinkelen en na een halve minuut ( het leek wel een uur) stopte het gerinkel. Maar toen klonk het geluid van bewegend metaal, diep beneden. Scrooge herinnerde zich dat de geesten in dit huis altijd metaal droegen. De kelderdeur vloog luid open en het geluid kwam de trap op. Scrooge veranderde van kleur toen de geest door de deur ineens voor hem stond en hij herkende hem, het was Marley's geest! En daar stond Marley met een slotketting van staal. Scrooge kon haast niet geloven dat dit gebeurde. "Wat wil je van me, wie ben je?" vroeg Scrooge. Toen ik nog leefde was ik je partner Jacob Marley. Je gelooft niet in me hè? "Nee, ik zal wel wat gegeten hebben wat mijn ogen aantast" zei Scrooge. De geest deed het verband wat om zijn hoofd zat af en zijn mond viel open. Scrooge viel op zijn knieën en vroeg waarom de geest juist hem moest hebben. Geloof je in me vroeg Marley. Ja zei Scrooge ik moet wel maar waarom kom je bij mij? De geest moest huilen en pakte z'n slotketting. Je zit vast door de ketting zei Scrooge, maar waarom? Deze ketting heb ik gemaakt toen ik nog leefde, precies zeven jaar geleden was hij klaar en nu moet ik hem dragen. Vertel me meer Jacob. Ik kan je niet veel meer vertellen Ebenezer Scrooge, ik moet je snel weer verlaten. Luister naar me: in mijn leven, heeft mijn ziel nooit verder moeten lopen dan achter ons kantoor, en nu liggen vele lange vermoeiende reizen voor me. Nu al zeven jaar lang, de hele tijd geen rust en geen vrede. En de hele tijd, heb ik de pijn van de herinneringen van alle fouten die ik heb gemaakt. De geest begon opnieuw te huilen en schudde zijn ketting luid, in de stilte van de nacht. Ook jij wordt vastgehouden in een ketting, riep de geest. Vele geesten moeten jaren werken om de wereld te beteren. Elke christelijke geest zal zijn leven op aarde te kort vinden om de goede dingen te doen. Later is het te laat om in te zien dat je je kansen hebt verspeeld toen je ze had. Net als ik! Mijn hele leven draaide om zaken, rond deze tijd van het jaar is het voor mij het moeilijkst, dan lijd ik het meest. Vanavond, verschijn ik voor je in een zichtbare vorm, maar ongezien ben ik elke dag bij je geweest. Vanavond Ebenezer ben ik hier om je te vertellen dat je nu een kans hebt beter te eindigen als mij. Je zult bezocht worden door drie geesten. Zonder deze geesten kun je niet hopen op een betere toekomst dan mij. Verwacht de eerste geest morgen, wanneer de klok 1 uur slaat. De tweede kun je overmorgen verwachten rond dezelfde tijd. De derde kun je verwachten op de volgende avond als de klok de laatste slag van 12 uur heeft laten horen. En verwacht niet mij nog eens te zien, en voor je eigen bestwil, herinner wat er tussen ons heeft plaats gevonden. Toen hij deze woorden had gezegd, deed hij het verband weer om zijn hoofd. Toen liep hij langzaam achteruit, bij elke stap die hij deed ging het raam een stukje open, dus toen hij bij het raam kwam was het raam wijd open. Hij seinde Scrooge dichterbij te komen en hij kwam. Hij hoorde verdrietige lange kreten, en liederen vol verdriet, na een tijdje sloot de geest van Marley zich bij hen aan en verdween in de donkere nacht. Scrooge deed het raam dicht en vergrendelde de deur waardoor de geest was binnen gekomen. Hij was zo moe dat hij zonder zich om te kleden hij in bed ging liggen en meteen in slaap viel. Hoofdstuk 2: Toen Scrooge wakker werd, was het heel erg donker. De klokken van een kerk in de buurt sloegen 12 uur. Dat kon toch niet, hij keek op z'n horloge en die stond ook op 12 uur. Dat kon toch niet dan had hij een hele dag en een gedeelte van de nacht geslapen. Hij dacht aan Marley's geest, was het nou een droom of was het echt gebeurd. Toen dacht hij aan wat Marley gezegd had, dat om 1 uur een geest zou komen. Hij besloot te wachten en telde de kwartieren. Toen sloeg de klok 1 uur, Scrooge was blij want hij zag geen geest. Maar hij had te vroeg gejuicht, de laatste slag van de klok, klonk diep en op hetzelfde moment zag hij de kamer verlichten en gingen de gordijnen van zijn hemelbed open. Toen stond Scrooge oog in oog met de eerste geest. Het was een vreemd figuur, het leek op een kind maar tegelijk ook op een oude man. "Wie en wat ben je?" vroeg Scrooge. Ik ben de geest van het Kerst verleden. Scrooge ergerde zich aan het heldere licht wat de geest uitstraalde. De geest pakte Scrooge voorzichtig bij zijn arm en trok hem mee. Maar Scrooge stopte toen ze bijna bij het raam waren, straks val ik nog zei Scrooge. De geest legde zijn hand op Scrooge's hart en zei: "ik zal je vasthouden." En toen de geest deze woorden gesproken had, gingen ze door de muur en stonden op een open landweggetje, met weilanden aan beide kanten. De stad was volledig verdwenen, de somberheid en mist hadden plaatsgemaakt voor een heldere koude winterdag met sneeuw op de grond. "Mijn hemel, hier ben ik opgegroeid, hier was ik een jongetje!" zei Scrooge. " Je lipt trilt en is dat niet een traan op je wang?"zei de geest. De geest vroeg of Scrooge deze weg herkende. "Herkennen, ik zou deze weg met mijn ogen dicht kunnen lopen!" zei Scrooge. Ze liepen langs de weg en Scrooge herkende elk klein dingetje. Toen kwamen paarden met jongens erop hen tegemoet, ze hoorden vrolijke muziek. Scrooge noemde alle jongens bij naam. Waarom was hij zo blij ze te zien? Waarom kreeg hij tranen in z'n ogen en klopte z'n hart blij toen de jongens passeerden. Waarom vulde zijn hart zich met vreugde toen de jongens elkaar een vrolijk kerstfeest wenste? "De school is nog niet leeg, er zit nog één kind alleen vergeten door zijn vrienden." Scrooge wist het maar al te goed want het jongetje wat achter was gebleven was hij. Ze liepen het klaslokaal binnen en een eenzaam jongetje zat bij een klein vuurtje een boek te lezen. Toen Scrooge dit zag liet hij zijn tranen de volle loop, de geest raakte hem aan en wees naar het boek wat het jongetje aan het lezen was. Scrooge keek en was verrast om het boek Ali Babba te zien. "Arme jongen, wat herinner ik me het verhaal goed."zei Scrooge. "Er was een jongen een kerstlied aan het zingen voor mijn deur gisteravond, wat zou ik hem nu graag wat geven." Zei Scrooge. De geest glimlachte en zei: "laat ons nu een andere kerst zien!" Ze kwamen in een donkere, smerige kamer terecht, waarin Scrooge zat alleen dan wat ouder als dat ze net hadden gezien. Hij was alweer alleen, terwijl andere jongetjes naar huis waren gegaan voor de vrolijke feestdagen. De deur ging open en er kwam een meisje binnen, veel jonger dan het jongetje, en ze sloeg haar armen om hen heen en kuste hem vaak en noemde hem haar lieve, lieve broer. Ze kwam hem vertellen dat ze hem mee naar huis zou brengen, want hun vader was veranderd en wou hem weer graag thuis hebben. Ze was ervan overtuigd dat dit de vrolijkste tijd van de hele wereld zou worden. De schoolmeester liet Scrooge's koffer brengen en zette hem in de koets. Scrooge stapte samen met zijn zusje in de koets. De geest zei: "ze was nooit een sterk meisje, maar ze had een groot hart!" Scrooge huilde en zei: "dat had ze zeker." De geest ging verder en zei: "ze stierf als een jonge vrouw en ze had geloof ik kinderen." "één kind"zei Scrooge. "en dat is jouw neefje" zei de geest. Ze hadden de school nog maar net verlaten, of ze stonden al in een drukke winkelstraat. De geest stopte voor een warenhuis en vroeg Scrooge of hij het herkende. En hij herkende het meteen, het was de eerste plek waar hij gewerkt had. Ze gingen naar binnen en Scrooge huilde van opwinding. " Wel heb je ooit het is Fezziwig, hij leeft weer!" riep Scrooge. Er kwamen twee jonge mannen aan, de één was Scrooge, de ander was Dick Wilkins een collega. Ze hielpen Fezziwig met de tafels aan de kant te zetten, de vloer te poetsen, verse olie in de lampen te doen, kolen op het vuur te gooien en het warenhuis was klaar voor het dansen. Een muzikant kwam binnen en begon te spelen, toen meneer en mevrouw Fezziwig binnenkwamen met hun drie dochters gevolgd door alle werknemers van het warenhuis. Ze begonnen te dansen met de oude Fezziwigs als leiding. Toen de klok elf sloeg gingen meneer en mevrouw Fezziwig bij de muur staan om iedereen een hand te geven en een fijn kerstfeest te wensen. Toen iedereen weg was, op de twee jongens na, wensten ze de jongens ook een vrolijk kerstfeest en de jongens gingen naar hun bed, onder een tafel in het magazijn. Tijdens dit hele gebeuren had Scrooge glimlachend toegekeken en herinnerde zich alles. En nu pas herinnerde hij zich de geest. De geest zei: "zo zie je maar, het is een kleine moeite zoveel mensen blij te maken en het koste maar een paar pond." "De vreugde die hij geeft is net zo geweldig als dat het een fortuin zou kosten."zei Scrooge. De geest keek hem aan en vroeg wat er was. Scrooge zei: "niets speciaals, ik zou nu alleen een paar dingen tegen mijn hulpje willen zeggen, dat is alles." Ze gingen weer verder en ze zagen Scrooge als een volwassen man, hij had nog niet de keiharde koude blik, maar het begon te komen. Dit keer zat Scrooge niet alleen, naast hem zat een jong meisje gekleed in zwarte kleding. In haar ogen stonden tranen, die schitterden in het licht dat de geest van het kerstverleden uitstraalde. Het meisje wou helemaal geen zwarte kleding, maar goud, want ze had geen reden om zwart te dragen. Zo werkt de wereld, de armen hebben het moeilijk zei de jonge Scrooge. "je hebt te veel angst voor deze wereld."zei het meisje. En je enige passie is geld. "wat dan nog, ik ben toch niet veranderd tegenover jou, of wel?"vroeg Scrooge. Ja, je bent wel veranderd. Als je rijk was, was je me nooit gaan zoeken. "Zou je als je rijk was, een relatie willen met een meisje wat geen geld heeft?" vroeg het meisje. Je mag bij zijn dat je wakker bent geworden uit die kwade droom, want de droom bracht je geen werkelijkheid. Wees gelukkig in het leven dat je hebt gekozen. En het meisje ging weg en ze namen afscheid. "Geest, laat me niet meer zien, waarom wens je me al deze pijn toe?"vroeg Scrooge. Nog één keer zei de geest. Ondanks dat Scrooge niet wou, pakte de geest zijn armen en dwong hem te kijken naar wat nu kwam. Ze waren in een ander plaats, hij zag een heel mooi meisje voor het vuur zitten, hetzelfde als die hij daarnet had gezien. Maar nu was ze een prachtige jonge dochter die tegenover haar moeder zit. Er waren meer kinderen in de kamer dan Scrooge kon tellen, ze maakten veel kabaal maar het maakte niemand wat uit. Toen ging de dochter bij hun zitten om mee te spelen, ze trokken haar schoenen uit en deden haar haar los. En ze sloegen armen om haar heen. Scrooge zou maar al te graag één van die kinderen zijn. Toen klopte iemand op de deur, het was de vader, de kinderen rende naar hem toe. Ze begroetten hun vader die gevolgd werd door een man die alle cadeautjes droeg. Scrooge kon niet geloven dat hij haar vader was. De vader begon te vertellen: "ik kwam een oude vriend van je tegen, meneer Scrooge, zijn partner ligt op sterven en hij zat daar alleen, alleen in de wereld leek het wel." Scrooge keek naar de geest en zei: "haal me hier weg, ik kan er niet tegen." Scrooge greep de geest vast en riep: "verlaat me, neem me mee terug, jaag me niet langer op!" Hij trok de kap over het hoofd van de geest omdat hij het niet meer kon verdragen. En hij voelde zich uitgeput en erg slaperig, toen zag hij dat hij in zijn eigen kamer was. Hij stapte in bed en viel in een diepe slaap. Hoofdstuk 3: Toen Scrooge plotseling wakker werd, wist hij dat het 1 uur was. Hij wist niet wat hij deze keer moest verwachten, hij zou niet verrast zijn als het iets was tussen een baby en een neushoorn. Maar toen de klok één sloeg was er niets te zien en hij werd een beetje bang. Het enige wat hij zag was een rood licht uit de andere kamer. Toen hij goed wakker was liep hij naar de deur, toen hij de deur aanraakte hoorde hij een vreemde stem zijn naam zeggen die zei dat hij binnen moest komen. Het was wel zijn eigen kamer, maar hij was compleet veranderd. Het leek wel op een bos, met blaadjes en mistletoe een groot vuur brandde in de openhaard. Kalkoen, stukjes vlees, taarten, pudding, appels, sinaasappels, zoete peren, schalen vol bowl en andere eten – en drinkwaar stonden op een hoop als een troon voor een koning. En in het midden zat een geest zo groot als een reus met een toorts in z'n hand. "kom binnen!"zei de geest. Een beetje bang kwam Scrooge verder de kamer binnen. "Ik ben de geest van de hedendaagse kerst!" zei de geest. De geest was gekleed in een groene jas met witte bont, z'n haar was lang en los, hij had een vriendelijk gezicht, glimmende ogen, een vrolijke stem, z'n vrolijke gedrag. Heb je nog nooit zo iemand als mij gezien vroeg de geest, ook niet een van mijn broertjes? "niet dat ik weet, hoeveel broertjes heb je dan. De geest antwoordde: "wel meer dan 1800" "hou je vast aan mijn jas!"zei de geest. En dat deed Scrooge. De kamer verdween net als de donkere omgeving, het maakte plaats voor een heldere kerstmorgen, zo helder dat het wel zomer leek. Mensen riepen elkaar, ze lachten als een sneeuwbal raak was, maar ook als ze misten. De winkels waren nog open en op de laatste momenten kochten mensen nog wat. Toen klonken de kerkklokken en gingen alle goede mensen met hun netste kleren en vrolijkste gezicht naar de kerk of kapel. Op hetzelfde moment kwamen er een groot aantal mensen uit smalle straten, die met hun maaltijden richting de bakker liepen. Deze mensen waren arm maar keken toch vrolijk. De geest en Scrooge stonden in de deuropening en de geest sprenkelde iets over het eten met z'n toorts waardoor het lekker ging ruiken. Het was een vreemde toorts, want wanneer er kwade woorden tussen maaltijddragers waren, liet de geest wat druppels vallen en hun goede humeur kwam snel weer terug. "wat voor smaak hebben die druppels?" vroeg Scrooge. Mijn smaak zei de geest, voor de armen is het het lekkerst. "waarom?" vroeg Scrooge. Omdat de armen het het meeste nodig hebben antwoordde de geest. Dit was een vreemde geest, hij paste in hele smalle plaatsen net zo goed als in brede plaatsen. Ze gingen naar het huis van Bob Cratchit, de schrijfhulp van Scrooge. En de geest besprenkelde het huis, terwijl Bob maar 15 shilling per week verdiende, zegende de geest het huis van Bob. Mevrouw Cratchit was gekleed in een oude jurk met linten, net als haar dochter Belinda die haar hielp met het tafelkleed. De oudste zoon Peter Cratchit droeg Bob's oude T-shirt, hij prikte in een grote pan vol aardappels. Nu kwamen er twee kleine Cratchit's binnen, een jongen en een meisje, ze schreeuwden dat ze bij de bakker gans hadden geroken. "hier is Martha, moeder!" schreeuwden de twee kleintjes. Mrs. Cratchit kuste Martha vaak. "ga maar bij het vuur zitten kind."zei Mrs. Cratchit. Nee riepen de kinderen, daar komt papa verstop je Martha. Martha verstopte zich en Bob kwam binnen met kleine Tim op zijn schouders. En die arme kleine Tim droeg een kruk en had een frame om zijn been. "waar is Martha?" vroeg Bob. Martha kon zijn zielige blik niet aanzien en kwam achter de kast vandaan en rende in z'n armen. De twee kleintjes namen kleine Tim mee naar de keuken om naar de pudding te kijken. Bob vertelde hoe het met kleine Tim ging, hij vertelde dat Tim rare dingen dacht. Tim had hem verteld dat hij hoopte dat de mensen in de kerk hem zagen, omdat hij lam was en dat de mensen hem aan de wonderen van Jezus zouden herinneren. Ze hoorden Tim terugkomen uit de keuken en hij ging op z'n krukje zitten. Peter en de twee kleintjes gingen de gans vangen, wat ze al snel voor elkaar hadden. Iedereen zat aan tafel van de gans te eten en aan het einde zaten ze allemaal vol. Even later kwam Mrs. Cratchit binnen met de pudding. Toen ze klaar waren met eten gingen ze allemaal in een halve kring zitten en Bob hief zijn glas op en zei: "een vrolijk kerstfeest voor iedereen, laat God ons zegenen!" Iedereen zei het na en als laatste zei kleine Tim: "laat God ons zegenen!" Hij zat vlak bij zijn vader, Bob hield zijn kleine zwakke hand vast. Hij hield het handje vast alsof hij van het kind hield en wenste dat hij bij hen zou blijven en hij was bang dat het kind van hem weg genomen zou worden. "geest," zei Scrooge, vertel me of kleine Tim blijft leven. "ik zie een lege plek, een kruk zonder eigenaar, als deze voorspellingen onveranderd blijven dan zal het kind sterven antwoordde de geest. "Nee, nee! Zeg me dat hij gespaard wordt!" riep Scrooge. "Niemand zal hem hier vinden, zoals je al zei er zijn toch al te veel mensen op deze aarde" antwoordde de geest. Scrooge had verschrikkelijke spijt dat hij dat ooit gezegd had en boog voor de geest neer. Tot hij zijn naam hoorde. Bob zei: " laten we een toost uitbrengen op mr. Scrooge die deze maaltijd mogelijk maakte. Mevrouw Cratchit zei boos: "ik wou dat hij hier was, dan kon ik zeggen wat ik van hem vond, wie drinkt er nou op de gezondheid van die kwade, harde, geld lievende, ongevoelige man Scrooge!" Nadat Scrooge's naam was genoemd viel er een donkere stemming die ongeveer 5 minuten duurde. Scrooge keek naar hen en vooral naar kleine Tim tot aan het einde. Scrooge en de geest liepen verder, ze zagen allemaal families die gelukkig keken en elkaar begroeten. En opeens was dit alles weg en stonden ze op een lege berg. Ze waren in een plaatsje waar mijnwerkers wonen. Ze liepen naar een klein huisje, waarin een gezelschap rond een vuur zat. Een oude man en een oude vrouw met hun kinderen en kleinkinderen, zongen een kerstlied. Scrooge en de geest bleven er niet lang staan, maar ze vlogen verder over de zee. Tot ze bij een schip aankwamen, alle mannen op het schip zongen zacht ieder een eigen kerstlied. Alle bemanningsleden keken gelukkig, want ze wisten dat er thuis iemand aan ze zat te denken. Scrooge luisterde naar de wind, keek naar het schip terwijl ze verder ging door de eenzame duisternis van de zee. Hij was verbaasd toen hij opeens een lach herkende, het was die van zijn neefje Fred. Toen Fred lachte, lachte zijn vrouw mee. Fred vertelde wat er vanmiddag was gebeurd tussen hem en zijn oom. "hij is een grappige oude man en ik heb niets tegen hem" zei Fred. In de kamer zaten ook de zussen van Fred's vrouw en een stel andere dames. Ze draaiden muziek en daarna speelden ze blindenmannetje. Scrooge wou wel meedoen met de spelletjes, maar de geest zei dat ze niet langer konden blijven. "ah nog een half uurtje geest" vroeg Scrooge. Ze speelden een ander spelletje, Fred moest aan iemand denken en de anderen moesten raden wie. Hij gaf allemaal griezelige beschrijvingen en de anderen raadde dat hij Scrooge in gedachten had. Ze toostten allemaal op oom Scrooge en Scrooge wou ze graag bedanken, maar daar hadden ze geen tijd voor. Ze gingen weer verder. Ze zagen veel, ze gingen ver en ze bezochten vele huizen altijd met een gelukkig einde. Het was een lange nacht, als het al één nacht was, daar had Scrooge zijn twijfels over want het leek of alles samen was geperst in een korte tijdperiode. Het leek of de geest steeds ouder werd. "Is het leven van een geest kort?" vroeg Scrooge. "mijn leven in deze wereld is erg kort, hij eindigt vannacht." antwoordde de geest. "ik wil je wat vragen" zei Scrooge. " ik zie iets geks, dat niet bij jou hoor, het komt uit je jas, wat is dat?" Uit de jas van de geest kwamen twee kinderen, arm en koortsachtig, en erg ongelukkig. Het waren een jongen en een meisje maar ze zagen er dun, oud en gemeen uit. "voor hen is het te laat als er niets veranderd, ze hebben geen plaats om heen te gaan" zei de geest. De klok sloeg twaalf, Scrooge's ogen zochten de geest maar ze zagen hem niet. Toen de laatste slag geslagen had, herinnerde Scrooge wat Marley had gezegd. En toen hij omhoog keek zag hij een spook over de grond naar hem toe komen. Hoofdstuk 4: Scrooge boog door zijn knieën. De geest was gekleed in donker zwart en je kon niets van hem zien behalve één uitgereikte hand. "bent u de geest van de kerst die nog moet komen?" vroeg Scrooge. De geest antwoordde niet. "U moet me toch schaduwen laten zien van dingen die niet zijn gebeurd maar kunnen gebeuren in de toekomst?" vroeg Scrooge. Weer geen antwoord. "Geest van de toekomst! Ik vrees U het meest, ik hoop dat ik mijn leven nog kan beteren. Leid me voort, de nacht duurt niet lang meer!" zei Scrooge. Het spook bewoog en Scrooge volgde in zijn schaduw die hem optilde. Ze stopten bij een groepje mannen, om te luisteren waar ze het over hadden. Ze hadden een gesprek over de dood van een rijke man, maar het deed ze niet veel verdriet want ze lachten allemaal. Scrooge en de geest gingen verder en kwamen bij twee mannen aan. "oude Scratch is eindelijk dood hè?" vroeg de één. "Ja ik hoorde het, koud is het vandaag hè, perfect voor kerstmis."antwoordde de ander. Scrooge snapte niet waarom de geest hem dit allemaal liet horen. Ze gingen verder en ze kwamen in een steegje, ze gingen naar een lage oude winkel waar een man van ongeveer 70 jaar een pijp zat te roken. Scrooge en de geest gingen naar binnen, net als twee vrouwen en een man. De eerste vrouw was ooit Scrooge schoonmaakhulpje, de tweede was zijn wasvrouw, de man was een begrafenisondernemer. Ze hadden allemaal een bundel met gestolen spullen. Eerst opende de man zijn bundel, er zaten allemaal bureau spullen in. De oude man Joe, noteerde de waarde van de spullen. Toen opende mrs. Dilber haar bundel, er zaten kleren, twee zilveren theelepels en een paar laarzen in. Oude Joe noteerde het weer op de muur. Toen opende de andere vrouw haar bundel, daarin zaten bedgordijnen en een goed shirt. "die dooie heeft er toch niets meer aan!" zei de vrouw. Scrooge trilde van top tot teen. " Ik had die ongelukkige dode man kunnen zijn, waarvan ze gestolen hebben. Opeens veranderde omgeving en stonden ze in een kamer met een hemelbed zonder gordijnen, waarop die man lag, berooft en alleen bedekt door een laken. Scrooge keek naar de geest, maar die wees alleen maar naar het hoofd van de dode man. "geest, als ik het zou durven zo ik kijken, maar ik heb de kracht niet! Ik heb de kracht niet geest!" riep Scrooge. "Als er iemand is die een beetje gevoel heeft door de dood van deze man, laat me die persoon dan zien, ik smeek u!" riep Scrooge. De geest toonde Scrooge een kamer verlicht door daglicht waarin een moeder en kinderen waren. Caroline verwachte iemand, uiteindelijk hoorde ze geklop op de deur en haar man kwam binnen. "Is het goed nieuws of slecht nieuws, is er nog hoop?" vroeg Caroline. "slecht, er is geen hoop meer want hij is dood." Antwoordde haar man. "Hoeveel geld erven we?" vroeg ze. "Laat me aardige gevoelens zien in verband met dood, of die kamer waar we net waren. De geest leidde hem door verschillende straten en ze gingen Bob Cratchit's huis binnen. Het was er erg stil, de lawaaiige kleine kinderen zaten stil in een hoekje en Peter zat met een boek voor zich. " 'En hij nam een kind en plaatste dat in hun midden.' " ( Marcus 9 : 36) Waar had Scrooge deze woorden eerder gehoord. Bob kwam binnen en de twee kleintjes gingen op zijn schoot zitten en ieder kind drukte zijn gezichtje tegen die van Bob. "niet sip kijken, papa!" zeiden de kleintjes. "Ben je er weer geweest Bob?" vroeg Caroline. "ja, lieverd, ik had hem beloofd op zondag langs te wandelen." Zei Bob. "het zal je goed doen te zien hoe groen het daar is." "Mijn kleine kind, mijn kleine kind!" huilde Bob. Toen het weer wat beter ging vertelde Bob over de aardigheid van Scrooge's neefje. Hij was hem tegengekomen op straat en Fred had gevraagd wat er was, en hij wenste hun veel sterkte. Fred kan misschien zelfs werk vinden voor Peter, maar we zullen kleine Tim nooit vergeten. En daar was iedereen het mee eens. "Geest, vertel me, wie was die persoon die we net dood zagen liggen?" vroeg Scrooge. Ze kwamen op een kerkhof en stopten bij een steen. "Voor ik kijk, wiens steen het is, vertel me zijn dit schaduwen van de gebeurtenissen zoals ze zullen zijn of ze als ze misschien zullen zijn?" vroeg Scrooge. De geest bleef gewoon stil staan en wees naar de steen. Scrooge liep naar voren en keek naar de steen en hij zag zijn eigen naam EBENEZER SCROOGE. " was ik de man op dat bed?" huilde Scrooge op z'n knieën. " Nee!!!!!!!!! Ik zal mijn leven beteren, ik zal een nieuwe man zijn, waarom liet je me dit nou zien, zeg me dat ik nog steeds mijn leven kan veranderen!" schreeuwde Scrooge."Ik zal leven in het verleden, het heden en de toekomst, de geesten zullen altijd in me zijn." De geest duwde hem weg, en terwijl Scrooge bleef bidden om een andere toekomst, veranderde de geest in een paal van het hemelbed. Hoofdstuk 5: Scrooge was blij, hij was weer terug en hij was blij met alle nieuwe plannen die hij had. Hij kleedde zich snel aan, hij riep naar iedereen: "Vrolijk kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar!" Scrooge deed het raam open toen hij de klokken van de kerk hoorde, hij zag beneden een jongetje lopen. "welke dag is het, mijn goede jongen?" vroeg Scrooge. De jongen keek een beetje verbaasd en zei toen: "Het is KERSTDAG!" " jongetje, weet jij waar de poelier zit?" vroeg Scrooge. " Natuurlijk weet ik dat!" zei het jongetje. "mooi zo, koop dan maar de allergrootste kalkoen die er is en vraag of ze hem hier brengen, ik zal je een shilling geven." Zei Scrooge. Het jongetje rende naar de poelier. Ik stuur de kalkoen naar Bob Cratchit dacht Scrooge. Hij schreef het adres op en ging naar beneden om de deur open te doen en te wachten totdat de poelier zou komen. Toen de kalkoen kwam, bestelde Scrooge een koets voor het jongetje want zo'n kalkoen kon hij nooit dragen. Scrooge trok zijn netste kleren aan en ging de straat op, hij wenste iedereen een vrolijk kerstfeest. Toen kwam hij één van de mannen die gister om geld vroeg tegen, Scrooge bood z'n excuses aan en gaf hem als nog een heleboel geld voor de armen. Scrooge liep naar het huis van zijn neef Fred, hij liep er eerst een paar keer langs voor hij de moed had aan te kloppen. Een klein meisje deed de deur open. "is je meester ook thuis, lief kind?" vroeg Scrooge. Het meisje bracht hem naar de eetkamer, Scrooge deed de deur stilletjes open en stak zijn hoofd door de opening. "Goede genade, wie is dat?!" riep Fred. Zijn vrouw keek ook verbaasd. "Het is IK, je oom Scrooge, ik ben toch naar je etentje gekomen, mag ik binnenkomen?" "Tuurlijk!" riep Fred. Scrooge was binnen 5 minuten weer thuis samen met zijn nichten en neven, die er allemaal nog hetzelfde uitzagen als bij Fred thuis. Het was een geweldig feest, geweldige spelletjes, een geweldig samenzijn en een geweldige blijdschap. Scrooge was de volgende morgen vroeg in zijn kantoortje. Hij wou er getuige van zijn dat Bob Cratchit te laat zou komen. En hij was te laat, wel 18.5 minuut. Scrooge gedroeg zich zoals normaal. Bob bleef maar zijn excuses aanbieden. "ik zal je wat vertellen mijn vriend, ik pik dit soort dingen niet langer en daarom……. En daarom zal ik je salaris verhogen, vanaf nu!" zei Scrooge. Bob wist niet wat hem overkwam. " Vrolijk kerstfeest, Bob!" riep Scrooge en je kon zien dat hij het echt meende. "Ik zal je salaris verhogen en ik zal proberen je familie te helpen, maar dat bespreken we vanmiddag bij een warme kerstdrank. Maar stook nu eerst de kachel op en koop nieuwe kolen, voor je ook maar een regel schrijft." Zei Scrooge. Het ging beter dan ooit, Scrooge deed alles wat hij beloofd had. En voor kleine Tim die NIET dood ging, was hij als een tweede vader. Hij werd een goede vriend, een goede baas en een goed man. Sommige mensen lachten toen ze hem zo zagen veranderen. Scrooge's eigen hart lachte en dat was genoeg voor hem. Hij had nooit meer een ontmoeting met geesten. En zo als kleine Tim op merkte, God zegene Ons Allemaal!

REACTIES

W.

W.

hoi

ik vond die verslag die je gemaakt had egt heel goed .ik ben nu dat aan het lezen morgen voor die KOLTE school.ik moet morgen daar toets over maken ik hoop dat het goed kom. want tot nu all die boekjes die ik lees zak ik er voor hopelijk gaat het met deze boek wat beter.

groetjes,

Wais

21 jaar geleden

L.

L.

heyhey ik heb heel veel aan je uitreksel gehad DANK je ik heb dinsdag een boekbespreking over et boek en heb mun cijfer voor et meeste te danken aan jou HEEL ERRG BEDANT hugs and kisses lennart

21 jaar geleden

A.

A.

goed werk lyzanne, door jou heb ik een 9.5 thnx

20 jaar geleden

B.

B.

Hey,
bedankt voor het goeie werkstuk van the christmas carol :)

bvd

20 jaar geleden

A.

A.

HA Lyzanne,

Goed verslag man!!!! ik heb er veel aan gehad echt bedankt.
succes met je studie.

groetjes,
Antonie

20 jaar geleden

M.

M.

Hoi hoi Lyzanne,
Ik wil je echt bedanken voor het uitreksel van a Christmas Carol, ik heb je verslag heel goed kunnen gebruiken! Je bent werkelijk een schat (K)

20 jaar geleden

P.

P.

ik zou alinea's doen als ik jouw was, bij ons op school scheelt dat in het cijfer!

succes

peter

20 jaar geleden

A.

A.

Jij vette ding heb gemaakt op scholier.com echt waar ik zwier jou, dankewel !

20 jaar geleden

M.

M.

thanx voor je uittreksel, ik krijg strax een mondeling tentamen over het boek, en dit is een super fijne samenvatting


knuffel en liefs,

maaike

19 jaar geleden

K.

K.

heejj lisanne bedankt voor je uittreksel hoowrsss xuz kim

19 jaar geleden

M.

M.

goed geschreven =')
ik heb er super veel aan gehad!!

16 jaar geleden

L.

L.

Heee,
Beetje vreemde tijd in het jaar voor kerstmiss, maar ik heb dit boekje gekozen omdat ik het al kende en er veel boekverslagen van zijn.. Die van jou is tich wel het best! Je hoeft haast alleen maar deze samenvatting te lezen en je kent het!
Thxxxxx

12 jaar geleden

M.

M.

wauw! super goeie samenvatting! het heeft alles wat belangrijk is! ik heb er onwijs veel aan gehad!! Bedankt!!

11 jaar geleden

M.

M.

WAIS mag ik jou attenderen op een uitzonderlijk gebruik van de nederlandse taal. Bravo

10 jaar geleden

A.

A.

echt heel goed ik moest het boek lezzen.
hier heb ik veel aan gehad
thnx xxx

10 jaar geleden

J.

J.

heyy weet iemand een antwoord op deze vraag?

welke geest sprak je het meeste aan en waarom?
XXX julia

8 jaar geleden

B.

B.

maak die vragen gewoon zelf

8 jaar geleden

T.

T.

leuk!
ik ben nog maar 10 en het is goed te begrijpen :)

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "A Christmas carol door Charles Dickens"