Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Spaanschen Brabander door G.A. Bredero

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 2266 woorden
  • 21 november 2002
  • 53 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
53 keer beoordeeld

Boekcover Spaanschen Brabander
Shadow
Spaanschen Brabander door G.A. Bredero
Shadow
Samenvatting Het toneelstuk begint met een monoloog van Jerolimo, een jonker. Hij is naar Amsterdam gevlucht omdat hij ontkomen moest aan zijn schuldeisers in Antwerpen. Jerolimo vindt dat hij meer ontwikkeld is dan de Amsterdammers wat betreft taal, manieren en beschaving. Jerolimo wil Robbeknol in dienst nemen, Robbeknol is arm, heeft hongeren wil dus maar al te graag de knecht van Jerolimo worden. Robbeknol weet op dat moment nog niet dat Jerolimo helemaal geen geld heeft, maar komt daar snel achter als blijkt dat hij haast niets te eten krijgt. Jerolimo en Robbeknol praten over hun jeugd. Een oude kreupele hondenverjager, Floris Harmensz, wordt door twee jongens gepest. Floris is naast hondenverjager ook doodgraver. Hij heeft net een dode naar het kerkhof gebracht en raakt met drie andere mannen in gesprek. Ze spreken over de doden, de pest en nog wat alledaagse dingen. De twee jongens die Floris aan het pesten waren, krijgen ruzie terwijl ze aan het knikkeren zijn. Floris slaat ze uit elkaar. Jerolimo commandeert in zijn armoedige huis Robbeknol dingen te doen, die onmogelijk zijn, omdat de benodigde spullen niet aanwezig zijn. Jerolimo kleedt zich deftig aan om de stad in te gaan. In de stad ontmoet Jerolimo twee prostituees, An en Trijn. Ze bespreken net hun klanten, wanneer Jerolimo hen toespreekt alsof ze godinnen zijn. Ze voelen zich vereerd. Als blijkt dat Jerolimo met Trijn wil vrijen, wijst ze hem af. Hij geeft de twee dames van lichte zeden de muziek van een liedje dat ze zingen. Robbeknol beklaagt zich over zijn armoede en komt erachter dat Jerolimo ook geen cent te makken heeft. Robbeknol observeert Jerolimo wanneer hij de 'dames' niet wil trakteren, omdat hij zich als koninklijke koetsierniet in zulk gezelschap kan vertonen. Trijn en An hebben wel door dat hij helemaal geen geld heeft. Jerolimo moet er ook ineens vandoor. An en Trijn praten over hun jeugd. An was op 14 jarige leeftijd door de zoon des huizes ingewijd in de liefde. Zij was daar dienstmeisje en werd daarom ook ontslagen. Er zat voor haar niets anders op dat haar lichaam te verkopen. Trijn vertelt op har beurt dat haar vriend al haarspaargeld stal, en dat er ook voor haar niets anders op zat dan een 'carrière' als prostituee. Intussen heeft Robbeknol zo'n honger dat hij besluit te gaan bedelen. Hij neemt ook veel voedsel mee naar huis en laat zijn meester ervan mee-eten. Robbeknol beklaagt zich over zijn voortdurende armoede en trekt de conclusie dat zijn meester ook arm is. Hij heeft medelijden met Jerolimo en besluit hem te blijven dienen. Hij mag Jerolimo ook, omdat zijn vorige meesters allemaal gierig waren. De drie oude mannen die met Floris in gesprek waren, hebben nu een hevige discussie. Een van hen, Jan, komt uit Amsterdam, maar de andere twee, Andries en Harmen, niet. Eerst hebben ze het over hun afkomst, daarna over elkaars slechte eigenschappen. Na deze heftige discussie besluiten ze geen kwaad meer over elkaar te spreken. Het stadsbestuur van Amsterdam verbiedt het bedelen eb beveelt registratie van de armen. De meningen van Jan, Andries en Harmen zijn verdeeld, en ze discussiëren over de nieuwe wet. Ze wijten het besluit aan het wangedrag van de vreemdelingen. Robbeknol ziet de ernst van de nieuwe situatie in, vooral voor zijn meester. Trijn, een spinster en voormalige prostituee, scheldt een man uit omdat hij haar 'hoer' noemt. Twee andere spinsters, Els en Jut, manen haar tot kalmte. Daarna praten ze over weldoeners voor de armen. Robbeknol leest de spinsters voor uit de Bijbel in ruil voor eten. Jerolimo zegt tegen Robbeknol dat hij een nieuw huis heeft gekocht en geeft Robbeknol geld om eten te kopen. Onderweg naar de markt ziet Robbeknol een lijkstoet. Een weduwe huilt en Robbeknol hoort haar zeggen dat haar overleden man naar "t ellendig huis van eeuwig vergeten en waar men geen weet heeft van drinken en eten". Robbeknol denkt dat het over Jerolimo's huis gaat en haast zich naar huis. Jerolimo stelt Robbeknol gerust en vertelt hem dat de man naar zijn graf gaat. Byateris, een uitdraagster ( een vrouwelijke handelaar in tweedehands goederen) en koppelaarster, vertelt in een monoloog dat ze vroeger veel minnaars gehad heeft, maar dat ze nu succes heeft als koppelaarster. Robbeknol komt terug van de markt en vertelt dat hij voordelig heeft ingeslagen. Hij verwondert zich er wel over dat zijn meester zoveel eet. Jerolimo ergert zich eraan dat Robbeknol niet bidt voor het eten. Na het eten praten zij nog over Antwerpen, Brabant en de, vermeende, Spaanse vader van Jerolimo. Gierighe Geeraart, huiseigenaar, laat in een monoloog goed zijn gierigheid zien. Geeraart en Byateris komen elkaar tegen en blijken elkaar goed te kennen. Ze raken in gesprek over geldzaken. Geeraart is op weg naar "een kale jonker die niet betaalt", dat is Jerolimo. Ook Byateris is op weg naar Jerolimo omdat ook zij nog geld tegoed heeft. Byateris en Geeraart komen aan bij de deur van Jerolimo, maar Robbeknol laat ze niet binnen. Even later komt Jerolimo zelf aan de deur, en hangt een smoes op, dat hij zo spoedig mogelijk zal betalen. Zodra ze weg zijn ontslaat hij Robbeknol en zegt hem dat hij zo snel mogelijk moet vertrekken. De twee spinsters, Els en Trijn, bekommeren zich om het lot van Jerolimo. Geeraart en Byateris beklagen zich over Brabanders en mensen in het algemeen. Ze gaan weer naar het huis van Jerolimo, maar krijgen te horen van Robbeknol dat zijn meester is vertrokken. Geeraart gaat de schout halen, terwijl Byateris bij Robbeknol blijft. Geeraart vraagt de notaris een inventaris op te maken. Balich, een tingieter, Jasper, een goudsmid, en Otje Dikmuil, en schilder, zijn allemaal schuldeisers van Jerolimo. Ze raken in gesprek voor het huis van Jerolimo. Geeraart vraagt aan de schout of hij het huis van Jerolimo open wil breken. Het huis wordt opengebroken, maar bleek helemaal leeg te zijn. Aangezien Jerolimo weg is, krijgt Robbeknol de schuld. De schuldeisers maken ruzie en vervloeken Jerolimo. Robbeknol wordt bijna gearresteerd, maar vertelt dan alles wat hij weet, en wordt weer vrijgelaten, mede dankzij de hulp van de spinsters. De schout en de notaris vragen geld voor hun diensten aan Byateris en Geeraart, maar dat krijgen ze niet. Er blijkt maar weer eens dat de mensen zich soms anders voordoen. (" al ziet men de lui, men kent ze niet") Robbeknol vraagt om applaus en instemming van het publiek. Zakelijke gegevens van het boek Het oorspronkelijke boek: Auteur: Gerbrand Adriaenszoon Bredero

Titel: Spaanschen Brabander
Eerste uitgave: april 1617
Aantal versregels: 2235
Genre: karakterblijspel
Het 'moderne' werk
Auteur: G. A. Bredero
Bezorgd door: E.K. Grootes
Titel: G.A. Bredero's Moortje en Spaanschen Brabander
Uitgeverij: Atheneum-Polak & Van Gennep
Mede tot stand gekomen door: een subsidie van het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds Eerste reactie Ik vond dit een redelijk leuk boek om te lezen. Ik had alleen geen vertaling, dus dat maakt het lezen toch iets moeilijker. Ik heb ook 'Lucifer' van Joost van den Vondel gelezen, maar dat vond ik toch iets moeilijker samen te vatten. Dit boek las wel lekker door, toen ik eenmaal aan de taal gewend was. Ik heb dit boek gekozen omdat mijn vader dit boek ook had gelezen en mij vertelde dat dit een leuk boek was om te lezen. Analyse van het verhaal Opbouw van het toneelstuk De Spaanschen Brabander bestaat uit vijf bedrijven met elk gemiddeld zeven scènes. De opbouw is niet moeilijk opgebouwd, maar wel een beetje rommelig. Er lopen allerlei verschillende verhalen door het hoofdverhaal heen. Onder andere de gesprekken van de drie oude mannetjes, de gesprekken van de prostituees en de monologen van Byateris en Geeraart. Er zitten geen open gaten in het verhaal, je hoeft zelf niets in te vullen. In het verhaal zitten vier flashbacks: - Robbeknol praat over zijn jeugd - Jerolimo vertelt over zijn jeugd en denkt terug aan Antwerpen - An, een prostituee vertelt over de reden waarom zij in de prostitutie is beland. - Trijn, ook een prostituee, vertelt hoe zij in de prostitutie is beland.
Aspecten van de Spaanschen Brabander Het verhaal de Spaanschen Brabander is gebaseerd op het boek 'Lazarillo de Tormes' Het stuk begint met een inleiding van de hoofdpersoon Jerolimo Rodrigo. Het is geen eenzame monoloog, hij communiceert met het publiek. Bijvoorbeeld: als ik u eens vertelde (Versregel 12). De toeschouwers van het stuk leven in 1617 of later, terwijl de hoofdpersoon ongeveer 40 jaar daarvoor leeft. De hoofdpersoon laat ook in zijn spel zien, dat hij weet dat hij acteert. Jerolimo is ook hoogmoedig; hij is Brabants, veel beter dan de Amsterdammers. De overdadige lof over Antwerpen is echter van een diepe ironie. De Amsterdamse toeschouwers konden zich uitstekend vermaken door het feit dat ze in een tijd leefden waar Amsterdam veel meerwas dan Antwerpen. In het stuk is Jerolimo een onbetrouwbare man die ook het verschil tussen waarheid en fantasie niet meer uit elkaar kan houden. Jerolimo liegt en bedriegt ook; hij zegt namelijk dat hij niets om eten geeft, maar wanneer Robbeknol eten meeneemt naar huis, schrokt hij alles op. Wat was de bedoeling van de Spaanschen Brabander? Bredero vertelt in zijn inleiding dat het om een zedenspiegel gaat. 'Want ic stel u hier naacktelijk en schilderachtig voor óóghen, de misbruyken van dese laatste en verdorven werelt; de ghebreckelijckheyt van onse tijdt: En de Kerck, en straatmaare mishandelinghen van de gemeene man: doch onder andere, heb ik mijn eyghen bekende swackheyden niet vergeten.' ( Vertaling: Want ik stel u hier onverhuld en aanschouwelijk voor ogen, deze verdorven wereld, in afwachting van het Laatste Oordeel; de gebrekkigheid van onze tijd: en de Kerk, en de algemeen bekende verkeerde handelingen van de gewone mensen; toch onder andere, heb ik mijn eigen bekende zwakheden niet vergeten. ) Bredero bedankt in de inleiding van het spel ook de auteur van 'Lazarillo de Tormes' omdat hij de zwakheden van zijn volk zo duidelijk beschrijft. Bredero heeft het spel in een andere tijd laten afspelen, omdat hij de 'privacy' van de burgers niet wilde schenden. Literaire stromingen en genres Het toneelspel behoort tot de humanistich-renaissantische literatuur. Bredero schenkt aandacht aan het klassieke genre de komedie. De Spaanschen Brabander is een blijspel met een tragische ondertoon. De kenmerken van het blijspel: de taal is meer spreektaal, er komen mensen voor uit lagere standen uit de maatschappij en er is een happy end. De misstanden in de maatschappij worden belachelijk gemaakt, onder andere bedrog. De tragische ondertoon heeft te maken met onder andere de pest, de honger en de prostitutie. Functie voor het publiek Mensen werden door dit verhaal gewaarschuwd tegen oplichterij en het laten zien van ongewenst gedrag. De première van het stuk was bij de Nederduytse Academie. Het stuk was voor het Amsterdamse volk. Bredero liet de Amsterdammers een gekleurd beeld zien van de corrupte, met vreemdelingen overspoelde stad zien. Volgens Bredero was de oorzaak van dit alles in de toename van vreemden. Verschillende achtergronden - Politieke achtergronden Het verhaal wordt door Bredero in het Amsterdam van rond 1575, maar hij laat verschillende voorvallen en gebeurtenissen uit zijn eigen tijd (rond 1615) terugkomen. Het was dus na de beeldenstorm (1566) en tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Spanje veroverde in die tijd steeds meer land en doordat Antwerpen in Spaanse handen was gevallen, vluchtten veel handelaars naar Amsterdam. Amsterdam nam de rol over van Antwerpen Amsterdam werd een toonaangevend handelscentrum. Er zijn verschillende uitspraken in het toneelstuk die daarop terugslaan. Bijvoorbeeld: Andries: 'Wie brachten hier bedrijvigheid? Dat waren wij' (r 1032) Andries was ook een vreemdeling die in Amsterdam was komen wonen. - Sociaal-economische achtergronden Door de vreemdelingen in de stad raken de oude Amsterdamse normen en waarden in de vergetelheid. De oude, degelijk Nederlandse trouw was weg. Volgens Bredero allemaal door de vreemdelingen die in Amsterdam woonden. De Spaansche Brabander droeg ook toe tot het creëren van een stedelijke gedragscode. Dat werd gedaan door het schetsen van ongewenst gedrag. - Culturele achtergronden Bredero was lid van de Amsterdamse rederijkerskamer d'Eglentier. De rederijkers werden bij veel stedelijke activiteiten ingeschakeld. Dat was ook een reden dat Bredero zoveel over de stad wist te vertellen. De rederijkers discussieerden over het geloof, het humanisme en de ideeën over de Renaissance. Bredero laat in zijn werk zien dat het Amsterdamse volk vrij negatief tegenover de hervorming stond.
Literaire kenmerken uit de Renaissance - Het classicisme invloed van de Klassieke Oudheid. - Translatio (vertaling) - Imitatio (navolging) - Aemulatio (verbetering) - Realisme het werk moet realistisch zijn. - Estheticisme schoonheidsleer, het werk moest aan bepaalde kenmerken voldoen, - Het moest tot een genre behoren en zich aan de regels van dat genre houden. - De taal moest verfijnd, elegant en "een genot voor het oor zijn" · Moraal Het werk moet een moraal hebben. Ik weet niet of het volgende punt ook iets te maken heeft met het classicisme: Jerolimo vertelt aan twee prostituees, An en Trijn, dat ze mooier zijn dan de Griekse Godinnen. Uiteindelijke mening
Ik vind het boek nu interessanter, omdat ik me heb verdiept in de verschillende achtergronden heb verdiept. Ik vind ook dat het verhaal wel waar gebeurd zou kunnen zijn. Het is een leuk en interessant boek, maar toch een beetje warrig: de gebeurtenissen lopen door elkaar heen, en de hoofdpersoon ontbreekt in de laatste scène. Ik kreeg wel een kleurrijk beeld van het Amsterdam van de 17e eeuw door alle verschillende personages. Het onderwerp van de tekst is bedrog. Niemand is voor de volle 100% te vertrouwen. De moraal van dit werk
Let niet alleen op uiterlijke schijn. Bronnen - G.A. Bredero's Moortje en Spaanschen Brabander, bezorgd door E.K. Grootes - Verschillende sites via www.google.nl

REACTIES

F.

F.

Proficiat, een uitermate geschikte schriftelijke samenvatting

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Spaanschen Brabander door G.A. Bredero"