In de mist van het schimmenrijk door Willem Frederik Hermans

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
Boekcover In de mist van het schimmenrijk
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas vwo | 1787 woorden
  • 12 mei 2002
  • 155 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
155 keer beoordeeld

Boekcover In de mist van het schimmenrijk
Shadow
In de mist van het schimmenrijk door Willem Frederik Hermans
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Verklaring: Het boek speelt in de onrustige tijd van de tweede helft van 1944. De geallieerden zijn aan de winnende hand. Veel Duitsers weten niet waar ze aan toe zijn met ‘dolle dinsdag in september’ als gevolg. Overal heerst onduidelijkheid, mist. In het westen van Nederland zuchten de mensen nog onder de bezetting. Jonge mannen kunnen zo worden opgepakt en naar Duitsland worden gebracht om daar dwangarbeid te verrichten. Met de Joden vergaat het nog veel slechter. Velen van hen zijn ondergedoken of maken gebruik van vervalste persoonsbewijzen. Ze hebben geen echte identiteit meer. Ze worden heen en weer geslingerd tussen (laf) verraad en (zinloos) verzet. Het zijn schimmen van mensen geworden. Omvang: 96 bladzijden
Leestijd: 3 uur Jaar en druk: 1931 Thema: Als mensen iets overkomt waar ze geen greep op hebben en ze doen dingen waar ze de gevolgen niet van overzien, kun je dat hen niet kwalijk nemen. Na een tijdje merken ze zelf de gevolgen daarvan. Genre: Oorlogsliteratuur. Plaats: Amsterdam, een strook lopend van de Dam (De Nes) via het oude Binnengasthuis en een stukje van de grachten naar Oud-Zuid, eindigend bij de Amstelveense weg in de buurt van het Vondelpark. Het verhaal speelt zich af in verschillende huizen en openbare gebouwen in die strook. Tijd: Het boek is in dagboekvorm geschreven, de begindatum is dan ook precies bekend: maandag 6 maart 1944. Maar de hoofdpersoon kijkt af en toe wel eens terug naar eerdere gebeurtenissen in zijn leven. Het boek eindigt op een onbekend moment. De hoofdpersoon heeft zijn dagboek niet meer bijgehouden en de laatste fragmenten zijn ongedateerd. Waarschijnlijk is de dagboekschrijver eind 1944 overleden. Maar zekerheid daarover is er niet. Hoofdpersonen: 1. Karel R., de dagboekschrijver, is een nog jonge student waarvan het karakter nog niet is gevormd. Eerst lijkt het er op dat hij rond de 24 jaar oud is, maar tegen het einde blijkt hij zijn 21e verjaardag te vieren. Hij laat de tweede belangrijke hoofdpersoon Madelon denken dat hij ouder is. Karel R. wordt meer door de omstandigheden geleefd dan dat hij er greep op heeft. Maar dat is logisch in oorlogstijd. 2. Madelon, zijn minnares, verloofde van ene Tjeu die wel 15 jaar

ouder is dan zij en die pas na de oorlog met haar wil trouwen. Zijn familie kijkt eigenlijk op haar neer. Ze is een wat kinderlijke figuur, die zowel met haar verloofde als met Karel naar bed gaat. Ze wordt heen en weer geslingerd tussen Tjeu, die geen vaste relatie wil en Karel die erg verliefd is maar haar geen toekomst kan bieden op dit moment. Zij zou graag zekerheid willen hebben, maar kan geen keuze maken. De overige personen zijn min of meer decorstukken voor het
verhaal. Hun karakters zijn niet tot nauwelijks uitgewerkt. Er is in de korte tijd, dat het verhaal speelt, ook vrijwel geen ontwikkeling in de karakters te zien. Wel zijn sommige figuren leuk beschreven. Doorlezen: Elk dagboekfragment heeft een open eind. Dat maakt je nieuwsgierig naar wat er verder zal gebeuren. Daarom lees je door. Samenvatting: Karel R. is een jonge man, afkomstig uit Hilversum, die in Amsterdam studeert. Om aan dwangarbeid in Duitsland te ontkomen loopt hij rond met een persoonsbewijs van de Spoorwegen. [Het spoor was belangrijk voor de Duitsers, dus waren spoorwegmensen vrijgesteld van dwangarbeid tot aan ‘dolle dinsdag’. Daarna reed er nauwelijks een trein meer en werd er ook jacht gemaakt op jonge spoorwegarbeiders.] Karel is, zo blijkt uit flashbacks in zijn dagboek, betrokken geraakt bij de moord op een tandarts, die Joden had verraden. Samen met zijn vriend Douwe heeft hij die aanslag uitgevoerd, waarbij Douwe de trekker overhaalde. Door een ongelukkig toeval werd Douwe gearresteerd door acties van omstanders, die dachten dat hij een fietsen-dief was. Karel weet te ontsnappen en Douwe is waarschijnlijk ge-executeerd. Karel leeft van dat moment af in angst om herkend te worden. Doordat hij veel verhalen hoort over mensen die in Duitsland zijn omgekomen in de kampen en door het oorlogsnieuws van het front krijgt hij toch de aandrang om iets in het verzet te doen. Samen met een vriend, Michiel, knutselen ze een primitieve radiozender in elkaar, waarmee ze militaire gegevens aan de geallieerden willen doorgeven. Maar om die te bedienen hebben ze een telegrafiste nodig. Op goed geluk nemen ze contact op met het telegraafkantoor en Karel maakt een afspraak met een onbekende telegrafiste. Dat blijkt Madelon te zijn, een mooi meisje van ongeveer 24 jaar oud. Hoewel ze verloofd is met Tjeu beginnen ze kort na hun ontmoeting een verhouding. Het is Karel nooit helemaal duidelijk geworden of Tjeu afwist van hun relatie, voordat Tjeu zijn verloving verbrak. De eigenlijke reden van het contact met Madelon houdt Karel voor zich, omdat hij helemaal in de ban komt van haar schoonheid. Een tweede reden is, dat Michiel bij toeval wordt gearresteerd - zijn persoonsbewijs was slecht vervalst - als de beide vrienden op uitnodiging van Madelon een revue bezoeken. Michiel wordt op transport gesteld naar Duitsland, maar Karel vreest dat Michiel zal doorslaan over hun verzet. Hij gaat daarom naar het ouderlijk huis van Michiel om de zendapparatuur mee te nemen en elders te verstoppen. Omdat het apparaat te groot is om ongezien mee te nemen over straat, neemt hij alleen maar een paar essentiële onderdelen mee en een pistool, dat hij toevallig vindt. Het grootste deel van het verhaal gaat nu verder over de affaire van Karel en Madelon, tegen de achtergrond van het leven in bezet gebied. Madelon woont in een huis, dat eigendom is van Tjeu. Daar beleven zij meermalen de liefde, meestal als Tjeu er niet is. Samen gaan ze ook geregeld naar voorstellingen en concerten, waarvoor Tjeu zijn toestemming geeft, omdat deze hem niet interesseren en omdat hij er niets achter zoekt. Het huis van Tjeu is ook een ontmoetingsplaats van diverse thuisloze personen - soms zelfs bekenden van Karel, zoals Olaf, een oude schoolkennis - die iets onduidelijks doen in het verzet of die een ondergedoken bestaan leiden. Doordat Karel vaak laat of helemaal niet thuis komt op het adres van zijn hospita - hij blijft dan bij Madelon slapen, omdat hij na elven of later zelfs na tienen niet meer over straat mag (Sperrzeit) - wordt deze achterdochtig. Ze besluit zijn ouders in te lichten, dat Karel het met een ‘hoer’ houdt. Karel verliest daarop zijn kamer en het geld wat zijn ouders hem vroeger gaven. Op de terugweg van Amsterdam naar Hilversum wordt de trein van zijn ouders aangevallen door een Engels vliegtuig en komen om. Hij trekt vervolgens tijdelijk in bij de onderhuurder van Tjeu, Atie, waardoor hij nu praktisch met Madelon samenwoont. Omdat de relatie met Madelon maar niet opschiet - ze durft of wil Tjeu niet loslaten - verhuist hij weer naar een ander adres, waar een communistische arbeider, Simon Kromhout, met zijn gezin woont. Dat milieu wordt raak beschreven. Madelon en Karel blijven elkaar zien en gaan met elkaar naar bed, ook op zijn nieuwe adres. Karel fantaseert hoe hij van Tjeu af kan komen, maar onderneemt niets, al neemt hij nu wel steeds het pistool mee. Als Simon Kromhout wordt gearresteerd moet Karel weer naar een nieuw onderduikadres zoeken. Atie en Tjeu blijken niet meer in het Amsterdamse huis te wonen en bij zijn grootmoeder kan hij slechts voor één nacht terecht (ze begint kinds te worden). Op zoek naar een verblijfplaats bij zijn oude vriend Olaf loopt Karel in de val van een razzia, waar hij zich alleen uit kan redden door zijn pistool te trekken en een Duitse soldaat neer te schieten. Bij de schietpartij wordt ook hij door een kogel in de buik getroffen. Een prostituee verbergt hem voor een nacht en als hij weer de straat opgaat, blijken de Duitsers als wraak voor de dood van hun kameraad bij de plaats van de schietpartij 15 mensen te hebben vermoord en hun huizen in brand gestoken. Vlak in de buurt vindt hij onderdak, waar Madelon hem nog één keer komt opzoeken. Daarna dooft het dagboek uit; er worden volgens de auteur geen fragmenten meer gevonden en omdat de hoofdpersonen vermoedelijk niet meer leven kan het verhaal niet worden afgemaakt. De auteur: Willem Frederik Hermans (Utrecht, 1921 - Brussel, 1995) studeerde in de oorlogsjaren fysische geografie aan de Universiteit van Amsterdam. In 1958 werd hij benoemd tot lector in dit vakgebied aan de Rijks Universiteit van Groningen. In 1973 neemt hij daar vrijwillig ontslag, vermoedelijk vanwege het niet doorgaan van een hoogleraarsbenoeming, waarschijnlijk mede veroorzaakt door zijn gebrek aan ijver en belangstelling voor het lesgeven. [Hij nam wraak in zijn boek ‘Onder professoren’]. Vanaf dat moment wijdt hij zijn leven volledig aan het schrijven, al had hij daarvoor al een behoorlijk aantal boeken geschre-ven. Hij beoefende alle genres van literatuur: poëzie (zijn debuut), essays, recensies, columns (onder meer onder het pseudoniem Age Bijkaart), verhalen, novellen en romans. Zijn belangrijkste grote werken zijn: - De donkere kamer van Damocles (ook een oorlogsroman) - Nooit meer slapen (naar aanleiding van veldwerk in Noorwegen voor zijn eigen vakgebied) - Tranen der Acacia’s - Ruisend Gruis (postuum verschenen) Het hier besproken boek is de laatste bij zijn leven uitgekomen roman/ novelle, die hij schreef ten behoeve van het boekenweekgeschenk 1993. In 1994 volgde er nog een wat uitgebreidere handelseditie; Hermans was een perfectionist en verbeterde zijn boeken geregeld bij herdruk. Hoewel Hermans prijzen aan zich voorbij liet gaan accepteerde
hij wel de Prijs der Nederlandse Letteren en een eredoctoraat in

Leuven. Zoals ook uit het beschreven boekje naar voren komt beschouwt
Hermans de wereld als een chaos, waarin de mens vergeefs een orde
probeert te ontdekken of te scheppen. Waardering: Het boek ‘In de mist van het schimmenrijk’ is een heel geloofwaardige vertelling van het leven in de tweede helft van de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam. De mensen zijn door de omstandigheden thuisloos en weten zich weinig raad met hun leven. Soms zoeken ze steun en warmte bij elkaar, zoals de hoofdpersonen Karel en Madelon, maar ook wantrouwen ze elkaar, omdat het verraad altijd op de loer ligt. Het boek is geschreven als een verzameling dagboeknotities en de soms wat hortende en stotende opzet doet daar wel recht aan. Er komen in het begin van het boek verscheidene zij-thema’s voor, die in de tweede helft weer worden opgepakt en - soms - afgerond. Het (open) einde van het boek lijkt logisch, omdat het er op lijkt, dat de hoofdrolspeler dodelijk gewond is en zich niet durft te laten verzorgen. Het dagboek houdt gewoon op. Sommige deeltjes zijn wat merkwaardig, zoals stukjes over voorspellende dromen of voorspellingen van waarzeggers. Maar dat zijn maar heel kleine onderdelen van het verhaal. Af en toe krijg je de indruk, dat de schrijver aarzelde tussen deze vorm en die van een gewone roman. Alles bij elkaar: een boekje dat het lezen waard is.

REACTIES

T.

T.

Hey Maaike!

Goed verslag heb je gemaakt! Ik wou je even heel erg bedanken want aan jou verslag heb ik echt het meest gehad dan aan welk ander verslag dan ook.

Mazzels, Tim uit Bloemendaal....

21 jaar geleden

B.

B.

wat ben je goeddd

19 jaar geleden

O.

O.

mik je bent zo goed!

18 jaar geleden

A.

A.

jaar en druk lijkt mij een beetje onwaarschijnlijk, omdat de tweede wereld oorlog (waar het boek over gaat) pas begon in 1940 in nederland, en het boek zou geschreven moeten zijn in 1931.

12 jaar geleden

L.

L.

Volgens de info die ik gevonden heb, is het boek voor het eerst uitgegeven in 1994.
(Ik ben wel geen 100% zeker of dit juist is :s)

12 jaar geleden

R.

R.

dit is niet juist hoor hahaha.

als je kijkt in het boek en op wikipedia zie je dat er aangegeven staat dat het een soort van cadeau is van de schrijver in de boekenweek van 1993.

1944 is het jaar waarin Karel Rotteveel (de hoofdpersoon leefde) toen heeft hij dit dagboek bijgehouden.

hier de link naar wikipedia:



https://nl.wikipedia.org/wiki/In_de_mist_van_het_schimmenrijk





TIP:

lees direct het eerste kopje daar staat welke maand etc. dit boek is uitgegeven en waarom ;)

8 jaar geleden

R.

R.

goeie en ook een mooie samenvatting veel goede dingen alleen wil ik wel opmerken dat atie en tjeu nog wel in amsterdam wonen atie moest vluchten waar zij heen was is niet duidelijk gemaakt in dit boek, maar dat geldt ook voor tjeu die net op het moment dat karel aanbelt weg wil gaan om ook te vluchte en vraagt aan dhr. K. rotteveel om de hond mee te nemen en er voor te zorgen.
in dit stukje dagboek wordt ook vermeld dat tjeu niet veel tijd had en ook snel moest vluchten.
hij gaf dhr. K. rotteveel het advies om ook zo snel mogelijk te vluchten omdat er verraad was gepleegd volgens tjeu.
in dit stuk wordt wel vermeld dat ze alle drie een ander adres zoeken maar er wordt echter niet vermeldt waar tjeu en atie naar toe gaan wel wordt duidelijk gemaakt dat Karel en tjeu niet weten waar atie is.
ook wordt niet vermeldt waar tjeu heengaat wel wordt vermeld dat tjeu niemand kan meenemen dus ook niet dhr. K. rotteveel.


dit is enkel een tip om mee te nemen in de samenvatting ik heb het boek vandaag uitgelezen en vind het een prima boek soms is het boek wel wat minder te volgen naar mijn mening, maar het laat wel weer een ander deel zien van de oorlog toendertijd.
ook zie je in dit boek terug hoe het was voor een joodse student van 23/24 jaar om te leven met een vals persoonsbewijs (een ausweis --> zo wordt het genoemd in sommige zinnen van het dagboek wat dus het duitse woord is).
ook zie je hierin hoe mensen toendertijd onderdoken wat dus wel wat anders is dan wat Anne Frank deed in het achterhuis.
ik vind zelf dit boek een grotere aanrader.
ook omdat naar mijn mening het spannender is om te lezen wat is terug gevonden en herenigd.
ook vind ik het mooier lezen dat er een aantal data missen.
ik wil nog wel kwijt (weer een pluspunt over het boek en de schrijver) dat wat de schrijver heeft gedaan heel goed is ook vond ik het in het begin wel heel knap dat ze zonder de data het in goeie volgorde hebben gezet, maar later vond ik wel dat dit toch niet zo moeilijk bleek te zijn.

;)

8 jaar geleden

S.

S.

U schrijft dat in de mist in het schimmenrijk in 1931 gedrukt is maar dat lijlt mij een vergissing

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "In de mist van het schimmenrijk door Willem Frederik Hermans"