De kloof door Jan Terlouw

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
Boekcover De kloof
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 3e klas havo | 2540 woorden
  • 2 mei 2002
  • 123 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
123 keer beoordeeld

Boekcover De kloof
Shadow
De kloof door Jan Terlouw
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Uitgever: Lemniscaat Eerste druk: 1983 B- Korte uitleg waarom het boek gekozen is. Ik heb dit boek gekozen omdat ik een stukje in een boek zag. Dat leek me wel leuk. Daarna heb ik het boek bij de bibliotheek geleend. C- Eerste persoonlijke reactie. Ik vond het spannend, geloofwaardig, voorspelbaar. D- Korte samenvatting van het verhaal. Hoofdpersoon: Ginder Sekour, hij is 15 jaar, is erg intelligent, hij heeft blond haar en blauwe ogen, hij woont in Bergen. Bijpersonen: * Ginder’s oma * Theresa, moeder van Ginder. * Jaap Sekour, vader van Ginder die in Dal woont. * Barbara, vriendin van Ginder die hij in Dal ontmoet. * Domen Compage, man die eigenlijk Swankhuizen heet. * Douve Bouwmeester, bekende man die een brug probeerde te
maken tussen Berg en Dal maar ineens verdween. Vroeger was dat een land samen met Dal, maar 45 jaar geleden was er een aardbeving ontstaan en toen werd het land in tweeën gesplitst. Er loopt nu een diepe kloof tussen de twee landen. Dal wil graag dat er een brug komt tussen de twee landen. Er was al vaak geprobeerd een brug te bouwen maar het steeds lukte niet. Doeve Bouwmeester probeerde ook een brug te bouwen. Hij was al heel ver met ontwerpen, maar op dag ging hij langs de kloof lopen en sindsdien hebben ze hem niet meer terug gezien. Iedereen dacht dat hij in het ravijn was gevallen. Ginder heeft ook een oma. Ze zegt dat als zij dood is hij al haar geheimen mag lezen, die ze heeft opgeschreven in haar dagboek. Als Ginder op kamp is krijgt hij telegram van zijn moeder. Ze schrijft dat zijn oma is overleden. Hij gaat dan meteen naar huis. Als hij thuis is gaat hij meteen naar zijn oma’s kamertje. Als hij de la open doet ziet hij dat de papieren weg zijn. Hij vraagt aan zijn moeder waar ze zijn. Ze zegt dat ze het heeft weggegooid. Hij gaat dan bij het vuilnis kijken, dan vindt hij 2 halfverbrande papieren. Hij probeert het te ontcijferen, er staan allemaal woorden. Hij komt er dan achter dat het over de brug en Doeve Bouwmeester gaat. Hij heeft ook geld van zijn oma gekregen. Daarmee gaat hij naar zijn vader die in Dal woont. Hij moet dan 2 weken reizen met kamelen. Onderweg ontmoet hij een aantal mensen, Domen Compagne een man die gewond is en allemaal brandwonden heeft, Joren Verloren een dichter en Escamó een goochelaar. Als hij in Dal is vindt hij zijn vader, hij is heel blij hem te zien. Ook gaat hij nog naar Domen Compagne. Hij ontmoet dan zijn dochter Barbara. Ze is heel aardig en ze trekken veel met elkaar op. Haar moeder is een maand geleden overleden. Ze heeft toen een ongeluk met de auto gehad. Barbara denkt dat ze het met opzet hadden gedaan. Ze gaan dan samen de ouders van Doeve Bouwmeester zoeken. Die wonen in een hele oude wijk en een heel oud huis. Hij komt er dan achter dat Doeve is geadopteerd. Als hij een keer langs het ravijn loopt wordt hij er bijna ingeduwd door een man. Hij weet zich nog net op tijd vast te houden, en gooit een steen tegen de man die daarna in het ravijn valt. Later ontdekt Ginder dat het een vriend van Domen Compagne was. Na ongeveer anderhalve maand gaat hij weer terug naar Bergen. Barbara wil met hem mee, maar dat mag pas na 1 maand van haar vader. Hij moest ook een pakje voor Joren Verloren meenemen. Als hij teruggaat, ontdekt hij dat Domen Compagne helemaal geen brandwonden aan zijn voet heeft, want hij doet het verband af. Als hij thuis is denkt hij goed na. Hij belt dan naar het bedrijf waar Domen Compagne werkt. Hij komt er dan achter dat de vader van Barbara dood is. Hij is namelijk overleden bij een ontploffing van het bedrijf. De man die zich voordoet als Domen Compagne heet

eigenlijk Swankhuizen. Hij deed zich voor als Domen Compagne zodat de grondstof die hij aanvoerde uit Dal toch door kon gaan. Hij was er wel bij toen de ontploffing kwam en hij had toen allemaal brandwonden op zijn gezicht. Hij belt Barbara meteen op en vertelt het verhaal. Zij was er ook net achter gekomen. Hij moet ook nog het pakje brengen naar een vriend van Joren Verloren. Als hij dat
afgeeft gaat hij de man achterna. Hij ontdekt dan het detective bureau kwijt en co. Hij vond dat kwijt en verloren wel veel met elkaar overeen kwamen, maar hij komt er niet uit. Na twee weken staat Barbara ineens op de stoep. Ze is naar Bergen gegaan. Ze hebben heel wat uit te praten. Ze gaan samen naar persconferentie van dhr. Villerius. Dat is de voorzitter van de school van Ginder. Hij ziet hem dan praten met Swankhuizen. Ginder gaat samen met zijn moeder en Barbara naar een voorstelling van Escamó de goochelaar. Maar als ze in de rij staan ziet hij Swankhuizen staan met een vriend. De vriend
geeft een briefje aan Swankhuizen. Ginder vraagt later aan Escamó of hij het briefje uit zijn zak wil halen. Eerst wil dat niet maar later wel. In de pauze gaat hij naar Escamó. Hij heeft het briefje gelezen. Er stond op 042315
Varenbaan. Hij komt erachter dat het een datum en een straat is. Hij vertelt dit later aan de politie. De politie zal er dan zijn. Maar als hij later het dagboek van zijn oma leest ontdekt hij dat de Varenbaan de Renbaan moet zijn. Het is dan te laat om
naar de politie te gaan. Dus besluit hij om zelf maar te gaan kijken. Als hij daar is, ziet hij de mannen en Swankhuizen. Swankhuizen zegt dat de politie hem zoekt. De mannen besluiten dan dat hij in een soort vakantiehuisje van Villerius moet schuilen. Dat ligt in een dorpje verderop, Kalander. Ginder schrijft in het zand heel groot Kalander op. Hij gaat dan stiekem met Swankhuizen
mee. Als hij bij het huisje zijn springt hij van de kar af. Swankhuizen brengt dan de paarden in het koetshuis. Ginder besluit dan in het koetshuis te blijven. Als hij de volgende dag wakker wordt ziet hij dat Swankhuizen in een soort kelder gaat. Als hij later terug komt, gaat Ginder de kelder in. Hij ziet een deur, maar dan ineens wordt hij op zijn hoofd geslagen en word naar binnen gebracht. Als hij later wakker wordt ziet hij een man. Dat blijkt Doeve Bouwmeester te zijn. Ze hebben hem 25 jaar geleden ontvoerd en hem opgesloten. Ze hebben hem alles gegeven wat hij wilde. Hij is vroeger geadopteerd en heeft van Villerius de echte naam van zijn ouders gekregen. Het blijkt de oma van Ginder te zijn. Hij weet nu ook wat de woorden adoptie en ongehuwde moeder betekenen. Zijn moeder en Barbara zijn heel erg ongerust. Barbara vindt op het bureau van Ginder een briefje met de Renbaan. Ze besluit om daar naar toe te gaan. Als ze daar is ziet ze het woord Kalander in het zand. Ze gaat dan naar Kalander. Vrienden van de zus van Ginder wonen daar en die gaat ze opzoeken. Ze hoort van hen dan dat Villerius een huisje heeft. Ze gaat daar dan kijken. Dan ineens ziet ze Swankhuizen paardrijden. De vriend van de zus van Ginder belt dan de politie. Die komen meteen. Ze hebben Swankhuizen gearresteerd, maar ze vinden Ginder niet. Als Barbara later gaat kijken met de vriend van de zus van Ginder vinden ze de kelder. Ze gaan naar binnen en zien de deur. Als ze die openmaken zien ze Ginder en Doeve Bouwmeester. Ze zijn heel blij elkaar weer te zien. Ginder wordt een paar dagen later uitgenodigd bij de notaris. Hij krijgt dan nog meer geld van zijn oma. Hij komt er ook achter dat zijn oma een detective bureau Kwijt en co heeft
ingeschakeld om Doeve Bouwmeester te vinden. En iedereen is blij Doeve Bouwmeester weer te zien. E- Bespreking van de volgende verhaalaspecten. Spanning: Er zat veel spanning in het boek. In het begin niet maar later wel. Er werd ook gebruikt gemaakt door te vertragen, door een terugblik of herinnering, andere verhaallijn. De schrijver gebruikt ook spanning door het wekken van vermoedens en het aanbrengen van dwaalsporen. Personages: De hoofdpersoon is Ginder. Zijn doel is om een brug te ontwerpen zodat je van Bergen naar Dal kan. De helpers zijn Barbara en zijn oma. De tegenstander is Villerius en Swankhuizen. Zij willen niet dat er een verbinding is tussen Bergen en Dal. Thema: Het onderwerp is avontuur, Ginder beleeft veel avonturen zoals de reis naar Dal en als hij opgesloten zit met Doeve.Detective, Ginder probeert het geheim van zijn oma te ontdekken. De strijd tussen vrijgevigheid en hebzucht, Doeve wil dat er een burg komt zodat Bergen en Dal even rijk kunnen worden, ook al heeft hij geld genoeg. Hij is dus vrijgeveig. Villerius wil dat er geen brug komt zodat Bergen en hij rijk worden en Dal niet. Hij is dus hebzuchtig. Opbouw: Het verhaal wordt bijna helemaal in logisch-chronologische volgorde verteld. Af en toe vertelt iemand iets over het verleden. Tijd: Het verhaal speelt zich een paar jaar geleden af. Ik denk in de jaren tachtig. Omdat het boek toen ook uitkwam. Ze gebruiken niet echt moderne apparaten van deze tijd zoals computers. Er worden geen jaartallen gebruikt. Het tijd verloop is ongeveer 4 maanden. De schrijver gebruikt verschillende manieren om tijd te gebruiken: terugblik, tijdsprong, tijdverdichting, versnelling en vertraging. Vertelsituatie: De vertelsituatie is de alwetende vertelsituatie. Ruimte: De gebeurtenissen spelen zich in Bergen en Dal af, op veel verschillende plaatsen. Bijvoorbeeld in Lovendaal, waar Ginder woont, in Godelingen, waar zijn vader Barbara wonen. Het speelt zich af in woestijn, en in Kalander, waar Doeve en Ginder werden vastgehouden F- Grondige beschrijving van je leeservaring. 1) Onderwerp

Het onderwerp sprak me wel aan. Het is niet een onderwerp waar ik al vaker over na heb gedacht. Het heeft me nieuwe kanten van het onderwerp laten zien. Ik ben wel anders over het onderwerp gaan denken. Sommige mensen denken alleen maar aan zich zelf en niet aan andere. Zodat ze zelf rijk worden en de ander niet. Ik had wel verwacht dat het op deze manier werd uitgewerkt. Ik vond het wel verrassend dat
Dome Compagne niet de vader van Barbara was. Doeve weer terug zou worden gevonden. Ik had dat niet gedacht. Ook vond ik het bijzonder dat Doeve weer terug werd gevonden. Ik ben het wel eens met de mening van het boek. Alle kanten hebben genoeg aandacht gekregen. 2) Gebeurtenissen
Het verhaal bevat voldoende gebeurtenissen om te blijven bloeien. Ik begin was het wel saai maar later werd het spannend omdat er toen meer gebeurden. De gebeurtenissen kwamen logisch uit elkaar voort. Ik snapte steeds waar het over ging. Ik vind de gebeurtenissen: spannend omdat ik steeds verder wou lezen, geloofwaardig omdat het echt gebeurd kan zijn, verrassend omdat ik niet gedacht had dat Doeve Bouwmeester nog leefde. Mijn eerste reactie is: spannend omdat ik steeds verder wou lezen, geloofwaardig omdat het echt gebeurd kan zijn, voorspelbaar omdat ik soms wist wat er verder gebeurde. De gebeurtenissen hebben me op sommige momenten wel aan het denken gezet. Ik vond het raar dat Villerius geen brug wou. En dat hij alleen maar aan zichzelf dacht. Er is geen gebeurtenis die de veel indruk op me heeft gemaakt. 3) Personages
De hoofdpersoon is wel een held op wie ik zou willen lijken. Hij is intelligent, ondernemend en niet bang uitgevallen. Hij heeft veel vrienden en weet wat hij wil. Hij vindt dat er een brug moet worden gebouwd en dat vind ik ook. Ik vind de eigenschappen van de personages gewoon. Het zijn gewone mensen. Alle personages gingen voor me leven. Ze lijken allemaal op echte mensen. Echte mensen gedragen zich ook zo. Op sommige momenten reageerden de personages voorspelbaar en soms niet. Soms is het dan wel minder spannend. Van Ginder kom je het meest te weten. Zijn gedrag kom je daardoor ook te weten. Die is wel goed. Hij is intelligent en is nergens bang voor. Ik ben het met alle beslissingen eens. 4) Bouw
Alles hangt goed met elkaar samen. Ik begreep steeds waar het over ging. Het verhaal is spannend omdat ik steeds verder wou lezen alleen in het begin is het saai maar daarna niet meer. Het verhaal is ook boeiend omdat er steeds weer iets gebeurde. De bouw van het verhaal past ook goed bij het onderwerp. Er zitten niet zoveel terugblikken/herinneringen in het verhaal. Alleen in het begin. Dan wordt er een stukje over vroeger verteld. Dat Bergen en Dal een land was en dat Ginder het geheim van zijn oma mocht weten als ze dood was. Het eind is goed. Het is een gesloten eind. Er is geen onduidelijkheid. Doeve Bouwmeester is terug. 5) Taalgebruik
Het verhaal was niet lastig om te lezen. Er kwamen geen moeilijke woorden in voor. De verhouding tussen beschrijving, gesprekken van weergave van gedachten en gevoelens was wel goed. Alleen op sommige momenten wist ik even niet meer wie er aan het praten was. De taal past bij de personages en het onderwerp. Er worden geen moeilijke woorden gebruikt. Het zijn woorden van deze tijd. G- Informatie over de auteur Jan Terlouw
Geboortedatum: 15 november 1931 Geboorteplaats: Kamperveen, Nederland
Biografie: Na de middelbare school studeerde Jan Terlouw wis- en natuurkunde in Utrecht en deed vervolgens 13 jaar onderzoek in de natuurkunde, in Nederland, de Verenigde Staten en Zweden. Daarna ging hij in de politiek. In 1971 kwam hij voor D'66 in de Tweede Kamer. Twee jaar later werd hij voorzitter van de Tweede Kamerfractie. Onder zijn leiding kwam D'66 uit een diep dal, en behaalde het in 1981 een grote verkiezingsoverwinning. Waarschijnlijk hebben zijn jeugdboeken bijgedragen aan de populariteit onder jongeren van D'66. Hij werd minister van Economische Zaken in het tweede en derde kabinet Van Agt. Na de verkiezingsnederlaag van D'66 in 1982 verliet hij de politiek en ging in Parijs als secretaris-generaal van de Conferentie van Europese transportministers werken. In 1991 werd hij Commissaris van de Koningin in Gelderland. Eind 1996 ging hij met pensioen, maar in 1999 kwam hij in de Eerste Kamer. Jan Terlouw is getrouwd en heeft 4 kinderen. Profiel: Jan Terlouw schrijft spannende boeken. Vaak is ook wel te merken dat hij politicus is: veel van zijn boeken gaan over actuele onderwerpen. Hij laat zien dat aan deze onderwerpen meer kanten zitten, dat je problemen van alle kanten moet bekijken voor je een beslissing neemt. Zijn hoofdpersonen zijn inventieve jongeren, die op een originele manier met die problemen omgaan. Boeken: 1970 Oom Willibrord (Van Holkema & Warendorf / 10e druk 2000) 1970 Pjotr : vrijwillig verbannen naar Siberië (Van Holkema & Warendorf / 24e druk 2000) 1971 Bij ons in Caddum (Van Holkema & Warendorf) 1971 Koning van Katoren (Lemniscaat / 47e druk 2000) 1972 Oorlogswinter (Lemniscaat / 52e druk 1998) 1973 Briefgeheim (Lemniscaat / 27e druk 1998) 1975 De nieuwe trapeze : een reeks originele verhalen en gedichten voor de basisschool; D (Wolters-Noordhoff) 1976 Oosterschelde : windkracht 10 (Lemniscaat / 31e druk 1996) 1983 De kloof (Lemniscaat / 17e druk 1999) 1986 Gevangenis met een open deur (Lemniscaat / 10e druk 1996) 1989 De kunstrijder (Lemniscaat / 11e druk 1999) 1993 De uitdaging en andere verhalen (Lemniscaat / 3e druk 1993) 1998 Eigen rechter (Lemniscaat) Bekroningen: 1972 Gouden Griffel voor Koning van Katoren
1973 Gouden Griffel voor Oorlogswinter

1990 Prijs van de Nederlandse Kinderjury, 13 t/m 16 jaar voor De kunstrijder
2000 Tip van de Jonge Jury voor Eigen rechter

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De kloof door Jan Terlouw"