Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Les mots door Jean-Paul Sartre

Beoordeling 6
Foto van een scholier
Boekcover Les mots
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas aso | 1194 woorden
  • 25 maart 2002
  • 14 keer beoordeeld
Cijfer 6
14 keer beoordeeld

Boekcover Les mots
Shadow
Les mots door Jean-Paul Sartre
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
"De Woorden" is geschreven door Jean-Paul Sartre en was ik Jean-Paul Sartre dan was het mijn autobiografie. Of toch het eerste deel daarvan want veel verder dan mijn jeugd geraakte ik niet. Sartre was één der belangrijkste filosofen van de twintigste eeuw en de voorman van het existentialisme. Volgens deze wijsgerige strekking is elke mens verantwoordelijk voor zijn daden en moet hij die verantwoordelijkheid opnemen. Als ik voor deze boekbespreking en voor de lol er vanuit ga dat "De Woorden" heb geschreven, ben ik daar verantwoordelijk voor en moet ik het spel meespelen van start tot finish. Ik vraag me soms af hoe ik het gedaan heb, maar zo'n vijftig jaar na dato beschikte ik over een berg details over mijn kindertijd. Dat komt al duidelijk naar voren in het eerste deel "Lezen". Zo begon ik zelfs met de voorgeschiedenis die ik niet meegemaakt heb. Mijn moeder heette Anne Marie en heeft nooit de kans gehad te trouwen met mijn vader Jean-Baptiste. Hij verwekte mij en stierf toen alsof mijn verwekking zijn levensdoel was en nu vervuld.Mijn moeder overwon de - toen nog - schande van kind maar geen man hebben door opnieuw in te trekken bij haar ouders. Hun leven stond voor mij in het teken van boeken. Opa, die Charles heette, bezat er veel. Zijn vrouw, Louise, was vaste klant in de bibliotheek. Maar toen kwam ik en hun leven werd teruggedraaid naar de tijd dat mijn moeder klein was. Alleen werd ik meer verwend. En kreeg ik meer vrijheid. En was ik braver. En kreeg ik zoveel aandacht van zoveel mensen dat ik wel een geschenk voor de mensheid moest zijn. In die positie ondervond ik slechts concurrentie van het boek. Maar het boek was veel te versplinterd om mij te overtreffen en zelfs te verdrijven. Er waren immers de koopboeken van mijn opa en de inferieure bibliotheekboeken van mijn oma. Toch duldde ik het boek langs mij. Ik wou er zelfs zelf bezitten en dus kreeg ik er want mijn wens was het bevel van drie mensen. Dankzij mijn eigen boeken leerde ik mezelf lezen, zo een wonder was ik. Het boek dat het gelapt kreeg was "Alleen op de Wereld" van Hector Malot. Ik had het zo vaak voorgelezen gekregen dat ik slechts tekens die ik zag, moest combineren met klanken die ik kenden. Soms kan alles zo simpel lijken. Maar simpele dingen hebben soms grote gevolgen. Met mijn gloednieuw trucje werd ik een vrijwillige gevangene van de bibliotheek. De papieren wereld werd de mijne en ik werd onderdeel van de witte zee met haar zwarte bootjes, die mijn maatstaf werd voor alles. Las ik boeken waarin een zusje figureerde, wou ik een zusje, maar ik kreeg het niet. Ik had mijn almacht verloren. Er was een nieuwe almacht opgestaan en wel in de vorm van het boek dat ik eerst zo onschuldig had gevonden. Het boek was God en de bieb zijn tempel en de schrijvers zijn priesters en ik ook een priester want de schrijvers waren mijn vrienden. Toch begon het vreselijk besef van de werkelijkheid die ophoudt bij de kaft van een boek mij te kwellen. Ik zocht verstrooiing in simpele dingen. Stripverhalen. En kinderboeken. Maar ze konden mij niet boeien. Ik doorzag hun valse happy ends reeds op mijlen van het einde. Een dreiging die ik echter niet zag komen was de school. Daar had ik ondanks mijn talenten, ondanks mijn status van geschenk aan de wereld en zelfs ondanks mijn onschendbaarheid een achterstand op spelling. Ik vraag me soms af waar sommige mensen sommige dingen halen. Zo ook het idee van mijn opa om een privé-leraar te zoeken en die te vinden. Een vrijmetselaar nota bene! Hij was slechts een antagonist in het toneelspel van de wereld met mij in de hoofdrol. Maar niet iedereen speelde mee. Anderen wilden de hoofdrol inpikken. En publiek ontbrak ook vaak. Met bittere gevolgen. Eenzaamheid. Verveling. Neerslachtigheid. Maar daar viel ook wel een mouw aan te passen. Ik vond en werd verliefd op het geloof. Ik begon te schrijven over het lijden van Christus. In een prijskamp voor opstellen kreeg ik niet meer dan de tweede prijs. De jury moest omgekocht zijn. In mijn grote teleurstelling in de bestaande realiteit begon ik er zelf één te creëren. Het zaad van het auteurschap, dat reeds lang in mijn gezaaid was, begon eindelijk uit te komen.Ik beschreef werelden van uitersten zoals ik die leerde kennen in de cinema. De schok van te zitten in een zaal waar de scheiding gepeupel - bourgeoisie verdwenen was, botste met het geluk en de magie van het witte doek. Vals geluk en dito magie maar toch. En alzo leidde ik mijn pen deel twee "Schrijven" in. Mijn opa was een gelegenheidsdichter. Er ging geen feest voorbij zonder een kwatrijntje van hem. Ik nam die gewoonte uiteraard over. Gewapend met pen, papier en rijmwoordenboek uitte ik mijn ziel in meesterwerken en wereldwonderen. Teleurgesteld door een mislukte poging de fabels van La Fontaine op rijm te stellen, besloot ik me tot proza te beperken. Tot het min of meer overschrijven van stripverhalen, waarin ik voor een keer niet de goede was maar de bandiet of het monster. Al snel rijpte in mij de droom van mijn pen te leven. Ik had mijn dromen voor mijzelf moeten houden want zodra opa op de hoogte was van mijn plannen stond hij erop dat ik tenminste een bijberoep nam. Prof aan een universiteit was wel iets. Zei hij. Maar ik luisterde niet. Ik moest geen bijberoep hebben om van te leven. Ik moest niets een leven tout court. Ik zou zelfs na mijn dood voortleven bij mijn lezers, die mij briljant zullen vinden en mij eindelijk de erkenning zullen geven die ik al verdiende sinds ik wist een geschenk aan de mensheid te zijn. ook was mijn werk belangrijker dan ik zelf. Ik wist te goed te zijn voor het heden. Ik schreef voor de toekomst. Zelfs toen de schriften van mijn manuscripten meer en meer vervangen werden door schoolschriften. Zelfs toen de oorlog also known as World War One uitbrak. Op dat punt verloor ik mijn geloof in de literatuur. De wereld van boeken verschilde nu meer dan ooit met de bloedige realiteit. Ik zwoor de pen zelfs bijna af. Maar ik pakte hem weer op als daad van verzet tegen de kille leerstof op het lyceum. Maar ik legde hem weer weg zodra ik echte vrienden kreeg, geen papieren meer. Hier hield ik op met mijn flashback. Ik ging terug naar het heden. Volgde nog even mijn gedachtegang op papier en kwam tot de onstuitbare conclusie dat de pen niet machtiger is dan het zwaard. Ik sloot mijn manuscript af en gaf het de titel “De Woorden” omwille van de speciale plaats die ze innamen en –nemen in mijn leven. Als ondertitel koos is voor “Memoires van een Mislukt Wonderkind” want als ik één ding was, was het dat wel. Niet veel later snapte dat ik toch niet de ikfiguur was, niet Jean-Paul Sartre, maar een doodgewone student van zeventien jaar of zo. Die verantwoordelijkheid moest ik oppakken omdat Sartre het zo zei.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.