Over de schrijver
Max von der Grϋn slaagde voor de handelsopleiding; werkte na de 2e wereldoorlog en na gevangenschap als metselaar en werknemer en vanaf 1951 als mijnwerker in het Ruhrgebiet. Sinds 1963 leeft hij als vrije schrijver in Dortmund. Hij is lid van PEN en de groep 61.
Algemene gegevens over het boek
Schrijver: Max von der Grϋn.
Titel: Friedrich und Friederike.
Oder ist das schon die Liebe?
1e Druk: 1985.
Aantal bladzijden: 96
Uitgever: Die Vorstadtkrokodille
Schrijfwijze: Volgens mij wordt het hele verhaal door de ogen van de schrijver beschreven.
Titelverklaring:
Friedrich en Friederike zijn de hoofdpersonen.
Ze zijn wel verliefd op elkaar maar soms hebben ze ook wel eens ruzie. Vandaar de ondertitel: Oder ist das schon die Liebe?
Ik vind de titel goed gekozen er wordt precies gezegd waar het boek over gaat, dan weet je gelijk of het een soort boek is dat je leuk vindt of niet.
Samenvatting
In elk hoofdstuk is er weer een avontuur dat ze beleven. Hieronder heb ik per hoofdstuk een kleine samenvatting gemaakt.
Hoofdstuk 1: Das Bad
In het begin wordt er verteld dat Friedrichs vader visser is en dat hij altijd opschept over zijn vangst. Daarom steelt Friedrich zijn vaders hengel en gaat zelf vissen vangen, om indruk te maken op zijn vader. Samen met Friederike maakt hij een gat in het ijs van het meer (wat eigenlijk verboden is). Als ze dat gedaan hebben en er een paar visdraden in gehangen hebben met aas loop Friederike weg. Friedrich roept haar nog achterna dat ze de verkeerde kant oploopt en dat het daar gevaarlijk is omdat het ijs er heel erg dun is. Maar helaas, het is al te laat en Friederike zakt door het ijs. Na veel geklauter weet ze er toch uit te komen en ze gaan samen naar het tuinhuisje bij Friedrichs huis. In het tuinhuisje warmt Friedrich Friederike een beetje op door haar warm te wrijven en een straalkacheltje aan te zetten. Friederike krijgt een paar droge kleren van Friedrich en gaat later naar huis. Friedrich gaat die nacht nog kijken bij het gat in het ijs en ziet dat ze een paar Forellen gevangen hebben. Hij legt de vissen de volgende dag op de keukentafel en wacht op de reactie van z’n vader. Z’n vader heeft onmiddellijk door dat Friedrich het gedaan heeft. De volgende dag eten ze de Forellen op. Als zijn vader vraagt waar hij ze gevangen heeft, verteld hij dat hij ze gevangen heeft op het meer. Zijn vader wordt daar boos om, loopt de kamer uit en smijt de deur hard achter zich dicht. Hoofdstuk 2: Die schöne Unbekannte
Op Carnavalsdag gaat Friedrich naar het grote carnavalsfeest in de stad. Friedrich denkt dat Friederike er niet is, dus hij raakt aan de praat met een mooi meisje dat verkleed is als buikdanseres en een masker over haar gezicht heeft. Als dat meisje naar zijn vriendin vraagt, maakt Friedrich hele flauwe opmerkingen over Friederike, zo zegt hij dat ze enorm saai is. Het meisje geeft Friedrich haar adres maar als Friedrich haar wil opzoeken, blijkt ze daar helemaal niet te wonen. Als hij ’s middags terugkomt staat Friederike er. Ze krijgen ruzie want wat bleek nou, Friederike was dat meisje en zij is nu hartstikke boos op hem dat hij al die opmerkingen over haar gezegd heeft. Hoofdstuk 3: Tagesflug
Als Friedrich en Friederike op klasuitstapje naar Winterberg gaan, dwaalt Friederike af van de groep. Ze valt en verstuikt haar enkel. Samen met een leraar moet Friedrich haar gaan vinden. Als ze haar vinden gaat de leraar hulp halen en Friedrich blijft bij haar. Ze praten een beetje en ze worden weer vrienden. Later wordt Friederike naar huis gebracht. Hoofdstuk 4: Die Nachtwache
Er zijn inbraken gepleegd en Friedrich en Friederike gaan ‘s nachts uit bed om de wacht te houden. Ze komen er achter dat Bräucker de dief is. Hoofdstuk 5: Das Wahrzeichen
Friedrich en Friederike klimmen op de watertoren van hun dorp en schrijven erop dat Bräucker de dief is zodat iedereen het lezen kan. Maar niemand gelooft het dus het helpt niks. Hoofdstuk 6: Die Reifenpanne
Friedrich en Friederike gingen een eind fietsen, toen ze ergens even stopten maakt Friedrich de fiets van Friederike vast aan een boom en fietst weg. Friederike haalt dan een zaag en zaagt de boom om en fiets naar huis. Thuis maken ze ruzie en Friederike zegt dat Friedrich maar de zaag moet terugbrengen. De volgende dag doet Friedrich dat en als hij op de plek is aangekomen springt Friederike tevoorschijn en zegt dat ze het goed van hem vond dat hij de zaag terug bracht en ze vergeeft hem de flauwe grap.
Hoofdstuk 7: Baustelle
Friederike en Friedrich praten over wat ze later willen worden en Friedrich zegt dat hij later hijskraanmachinist wil worden. Die dag komt hij toevallig een hijskraan tegen en van de machinist mag hij ook heel even de hijskraan besturen. Als hij dit later aan Friederike vertelt komt zij op het idee om de sleutels van de hijskraan te jatten en de hijskraan te besturen. Die nacht doen ze dat en Friederike klimt op de hijskraan. Als plotseling de stroom uitvalt worden ze heel bang als de stroom weer aangaat stoppen ze er snel mee en gaan naar huis. Hoofdstuk 8: Unverhoffter Reichtum
Friedrich en Friederike zijn in het bos en zien een man iets begraven. Als ze het opgraven blijkt het 50.000 Mark te zijn. Friedrich wil ermee naar de politie gaan maar Friederike wil het houden. Als ze in het tuinhuisje het geld in twee stapeltjes verdelen komt plotseling de vader van Friedrich binnen, hij neemt het geld mee naar de politie samen met Friedrich en Friederike en het geld blijkt niet gestolen te zijn maar een man had het begraven omdat zijn vrouw wou scheiden en hij wou het geld voor zichzelf houden. Hoofdstuk 9: Die Straβensperre
In het dorp wordt er aan een weg gewerkt en ze hebben er een heleboel omleidingbordjes staan. Friedrich komt op het idee om als de ouders van hem en van Friederike weg zijn een hele omleiding maken van die borden en aan het einde een bordje neer te zetten “uitstappen om te pissen” neer te zetten. Dat doen ze dus, als de ouders net weg zijn jatten ze de borden en maken de omleiding. De Hoofdpersonen 6: Friedrich Lodemann: wordt door vrienden ook wel ‘Fritz’ genoemd. Hij wil later hijskraanmachinist worden. Hij maakt soms flauwe geintjes (Hoofdstuk 6). Hij laat zich wel snel door zijn vriendin Friederike overhalen. Hij kauwt nagels en volleybalt. Hij woont met zijn ouders in Dortmund. Hij is meestal eerlijk (Hoofdstuk 8) maar hij houdt af en toe wel van een geintje (Hoofdstuk 9). Uiterlijk wordt niet verteld maar op de voorkant heeft hij een spijkerbroek aan met een jas en leren schoenen. Hij heeft een grote kuif met een petje. Friederike Meisters: wordt ook wel ‘Rike’ genoemd. Ze haalt veel meer (verboden) streken uit dan Friedrich. Ze zeurt en scheldt veel en vaak op Friedrich. Ze woont met haar ouders vlakbij Friedrich. Besteedt samen met Friedrich veel tijd in het tuinhuisje bij Friedrichs huis. Haar karakter is bij hoofdstuk 8 goed te zien, als ze het gevonden geld in tweeën wil delen en niet naar de politie wil brengen. Uiterlijk wordt ook niet verteld maar op de voorkant heeft ze een broek aan van een vaag glimmend spul, ze heeft lange sokken met hele lage schoenen aan verder heeft ze een soort leren jas aan en ze heeft haar haar overeind staan (maar niet rechtop). De problemen van de hoofdpersonen
Het grootste probleem is dat ze verliefd op elkaar zijn maar af en toe dat niet willen toegeven en ruzie (bijv. in Hoofdstuk 2) hebben. Ook doen ze soms iets wat niet mag en dan gaat het fout gaat en dat ze dan zelf weer oplossen bijv.: (Hoofdstuk 1) aan het begin dat ze gaan vissen en Friederike door het ijs zakt en (Hoofdstuk 7) dat ze een hijskraan stelen en de stroom uitvalt. Het grootste probleem is dat ze verliefd op elkaar zijn maar af en toe dat niet willen toegeven en ruzie (bijv. in Hoofdstuk 2) hebben. De plaats en tijd van het verhaal Plaats: 11: Bijna alle avonturen beleven ze in Dortmund maar het had zich ook in Nederland kunnen afspelen of in Frankrijk als het maar een plaats is met steden en huizen dus niet in een oerwoud. Het is vind ik een logische plaats want toen Max von der Grϋne (De schrijver) dit boek schreef woonde hij ook in Dortmund. Tijd: Het wordt niet echt in het boek gezegd wanneer het verhaal zich afspeelde, het had zich net zo goed vandaag kunnen afspelen maar het boek is uitgekomen in 1985 dus ik denk dat het ook rond 1980-1985 geschreven is. Ik denk dus dat het verhaal zich ook rond 1980 afspeelde. De tijd vanaf het begin van het verhaal tot het einde: Het wordt niet echt duidelijk gezegd maar aan het begin van het boek is het winter en aan het einde is het zomer dus ik denk dat er ongeveer een half jaar tussen zit (er worden volgens mij ook af en toe tussen de hoofdstukken wel maanden overgeslagen). Mijn favoriete hoofdpersoon Als ik moet kiezen gaat mijn sympathie naar Friedrich want ik vind Friederike maar dom. Ze doet allerlei dingen waar je voor gearresteerd kan worden zoals de sleutels van de Hijskraan jatten. Ik denk niet dat ik dat ooit zal doen maar Friedrich is ook niet altijd alles met zijn stomme geintjes zoals de fiets van Friederike vastmaken aan een boom. En hij is ook een GROTE sukkel door zich de hele tijd te laten overhalen door Friederike. Ik denk dat ik ze allebei niet echt mag maar zoals ik al zei gaat mijn voorkeur als ik echt moet kiezen naar Friedrich.
Uitgever: Die Vorstadtkrokodille
In het begin wordt er verteld dat Friedrichs vader visser is en dat hij altijd opschept over zijn vangst. Daarom steelt Friedrich zijn vaders hengel en gaat zelf vissen vangen, om indruk te maken op zijn vader. Samen met Friederike maakt hij een gat in het ijs van het meer (wat eigenlijk verboden is). Als ze dat gedaan hebben en er een paar visdraden in gehangen hebben met aas loop Friederike weg. Friedrich roept haar nog achterna dat ze de verkeerde kant oploopt en dat het daar gevaarlijk is omdat het ijs er heel erg dun is. Maar helaas, het is al te laat en Friederike zakt door het ijs. Na veel geklauter weet ze er toch uit te komen en ze gaan samen naar het tuinhuisje bij Friedrichs huis. In het tuinhuisje warmt Friedrich Friederike een beetje op door haar warm te wrijven en een straalkacheltje aan te zetten. Friederike krijgt een paar droge kleren van Friedrich en gaat later naar huis. Friedrich gaat die nacht nog kijken bij het gat in het ijs en ziet dat ze een paar Forellen gevangen hebben. Hij legt de vissen de volgende dag op de keukentafel en wacht op de reactie van z’n vader. Z’n vader heeft onmiddellijk door dat Friedrich het gedaan heeft. De volgende dag eten ze de Forellen op. Als zijn vader vraagt waar hij ze gevangen heeft, verteld hij dat hij ze gevangen heeft op het meer. Zijn vader wordt daar boos om, loopt de kamer uit en smijt de deur hard achter zich dicht. Hoofdstuk 2: Die schöne Unbekannte
Op Carnavalsdag gaat Friedrich naar het grote carnavalsfeest in de stad. Friedrich denkt dat Friederike er niet is, dus hij raakt aan de praat met een mooi meisje dat verkleed is als buikdanseres en een masker over haar gezicht heeft. Als dat meisje naar zijn vriendin vraagt, maakt Friedrich hele flauwe opmerkingen over Friederike, zo zegt hij dat ze enorm saai is. Het meisje geeft Friedrich haar adres maar als Friedrich haar wil opzoeken, blijkt ze daar helemaal niet te wonen. Als hij ’s middags terugkomt staat Friederike er. Ze krijgen ruzie want wat bleek nou, Friederike was dat meisje en zij is nu hartstikke boos op hem dat hij al die opmerkingen over haar gezegd heeft. Hoofdstuk 3: Tagesflug
Als Friedrich en Friederike op klasuitstapje naar Winterberg gaan, dwaalt Friederike af van de groep. Ze valt en verstuikt haar enkel. Samen met een leraar moet Friedrich haar gaan vinden. Als ze haar vinden gaat de leraar hulp halen en Friedrich blijft bij haar. Ze praten een beetje en ze worden weer vrienden. Later wordt Friederike naar huis gebracht. Hoofdstuk 4: Die Nachtwache
Er zijn inbraken gepleegd en Friedrich en Friederike gaan ‘s nachts uit bed om de wacht te houden. Ze komen er achter dat Bräucker de dief is. Hoofdstuk 5: Das Wahrzeichen
Friedrich en Friederike klimmen op de watertoren van hun dorp en schrijven erop dat Bräucker de dief is zodat iedereen het lezen kan. Maar niemand gelooft het dus het helpt niks. Hoofdstuk 6: Die Reifenpanne
Friederike en Friedrich praten over wat ze later willen worden en Friedrich zegt dat hij later hijskraanmachinist wil worden. Die dag komt hij toevallig een hijskraan tegen en van de machinist mag hij ook heel even de hijskraan besturen. Als hij dit later aan Friederike vertelt komt zij op het idee om de sleutels van de hijskraan te jatten en de hijskraan te besturen. Die nacht doen ze dat en Friederike klimt op de hijskraan. Als plotseling de stroom uitvalt worden ze heel bang als de stroom weer aangaat stoppen ze er snel mee en gaan naar huis. Hoofdstuk 8: Unverhoffter Reichtum
Friedrich en Friederike zijn in het bos en zien een man iets begraven. Als ze het opgraven blijkt het 50.000 Mark te zijn. Friedrich wil ermee naar de politie gaan maar Friederike wil het houden. Als ze in het tuinhuisje het geld in twee stapeltjes verdelen komt plotseling de vader van Friedrich binnen, hij neemt het geld mee naar de politie samen met Friedrich en Friederike en het geld blijkt niet gestolen te zijn maar een man had het begraven omdat zijn vrouw wou scheiden en hij wou het geld voor zichzelf houden. Hoofdstuk 9: Die Straβensperre
In het dorp wordt er aan een weg gewerkt en ze hebben er een heleboel omleidingbordjes staan. Friedrich komt op het idee om als de ouders van hem en van Friederike weg zijn een hele omleiding maken van die borden en aan het einde een bordje neer te zetten “uitstappen om te pissen” neer te zetten. Dat doen ze dus, als de ouders net weg zijn jatten ze de borden en maken de omleiding. De Hoofdpersonen 6: Friedrich Lodemann: wordt door vrienden ook wel ‘Fritz’ genoemd. Hij wil later hijskraanmachinist worden. Hij maakt soms flauwe geintjes (Hoofdstuk 6). Hij laat zich wel snel door zijn vriendin Friederike overhalen. Hij kauwt nagels en volleybalt. Hij woont met zijn ouders in Dortmund. Hij is meestal eerlijk (Hoofdstuk 8) maar hij houdt af en toe wel van een geintje (Hoofdstuk 9). Uiterlijk wordt niet verteld maar op de voorkant heeft hij een spijkerbroek aan met een jas en leren schoenen. Hij heeft een grote kuif met een petje. Friederike Meisters: wordt ook wel ‘Rike’ genoemd. Ze haalt veel meer (verboden) streken uit dan Friedrich. Ze zeurt en scheldt veel en vaak op Friedrich. Ze woont met haar ouders vlakbij Friedrich. Besteedt samen met Friedrich veel tijd in het tuinhuisje bij Friedrichs huis. Haar karakter is bij hoofdstuk 8 goed te zien, als ze het gevonden geld in tweeën wil delen en niet naar de politie wil brengen. Uiterlijk wordt ook niet verteld maar op de voorkant heeft ze een broek aan van een vaag glimmend spul, ze heeft lange sokken met hele lage schoenen aan verder heeft ze een soort leren jas aan en ze heeft haar haar overeind staan (maar niet rechtop). De problemen van de hoofdpersonen
Het grootste probleem is dat ze verliefd op elkaar zijn maar af en toe dat niet willen toegeven en ruzie (bijv. in Hoofdstuk 2) hebben. Ook doen ze soms iets wat niet mag en dan gaat het fout gaat en dat ze dan zelf weer oplossen bijv.: (Hoofdstuk 1) aan het begin dat ze gaan vissen en Friederike door het ijs zakt en (Hoofdstuk 7) dat ze een hijskraan stelen en de stroom uitvalt. Het grootste probleem is dat ze verliefd op elkaar zijn maar af en toe dat niet willen toegeven en ruzie (bijv. in Hoofdstuk 2) hebben. De plaats en tijd van het verhaal Plaats: 11: Bijna alle avonturen beleven ze in Dortmund maar het had zich ook in Nederland kunnen afspelen of in Frankrijk als het maar een plaats is met steden en huizen dus niet in een oerwoud. Het is vind ik een logische plaats want toen Max von der Grϋne (De schrijver) dit boek schreef woonde hij ook in Dortmund. Tijd: Het wordt niet echt in het boek gezegd wanneer het verhaal zich afspeelde, het had zich net zo goed vandaag kunnen afspelen maar het boek is uitgekomen in 1985 dus ik denk dat het ook rond 1980-1985 geschreven is. Ik denk dus dat het verhaal zich ook rond 1980 afspeelde. De tijd vanaf het begin van het verhaal tot het einde: Het wordt niet echt duidelijk gezegd maar aan het begin van het boek is het winter en aan het einde is het zomer dus ik denk dat er ongeveer een half jaar tussen zit (er worden volgens mij ook af en toe tussen de hoofdstukken wel maanden overgeslagen). Mijn favoriete hoofdpersoon Als ik moet kiezen gaat mijn sympathie naar Friedrich want ik vind Friederike maar dom. Ze doet allerlei dingen waar je voor gearresteerd kan worden zoals de sleutels van de Hijskraan jatten. Ik denk niet dat ik dat ooit zal doen maar Friedrich is ook niet altijd alles met zijn stomme geintjes zoals de fiets van Friederike vastmaken aan een boom. En hij is ook een GROTE sukkel door zich de hele tijd te laten overhalen door Friederike. Ik denk dat ik ze allebei niet echt mag maar zoals ik al zei gaat mijn voorkeur als ik echt moet kiezen naar Friedrich.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden