Titel: De donkere kamer van Damokles
Uitgever: G.A. van Oorschot
Plaats en jaar van uitgave: Amsterdam, 1971- 10e druk. Jaar van uitgave eerste druk: november 1958
Genre: Oorlogsroman Eerste reactie Ik heb dit boek gekozen omdat het werd aangeraden voor je boekenlijst.En ook omdat dit een belangrijke Nederlandse schrijver is waarvan je gewoon iets gelezen moet hebben. Aan de hand van de inhoud: Ik vind dat het zeer duidelijk en spannend geschreven is. De schrijver zorgt er goed voor dat je het boek blijft lezen. Het verhaal is interessant maar soms moeilijk te begrijpen. Het meest verwarrende aspect uit het boek vind ik dat Dorbeck er nooit is als het erop aankomt. Dat is het trieste voor de hoofdpersoon. Verdieping
Samenvatting Henri Osewoudt, de hoofdpersoon, woont in voorschoten waar zijn ouders een tabakszaak hebben. Als Henri nog op de lagere school zit, vermoordt zijn moeder zijn vader in een vlaag van waanzin. Hierna wordt hij ondergebracht bij zijn oom Bart Nauta, waar hij zijn verdere jeugd zal doorbrengen. Al op jonge leeftijd wordt hij door zijn volle nicht Ria ingewijd in de liefde. Op de middelbare school maakt hij geen vrienden, en is alleen bezig met zichzelf. Ook doet hij fanatiek aan judo, waardoor hij zelfs vergroeide voeten krijgt. Als Henri 18 jaar is, trouwt hij met Ria, en zet de vroegere tabakszaak van zijn vader voort. Zo kan hij ook zijn geestelijk zieke moeder blijven verzorgen. Wanneer de oorlog begint en Henri afgekeurd wordt voor militaire dienst (hij was net te klein),dient zich opeens ene luitenant Dorbeck aan. Deze lijkt sprekend op Osewoudt! Henri wordt gevraagd een fotorolletje voor hem te ontwikkelen. Na een tijdje komt Dorbeck weer met nieuwe fotorolletjes die ontwikkeld en naar E. Jagtman gestuurd moeten worden. Na het ontwikkelen krijgt Henri niets anders te zien dan zwarte vlekken. Hij durft de foto’s niet op te sturen, koopt een Leica en gaat zelf foto’s maken van militaire objecten om het goed te maken.Tijdens een hevig onweer komt Dorbeck, enige tijd later. Henri krijgt nu opdracht naar Haarlem te komen. Ook geeft Dorbeck hem zijn kostuum en vraagt om andere kleding. Henri begraaft de kleding van Dorbeck in zijn tuin. In Haarlem ontmoet hij Dorbeck en ene Zéwüster. Met de laatste gaat hij naar de Kleine Houtstraat, waar ze in een huis twee mannen neerschieten.De zoon van de drogist in Voorschoten heeft hen gevolgd. Henri ontwikkelt het filmpje dat hij in 1940 van Dorbeck gekregen had. Op een van de foto’s staat Dorbeck met 2 vrouwen, maar doordat zijn moeder ineens komt binnenvallen mislukt de foto. Er valt een brandend vliegtuig op het huis van Jachtman, waardoor de hele familie daar omkomt. In 1944 (Dorbeck heeft 3 jaar lang niets van zich laten horen) krijgt Henri een brief van Dorbeck met het verzoek de foto’s op te sturen naar een postbusnummer. Henri wil weten wie de foto’s uit de bus haalt en gaat kijken; het blijkt een heilsoldate te zijn. Een paar dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Sprenkelbach Mijer, die zegt dat ze uit Engeland is overgekomen. Als hij haar ontmoet identificeert ze zich met een van de foto’s die hij had opgestuurd. Hij moet een slaapplaats voor haar vinden en brengt haar naar zijn oom Bart. Terug in Den Haag hoort hij van Moorlag, zijn huisgenoot, dat de Duitsers hem in zijn huis opwachten en dat Ria en zijn moeder gevangen genomen zijn. Hij gaat nu met Moorlag mee naar Leiden, waar een vriend van Moorlag valse persoonsbewijzen makt voor hem en Elly. Ook wordt zijn haar zwart geverfd door Marianne Sondaar, een ondergedoken joodse studente. Henri duikt ook onder bij ene Labare, waar hij foto’s gaat ontwikkelen. Marianne gaat voor hem naar oom Bart met Elly’s persoonsbewijs, maar zij blijkt al verdwenen te zijn. Hij gaat daarom nog langs oom Bart om het slechte nieuws van zijn moeder en Ria te vertellen. Dan krijgt hij een nieuwe opdracht van Dorbeck. Hij moet naar het station in Amersfoort gaan. Daar ontmoet hij een vrouw in leidstersuniform van de Nationale jeugdstorm. Samen gaan ze naar Lunteren, waar Lagendaal, die voor de Gestapo werkt, uit de weg moet worden geruimd. De aanslag lukt, maar op de terugweg wordt de vrouw aangehouden. In Amsterdam ontmoet hij opnieuw Marianne met wie hij naar de bioscoop gaat. In de bioscoop ziet hij een groot portret met zijn naam eronder en dat hij gezocht wordt wegens straatroof! Als hij de zaal uitloopt wordt hij alsnog gepakt. Hij wordt verhoord en geslagen, maar heeft het idee dat ze hem voor iemand anders aanzien... Vanwege zijn verwondingen wordt hij naar het ziekenhuis gebracht. Hij wordt daaruit bevrijd door gemaskerde mannen die hem naar Leiden brengen. Daar vlucht hij naar Labare waar Marianne ook blijkt te zijn. Maar s’nachts worden ze door de Duitsers overvallen. Hij weet nog te ontsnappen maar wordt verderop alsnog gepakt. Wanneer hij in de gevangenis zit komt hij in aanraking met de Duitse ondervrager Ebernuss. Deze doet alsof hij hem goed gezind is. Hij heeft ervoor gezorgd dat Marianne die een kind van Henri verwacht weer vrij is. Hij sluit een deal met deze Ebernuss. Henri moet samen met hem naar Amsterdam gaan, waar een clandestiene sociëteit is voor verzetsmensen. Dorbeck scheen zich hier op te houden... Dorbeck blijkt er inderdaad te zijn. Hij geeft Henri de opdracht Ebernuss te vergiftigen. Dan krijgt hij van Dorbeck een schuiladres, waar Henri nog even snel van hen sámen een foto maakt. Henri moet zich vermommen als verpleegster.Dorbeck vertelt hem nog dat Ria samenwoont met de zoon van de drogist, die Henri verraden had toen hij de aanslag in Haarlem had gepleegd. Na 2 dagen zou Dorbeck iets van zich laten horen, slechts het bericht dat Marianne in een kraamkliniek moet bevallen. Henri gaat erheen en wordt door een verpleegster naar een kelder gebracht waar hij het lijkje van zijn kindje ziet. Geheel in de war gaat hij naar buiten, waar hij wordt meegenomen in een auto met een Duitse soldaat. Ze rijden naar Voorschoten waar hij Ria dood. Later in Dordrecht dood hij de duitser en vraagt hulp aan een pastoor. Met behulp van de illegaliteit en een arts komt hij in het al bevrijdde Breda aan. Hij wil zich nog een keer aanmelden bij het leger in Breda, maar wordt direct opgepakt en geraakt in Nederlandse gevangenschap. Men verdacht hem van landverraad. Hiervoor wordt hij naar Engeland gebracht. Daar behandelt ene Selderhorst zijn zaak. Henri wordt van vele dingen beschuldigd en Dorbeck, die de waarheid zal kunnen aantonen, is onvindbaar! Jachtman en Moorlag zijn dood en Marianne is terug naar Israël. De verklaringen van oom Bart zijn vaag. Eindelijk wordt zijn Leica gevonden, hij ontwikkelt het filmpje dat het laatste bewijs zou kunnen bevatten; de foto van hem en Dorbeck. Maar de foto staat er niet meer op! In een waas van paniek rent hij naar buiten waar hij wordt neergeschoten door de bewakers.
Verklaring thema en titel Damokles was een gunsteling van de tiran Dionysios. Deze liet hem een dag koning zijn, doch boven zijn troon was een puntig zwaard opgehangen aan een paardehaar. Vandaar de uitdrukking 'het zwaard van Damokles hangt hem boven het hoofd':een aldoor dreigend gevaar te midden van geluk of voorspoed. In de roman is dat zwaard een foto, die moet aantonen dat Osewoudt onschuldig is. Een foto wordt afgedrukt in een zgn. 'donkere kamer'. Ieder mens is in zijn eigen donkere kamer opgesloten. De donkere kamer verwijst naar onzekerheid, dreiging, isolement. Wat dus ook met het thema van het boek te maken heeft. Plaats in de literatuurgeschiedenis
Over de auteur
Willem Frederik Hermans werd op 21 sept. 1921 in Amsterdam in een onderwijzersgezin geboren. Zijn ouders waren heel autoritair, zijn oma tiranniek en met zijn drie jaar oudere zus kon hij het ook niet goed vinden. De verhouding met zijn zus is een belangrijk thema in zijn werk, met name in "Ik heb altijd gelijk". Op de lagere school was hij het knapste jongetje van de klas, maar het slechtste in gymnastiek. Tijdens zijn jeugd was hij eenzaam, hij had alleen zijn teddybeer als vriend. Op het gymnasium was hij middelmatig. Hij won een eerste prijs in een opstellenwedstrijd. Dit was zijn debuut en het werd ook gepubliceerd in het "Algemeen Handelsblad". Hij studeerde eerst sociografie en na een jaar werd dat fysische geografie. De exacte wetenschap heeft veel invloed op hem, wat blijkt uit zijn exacte en zakelijke beschrijving van details. Tijdens de oorlog moest hij de studie onderbreken (hij weigerde de loyaliteits verklaring te tekenen) en hij studeerde af in 1950. Hij promoveerde op een bodemonder zoek in Luxemburg. Hij werd lector in de fysische geografie, maar in 1973 verhuisde hij naar Parijs. Van Nederland heeft hij nooit een hoog petje opgehad; het was volgens hem te klein en bekrompen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog, die een belangrijke invloed had op zijn levensvisie, begon Hermans te schrijven, en na de oorlog werd dat steeds meer. Hij publiceerde in veel tijdschriften, (zoals Criterium, Literair Paspoort, Vrij Nederland, Haagse Post enz.) en in kranten (Het Vaderland, Het Vrije Volk en NRC Handelsblad). Hij is redacteur geweest van Criterium en van Podium. Naar aanleiding van een voor rooms-katholieken beledigende passage werd hem een proces aangedaan. Zijn werk is van het begin af een bron van felle discussie geweest. Hij heeft verschillende pseudoniemen gehad: na de oorlog schreef hij detectiveromans onder de naam Fjodor Klondyke. Zijn antikatholieke geschriften ondertekende hij met pater Anastase Prudhomme sj. Ook gebruikte hij Schrijver Dezes. Hij kreeg de Essayprijs van de gemeente Amsterdam voor "Fenomenologie van de pin-upgirl". De PC-Hooftprijs, Vijverbergprijs en de prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet heeft hij geweigerd. Zijn wereldbeeld is samen te vatten als de onkenbaarheid van de waarheid. De realiteit is te ingewikkeld en chaotisch. Mensen zien verbanden tussen gebeurtenissen die er helemaal niet zijn. Het misverstand is ook een belangrijk motief. Zijn belangrijkste thema is verwarring en chaos. De hoofdpersonen in zijn boeken zijn waarheidszoekers, die de waarheid echter nooit zullen vinden. Ze stuiten op misverstanden of trekken verkeerde conclusies. Ook vinden ze geen zekerheid omtrent hun eigen identiteit. Een andere thema in zijn boeken is dat de personen in zijn boeken op zoek zijn naar hun vader. De ouders zijn autoritair en de zoon zet zich tegen ze af, maar wil met name zijn vader toch een plezier doen. De hoofdpersonen proberen zichzelf te bevestigen door iets bijzonders te doen. Veel door Hermans gebruikte stijlmiddelen zijn ironie, de herhaling en het groteske. Hij beschrijft de tijden waarin weinig gebeurt vrij kort, terwijl hij als er veel gebeurt dat uitgebreid beschrijft. Werk: "De tranen der acacia's"(1949) "Het behouden huis"(1952) "De donkere kamer van Damokles" (1958) "Nooit meer slapen"(1966) "Onder professoren"(1975) "De zegel ring"(1984) Eigen beoordeling Ik vond het verhaal spannend en aangrijpend. Daardoor blijft het verhaal je boeien. Je weet niet vooruit wat er met Osewoud gaat gebeuren omdat jij door zijn ogen kijkt, dat maakt het spannend. Je weet net zo weinig als de ikpersoon, en ervaart dezelfde gevoelens van chaos en onbegrip vanuit de buitenwereld. Ik kon me goed inleven. Het einde was mooi omschreven: “... Maar aan de handen van Pater Beer zaten minder vingers dan Osewoud aan kogelgaten in zijn lijf had...” Er staat niet zo van: en toen ging hij dood... Ik begrijp goed waarom mensen dit boek aanraden. Je moet het gewoon een keer gelezen hebben. Ik zou het anderen dus ook aanraden.ook mensen vanmijn eigen leeftijd. Het lijkt een saai boek... maar vergis je niet! Het heeft je zo te pakken, dat je het wel moét uitlezen!
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden