Het fregatschip Johanna Maria door Arthur van Schendel

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
Boekcover Het fregatschip Johanna Maria
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 2773 woorden
  • 2 maart 2002
  • 175 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
175 keer beoordeeld

Boekcover Het fregatschip Johanna Maria
Shadow
Het fregatschip Johanna Maria door Arthur van Schendel
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Arthur van Schendel, Het fregatschip Johanna Maria
Boekverslag volgens Laagland pag. 329 1.Verwachtingen. Arthur van Schendel, Het fregatschip Johanna Maria. Amsterdam 1978 (negenendertigste druk) Motto: Voor mijn zoon Arthur. Ik heb over dit boek gelezen in Laagland hoofdstuk 6 en ik weet dus dat het een neoromantisch boek is. Ik verwacht dat het gaat over een onvervulbaar verlangen, namelijk het verlangen van Jacob Brouwer om eigenaar te worden van het fregatschip Johanna Maria. Het zal waarschijnlijk een pessimistisch boek zijn, want volgens de achterkanttekst ziet ‘Jacob Brouwer tenslotte zijn dromen werkelijkheid worden, maar gaat aan de vervulling ervan te gronde.’ De achterkanttekst zegt ook dat het boek een van de onbetwiste klassieken is in onze literatuur. Ter Braak van het tijdschrift Forum was heel enthousiast over dit boek, en ik ga er vanuit dat er een duidelijk wereldbeeld in de roman zal zitten en dat het niet zozeer mooi geschreven is. 2.Indeling. Het boek is ingedeeld in 19 min of meer korte hoofdstukken zonder titel. Achter in het boek zitten nog 6 pagina’s met verklaringen van scheepstermen.
3.Uitgewerkte persoonlijke reactie. Het onderwerp van het boek is het leven van de zeilmaker Jacob Brouwer, en zijn liefde voor het fregatschip Johanna Maria. Ik heb nog nooit een boek gelezen over iemand die echt houdt van een schip, maar laatst heb ik wel een televisieserie gezien waar veel fregatschepen in voor kwamen. Ik vond die schepen erg imposant, en was daarom geïnteresseerd toen ik over dit boek las. Ik vind dat de schrijver het onderwerp behoorlijk diepgaand heeft beschreven. Het hele leven van Jacob Brouwer komt aan bod en bijna zijn hele leven staat in dienst van de Johanna Maria. Zijn verlangen om het schip te bezitten bepaalt praktisch alles wat hij doet. De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is volgens mij dat Brouwer aanmonstert op de Johanna Maria. Op de dag dat hij aan boord gaat ‘tintelt zijn bloed, het was de glans van het geluk […], het zeldzaam geluk van hen die uit eenvoudig geloof de zekerheid hebben.’ (blz. 27) Hij voelt zuivere genegenheid voor het schip. Vanaf dat moment houdt hij volgens mij van het schip, een liefde, die zijn hele leven zal voortduren. Een volgende belangrijke gebeurtenis is dat het schip verkocht wordt aan een Noorse kapitein. Vanaf het ogenblik dat Brouwers de Hollandse vlag neerhaalt, onstaat bij hem de droom om zelf het schip te kopen en eens de eigenaar ervan te worden. Dus vanaf dat moment heeft hij een onvervuld verlangen, dat hij de rest van zijn leven wil vervullen. De gevoelens van Brouwer zijn duidelijk belangrijker dan de gebeurtenissen. Het boek gaat over zijn dromen, zijn verlangens. Het personage van Jacob Brouwer is in zoverre sympathiek, dat hij zijn werk met hart en ziel doet. Hij geeft om het schip en hij behandelt haar alsof het een wezen is met een ziel, met gevoelens en een eigen wil. Verder is hij naar mijn idee wel een beetje wereldvreemd. Hij is heel goed in zijn vak, maar hij gaat er teveel in op. Jacob Brouwer is duidelijk een romantisch personage, want hij verlangt zijn hele leven naar het bezitten van het schip. Op zich is het bewonderenswaardig dat iemand zoveel passie voor iets kan opbrengen, maar ik denk dat je het niet moet overdrijven. Als Jacob eindelijk zijn droom vervuld heeft, is hij zo oud dat hij er eigenlijk nauwelijks nog van kan genieten. En dat zou ik toch zonde vinden van mijn leven. Kapitein Wilkens, de eerste kapitein van de Johanna Maria, is ook een man die de kloof tussen droom en werkelijkheid pijnlijk ervaart. Hij behandelt de Johanna Maria in het begin goed, maar geeft haar geen liefde zoals Brouwer dat doet. Hij verlangt terwijl hij op zee is voortdurend naar huis, naar zijn vrouw en kinderen. Na iedere reis merkt hij bij thuiskomst dat hij weer een kind verloren heeft. Hij wil het liefst thuisblijven, maar moet toch zijn gezin onderhouden. Op zee wordt hij voortdurend gekweld door bezorgdheid en dat maakt hem een slechte gezagvoerder. Het verhaal is niet moeilijk wat opbouw betreft. Het eerste hoofdstuk vertelt nogal algemeen de gebeurtenissen, het tweede vertelt over Wilkens, het derde is een terugblik naar de jeugd van Jacob Brouwer. Verder is het verhaal chronologisch verteld en worden tot en met hoofdstuk 8 de levens van zowel kapitein Wilkens als van Brouwer beschreven. In de volgende hoofdstukken gaat het alleen om het schip en om Brouwer. Het taalgebruik is sober, met weinig bijvoeglijk naamwoorden. Er zijn nauwelijks dialogen, alles wordt in de indirecte rede verteld. Ik had weinig moeite met de scheepstermen. Als je een beetje oplet en af en toe iets opzoekt in de verklarende woordenlijst, weet je precies wat er bedoeld wordt met bijv. de fokkenmast. Eindoordeel. Het boek geeft een mooie beschrijving van romantische personages en hun dromen, maar het is niet echt spannend. De gebeurtenissen volgen elkaar niet in een snel tempo op. Het is vooral een beschrijving van gevoelens en gedachten, waardoor er weinig vaart in het verhaal zit. Maar het ideaal van Brouwer en zijn pogingen om het te volbrengen zijn wel boeiend en ik ben blij dat ik het boek gelezen heb. Het geeft een heel mooi voorbeeld van (neo-)romantische literatuur. 4.Open plekken. De belangrijkste open plek in het verhaal is de vraag of Brouwer erin zal slagen om zijn droomwens te vervullen. Maar ook op welke manier, en of het hem de voldoening zal geven die hij zoekt. Deze open plekken worden allemaal ingevuld. Door lang te sparen, te smokkelen, allerlei dingen op te geven, maar vooral door veel volharding weet hij het schip in handen te krijgen. Maar zowel hij als het schip zijn oud op het moment dat zijn droom in vervulling gaat en ze maken nog maar 1 reis samen. Vervolgens krijgt de Johanna Maria een ligplaats in Amsterdam en Brouwer zondert zich af op het schip. Hij vereenzaamt steeds meer, valt uiteindelijk uit de mast van het schip en komt in een gasthuis terecht. Hij heeft zijn leven besteed om een droom na te volgen. 5.Samenvatting. Jacob Brouwer werd in Amsterdam in een arm gezin geboren. Zijn vader was een alcoholist en sloeg de leden uit het gezin regelmatig bont en blauw. Jacob kende alleen zijn 2 zussen, waarvan hij het meest hield van de oudste. Zij heette Johanna en toen zij stierf, begon hij rond te zwerven langs het IJ om de problemen thuis te ontvluchten. Jacob kwam bij een zeilmakerij terecht, waar hij het vak in de vingers kreeg. Toen hij oud genoeg was, ging hij varen om van huis weg te kunnen. Na verschillende reizen naar Indië stond Jacob bekend als een uiterst bekwame zeilmaker en hij was pas 23 jaar. Hij hield van de zeevaart. In 1865 werd het driemast volschip Johanna Maria te water gelaten, en Jacob Brouwer besloot met enkele vrienden erop aan te monsteren. Wilkens was de kapitein, maar al op de eerste reis kreeg hij problemen met Brouwer. In Brouwers ogen zag de kapitein iets wat hij het schip zelf niet kon geven, namelijk liefde. Dat kon hij niet goed hebben. Wilkens zelf was een goede man, maar hij kreeg veel ongeluk te verduren. Hij werd gekweld door bezorgdheid om zijn zwakke vrouw en kinderen, en na iedere zeereis, die hij zo kort mogelijk wilde houden, had hij thuis weer een kind verloren. Om zijn bezorgdheid en problemen te vergeten, zocht hij toevlucht in de drank. Brouwer had intussen bij toeval de kans gekregen om aan het rad te staan en onder zijn handen gleed het schip over het water. In plaats van 11 knopen, haalde het een snelheid van 14 knopen. De kapitein verbood Brouwer echter om aan het rad te staan. Maar na vele tegenslagen voor Wilkens op het thuisfront, verlangde hij niets liever dan een snelle reis om naar zijn vrouw en overgebleven kinderen te kunnen. Daarom liet hij Brouwer het roer houden. Na een opnieuw kwellende reis voor Wilkens, merkte hij bij thuiskomst dat zijn vrouw krankzinnig geworden was. Ze werd in een gesticht opgenomen en Wilkens besloot dat hij zijn laatste reis zou maken. Vlak voor thuiskomst praatte Wilkens het uit met Brouwer en sprong daarna overboord. Na kapitein Wilkens kreeg de Johanna Maria veel verschillende gezagvoerders, die allemaal gebruik maakten van Brouwers bekwaamheid. Toen het schip op een mistige dag een aanvaring had gehad, werd de Johanna Maria verkocht aan een Noorse kapitein. Brouwer bleef op het schip werken en werd vervuld door het verlangen om zelf het schip te kopen. Dit werd zijn levensdoel. Om dat te bereiken ging hij sparen en smokkelen. De Noren noemden de Johanna Maria voortaan Ingrid en Brouwer bleef er vele jaren in dienst als zeilmaker en hij mocht vaak het roer houden. Zijn kapitaal groeide. Opnieuw werd het schip aangevaren en verkocht aan een Russische firma. De Ingrid werd omgedoopt tot de Feodora en opnieuw monsterde Brouwer aan. Hij werd benoemd tot bootsman. Een nieuwe kapitein kwam aan boord en hij was slecht voor het schip en voor de bemanning. Brouwer in gevecht met de kapitein, en kwam voor 6 maanden in de gevangenis terecht. Hij was het schip uit het oog verloren en 5 lange jaren deed hij pogingen om haar terug te vinden. Het bleek in Zuid-Amerika te liggen, met als eigenaars 3 avonturiers, onder de naam Lilian Bird. Brouwer kwam als bootsman weer op het schip terecht en knapte het aan alle kanten op. Na een vechtpartij met een matroos raakte Brouwer gewond en opnieuw vertrok het schip zonder hem. Intussen was zijn kapitaal zodanig gegroeid, dat hij verwachtte genoeg geld te hebben om de Johanna Maria te kopen. Toen het schip weer terug kwam, kreeg Brouwer het voor elkaar om voor de helft mee te delen in de winst, maar hij werd bedrogen door de kapitein, die hem onderweg op een eiland achterliet. Brouwer besefte daar hoeveel de Johanna Maria voor hem betekende; ze herinnerde hem aan zijn kinderjaren in Amsterdam, aan zijn oudste zuster. Brouwer werd door de nieuwe kapitein van het schip opgepikt van het eiland. Met de eigenaars kwam hij overeen dat zij de Johanna Maria volgend jaar aan Brouwer en aan niemand anders zouden verkopen. Toch werd hij bedrogen en het schip werd verkocht aan een ander. De Johanna Maria werd slecht behandeld door de nieuwe kapitein. Brouwer kocht het schip van hem en begon het op te knappen. Het roer brak echter en met moeite bereikte het schip Suva. Daar zorgde Brouwer voor een volledige opknapbeurt. Van Australië af verliep de reis voorspoedig onder Brouwers bevel. Het was de laatste, maar waardige reis van de Johanna Maria. In Amsterdam vond het schip een ligplaats. Brouwer bleef met 2 kameraden op het schip wonen, maar hij vereenzaamde steeds meer. Op een koude dag in het voorjaar viel Brouwer uit de mars en werd naar het gasthuis gebracht, waar hij na een paar maanden overleed. De Johanna Maria bleef alleen achter. 6.Uitwerking. De twee hoofdpersonages zijn beide duidelijk figuren met een romantische levensvisie. Jacob Brouwer heeft een onvervuld verlangen om de Johanna Maria te bezitten, kapitein Wilkens verlangt als hij op zee is voortdurend naar huis, naar zijn vrouw en kinderen. Jacob Brouwer is meer een type dan een karakter. Van zijn karakter kom je als lezer niet veel meer te weten dan dat hij serieus, nors en stil is. Hij is een echte vakman met hart voor zijn werk. Veel belangrijker dan een psychologische karakterbeschrijving is in dit boek de levenshouding van hem. Bijna zijn hele leven stelt Jacob in dienst van zijn verlangen om eigenaar te worden van de Johanna Maria. Ik vind hem niet echt een sympathiek persoon, daarvoor is zijn verlangen te extreem. Hij wordt er bijna door verteerd en ondanks zijn gezond verstand, bijna ondanks zichzelf moet hij zijn verlangen vervuld zien. Ik kan me niet voorstellen dat iemand zijn leven opgeeft om een schip te bezitten, al brengt dat schip nog zo veel herinneringen mee. Ik ben daar misschien toch iets te nuchter voor. Het schip de Johanna Maria heeft de rol van onbereikbare liefde. Ze is meer dan een schip, ze herinnert Jacob aan zijn oudste zus Johanna, van wie hij heel veel hield. Ze vervult voor Jacob ook de rol van vrouw en kinderen. Het schip wordt beschreven alsof het een levend wezen is, met een eigen karakter, een eigen wil. Ze gehoorzaamt aan de handen van Jacob. Het schip heeft een dubbele rol in het verhaal, zowel die van (lange tijd) onbereikbare liefde als die van ongeluksbrenger; Jacob volgt een droomwens na, waar hij aan ten gronde gaat. Ook kapitein Wilkens is een type. Van hem weet je dat hij een teerhartig en zwaarmoedig man is, die veel om zijn vrouw en kinderen geeft. De zeevaart kan hem ‘geen vervulling geven’. Ook hieruit blijkt zijn romantische levenshouding. Hij krijgt veel tegenslagen te verduren in zijn leven en is een meelijwekkend figuur. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is de tweede helft van de 19e eeuw. De wereld verandert door de industriele revolutie, grote houten schepen zoals de Johanna Maria worden gaandeweg vervangen door stoomschepen. In deze tijdsperiode wordt het leven van Jacob Brouwer beschreven. Hij is ongeveer 60 jaar geworden, waarvan hij er zo’n 50 aan de zeevaart besteed heeft. Het tijdsverloop is over het algemeen chronologisch, alleen in hoofdstuk 2 is er een flashback naar de jeugd van Wilkens en in hoofdstuk 3 een flashback naar die van Brouwer. Er zijn momenten van tijdsverdichting, bijvoorbeeld tijdens een zeereis die niet beschreven, maar meer genoemd wordt. De vertelde tijd is ong. 60 jaar. Het begint met de ter waterlating van de Johanna Maria in 1865, maar op dat moment is Jacob al 23 jaar. Het verhaal begint dus volgens mij in 1842 en eindigt rond 1882. Aan de structuur van het verhaal merk ik weinig bijzonders op. Het verhaal is ingedeeld in 19 hoofdstukken en er zijn tot hoofdstuk 9 twee verhaallijnen. In de ene verhaallijn wordt het leven van Wilkens beschreven, in de andere het leven van Brouwer. De laatste is de belangrijkste. De ruimte waar de gebeurtenissen zich afspelen is vooral de Johanna Maria. Het begin en eind van Brouwers leven spelen zich af in Amsterdam, maar het grootste gedeelte van zijn leven is hij op zee. De eindeloze zee heeft volgens mij ook een symbolische betekenis. Het geeft het romantisch verlangen van de zeeman weer om altijd naar de horizon te gaan, altijd verder en niet tevreden met zoals de situatie nu is. Een romanticus is rusteloos als de zee. Het perspectief in het verhaal ligt bij een alwetende verteller. Hij treedt in het verhaal niet nadrukkelijk op de voorgrond. Het eerste hoofdstuk vertelt hij algemene gebeurtenissen, daarna beschrijft hij de levens van Brouwer en Wilkens, en later alleen het leven en de gevoelens van Brouwer met betrekking tot de Johanna Maria. Het thema van het boek is de vergeefsheid van het vervullen van een verlangen, maar ook de onontkoombaarheid ervan. Brouwer moet zijn droombeeld najagen, hij kan er niet onderuit, zijn verlangen is sterker dan zijn gezonde verstand. Maar als hij zijn droom vervuld heeft, is hij te oud om ervan te kunnen genieten. Hij heeft zijn hele leven gegeven om een verlangen te vervullen, dat hem uiteindelijk niet de voldoening brengt waar hij naar streefde. Het is dus nogal pessimistisch. De thematiek komt in de titel tot uitdrukking in de vorm van het droombeeld dat nagejaagd wordt. Het fregatschip Johanna Maria is het object van verlangen van de hoofdpersoon en datgene waaraan hij zijn leven wijdt. 7.Kunstgrepen. Een belangrijke kunstgreep in het verhaal is volgens mij dat Brouwer niet voortdurend op de Johanna Maria is. De momenten dat hij haar uit het oog is verloren, hetzij door gevangenschap, hetzij door bedrog of ziekte, versterken zijn verlangen naar het schip en dramatiseren het verhaal een beetje. Op de momenten dat Brouwer niet op het schip vaart, vraag je je als lezer af of het hem zal lukken om haar terug te vinden.
8.Uitkomen verwachtingen. Er zit inderdaad een heel duidelijk wereldbeeld in het boek. De romantische levensvisie druipt er als het ware vanaf. Het einde is tragisch, omdat Brouwer niet de voldoening vindt die hij zoekt. Het verhaal is dus uiteindelijk pessimistisch. Wat de inhoud van het verhaal betreft was ik al aardig op de hoogte, dus die verwachtingen klopten wel. 9.Eindoordeel. Het fregatschip Johanna Maria is een typisch neo-romantisch boek. Ik vind dat de romantische levensvisie heel mooi tot uitdrukking wordt gebracht in de personages van Wilkens en Brouwer. Het verhaal op zich is niet echt spannend, maar het ideaal van Brouwer en zijn pogingen om het te volbrengen zijn wel boeiend. De gevoelens en verlangens van Brouwer zijn helder beschreven, maar verder is het niet echt diepgaand.

REACTIES

J.

J.

weet iemand in welke tijd het zich afspeelt?

12 jaar geleden

I.

I.

Dat valt enigszins af te leiden uit het feit dat als Brouwer eindelijk eigenaar van het schip wordt de zeilschepen zijn verdrongen door de stoomschepen. In het midden van de 19e eeuw waren het gouden tijden voor zeilschepen, maar nog voor de eeuw voorbij was had het stoomschip het zeilschip verdrongen, een ontwikkeling die ergens tussen 1870 en 1880 begon.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het fregatschip Johanna Maria door Arthur van Schendel"