Het wederzijds huwelijksbedrog door Pieter Langendijk

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
Boekcover Het wederzijds huwelijksbedrog
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 6e klas vwo | 1495 woorden
  • 25 februari 2002
  • 171 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
171 keer beoordeeld

Boekcover Het wederzijds huwelijksbedrog
Shadow

Er is geen flaptekst.

Er is geen flaptekst.

Er is geen flaptekst.

Het wederzijds huwelijksbedrog door Pieter Langendijk
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Zakelijke gegevens: A: Auteur. De schrijver van het boek is Pieter Langendijk. B: Titel. Het wederzyds huwelyksbedrog, Malmberg, Den Bosch, 1977-12, 91 blz. (eerste druk 1714) C: Genre. Het is een toneelstuk, en wel een zedenblijspel en tegelijkertijd ook een intrigeblijspel. Een zedenblijspel gaat over lachwekkende sociale verhoudingen. Een voorbeeld daarvan is jezelf rijk voordoen, terwijl je arm bent. Daar gaat het ook om in dit boek. Een intrigeblijspel gaat over dwaze en ingewikkelde situaties. Dat is in dit boek zeker het geval. Eerste reactie: A: Keuze. Ik heb dit boek gekozen, omdat ik snel even een boek uit de bibliotheek moest kiezen. Omdat er nog een hele hoop van stonden en de titel me wel bekend voorkwam, had ik dit boek maar gekozen.
B: Inhoud. Het boek viel me erg mee. Toen ik eraan begon dacht ik: hoe kom ik hier doorheen, maar achteraf vond ik het helemaal niet erg om te lezen. Ik heb het zelfs in één middag uitgelezen. De taal viel me ook mee. Eerst dacht ik dat het moeilijk te lezen zou zijn, maar het was goed te begrijpen. Ik vond de inhoud zelf ook best wel leuk. Het was grappig om te lezen hoe die mensen zich rijk voordoen, terwijl ze dat niet zijn. Verdieping: A: Samenvatting. Lodewijk, een arme edelman, keert samen met Jan, een verlopen soldaat, terug naar zijn geboortestad Utrecht om zijn familie te zoeken. Lodewijk heeft op de Maliebaan een meisje gezien, waarop hij verliefd is geworden. Hij wil zich voordoen als een rijke graaf en zijn vriend wordt baron. Ze logeren in een herberg, die tegenover het huis van Charlotte, het meisje, staat. Zij heeft ook stiekem een oogje op Lodewijk. Ondertussen krijgt de familie van Charlotte een brief, dat Charlottes broer Karel naar huis zal terugkeren om zijn vrouw voor te stellen. Ze zijn van plan om te trouwen, maar Charlotte is eigenlijk ook maar arm en Lodewijk en Charlotte weten dus niet van elkaar dat ze arm zijn. Zo worden hele scènes opgevoerd om maar te laten zien hoe rijk ze zijn en Klaar, de dienstmeid verleid de ‘baron’. Dan komt Karel thuis. Hij is zijn vrouw vooruit gereisd om te zien hoe de situatie thuis is. Konstance (moeder van Charlotte) en Karel gaan dan Sofy (vrouw van Karel) ophalen. Klaar en Charlotte blijven thuis. Ondertussen komt Jan ook nog. Als Karel en Konstance dan terugkomen, ziet Karel Jan en hij herkent hem als een van zijn gedeserteerde soldaten, die er zes maanden geleden met zijn beste paard vandoor ging. Jan wordt dan opgesloten en als Lodewijk langskomt moet ook hij alles bekennen. Hij vertelt zijn echte naam, Lodewijk van Kaalenhuizen, en hij blijkt een broer van Sofy te zijn. Dan komt ook uit dat Charlotte en Konstance ook arm zijn. Dat had Karel niet aan zijn vrouw verteld en het blijkt dus dat iedereen iedereen voorgelogen had. Jan wordt vrijgelaten en Karel is kapitein, dus die kan Lodewijk wel aan een officiersplaats helpen, zodat hij later met Charlotte kan trouwen. Jan gaat dan met geld van Karel naar de herberg om te betalen, maar hij gaat er met het geld vandoor. B: Onderzoek van de verhaaltechniek. 1. De schrijfstijl: het verhaal staat in ouderwets Nederlands geschreven. Dat
komt omdat het uit 1714 komt en men dus nog zo sprak en schreef. Omdat het een blijspel is, is het humoristisch geschreven en zit er eindrijm in. 2. De ruimte (plaats en tijd): het verhaal speelt zich af, zoals het in het boek
staat: De eerste en derde Toneelen ( = eerste en derde bedrijf) vertoonen een’ Straat voor de huizen van Konstance en den Waard, die tegens malkander overstaan; de tweede, vierde en vijfde Toneelen eene Kamer in het huis van Konstance te Uitrecht. Er is overigens geen sprake van een belangenruimte. Ook de tijd, waarin het verhaal zich afspeelt, ongeveer één dag, staat van tevoren in het boek genoemd: De geschiedenis begint voor de middag en eindigt des Avonts ten negen uuren. De opening is in de handeling, want je zit gelijk midden in een wandeling van Lodewijk en Jan door Utrecht. Maar van tevoren worden wel alle personen genoemd en de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt. In zekere zin zou je dus ook kunnen zeggen dat de opening informatief is. Het is een gesloten einde. Het verhaal is helemaal chronologisch geschreven. Wel is er één flash-forward. Als Jan en Klaar samen zijn, houdt Jan allemaal verhalen op over hoe het zal zijn als zij getrouwd zijn en ze barones wordt. Er is geen sprake van versnelling of vertraging. 3. De verhaalfiguren:  Lodewijk en Charlotte: Lodewijk van Kaalenhuizen (kaal, leeg huis) is een arme Utrechtse edelman, die zich voordoet als de rijke graaf van Habislouw. Alleen een rijk huwelijk kan hem er bovenop helpen. Hij wordt verliefd op Charlotte en hij denkt dat zij heel rijk is. Zij blijkt echter ook heel arm te zijn.  Jan en Klaar: Jan is een verlopen soldaat, die ooit is gedeserteerd en is vriend van Lodewijk. Hij geeft zich uit als baron van Schraalenstein (eenvoudige steen). Hij is nieuwsgierig avontuurlijk en kritisch. Klaar, de brutale meid van Konstance en Charlotte, drijft de spot met onder andere Charlotte en doet haar na (zie bijvoorbeeld versregel 470 en verder). Eigenlijk zou ze met Hans trouwen, maar haar liefde voor hem is niet zo sterk, anders zou ze geen affaire met Jan hebben.  Karel en Sofy: Karel is kapitein in het leger en treedt vaak op als reddende engel van de familie door geld te sturen. Zijn vrouw Sofy speelt nauwelijks een actieve rol.  Konstance: Moeder van Charlotte. Ze wil graag haar dochter laten trouwen met een rijke man, omdat ze zelf zo arm zijn geworden. 4. De situaties: er zijn vijf bedrijven en dus ook vijf situaties. De eerste situatie is op
straat, waar Charlotte en Lodewijk elkaar een beetje leren kennen. De volgende situatie is in het huis van Charlotte en Konstance, waar iedereen net doet of hij rijk is. De derde situatie is een beetje hetzelfde als situatie twee, alleen dan op straat. De vierde situatie is weer in het huis, als Karel weer thuis is. De slotsituatie is ook in het huis en dan komt alles uit en is er een happy end. 5. De vertelwijze: het verhaal is een toneelstuk en het is dus in een wisselend perspectief geschreven. Om de beurt spreekt ene persoon in de ik-vorm.
C: Op zoek naar de thematiek. 1. Het thema van het boek is bedrog. In het boek bedriegt iedereen echt iedereen. 2. Belangrijke motieven zijn:  Het wederzijds bedrog van Charlotte en Lodewijk.  Liefde en huwelijk  Spot met o.a. het classicisme. Dat zie je onder andere uit de spot met taal- en spellingsregels (vs. 1607 e.v.), een parodie op verzen van de rederijkers (minnevers van Jan in het vierde bedrijf), spot met de gewoonte dat er Frans gesproken werd in de hogere kringen ( vs. 38-39 bijvoorbeeld) en tot slot spot met de modeliteratuur (Klaartje in vs. 401 e.v.). 3. De titel geeft eigenlijk al het thema weer: het wederzijds huwelijksbedrog. D: Plaats in de literatuurgeschiedenis. 1. Het werk is voor het eerst gepubliceerd in 1714. 2. Pieter Langendijk werd op 25 juli 1683 in Haarlem geboren. De schrijver, die zijn
publiek wist te vermaken, had zelf in zijn leven weinig reden tot lachen. Toen hij zes jaar oud was, stierf zijn vader. Al gauw moest hij zelf mee de kost verdienen. Zijn moeder was verkwistend en zuinig. Later raakte hij zelfs aan de drank. Ook zijn vrouw, met wie hij na de dood van zijn moeder trouwde, gooide het geld over de balk. Toen hij ziek werd, kreeg hij van het stadsbestuur van Haarlem gratis een plaats in het Proveniershuis aangeboden. Als tegenprestatie werd Langendijk stadshistorieschrijver. Bij zijn dood in 1756 liet hij een breed opgezette, maar onvoltooide geschiedenis van de stad Haarlem na. 3. Het boek is in de achttiende eeuw geschreven. Dat was in de
literatuurgeschiedenis vooral de tijd van het classicisme (strakke vormvoorschriften). 4. Het enige wat ik van Pieter Langendijk weet, is dat hij wel meer toneelstukken
geschreven heeft, dus dat is wel typerend voor hem. 5. Aan de ene kant is het werk wel typerend voor de stroming van die tijd, het
classicisme. Dat blijkt uit de opbouw. Het stuk telt vijf bedrijven, die volgens de regels naar het hoogtepunt en de ontknoping voeren. Ook heeft hij met zorg de eenheid van plaats en tijd gehandhaafd. Maar aan de andere kant drijft hij juist de spot met het classicisme, zoals ik die al in één van de motieven heb genoemd. Beoordeling: Een redelijk boek. Het is niet echt een boek waarvan ik zeg dat ik het voor mijn plezier in mijn vrije tijd zou gaan lezen. Maar het is een heel geschikt boek om voor je lijst te lezen: niet te lang, niet te moeilijk, niet te saai. Ik zou het daarom een ander niet aanraden om gewoon zomaar te lezen, maar als je een boek moet hebben uit de achttiende eeuw voor je lijst is dit een hele goede optie.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het wederzijds huwelijksbedrog door Pieter Langendijk"