komt omdat het uit 1714 komt en men dus nog zo sprak en schreef. Omdat het een blijspel is, is het humoristisch geschreven en zit er eindrijm in. 2. De ruimte (plaats en tijd): het verhaal speelt zich af, zoals het in het boek
staat: De eerste en derde Toneelen ( = eerste en derde bedrijf) vertoonen een’ Straat voor de huizen van Konstance en den Waard, die tegens malkander overstaan; de tweede, vierde en vijfde Toneelen eene Kamer in het huis van Konstance te Uitrecht. Er is overigens geen sprake van een belangenruimte. Ook de tijd, waarin het verhaal zich afspeelt, ongeveer één dag, staat van tevoren in het boek genoemd: De geschiedenis begint voor de middag en eindigt des Avonts ten negen uuren. De opening is in de handeling, want je zit gelijk midden in een wandeling van Lodewijk en Jan door Utrecht. Maar van tevoren worden wel alle personen genoemd en de plaatsen waar het verhaal zich afspeelt. In zekere zin zou je dus ook kunnen zeggen dat de opening informatief is. Het is een gesloten einde. Het verhaal is helemaal chronologisch geschreven. Wel is er één flash-forward. Als Jan en Klaar samen zijn, houdt Jan allemaal verhalen op over hoe het zal zijn als zij getrouwd zijn en ze barones wordt. Er is geen sprake van versnelling of vertraging. 3. De verhaalfiguren: Lodewijk en Charlotte: Lodewijk van Kaalenhuizen (kaal, leeg huis) is een arme Utrechtse edelman, die zich voordoet als de rijke graaf van Habislouw. Alleen een rijk huwelijk kan hem er bovenop helpen. Hij wordt verliefd op Charlotte en hij denkt dat zij heel rijk is. Zij blijkt echter ook heel arm te zijn. Jan en Klaar: Jan is een verlopen soldaat, die ooit is gedeserteerd en is vriend van Lodewijk. Hij geeft zich uit als baron van Schraalenstein (eenvoudige steen). Hij is nieuwsgierig avontuurlijk en kritisch. Klaar, de brutale meid van Konstance en Charlotte, drijft de spot met onder andere Charlotte en doet haar na (zie bijvoorbeeld versregel 470 en verder). Eigenlijk zou ze met Hans trouwen, maar haar liefde voor hem is niet zo sterk, anders zou ze geen affaire met Jan hebben. Karel en Sofy: Karel is kapitein in het leger en treedt vaak op als reddende engel van de familie door geld te sturen. Zijn vrouw Sofy speelt nauwelijks een actieve rol. Konstance: Moeder van Charlotte. Ze wil graag haar dochter laten trouwen met een rijke man, omdat ze zelf zo arm zijn geworden. 4. De situaties: er zijn vijf bedrijven en dus ook vijf situaties. De eerste situatie is op
straat, waar Charlotte en Lodewijk elkaar een beetje leren kennen. De volgende situatie is in het huis van Charlotte en Konstance, waar iedereen net doet of hij rijk is. De derde situatie is een beetje hetzelfde als situatie twee, alleen dan op straat. De vierde situatie is weer in het huis, als Karel weer thuis is. De slotsituatie is ook in het huis en dan komt alles uit en is er een happy end. 5. De vertelwijze: het verhaal is een toneelstuk en het is dus in een wisselend perspectief geschreven. Om de beurt spreekt ene persoon in de ik-vorm.
publiek wist te vermaken, had zelf in zijn leven weinig reden tot lachen. Toen hij zes jaar oud was, stierf zijn vader. Al gauw moest hij zelf mee de kost verdienen. Zijn moeder was verkwistend en zuinig. Later raakte hij zelfs aan de drank. Ook zijn vrouw, met wie hij na de dood van zijn moeder trouwde, gooide het geld over de balk. Toen hij ziek werd, kreeg hij van het stadsbestuur van Haarlem gratis een plaats in het Proveniershuis aangeboden. Als tegenprestatie werd Langendijk stadshistorieschrijver. Bij zijn dood in 1756 liet hij een breed opgezette, maar onvoltooide geschiedenis van de stad Haarlem na. 3. Het boek is in de achttiende eeuw geschreven. Dat was in de
literatuurgeschiedenis vooral de tijd van het classicisme (strakke vormvoorschriften). 4. Het enige wat ik van Pieter Langendijk weet, is dat hij wel meer toneelstukken
geschreven heeft, dus dat is wel typerend voor hem. 5. Aan de ene kant is het werk wel typerend voor de stroming van die tijd, het
classicisme. Dat blijkt uit de opbouw. Het stuk telt vijf bedrijven, die volgens de regels naar het hoogtepunt en de ontknoping voeren. Ook heeft hij met zorg de eenheid van plaats en tijd gehandhaafd. Maar aan de andere kant drijft hij juist de spot met het classicisme, zoals ik die al in één van de motieven heb genoemd. Beoordeling: Een redelijk boek. Het is niet echt een boek waarvan ik zeg dat ik het voor mijn plezier in mijn vrije tijd zou gaan lezen. Maar het is een heel geschikt boek om voor je lijst te lezen: niet te lang, niet te moeilijk, niet te saai. Ik zou het daarom een ander niet aanraden om gewoon zomaar te lezen, maar als je een boek moet hebben uit de achttiende eeuw voor je lijst is dit een hele goede optie.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden