Ondertitel : Roman
Schrijver : Tessa de Loo (pseud. van Tineke Duyvené de Wit) Uitgever : Arbeidspers cop. Druk : 1e Druk (1993) Plaatsnaam van verschijning : Amsterdam
Aantal pagina’s : 435
Aantal delen : 3
ISBN nummer : 90-295-2849-X De delen Deel 1 “Interbellum” (pagina 9 tot 166) Deel 2 “Oorlog” (pagina 167 tot 365) Deel 3 “Vrede” (pagina 366 tot 435) Motivatie Ik heb het boek gekozen, omdat ik er heel veel verhalen over gehoord had. De een vond het een heel mooi boek, en iemand anders vond het weer wat minder. Toen ik de achterkant las leek het me een heel leuk boek, en toen ben ik het boek gaan lezen.
toen ze mij naar Nederland haalden.’ ‘Zes jaar.’ herhaalde de vrouw opgewonden, ‘zes jaar!’ ‘Ik herinner mij alleen,’ zei Lotte
aarzelend, ‘dat we in een Casino woonden... of in een gebouw dat ooit een casino was geweest.’‘Het is niet waar! Het is niet waar!’ De stem van de Duitse sloeg over, ze bracht haar handen naar haar hoofd en drukte haar vingertoppen tegen haar slapen. ‘Het is niet waar!’ Haar gebrul vulde oneerbiedig de gewijde ruimte, het kaatste over de marmeren vloer, steeg op om het vreedzame tafereel op het plafond te verstoren. Met wijd open ogen staarde ze Lotte aan. Vol ontzetting? Vol vreugde? Was ze waanzinnig geworden? Ze spreidde haar armen, kwam recht op Lotte af en omhelsde haar. ‘Lottchen,’ kreunde ze, ‘begrijp je het dan niet? Begrijp je het niet?’ Lotte, fijngedrukt tussen de pilaar en het lichaam van de Duitse, werd door een duizeling bevangen. Ze voelde een hevig verlangen aan deze ongerijmde intimiteit te ontsnappen, in damp op te gaan, te vervluchtigen. Maar ze zat knel tussen haar oorsprong en haar selectieve geheugen, die al lang geleden een vijandig bondgenootschap waren aangegaan. ‘Du... meine Liebe,’ zei de vrouw in haar oor, ‘ ik ban het toch, Anna!’ (pagina 14/15) Hierin wordt terugverwezen naar de tijd dat ze samen leefden in het casino. Ik vond het wel leuk dat het verteld is in flashbacks en terugverwijzing, want je komt stukje bij beetje meer over de personen te weten, alleen was het soms wel lastig om te kijken wiens gebeurtenissen het waren, van Lotte of van Anna. De vertelde tijd van het boek is veel meer dan de verteltijd. De vertelde tijd is ongeveer 75 jaar en de verteltijd is 435 pagina’s (ongeveer tussen 7.5 en 10 uur lezen). De historiciteit van dit verhaal is de oorlog, het hele verhaal gaat hier voornamelijk over, en een hoofdstuk heet zo. Personages Lotte: Lotte is bijna 76 jaar oud. Ze lijdt aan artrose en is weduwe. Ze heeft een rustig karakter en is erg nuchter. Ze wil Anna het liefst een beetje op afstand houden. Lotte heeft maar een paar duidelijke karaktertrekken, ze is daardoor meer voorspelbaar. Ze is een vlak karakter. Anna: Anna (ook bijna 76 jaar oud) lijdt ook aan artrose en is ook weduwe. Ze heeft een druk karakter en wil altijd haantje de voorste zijn. Ze is intelligent, vastberaden en heeft een goed geheugen. Ze wil Lotte graag leren kennen en haar alles vertellen wat haar dwars zit, zolang het nog kan. Anna is dynamisch en heeft veel verrassende kanten. Ze is een rond karakter. Anna en Lotte zijn tweeling, ze zijn van elkaar vervreemd geraakt doordat ze 70 jaar van hun leven gescheiden hebben doorgebracht. Ze spelen allebei de rol als echtgenote, Lotte’s man Ernst Goudriaan duikt bij hun onder, waardoor ze elke dag samen zijn. Anna’s man David Grosalie zit in het leger aan het front, Anna zit elke dag in spanning om een bericht van hem te ontvangen. Anna is telkens een heel verzorgend type. Ze werkt als huishoudster en als Rodekruis zuster waar ze de zieken moet verzorgen. Lotte is juist erg bezorgd over de Joodse onderduikers. Lotte heeft wel haar doel bereikt, zij leefde een gelukkig leven (na de oorlog), had alles wat haar hartje begeerde. Zij hoefde niet zo nodig met Anna in contact te komen, toen ze elkaar toch tegen kwamen, bleef zij het liefst afstandelijk. Anna heeft niet haar doel bereikt, zij wilde al haar ideeën over de oorlog uitleggen aan Lotte, helaas ging dat niet want Anna overleed. De personages zijn voor mij redelijk herkenbaar, omdat ik er verhalen in terugvindt die ook van andere mensen heb gehoord over hun angst voor de Duitsers en de oorlog. Het werd ook herkenbaarder, omdat ik enige kennis over de oorlog had. Ik kan me het beste identificeren met Lotte, omdat zij net als ik in Nederland is opgegroeid, en ik denk dat ik in haar situatie hetzelfde had gedaan of gedacht.
landgoed. Frau von Garlitz kreeg een inkwartiersbevel. Het slot stroomde vol ontheemde stedelingen, die allemaal van
voedsel en schone kleren moesten voorzien en op Anna’s glanzende parketvloeren probeerden het trauma van hun brandende, instortende stad te boven te komen. (pagina 283) Heel kenmerkend voor het hele verhaal is, dat er veel wordt verteld in dialogen( regel 1 tot 13). Vanuit die dialogen wordt dan weer een verhaal van vroeger verteld (regel 15 tot 21). Dat stuk uit het verleden wordt vooraf gegaan met een witregel. Secundaire literatuur Recensie Trouw, 11 november 1994
Het aardige van de Publieksprijs is, vindt ze, dat het de lezer is die beslist en niet, zoals meestal, een jury van professionele lezers. De doodgewone doorsnee-lezer die met deze beslissing de schrijver het applaus geeft dat deze in de eenzaamheid van zijn werkkamer nooit hoort. Tessa de Loo (1946), auteur van de bekroonde roman De tweeling: ``Je schrijft een boek in een volstrekte stilte, in een isolement, je bent er zelf helemaal vol van, je bent ervan bezeten. En dan gaat het de wereld in. Het wordt gelezen. Maar daar ben je niet bij. Je ziet niet wat er met jouw boek gebeurt, in treinen, op stations, op het strand, in een kamer waar iemand op zijn gemak in een luie stoel zit, een kopje warme chocolademelk onder handbereik. Hij geniet of hij ergert zich, verveelt zich misschien. Overal wordt dat boek geconsumeerd en jij weet er niets van. Een acteur krijgt meteen respons, applaus of rotte tomaten, maar in ieder geval komt er onmiddellijk een reactie. De schrijver moet dat ontberen. Daarom zie ik deze prijs als een soort applaus. De lezers hebben zich nu eens uitgesproken.'' De ene dag kreeg ze de Publieksprijs voor het Nederlandse Boek 1994 - de achtste keer dat deze CPNB-prijs is uitgereikt - een dag eerder werd De tweeling onderscheiden met de Otto von der Gablentz-prijs, van het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael; deze prijs, naar de vroegere Duitse ambassadeur in Nederland, is voor auteurs die hebben bijgedragen aan de verbetering van de verstandhouding tussen Nederland en Duitsland. De tweeling, verschenen in 1993, is het verhaal van twee zusjes die op zesjarige leeftijd, na de dood van hun ouders, van elkaar gescheiden worden. De een, Lotte, groeit op in Nederland, de ander, Anna, in Duitsland. Als bejaarde vrouwen komen ze elkaar bij toeval tegen in de Belgische badplaats Spa. Daar vertellen ze elkaar hun levensverhaal, dat vooral het verhaal van de oorlog is, die van Lotte in Nederland, die van Anna in Duitsland. Anna's verhaal berust grotendeels op het leven van een Duitse vrouw, Maria, die Tessa de Loo tijdens een vakantie in Frankrijk leerde kennen. ``Totdat ik deze vrouw ontmoette overheersten bij mij anti-Duitse sentimenten, zoals, denk ik, bij mijn hele generatie. Die gevoelens hadden bij mij ook te maken met de familieverhalen waarmee ik ben opgegroeid. Verhalen over onderduikers, over razzia's, over angst. Verhalen die met Duitsers te maken hadden.'' ``Met deze vrouw voerde ik hooglopende discussies over de oorlog. Zij riep heftige gevoelens bij mij op, ik bij haar. Onze meningen stonden soms lijnrecht tegenover elkaar. Maar de vriendschap die was gegroeid, kon dat wel hebben. Het was een mentaal heel sterke, krachtige vrouw, met gevoel voor humor. Wat zij mij vertelde over haar oorlogstijd, over haar visie op de rol van het Duitse volk in de oorlog, bracht mij in conflict met wat ik altijd, uit gemakzucht, of doordat ik slecht geïnformeerd was, had geloofd. De tweeling is de weerslag van dat conflict in mijzelf; ik heb dat opgesplitst in de figuren van Lotte en Anna, die voortdurend met elkaar in de clinch liggen. Hun gesprekken lijken sterk op die tussen Maria en mij. ``Lotte is voor een deel gebaseerd op mijn moeder, op mezelf en op fantasie. De figuur van Lottes moeder is ontleend aan mijn grootmoeder, die een gezin van acht kinderen had, maar het toch heeft aangedurfd joodse onderduikers op te nemen. Dat sprak voor haar vanzelf.'' Heeft het boek naar jouw oordeel inderdaad bijgedragen aan een betere verstandhouding tussen Nederlanders en Duitsers, doelstelling van de Otto von der Gablentz-prijs? ``Ik maak dat op uit de brieven die ik gekregen heb. Ik heb nog nooit zoveel post gekregen als naar aanleiding van dit boek. De teneur van die reacties is vaak: 'het boek heeft me aan het denken gebracht', 'ik heb mezelf nog eens onder de loep genomen'. Er wordt veel over wordt gediscussieerd, niet alleen in literaire kringen. Het wordt op scholen gelezen. Ik heb van leraren gehoord dat ze hun leerlingen bijna dwingen het te lezen om de jongere generatie beter te informeren.'' Zijn er ook mensen die er boos over zijn geworden, omdat het verhaal van Anna duidelijk maakt wat de oorlog voor doodgewone Duitsers betekende? ``Een enkele criticus, zoals Hans Warren, die me een soort landverraadster noemde. Eigenlijk heb ik maar één ervaring van iemand die heel verbolgen was over het boek en dat was een Duitser die al heel lang in Nederland woont, zich helemaal met het Nederlandse standpunt heeft geïdentificeerd en die, denk ik, de Duitse schuldvraag niet heeft verwerkt. Hij vond dat ik me veel te veel in de Duitse kant heb ingeleefd. Het Lotte-syndroom, noem ik dat. Lotte is zeer onverzoenlijk. Deels om wat zij in de oorlog heeft meegemaakt, het gevoel dat zij degenen die in de oorlog gestorven zijn zou verraden als ze te veel begrip voor Anna zou tonen. Deels ook omdat zij haar Duitse afkomst al die jaren heeft weggedrukt, onderdrukt. Daardoor stelt zij zich zo hard op tegenover haar zuster, en in dat opzicht is haar houding vergelijkbaar met de reactie van deze man.'' Er is onlangs een discussie gevoerd over de vraag of het goed is om de vierde en de vijfde mei straks, in 1995, samen met de Duitsers te herdenken. Daarop zijn nogal wat negatieve reacties gekomen. Zou jij er vóór zijn? Aarzelend: ``Ik vind eigenlijk ook dat het niet kan. Laat de Duitsers hun eigen bevrijdingsfeest vieren. Zij zijn destijds immers ook bevrijd. Verzoening? Ik vind dat die op andere terreinen moet plaatsvinden, niet bij deze gelegenheid. Ik vind dat ongevoelig tegenover de slachtoffers die nog leven.'' De tweeling, waarvan binnen een jaar meer dan 130 000 exemplaren werden verkocht, zal binnenkort in het Duits worden vertaald; ook uitgevers in andere landen hebben belangstelling getoond, Portugal bijvoorbeeld, waar Tessa de Loo tegenwoordig woont. Maria, die het boek in feite heeft veroorzaakt, zal het niet meer kunnen lezen. Ze stierf een maand nadat Tessa de Loo het manuscript had ingeleverd. Haar volgende (zesde) boek wordt een reisboek, een 'nostalgisch boek', gebaseerd op brieven en dagboekfragmenten van Lord Baron. ``De tweeling was een heel zware onderneming die ik niet graag nog eens zou overdoen. Ik wilde nu eens een leuk boek schrijven.'' Als ik deze recensie zou lezen zou ik erg benieuwd worden naar het boek zelf, ik zou het ook zeker gaan lezen, omdat het nieuwgierig makend en positief is. De titel van deze recensie is “Ik heb nog nooit zoveel brieven gehad als na dit boek” en dat slaat op de reacties op het boek die zij in deze recensie verteld.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden